Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
|
|
2.1.1
|
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
|
|
2.1.1.1
|
aanlegkosten:
|
|
|
het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;
|
|
2.1.1.2
|
bouwkosten:
|
|
het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;
|
|
2.1.1.3
|
sloopkosten:
|
|
het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het slopen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen en indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen; De onder 2.1.1.1, 2.1.1.2 en 2.1.1.3 genoemde kosten, wordt het aldus verkregen bedrag op een veelvoud van € 1.000,00 naar boven afgerond.
|
|
2.1.1.4
|
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
|
2.1.2
|
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
2.1.3
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
|
|
|
|
|
H
oofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling bouwinitiatief
|
|
2.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
2.2.1
|
tot het beoordelen van een bouwinitiatief (vooroverleg exclusief welstandstoets) in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen groot project in het kader van de Wabo vergunbaar is
|
€ 529,00
|
2.2.2
|
tot het houden van vooroverleg exclusief welstandstoets in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen klein project in het kader van de Wabo vergunbaar is
|
€ 529,00
|
2.2.3
|
tot het laten plaatsvinden van vooroverleg welstandstoets in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project op gronden van welstand aanvaardbaar is, per half uur
|
€ 330,85
|
|
Ingeval de gemeentelijke kosten op een andere wijze worden verrekend, zijn geen leges verschuldigd.
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
|
|
2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
2.3.1
|
Activiteit Bouwen
|
|
2.3.1.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.1.1.1
|
bij bouwkosten van
|
|
|
€ 0,00 tot € 1.000.000,00: 3,03% met een minimum van
|
€ 179,55
|
€ 1.000.000,00 tot € 5.000.000,00: € 30.200,00 + 2,51% van de bouwkosten > € 1.000.000,00
|
|
€ 5.000.000,00 tot € 10.000.000,00: € 130.700,00 + 2,38% van de bouwkosten > € 5.000.000,00
|
|
€ 10.000.000,00 tot € 20.000.000,00: € 249.500,00 + 2,16% van de bouwkosten > € 10.000.000,00
|
|
€ 20.000.000,00 en hoger : € 465.450 + 1,90% van de bouwkosten > € 20.000.000,00
|
|
2.3.2
|
Toetsing welstand
|
|
2.3.2.1
|
Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor het advies van de welstandscommissie moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig 2.3.1.1.1 berekende bedrag als volgt verhoogd:
|
|
Bij een bedrag aan bouwkosten van:
|
|
|
a. € 0,00 - < € 10.000,00
|
€ 56,90
|
b. ≥ € 10.000,00 - < € 25.000,00: € 56,90 + 13,25‰ van de bouwkosten > € 10.000,00
|
|
c. ≥ € 25.000,00 - < € 100.000,00: € 255,75 + 5,52‰ van de bouwkosten > € 25.000,00
|
|
d. ≥ € 100.000,00 - < € 300.000,00: € 670,35 + 2,22‰ van de bouwkosten > € 100.000,00
|
|
e. ≥ € 300.000,00 : € 1.114,65 + 0,44‰ van de bouwkosten > € 300.000,00
|
|
|
Indien voor de toetsing aan welstandscriteria niet het advies van de welstandscommissie behoeft te worden ingewonnen, bedraagt de verhoging
|
€ 56,90
|
2.3.2.1.1
|
Extra welstandstoets
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.2.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is:
|
|
|
a. € 0,00 - < € 10.000,00
|
€ 56,90
|
|
b. ≥ € 10.000,00 - < € 25.000,00
|
€ 56,90
|
|
c. ≥ € 25.000,00 - < € 100.000,00
|
€ 262,00
|
|
d. ≥ € 100.000,00 - < € 300.000,00
|
€ 689,35
|
|
e. ≥ € 300.000,00
|
€ 1.145,00
|
2.3.2.1.2
|
Beoordeling bodemrapport
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een milieukundig bodemrapport wordt beoordeeld:
|
€ 455,75
|
2.3.2.1.3
|
-
|
|
2.3.2.1.4
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 wordt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit, verdubbeld.
