Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting Olst-Wijhe 2021

De raad van de gemeente Olst-Wijhe,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 december 2020,

 

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet,

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting Olst-Wijhe 2021

(Verordening toeristenbelasting Olst-Wijhe 2021)

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 3.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar.

Artikel 5 (Opteren voor) forfaitaire maatstaf van heffing

In afwijking van het bepaalde in artikel 4 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op basis van het forfait zoals omschreven in artikel 6.

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1.

    Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot:

    • a.

      vakantieonderkomens en niet-beroepsmatig verhuurde ruimten bepaald op het aantal slaapplaatsen;

    • b.

      mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen bepaald op:

      2 personen indien het aantal slaapplaatsen drie of minder bedraagt;

      3 personen indien het aantal slaapplaatsen meer dan drie bedraagt;

    • c.

      mobiele kampeeronderkomens op niet-vaste standplaatsen bepaald op de som van het aantal kampeeronderkomens bestemd voor verblijf van maximaal drie personen, vermenigvuldigd met twee en het aantal kampeeronderkomens bestemd voor verblijf van meer dan drie personen, vermenigvuldigd met drie.

  • 2.

    Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht wordt:

    • a.

      ingeval verblijf wordt gehouden in vakantieonderkomens, in niet-beroepsmatig verhuurde ruimten, dan wel op vaste standplaatsen, wordt bepaald op 55;

    • b.

      ingeval verblijf wordt gehouden in mobiele kampeeronderkomens op niet vaste standplaatsen bepaald op 365.

  • 3.

    Het aantal mobiele kampeeronderkomens als bedoeld in het eerste lid, letter c, wordt vastgesteld op het gemiddelde van een zestal tellingen gedurende het belastingjaar, waarbij iedere telling valt binnen een afzonderlijke periode van twee maanden.

Artikel 7 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per persoon per overnachting € 1,00.

Artikel 8 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 9 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen die worden opgelegd in het belastingjaar waarop zij betrekking hebben, worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 11 Aanmeldingsplicht

  • 1.

    De belastingplichtige als bedoeld in artikel 2, eerste lid, dient voordat hij voor de eerste maal na inwerkingtreding van deze verordening gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1, hiervan een schriftelijke melding te maken bij de in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar.

  • 2.

    De verplichting in het voorgaande lid geldt niet voor de belastingplichtige die in het belastingjaar voorafgaand aan het huidige belastingjaar reeds in de heffing van de toeristenbelasting betrokken is.

Artikel 12 Registratieplicht

  • 1.

    De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden de verblijfhoudende personen als bedoeld in artikel 1 te registreren in een daarvoor bestemd en door de gemeente beschikbaar gesteld papieren of digitaal nacht(verblijf)register.

  • 2.

    De verplichting in het voorgaande lid geldt niet indien de belastingplichtige een eigen registratie voert waarmee het verblijf van de verblijfhoudende personen als bedoeld in artikel 1 kan worden vastgesteld, zulks ter beoordeling aan de in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar.

Artikel 13 Kwijtschelding

Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2020", vastgesteld bij raadsbesluit van 11 november 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid van dit artikel genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening toeristenbelasting Olst-Wijhe 2021.

 

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering d.d. 14 december 2020.

De raad voornoemd,

de griffier,

J.T.J.J. van Zwam

de voorzitter,

A.G.J. Strien

Naar boven