Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Gouda houdende regels omtrent de heffing en de invordering van leges (Legesverordening 2021)

De raad van de gemeente Gouda;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2020, nummer 4361;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

besluit tot vaststelling van:

 

 

 

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2021

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    maand: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor:

    • a.

      het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

    • b.

      het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

      een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

  • 2.

    Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de degene die de dienst, de Nederlandse identiteitskaart en/of het reisdocument aanvraagt dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, zoals opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven bij wege van aanslag dan wel door middel van een mondelinge of een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.

Het gevorderde bedrag wordt mondeling dan wel door toezending of uitreiking van een schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald: ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving.

    ingeval de leges bij aanslag worden geheven: binnen één maand na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.14 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.5.4 (Verklaring Omtrent het Gedrag);

    • 5.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1.

    De ‘Legesverordening 2020’ van 11 december 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

     

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als 'Legesverordening 2021'.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 9 december 2020.

De raad der gemeente voornoemd,

griffier

mr. drs. E.J. Karman-Moerman

voorzitter

mr. drs. P. Verhoeve

Bijlage 1 Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2021

 

Titel 1

Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1

Burgerlijke stand

Hoofdstuk 2

Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Hoofdstuk 3

Rijbewijzen

Hoofdstuk 4

Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

Hoofdstuk 5

Overige publiekszaken

Hoofdstuk 6

-

Hoofdstuk 7

Gemeentearchief

Hoofdstuk 8

-

Hoofdstuk 9

Geluidhinder

Hoofdstuk 10

-

Hoofdstuk 11

Huisvestingswet

Hoofdstuk 12

-

Hoofdstuk 13

Verkeer en vervoer

Hoofdstuk 14

Leegstandwet

Hoofdstuk 15

-

Hoofdstuk 16

Kansspelen

Hoofdstuk 17

Telecommunicatie

Hoofdstuk 18

Diversen

 

 

Titel 2

Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1

Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 2

Vooroverleg/beoordeling bouwinitiatief

Hoofdstuk 3

Omgevingsvergunning

Hoofdstuk 4

Vermindering

Hoofdstuk 5

Teruggaaf

 

 

Titel 3

Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1

Horeca

Hoofdstuk 2

Organiseren evenementen of markten

Hoofdstuk 3

Prostitutiebedrijven

Hoofdstuk 4

Winkeltijdenwet

Hoofdstuk 5

Vergunning ter bescherming van het ondernemersklimaat

Hoofdstuk 6

In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

 

 

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1.1

Het tarief bedraagt voor een huwelijksvoltrekking/partnerschapsregistratie of voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in de raadszaal van het Huis van de Stad op:

€ 420,25

vrijdag van 13.30 tot 15.30 uur:

1.1.2

Het tarief bedraagt voor een eenvoudige huwelijksvoltrekking/partnerschapsregistratie of voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in de ondertrouwkamer van het Huis van de Stad (maximaal 10 personen) op:

€ 266,20

maandag van 10.00 tot 16.30 uur; of

dinsdag van 09.15 tot 16.30 uur; of

woensdag van 09.15 tot 16.30 uur; of

donderdag van 09.15 tot 16.30 uur, of

vrijdag van 09.15 tot 16.30 uur:

1.1.3

Het tarief bedraagt voor een huwelijksvoltrekking/partnerschapsregistratie of voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in de ondertrouwkamer van het Huis van de Stadingevolge artikel 4 wet Rechten Burgerlijke Stand op maandag om 09.15 uur of op maandag om 9.30 uur

€ 0,00

1.1.4

Het tarief bedraagt voor een huwelijksvoltrekking/partnerschapsregistratie of voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een als “huis der gemeente” aangewezen locatie van:

€ 266,20

maandag tot en met zaterdag:

1.1.5

Het tarief bedraagt voor een huwelijksvoltrekking/partnerschapsregistratie of het omzetten van geregistreerd partnerschap naar huwelijk in een bijzonder huis ingevolge artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

€ 145,55

1.1.6

Het tarief onder 1.1.4 wordt bij een huwelijk/geregistreerd partnerschap of voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op een Algemeen erkende feestdag (niet mogelijk op 1e Kerstdag, 1e Paasdag en 1e Pinksterdag) verhoogd met:

