Gemeenteblad van Leusden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leusden | Gemeenteblad 2020, 334444 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leusden | Gemeenteblad 2020, 334444 | Beleidsregels |
Nadere regels verordening jeugdhulp gemeente Leusden 2021
HOOFDSTUK 2 Vormen van jeugdhulp
Artikel 2.1 Overige voorzieningen (vrij-toegankelijke Jeugdhulp)
De volgende overige voorzieningen zijn beschikbaar:
HOOFDSTUK 3 Toegang Jeugdhulp als individuele voorziening via de gemeente
Een hulpvraag kan door jeugdigen en ouder(s) bij het college worden gemeld.
Het college bevestigt de ontvangst van een melding digitaal of schriftelijk.
In spoedeisende gevallen treft het college zo spoedig mogelijke een passende tijdelijke maatregel of vraagt het college een machtiging gesloten jeugdhulp als bedoeld in hoofdstuk 6 van de wet.
Het college verzamelt alle voor het gesprek, bedoeld in artikel 3.3 van deze Nadere regels, van belang zijnde en toegankelijke gegevens over de jeugdige en zijn situatie en maakt vervolgens zo spoedig mogelijk met hem een afspraak voor een gesprek. Hierbij brengt het college de jeugdige en/of zijn ouder(s) op de hoogte van de mogelijkheid om binnen een redelijke termijn een familiegroepsplan als bedoeld in artikel 1.1 van de wet op te stellen. Als de jeugdige en/of zijn ouder(s) daarom verzoeken, draagt het college zorg voor ondersteuning bij het opstellen van een familiegroepsplan.
Voor het gesprek verschaffen de jeugdige en/of zijn ouder(s) aan het college alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college voor het onderzoek nodig zijn en waarover zij redelijkerwijs de beschikking kunnen krijgen. De jeugdige en/of zijn ouder(s) verstrekken in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage.
Het college informeert de jeugdige en/of zijn ouder(s) over de gang van zaken bij het gesprek, hun rechten en plichten en de vervolgprocedure. Afhankelijk van de leeftijd van de jeugdige wordt er om toestemming voor de hulpverlening gevraagd aan de ouders of de jeugdige zelf, conform artikel 7.3.4 van de wet. Het college kan samen met de jeugdige en zijn ouders besluiten een familienetwerkberaad te houden om een plan van aanpak te formuleren.
HOOFDSTUK 4 Persoonsgebonden budget
Artikel 4.1 Inzet buiten Regio Amersfoort
De budgethouder kan het PGB voor ten hoogste dertien weken per kalenderjaar inzetten voor betaling van geïndiceerde jeugdhulp te verlenen tijdens verblijf buiten Regio Amersfoort, tenzij dat binnen het gedwongen kader wordt ingezet en de woonplaats van de jeugdige Leusden is.
Toelichting Nadere regels Verordening Jeugdhulp gemeente Leusden 2021
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Spreekt voor zich, behoeft geen toelichting.
Hoofdstuk 2 Vormen van jeugdhulp
Overige voorzieningen (vrij-toegankelijke jeugdhulp)
De zogeheten overige voorzieningen zijn vrij-toegankelijk beschikbaar zonder de procedure van melden en aanvragen. Dat wil zeggen dat jeugdigen en ouders zonder aanvraag rechtstreeks toegang hebben tot overige jeugdhulp. De overige voorzieningen bestaan uit het laagdrempelig verlenen van informatie en advies en uit het bieden van lichte ambulante hulpverlening. Voor een deel van de hulpvragen zal volstaan kunnen worden met een vrij-toegankelijke voorziening. Indien dit niet toereikend is, wordt een individuele voorziening ingezet. Daarnaast kunnen de overige voorzieningen ook een goede ondersteuning bieden bij de inzet van een individuele voorziening.
Individuele voorzieningen (niet vrij-toegankelijke jeugdhulp)
De individuele voorziening is een voorziening die alleen op basis van een aanvraag en een beschikking kan worden ingezet. Het is een voorziening, die niet vrij-toegankelijk is voor jeugdigen en ouder(s). De gemeente is verantwoordelijk voor een toereikend aanbod van deze voorzieningen.