|
|
2.3.2.1.5
|
Beoordeling aanvullende gegevens
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen:
|
€ 56,90
|
2.3.2.1.6
|
Toets brandveiligheid
|
|
Als de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor toetsing door de brandweer noodzakelijk is, wordt het overeenkomstig in 2.3.1.1. berekende bedrag als volgt verhoogd:
|
|
Bij een bedrag aan de bouwkosten:
|
|
|
€ 0,00 tot € 25.000,00: € 3,54 per € 500,00 met een minimum van
|
€ 82,85
|
€ 25.000,00 tot € 250.000,00: € 177,20 + € 2,36 voor elke € 500,00 boven € 25.000,00
|
|
€ 250.000,00 tot € 907.000,00: € 1.237,30 + € 1,19 voor elke € 500,00 boven € 250.000,00
|
|
€ 907.000,00 en hoger : € 2.798,70 + 0,27‰ van bouwkosten boven € 907.000,00
|
|
2.3.3
|
Activiteit aanleggen
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo of, het aanleggen van een weg, of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening, of artikel 3.27 van de Verordening fysieke leefomgeving en omgevingsvergunning is vereist , als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo
|
|
|
bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 188,05
|
2.3.4
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
Kruimelgeval
|
|
2.3.4.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º (binnenplanse afwijking), of 2º (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking) van de Wabo wordt toegepast:
|
€ 598,15
|
|
Wabo-projectbesluit
|
|
2.3.4.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): 0,60% van de bouwkosten, met een minimum van
|
€ 1.709,00
|
|
en een maximum van
|
€ 11.393,50
|
2.3.4.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 598,15
|
2.3.4.4
|
indien de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 598,15
|
2.3.4.5
|
indien de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 598,15
|
2.3.4.6
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 598,15
|
2.3.4.a
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
Kruimelgeval
|
|
2.3.4a.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º (binnenplanse afwijking), of 2º (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking) van de Wabo wordt toegepast:
|
€ 598,15
|
|
Wabo-projectbesluit
|
|
2.3.4a.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€ 598,15
|
2.3.4a.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 598,15
|
2.3.4a.4
|
indien de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 598,15
|
2.3.4a.5
|
indien de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 598,15
|
2.3.4a.6
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 598,15
|
2.3.5
|
Activiteit archeologie
|
|
2.3.5.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 3.12 van de Verordening fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief
|
€ 174,80
|
2.3.5.2
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief inzake
|
|
2.3.5.2.1
|
het beoordelen van een rapport archeologisch bureauonderzoek
|
€ 231,15
|
2.3.5.2.2
|
het beoordelen van een rapport archeologisch booronderzoek
|
€ 346,85
|
2.3.5.2.3
|
het beoordelen van een rapport opgraving
|
€ 924,95
|
2.3.6
|
Activiteit brandveilig gebruiken
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.6.1
|
Bij het verstrekken van een gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 2.11.1 van het Gebruiksbesluit:
|
|
|
≤ 200m2
|
€ 273,25
|
> 200m2 - ≤ 2.000m2 € 273,25 + € 0,53 per m2 boven het vloeroppervlakte van 200 m2;
|
|
> 2.000m2 - ≤ 5.000m2 € 1.221.80 + € 0,13 per m2 boven het vloeroppervlakte van 2.000 m2;
|
|
> 5.000m2 - ≤ 50.000m2 € 1.624,80 + € 0,03 per m2 boven het vloeroppervlakte van 5.000 m2;
|
|
> 50.000m2 € 3.019,70 + € 0,01 per m2 boven het vloeroppervlakte van 50.000 m2.