€ 163,65

1.1.7

Indien bij het omzetten van geregistreerd partnerschap naar huwelijk wordt gekozen om dit zonder ceremonie te doen dan bedraagt het tarief:

€ 58,25

1.1.8

Het tarief bedraagt voor het verkrijgen van een trouw- of partnerschapsboekje:

1.1.8.1

in een kunstleer uitvoering:

€ 26,55

1.1.8.2

in een leren uitvoering:

€ 41,85

1.1.9

Het tarief bedraagt voor het

1.1.9.1

kalligraferen van een trouw- of partnerschapsboekje:

€ 17,20

1.1.9.2

kalligraferen van kindgegevens in een trouw- of partnerschapsboekje:

€ 5,60

1.1.10

-

1.1.11

Het tarief bedraagt voor het tijdelijk benoemen van een persoon als buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand

1.1.11.1

zonder beëdiging door de rechtbank:

€ 174,75

1.1.11.2

met beëdiging door de rechtbank:

€ 232,95

1.1.12

Het tarief bedraagt voor het annuleren binnen 4 weken voor de huwelijksvoltrekking/geregistreerd partnerschap/het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk of bij het niet verschijnen:

1.1.12.1

van een huwelijk/geregistreerd partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk:

€ 116,35

1.1.12.2

van een kosteloos huwelijk/geregistreerd partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk zonder ceremonie:

€ 58,25

1.1.13

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot uitstel van de begraaftermijn:

€ 14,00

1.1.14

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief, zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

1.1.15

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot

1.1.15.1

aanwijzing van een tijdelijke locatie als “huis der gemeente” :

€ 178,15

1.1.15.2

aanwijzing van een vaste locatie als “huis der gemeente” :

€ 279,95

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

1.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

1.2.1

van een nationaal paspoort, zakenpaspoort en faciliteitenpaspoort

1.2.1.1

5 jaar geldig :

€ 56,55

1.2.1.2

10 jaar geldig :

€ 74,75

1.2.2

van een reisdocument voor vluchtelingen en vreemdelingen:

€ 56,55

1.2.3

van een Nederlandse identiteitskaart:

1.2.3.1

5 jaar geldig :

€ 32,90

1.2.3.2

10 jaar geldig:

€ 64,00

1.2.4

voor de versnelde uitreiking van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.3 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die onderdelen genoemde bedragen:

€ 50,90

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

€ 41,00

1.3.2

Het tarief als genoemd onder 1.3.1 wordt bij een spoedlevering verhoogd met:

€ 34,10

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

1.4

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van onderdeel 1.4.2 en 1.4.3, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

1.4.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

1.4.1.1

:het verstrekken van gegevens, aan de balie, per verstrekking

€ 14,00

1.4.1.2

het in behandeling nemen van een digitale aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 11,50

1.4.1.3

het in behandeling nemen van een schriftelijke aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 18,00

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het, op verzoek, doornemen van de basisregistratie personen of archieven (bevolkingsadministratie), voor ieder hieraan besteed half uur:

€ 23,55

1.4.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verstrekken van gegevens door middel van selectie uit de basisregistratie personen, voor ieder hieraan besteed half uur:

€ 23,55

1.4.4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200):

€ 14,00

Hoofdstuk 5 Overige publiekszaken

1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

1.5.1

het waarmerken van documenten:

€ 14,00

1.5.2

het legaliseren van een handtekening:

€ 14,00

1.5.3

het verkrijgen van het Nederlanderschap via naturalisatie of optie: het bedrag zoals dit is vastgesteld in het besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 10 september 2020, nummer WBN 2020/4 houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003:

1.5.4

het verstrekken van een Verklaring Omtrent het Gedrag:

€ 41,35

Hoofdstuk 6 -

Hoofdstuk 7 Gemeentearchief

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed half uur:

€ 23,55

1.7.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk:

1.7.2.1

per bladzijde A4 formaat:

€ 0,25

1.7.2.2

per pagina van een ander formaat: zie artikel 1.18.28 van deze tarieventabel.