De individuele voorzieningen betreffen specialistische hulpverlening/begeleiding die niet door het wijkteam geboden kan worden. De specialistische hulpverlening/begeleiding kan zowel ambulant als in een intramurale setting worden geboden. In de Verordening Jeugdhulp gemeente Leusden 2020 worden individuele voorzieningen genoemd en in deze Nadere regels zijn deze geconcretiseerd. De jeugdhulp die onder het gedwongen kader valt zijn niet op aanvraag beschikbaar, maar worden opgelegd door de Rechtbank. Het gaat om jeugdbescherming en jeugdreclassering.
Hoofdstuk 3 Toegang jeugdhulp als individuele voorziening via de gemeente
De gemeente Leusden organiseert de toegang tot de jeugdhulp lokaal zodat de toegang naar jeugdhulp herkenbaar en laagdrempelig is voor de inwoners van Leusden. Na bevestiging van hulpvraag wordt een afspraak gemaakt voor een gesprek. Bij voorkeur zal het gesprek bij de ouder(s) en jeugdige thuis plaatsvinden. Wanneer er sprake is van spoedeisende hulp, kan het wijkteamlid direct een individuele voorziening inzetten of er kan een machtiging tot gesloten jeugdhulp worden gevraagd.
Na bevestiging van hulpvraag wordt een afspraak gemaakt voor een gesprek. Op voorhand bepalen de nadere regels niet precies wanneer deze afspraak wordt gemaakt. Afhankelijk van de hulpvraag kan het namelijk zijn dat het wijkteam eerst gegevens wil verzamelen voor een goede voorbereiding op het gesprek. Wanneer de gegevens bekend zijn bij het wijkteam, dan is het niet nodig om het gehele vooronderzoek opnieuw te houden.
Het eerste lid onder a bepaalt de onderwerpen die het college onderzoekt. Deze onderwerpen vloeien mede voort uit de wet. Het familiegroepsplan is in artikel 1.1 van de Jeugdwet gedefinieerd als: hulpverleningsplan of plan van aanpak opgesteld door de ouder(s), samen met bloedverwanten, aanverwanten of anderen die tot de sociale omgeving van de jeugdige behoren. In art. 4.1.2 van de wet is bepaald dat de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling bij het uitvoeren van art. 4.1.1 van de wet en indien sprake is van vroegsignalering van opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen, als eerste de mogelijkheid biedt om, binnen redelijke termijn, een familiegroepsplan op te stellen. Op grond van art. 2.1, onder g, van de wet, maakt het familiegroepsplan onderdeel uit van het gemeentelijk beleid.
Verder heeft het college de wettelijke informatieplicht om in begrijpelijke bewoordingen uit te leggen welke mogelijkheden er zijn om te kiezen voor een PGB en wat de gevolgen van die keuze zijn. Het wijkteamlid informeert de jeugdige en/of zijn ouder(s) over de procedure omtrent het gesprek en informeert de jeugdige en/of zijn ouder(s) over hun rechten en plichten. Het kan zijn dat een wijkteamlid op basis van de gegevens uit het brede gesprek nader onderzoek doet om te bepalen of een individuele voorziening op grond van de wet nodig is. Verder is het van belang dat de jeugdige en/of zijn ouder(s) ondubbelzinnige toestemming verlenen voor het uitwisselen van persoonsgegevens. De toestemming wordt gevraagd wanneer er met andere partijen gegevens worden uitgewisseld en de geheimhoudingsplicht doorbroken dient te worden. De toestemming dient altijd ‘vrij’ en ondubbelzinnig te zijn, zie Wet bescherming persoonsgegevens artikel 23.
Uit het gesprek tussen de jeugdige en/of zijn ouder(s) kan naar voren komen dat er al professionals vanuit andere domeinen betrokken zijn of zouden moeten zijn. In dat geval kan het college ervoor kiezen informatie op te vragen namens en met toestemming van de jeugdige en/of zijn ouder(s). Ook kan ervoor gekozen worden dat gezamenlijk het gesprek aangegaan wordt met deze andere professionals. De toestemming dient altijd ‘vrij’ en ondubbelzinnig te zijn, zie Wet bescherming persoonsgegevens artikel 23.
Er zijn situaties denkbaar dat de behoefte aan jeugdhulp bekend is bij het college en dat een gesprek daar niets aan toevoegt. Toch mag het college alleen met toestemming van de jeugdige en/of zijn ouder(s) afzien van het gesprek.