Hoofdstuk 8 -

Hoofdstuk 9 Geluidhinder

1.9

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

1.9.1

een omgevingsvergunning tot het veroorzaken van geluidhinder als bedoeld in artikel 3.32 van de Verordening fysieke leefomgeving

€ 18,65

1.9.2

een aanwijzing van een dag waarop incidentele festiviteiten mogen worden gehouden als bedoeld in artikel 3.30 van de Verordening fysieke leefomgeving, aldaar omschreven geluidsvoorschriften uit de bijlage B van het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer niet van toepassing zijn

€ 18,65

1.9.3

een ontheffing tot het veroorzaken van geluidhinder als bedoeld in artikel 3.33 tot en met 3.35 van de Verordening fysieke leefomgeving

€ 18,65

Hoofdstuk 10 -

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet 2014

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.11.1

tot het verlenen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014 en artikel 2 Huisvestingsverordening Gouda 2019:

€ 56,30

1.11.2.1

tot indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014 en hoofdstuk 3 Huisvestingsverordening Gouda 2019:

€ 75,05

1.11.2.2.

Conform artikel 9 van de uitvoeringsovereenkomst met de woningcorporaties worden voor de volgende ugentieaanvragen geen leges in rekening gebracht: • urgentie op grond van artikel 9 categorie A Hvv 2019 (gemeentelijke taakstelling huisvesting statushouders);

• urgentie op grond van artikel 9 categorie B Hvv 2019 (mantelzorgurgentie);

• urgentie op grond van artikel 9 categorie D Hvv 2019 indien deze medische urgentie is gebaseerd op een verhuiskostenvergoeding WMO;

• urgentie op grond van artikel 9 categorie G Hvv 2019 (woonkostentoeslag /bijzondere bijstand met verhuisplicht);

•·urgentie op grond van artikel 9 categorie N Hvv 2019 (stadsvernieuwings- en herstructureringsurgenten);

.

Hoofdstuk 12 -

Hoofdstuk 13 Verkeer en vervoer

1.13

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.13.1

tot het verkrijgen, aanpassen c.q. vervangen van een ontheffing als genoemd in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (Stb. 459), waarbij de aanvraag meer dan 10 werkdagen vóór de beoogde aanvangsdatum is ingediend:

€ 21,90

1.13.2

Indien de onder 1.13.1 genoemde aanvraag 10 werkdagen of minder vóór de beoogde aanvangsdatum is ingediend en op de aanvraag vóór de beoogde aanvangsdatum is besloten, wordt het tarief als vermeld onder 1.13.1 verhoogd met:

€ 21,90

1.13.3

tot het verkrijgen van een parkeerkaart welke voortvloeit uit de ontheffing als genoemd in 1.13.1 en uitsluitend te gebruiken bij een evenement of huwelijk:

€ 2,65

1.13.4

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart, als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), waarbij geen medisch advies noodzakelijk is:

€ 33,05

1.13.5

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart, als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), waarbij medisch advies noodzakelijk is:

€ 191,15

1.13.6

tot het verkrijgen van een duplicaat gehandicaptenparkeerkaart:

€ 33,05

Hoofdstuk 14 Leegstandwet

1.14

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.14.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:

€ 43,25

Hoofdstuk 15 -

Hoofdstuk 16 Kansspelen

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

1.16.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat:

€ 56,50

1.16.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten,

voor de eerste kansspelautomaat:

€ 56,50

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 34,00

1.16.1.3

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar:

€ 226,50

1.16.1.4

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar,

voor de eerste kansspelautomaat:

€ 226,50

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 136,00

1.16.2

De subonderdelen 1.16.1.1 en 1.16.1.2 zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden.

1.16.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

€ 8,10

Hoofdstuk 17 Telecommunicatie

1.17

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek/aanvraag:

1.17.1

voor een omgevingsvergunning/instemmingsbesluit voor kabels en leidingen:

€ 254,60

Hoofdstuk 18 Diversen

1.18

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.18.1

tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning tot het innemen van een vaste standplaats voor het verkopen van ijs, patates frites, andere geringe eet- en drinkwaren, bloemen en planten, ongeacht de rechten, die ingevolge de Verordening precariobelasting verschuldigd zijn:

€ 103,35

1.18.1.2

tot het verlengen van een omgevingsvergunning tot het innemen van een vaste standplaats voor het verkopen van ijs, patates frites, andere geringe eet- en drinkwaren, bloemen en planten, ongeacht de rechten die ingevolge de Verordening precariobelasting verschuldigd zijn:

€ 70,75

1.18.2

voor een mededeling als bedoeld in artikel 3, alsmede een ontheffing als bedoeld in artikel 6 van de Verordening opslag gas-, huisbrand- en stookolie:

€ 31,20

1.18.3

voor een vergunning tot het houden van een collecte:

€ 8,10

1.18.4

voor een vergunning voor het verstrekken van logies, als bedoeld in artikel 2 van de Logiesverordening:

€ 13,00

1.18.5

-

1.18.6

-

1.18.7

-

1.18.8

-

1.18.9

voor een ligplaatsvergunning als bedoeld in artikel 3.84, lid 1 van de Verordening fysieke leefomgeving:

€ 278,70

1.18.9.1

voor een ligplaatsvergunning als bedoeld in artikel 3.84, lid 2 van de Verordening fysieke leefomgeving

€ 32,35

1.18.9.2

voor omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.86 van de Verordening fysieke leefomgeving:

€ 95,05

1.18.9.3

voor wijziging ligplaatsvergunning als bedoeld in artikel 3.87 van de Verordening fysieke leefomgeving:

€ 139,35

1.18.10

tot het verkrijgen van een vergunning tot het na het algemeen sluitingsuur geopend houden van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:13, vierde lid, van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020, per jaar, wanneer het sluitingsuur is verlengd tot half twee ‘s nachts:

€ 99,40

1.18.11

tot het verkrijgen van een vergunning tot het na het algemeen sluitingsuur geopend houden van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:13, vierde lid, van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020, per jaar, wanneer het sluitingsuur in relatie tot het Convenant Veilig Uitgaan vrij is:

€ 124,35

1.18.12

tot het verkrijgen van een vergunning tot na het algemeen sluitingsuur van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:13, vierde lid, van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020:

€ 8,10

1.18.13

-

1.18.14

tot het verkrijgen van een ventvergunning, als bedoeld in artikel 5:8, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020, bij een geldigheidsduur van:

een dag:

€ 3,50

een week:

€ 8,10

een maand:

€ 13,00

een kwartaal:

€ 19,30

een half jaar:

€ 31,90

een jaar:

€ 39,20

1.18.15

tot het afgeven van een chauffeursvergunning, als bedoeld in artikel 14 van de Taxiverordening:

€ 8,10

1.18.16

tot het afgeven van een vergunningsbewijs ingevolge de wet Autovervoer Personen:

€ 8,10

1.18.17

-

1.18.18

tot het afgeven van een tijdelijke omgevingsvergunning standplaats, als bedoeld in artikel 3.43, eerste lid, van de Verordening fysieke leefomgeving

€ 12,70

1.18.19

tot het afgeven van een aanvraagformulier ter verkrijging van een verklaring van geschiktheid:

€ 21,15

1.18.20

als bedoeld in artikel 4 van de Aansluitverordening riolering Gouda 2015 voor een (huis)aansluiting op het riool:

€ 118,30

1.18.21

-

1.18.22

-

1.18.23

-

1.18.24

tot afgifte van een verklaring betreffende brandveiligheid:

€ 29,55

1.18.25

tot afgifte van een ontheffing voor de route gevaarlijke stoffen als bedoeld in artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen:

€ 29,55

1.18.26

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 4,10

1.18.27

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

1.18.27.1

per pagina op papier van A4-formaat:

€ 0,25

1.18.28

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk van het formaat:

A3:

€ 0,65

A2:

€ 1,85

A1:

€ 2,50

A0:

€ 3,70

vermeerderd met de kosten van de drukkerij, vooraf bekend gemaakt aan de aanvrager/opdrachtgever;

1.18.29

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

€ 8,10

1.18.30

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 4,10

1.18.31

om nadeelcompensatie als bedoeld in artikel 4:126 van de Algemene wet bestuursrecht:

€ 561,20

 

 

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving /omgevingsvergunning

 

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

aanlegkosten:

het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

2.1.1.2

bouwkosten:

het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

2.1.1.3

sloopkosten:

het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het slopen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen en indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen; De onder 2.1.1.1, 2.1.1.2 en 2.1.1.3 genoemde kosten, wordt het aldus verkregen bedrag op een veelvoud van € 1.000,00 naar boven afgerond.