Van het gesprek wordt een schriftelijk verslag opgesteld (of plan van aanpak). Daarin staan het in samenspraak met de ouder(s) en jeugdigen, en voor zover aanwezig andere personen uit het sociale netwerk, tot stand gekomen oplossingen. De inhoud daarvan bevat in ieder geval ook de strekking van de genoemde onderzoeksonderwerpen. Het verslag vormt de belangrijkste basis voor de beslissing op de aanvraag. Nadat de ouder(s) en jeugdigen beschikt over het verslag is het wel de verantwoordelijkheid van de jeugdige en/of zijn ouder(s), al dan niet personen uit het sociale netwerk, zelf te beslissen of een aanvraag wordt ingediend. Als de jeugdige en/of zijn ouder(s) het niet eens is met het opgestelde plan, dan is er altijd een mogelijkheid voor de ouder(s) en jeugdige om aan te geven waarom hij niet akkoord is en kunnen aanvullingen worden toegevoegd.
De aanvraag kan mondeling of schriftelijk worden gedaan. Als de jeugdige en/of zijn ouder(s) het verslag ondertekent en voorziet van zijn naam, burgerservicenummer (BSN), geboortedatum en een dagtekening, kan het fungeren als aanvraagformulier voor een individuele voorziening. Indien het verslag ook als plan van aanpak dient, wordt het BSN om privacyredenen verwijderd.
Uit de toelichting op de wet blijkt dat het wenselijk is dat hulp op maat wordt geboden, er meer ruimte voor professionals is en tot het demedicaliseren, ontzorgen en normaliseren van de jeugdsector, waarbij het uitgangspunt is dat de verantwoordelijkheid voor het gezond en veilig opgroeien van jeugdigen allereerst bij de ouder(s) en de jeugdige zelf ligt. De genoemde afwegingsfactoren zijn daar mede op gericht. Passende jeugdhulp wordt geboden zo licht als het kan, zo zwaar als het moet. Voor dagbesteding hanteren wij de richtlijn van een maximum van 8 dagdelen, tenzij er zwaarwegende argumenten zijn met betrekking tot het ontlasten van de ouders, of het netwerk. Voor het vervoer naar dagactiviteiten en logeervoorzieningen zijn altijd allereerst de ouders of het eigen netwerk aan zet. Ook hierbij geldt dat dit alleen wordt overgenomen indien er zwaarwegende argumenten zijn met betrekking tot overbelasting van de ouders of het netwerk. De uiteindelijke beoordeling van wat passende jeugdhulp is, wordt aan de professional overgelaten. De professionals in het wijkteam nemen besluiten. Daarnaast waarborgt het college conform art. 2.3 van de wet een deskundige toeleiding naar, advisering over, bepaling van het inzetten van de aangewezen voorziening. Het college heeft daartoe onder meer professionals in een wijkteam aangesteld. Deze professionals hanteren op basis van het vooronderzoek, het gesprek, het verslag en de aanvraag de genoemde afwegingsfactoren in dit artikel en nemen een besluit om een individuele, andere of voorliggende (collectieve) voorziening te treffen.
Hoofdstuk 4 Regels voor persoonsgebonden budget
Besteding buiten Regio Amersfoort
In artikel 4.1 zijn regels neergelegd voor gevallen dat het PGB buiten de gemeente Leusden of in het buitenland mag worden besteed. Daarbij blijven de verplichtingen die voortvloeien uit het PGB onverkort van kracht. De jeugdige en/of zijn ouder(s) mogen een PGB gedurende maximaal 13 weken buiten de regio Amersfoort besteden. Deze periode is vanzelfsprekend niet begrensd indien het gesloten jeugdhulp betreft en woonplaats van jeugdige niet wijzigt. De periode in het buitenland is begrensd. Verder is het college bevoegd de perioden op verzoek te verlengen.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de jeugdige en/of ouder(s) afwijken van de bepalingen van deze Nadere regels. Dit afwijken kan alleen maar ten gunste en nooit ten nadele van de jeugdige en/of ouder(s). Het gebruik maken van de hardheidsclausule moet nadrukkelijk worden beschouwd als een uitzondering. Bij de beoordeling van de aanvraag zou het college zelf aanleiding kunnen zien om de hardheidsclausule toe te passen. In het algemeen geldt echter dat de jeugdige en/of zijn ouder(s) gemotiveerd moet aangeven dat zijn situatie bijzonder is en zal hij dat desgevraagd ook nader moeten onderbouwen.
Inwerkingtreding en citeertitel
Dit artikel regelt de inwerkingtreding, waarbij geen overgangsrecht is opgenomen. Dat betekent dat deze nadere regels net als de verordening onmiddellijke werking hebben.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-334444.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.