2.1.1.4

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

H oofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling bouwinitiatief

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

2.2.1

tot het beoordelen van een bouwinitiatief (vooroverleg exclusief welstandstoets) in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen groot project in het kader van de Wabo vergunbaar is

€ 529,00

2.2.2

tot het houden van vooroverleg exclusief welstandstoets in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen klein project in het kader van de Wabo vergunbaar is

€ 529,00

2.2.3

tot het laten plaatsvinden van vooroverleg welstandstoets in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project op gronden van welstand aanvaardbaar is, per half uur

€ 330,85

Ingeval de gemeentelijke kosten op een andere wijze worden verrekend, zijn geen leges verschuldigd.

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.3.1

Activiteit Bouwen

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.1.1.1

bij bouwkosten van

€ 0,00 tot € 1.000.000,00: 3,03% met een minimum van

€ 179,55

€ 1.000.000,00 tot € 5.000.000,00: € 30.200,00 + 2,51% van de bouwkosten > € 1.000.000,00

€ 5.000.000,00 tot € 10.000.000,00: € 130.700,00 + 2,38% van de bouwkosten > € 5.000.000,00

€ 10.000.000,00 tot € 20.000.000,00: € 249.500,00 + 2,16% van de bouwkosten > € 10.000.000,00

€ 20.000.000,00 en hoger : € 465.450 + 1,90% van de bouwkosten > € 20.000.000,00

2.3.2

Toetsing welstand

2.3.2.1

Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor het advies van de welstandscommissie moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig 2.3.1.1.1 berekende bedrag als volgt verhoogd:

Bij een bedrag aan bouwkosten van:

a. € 0,00 - < € 10.000,00

€ 56,90

b. ≥ € 10.000,00 - < € 25.000,00: € 56,90 + 13,25‰ van de bouwkosten > € 10.000,00

c. ≥ € 25.000,00 - < € 100.000,00: € 255,75 + 5,52‰ van de bouwkosten > € 25.000,00

d. ≥ € 100.000,00 - < € 300.000,00: € 670,35 + 2,22‰ van de bouwkosten > € 100.000,00

e. ≥ € 300.000,00 : € 1.114,65 + 0,44‰ van de bouwkosten > € 300.000,00

Indien voor de toetsing aan welstandscriteria niet het advies van de welstandscommissie behoeft te worden ingewonnen, bedraagt de verhoging

€ 56,90

2.3.2.1.1

Extra welstandstoets

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.2.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is:

a. € 0,00 - < € 10.000,00

€ 56,90

b. ≥ € 10.000,00 - < € 25.000,00

€ 56,90

c. ≥ € 25.000,00 - < € 100.000,00

€ 262,00

d. ≥ € 100.000,00 - < € 300.000,00

€ 689,35

e. ≥ € 300.000,00

€ 1.145,00

2.3.2.1.2

Beoordeling bodemrapport

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een milieukundig bodemrapport wordt beoordeeld:

€ 455,75

2.3.2.1.3

-

2.3.2.1.4

Achteraf ingediende aanvraag

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 wordt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit, verdubbeld.

2.3.2.1.5

Beoordeling aanvullende gegevens

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen:

€ 56,90

2.3.2.1.6

Toets brandveiligheid

Als de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor toetsing door de brandweer noodzakelijk is, wordt het overeenkomstig in 2.3.1.1. berekende bedrag als volgt verhoogd:

Bij een bedrag aan de bouwkosten:

€ 0,00 tot € 25.000,00: € 3,54 per € 500,00 met een minimum van

€ 82,85

€ 25.000,00 tot € 250.000,00: € 177,20 + € 2,36 voor elke € 500,00 boven € 25.000,00

€ 250.000,00 tot € 907.000,00: € 1.237,30 + € 1,19 voor elke € 500,00 boven € 250.000,00

€ 907.000,00 en hoger : € 2.798,70 + 0,27‰ van bouwkosten boven € 907.000,00

2.3.3

Activiteit aanleggen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo of, het aanleggen van een weg, of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening, of artikel 3.27 van de Verordening fysieke leefomgeving en omgevingsvergunning is vereist , als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 188,05

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

Kruimelgeval

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º (binnenplanse afwijking), of 2º (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking) van de Wabo wordt toegepast:

€ 598,15

Wabo-projectbesluit

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): 0,60% van de bouwkosten, met een minimum van

€ 1.709,00

en een maximum van

€ 11.393,50

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 598,15

2.3.4.4

indien de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 598,15

2.3.4.5

indien de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 598,15

2.3.4.6

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 598,15

2.3.4.a

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

Kruimelgeval

2.3.4a.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º (binnenplanse afwijking), of 2º (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking) van de Wabo wordt toegepast:

€ 598,15

Wabo-projectbesluit

2.3.4a.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 598,15

2.3.4a.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 598,15

2.3.4a.4

indien de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 598,15

2.3.4a.5

indien de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 598,15

2.3.4a.6

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 598,15

2.3.5

Activiteit archeologie

2.3.5.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 3.12 van de Verordening fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief

€ 174,80

2.3.5.2

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief inzake

2.3.5.2.1

het beoordelen van een rapport archeologisch bureauonderzoek

€ 231,15

2.3.5.2.2

het beoordelen van een rapport archeologisch booronderzoek

€ 346,85

2.3.5.2.3

het beoordelen van een rapport opgraving

€ 924,95

2.3.6

Activiteit brandveilig gebruiken

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.6.1

Bij het verstrekken van een gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 2.11.1 van het Gebruiksbesluit:

≤ 200m2

€ 273,25

> 200m2 - ≤ 2.000m2 € 273,25 + € 0,53 per m2 boven het vloeroppervlakte van 200 m2;

> 2.000m2 - ≤ 5.000m2 € 1.221.80 + € 0,13 per m2 boven het vloeroppervlakte van 2.000 m2;

> 5.000m2 - ≤ 50.000m2 € 1.624,80 + € 0,03 per m2 boven het vloeroppervlakte van 5.000 m2;

> 50.000m2 € 3.019,70 + € 0,01 per m2 boven het vloeroppervlakte van 50.000 m2.

2.3.7

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads-of dorpsgezichten

2.3.7.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b. van de Wabo, in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of artikel 3.5 van de Verordening fysieke leefomgeving , bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument dan wel voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

2.3.7.1.1

indien de bouwkosten < € 20.000,00 bedragen

€ 313,30

2.3.7.1.2

indien de bouwkosten ≥ € 20.000,00 bedragen

€ 626,70

2.3.7.1.3

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning, genoemd in artikel 2.3.7.1. een duurzaamheidsmaatregel, die voldoet aan de criteria van de Regeling Erfgoed en Duurzaamheid 2020, betreft, bedraagt het tarief, in afwijking van de bedragen genoemd in 2.3.7.1.1 en 2.3.7.1.2. :

2.3.7.1.3.a

indien de bouwkosten < € 20.000,00 bedragen

€ 156,65

2.3.7.1.3.b.

indien de bouwkosten ≥ € 20.000,00 bedragen

€ 313,35

2.3.7.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads-of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of artikel 3.10 van de Verordening fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.7.2.1

indien de bouwkosten < € 20.000,00 bedragen

€ 313,30

2.3.7.2.2

indien de bouwkosten ≥ € 20.000,00 bedragen

€ 626,70

2.3.7.3

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een beeldbepalend pand of structuur dan wel het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een beeldbepalend pand of structuur op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht, bedoeld in artikel 3.5 van de Verordening fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.7.3.1

indien de bouwkosten < € 20.000,00 bedragen

€ 313,30

2.3.7.3.2

indien de bouwkosten ≥ € 20.000,00 bedragen

€ 626,70

2.3.8

Activiteit slopen anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

2.3.8.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g en h, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist , bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het verkrijgen van een sloopvergunning als bedoeld in artikel 3.3, aanhef en onder b, of artikel 3.38 derde lid, aanhef en onder b, van de Wet ruimtelijke ordening bedraagt, bij een bedrag aan sloopkosten van:

a. € 0,00 - < € 10.000,00

€ 57,25

b. ≥ € 10.000,00 - < € 25.000,00: € 57,25 + 5,99‰ van de sloopkosten > € 10.000,00

c. ≥ € 25.000,00 - < € 100.000,00: € 147,15 + 1,95‰ van de sloopkosten > € 25.000,00

d. ≥ € 100.000,00 - < € 300.000,00: € 293,65 + 1,03‰ van de sloopkosten > € 100.000,00

e. ≥ € 300.000,00 : € 500,30 + 0,23‰ van de sloopkosten > € 300.000,00

2.3.8.2

Asbesthoudende materialen

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.8.1 bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is:

€ 47,25

2.3.9

Uitweg/inrit

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid. aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met artikel 3.27 van de Verordening fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 284,75

2.3.10

Kappen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met artikel 3.96 van de Verordening fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

voor een kapvergunning per vergunning

€ 74,05

vermeerderd met

€ 5,70

per boom.

Het maximumtarief voor een kapvergunning bedraagt

€ 119,65

2.3.11

Handelsreclame

2.3.11.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder h en i, van de Wabo in samenhang met artikel 3.40 eerste lid, van de Verordening fysieke leefomgeving en indien niet tevens sprake is van een activiteit als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1. (bouwactiviteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.11.1.1

indien de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame:

€ 170,95

2.3.11.1.2

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd:

€ 170,95

2.3.11.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning, genoemd in artikel 2.3.11.1 wordt ontvangen op het moment dat de werkzaamheden reeds zijn aangevangen of al hebben plaatsgevonden, bedraagt het tarief genoemd in de artikelen 2.3.11.1.1. en 2.3.11.1.2

€ 227,80

2.3.12

Flora-en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora-en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 177,35

2.3.13

Andere activiteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

2.3.13.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 177,35

2.3.13.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.13.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft

€ 177,35

2.3.13.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft

€ 177,35

2.3.14

-

2.3.15

Advies

2.3.15.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.15.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.15.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.16

Verklaring van geen bedenkingen

2.3.16.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

2.3.16.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 116,40

2.3.16.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.16.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.16.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een bouwinitiatief als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van het bouwinitiatief geheven leges voor de helft in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3

2.4.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.15 en 2.3.16.

De vermindering bedraagt:

2.4.2.1

bij 5 tot 10 activiteiten:

2%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

2.4.2.2

bij 10 tot 15 activiteiten:

3%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

2.4.2.3

bij 15 of meer activiteiten:

5%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten alsmede andere activiteiten.

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.3, 2.3.7 en 2.3.8, alsmede de activiteiten genoemd onder 2.3.6, 2.3.7, 2.3.9, 2.3.10 en 2.3.11, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.

De teruggaaf bedraagt:

2.5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen 8 weken na het in behandeling nemen en voordat de vergunning is verleend van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

70%

2.5.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 8 weken na het in behandeling nemen en voordat de vergunning is verleend: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

60%

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten alsmede andere activiteiten

2.5.2.1

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.3, 2.3.7 en 2.3.8, alsmede de activiteiten genoemd onder 2.3.6, 2.3.7, 2.3.9, 2.3.10 en 2.3.11, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 2 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt.

De teruggaaf bedraagt:

50%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten alsmede andere activiteiten

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.3, 2.3.7 of 2.3.8, alsmede de activiteiten genoemd onder 2.3.6, 2.3.7, 2.3.9, 2.3.10 en 2.3.11 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.

De teruggaaf bedraagt:

50%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.4

Minimumbedrag voor teruggaaf

Voor de bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, genoemd onder 2.3.1, 2.3.3, 2.3.7 of 2.3.8.wordt een bedrag minder dan

€ 153,75

niet teruggegeven.

Voor de overige activiteiten wordt een bedrag minder dan

€ 46,60

niet teruggegeven.

2.5.5

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.15 en 2.3.16 wordt geen teruggaaf verleend.

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

2.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is

€ 170,95

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning of een verzoek tot revisie van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project

€ 119,65

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening: 0,60% van de bouwkosten, met een

0,61%

minimum van:

€ 2.318,60

en een maximum van:

€ 28.911,10

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening: 0,50% van de bouwkosten, met een

minimum van:

€ 1.932,10

en een maximum van:

€ 24.092,65

Hoofdstuk 9

-

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

2.10.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning die wordt beëindigd vanwege het niet volledig aanleveren van de voor de behandeling van de aanvraag benodigde stukken

2.10.1.1

voor bouw-, aanleg-, of sloopactiviteiten, genoemd onder 2.3.1, 2.3.3, 2.3.7 of 2.3.8:

€ 150,30

2.10.1.2

voor de overige activiteiten:

€ 45,55

2.10.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de tenaamstelling van een verleende omgevingsvergunning:

€ 56,90

2.10.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek om een vergunning zoals bedoeld in artikel 3.25 van de Verordening fysieke leefomgeving(bouwplaatsinrichting):

€ 127,60

2.10.4

-

2.10.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 177,40

 

 

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet

 

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

3.1.1.1

een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:12 , eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020:

€ 454,70

3.1.1.1.a

Een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:12, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020 ten behoeve van het exploiteren van een afhaal- of bezorgcentrum als bedoeld in artikel 2:11, van de Algemene plaatselijke verordening, waarvoor tevens een aanvraag voor een omgevingsvergunning als genoemd in artikel 2.3.4.a is ingediend, die is ingediend in de periode van 12 weken na het in werking treden van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020. Onder de voorwaarde dat de openbare inrichting reeds volwaardig wordt geëxploiteerd ten tijde van de inwerkingtreding van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020:

€ 0,00

3.1.1.2

Een aanvraag tot wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 2:12, zesde lid, van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020:

€ 61,50

3.1.1.3

Een aanvraag tot het verkrijgen van een terrasvergunning als bedoeld in artikel 2:12, negende lid, van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020:

€ 22,40

3.1.1.4

een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Drank- en Horecawet:

€ 258,00

3.1.1.5

een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Drank- en Horecawet:

€ 8,10

3.1.1.6

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet:

€ 61,50

3.1.1.7

een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Drank- en Horecawet:

€ 61,50

3.1.1.8

een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Drank- en Horecawet, ten behoeve van het verstrekken van zwakalcoholische drank:

€ 25,25

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

3.2.1.1

voor een vergunning voor een groot (C) evenement:

€ 460,75

3.2.1.2

voor een vergunning voor een middelgroot (B) evenement:

€ 368,55

3.2.1.3

voor een vergunning voor een klein (A) evenement :

€ 31,60

3.2.1.4

voor een vergunning voor een evenement, niet vallende onder 3.2.1.1 t/m 3.2.1.3:

€ 31,60

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

3.3.1

tot het verlenen van een vergunning voor het exploiteren van een seksbedrijf als bedoeld in artikel 3:3, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020:

€ 454,70

3.3.2

tot het wijzigen van de persoon van de leidinggevende/beheerder, niet zijnde de ondernemer/exploitant van de inrichting, op een verleende vergunning als bedoeld in 3.3.1:

€ 61,50

Hoofdstuk 4 Winkeltijdenwet

3.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

3.4.1

voor een ontheffing als bedoeld in artikel 3, derde lid, van de Winkeltijdenwet (Stb. 1996, 182) juncto artikel 15 van de Winkeltijdenverordening Gouda 2014 ten behoeve van de vestiging van een avondwinkel:

€ 127,20

3.4.2

tot het intrekken of wijzigen van een in het vorige onderdeel bedoelde ontheffing:

€ 63,95

3.4.3

voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet (Stb. 1996, 182) voor andere doeleinden dan de in onderdeel 1.10.1.beschreven doeleinden:

€ 21,60

3.4.4

tot het intrekken of wijzigen van het in het vorige onderdeel bedoelde ontheffing:

€ 21,60

Hoofdstuk 5 Vergunning ter bescherming van het ondernemersklimaat

3.5.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

3.5.1.

tot het verkrijgen van een exploitatievergunning voor het uitoefenen van een bedrijf als bedoeld in artikel 2:51, derde lid, van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020:

€ 454,70

Hoofdstuk 6 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde omgevingsvergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 177,40

 

Behorende bij raadsbesluit van 9 december 2020.

 

Griffier

mr. drs. E.J. Karman-Moerman

 

voorzitter

mr. drs. P. Verhoeve

Naar boven