|
|
|
|
2.3.7
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads-of dorpsgezichten
|
|
2.3.7.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b. van de Wabo, in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of artikel 3.5 van de Verordening fysieke leefomgeving , bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument dan wel voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
|
2.3.7.1.1
|
indien de bouwkosten < € 20.000,00 bedragen
|
€ 313,30
|
2.3.7.1.2
|
indien de bouwkosten ≥ € 20.000,00 bedragen
|
€ 626,70
|
2.3.7.1.3
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning, genoemd in artikel 2.3.7.1. een duurzaamheidsmaatregel, die voldoet aan de criteria van de Regeling Erfgoed en Duurzaamheid 2020, betreft, bedraagt het tarief, in afwijking van de bedragen genoemd in 2.3.7.1.1 en 2.3.7.1.2. :
|
|
2.3.7.1.3.a
|
indien de bouwkosten < € 20.000,00 bedragen
|
€ 156,65
|
2.3.7.1.3.b.
|
indien de bouwkosten ≥ € 20.000,00 bedragen
|
€ 313,35
|
2.3.7.2
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads-of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of artikel 3.10 van de Verordening fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.7.2.1
|
indien de bouwkosten < € 20.000,00 bedragen
|
€ 313,30
|
2.3.7.2.2
|
indien de bouwkosten ≥ € 20.000,00 bedragen
|
€ 626,70
|
2.3.7.3
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een beeldbepalend pand of structuur dan wel het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een beeldbepalend pand of structuur op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht, bedoeld in artikel 3.5 van de Verordening fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.7.3.1
|
indien de bouwkosten < € 20.000,00 bedragen
|
€ 313,30
|
2.3.7.3.2
|
indien de bouwkosten ≥ € 20.000,00 bedragen
|
€ 626,70
|
2.3.8
|
Activiteit slopen anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
2.3.8.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g en h, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist , bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het verkrijgen van een sloopvergunning als bedoeld in artikel 3.3, aanhef en onder b, of artikel 3.38 derde lid, aanhef en onder b, van de Wet ruimtelijke ordening bedraagt, bij een bedrag aan sloopkosten van:
|
|
|
a. € 0,00 - < € 10.000,00
|
€ 57,25
|
b. ≥ € 10.000,00 - < € 25.000,00: € 57,25 + 5,99‰ van de sloopkosten > € 10.000,00
|
|
c. ≥ € 25.000,00 - < € 100.000,00: € 147,15 + 1,95‰ van de sloopkosten > € 25.000,00
|
|
d. ≥ € 100.000,00 - < € 300.000,00: € 293,65 + 1,03‰ van de sloopkosten > € 100.000,00
|
|
e. ≥ € 300.000,00 : € 500,30 + 0,23‰ van de sloopkosten > € 300.000,00
|
|
2.3.8.2
|
Asbesthoudende materialen
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.8.1 bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is:
|
€ 47,25
|
2.3.9
|
Uitweg/inrit
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid. aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met artikel 3.27 van de Verordening fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 284,75
|
2.3.10
|
Kappen
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met artikel 3.96 van de Verordening fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
voor een kapvergunning per vergunning
|
€ 74,05
|
|
vermeerderd met
|
€ 5,70
|
|
per boom.
|
|
|
Het maximumtarief voor een kapvergunning bedraagt
|
€ 119,65
|
2.3.11
|
Handelsreclame
|
|
2.3.11.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder h en i, van de Wabo in samenhang met artikel 3.40 eerste lid, van de Verordening fysieke leefomgeving en indien niet tevens sprake is van een activiteit als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1. (bouwactiviteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.11.1.1
|
indien de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame:
|
€ 170,95
|
2.3.11.1.2
|
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd:
|
€ 170,95
|
2.3.11.2
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning, genoemd in artikel 2.3.11.1 wordt ontvangen op het moment dat de werkzaamheden reeds zijn aangevangen of al hebben plaatsgevonden, bedraagt het tarief genoemd in de artikelen 2.3.11.1.1. en 2.3.11.1.2
|
€ 227,80
|
2.3.12
|
Flora-en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora-en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 177,35
|
2.3.13
|
Andere activiteiten
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
2.3.13.1
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 177,35
|
2.3.13.2
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.13.2.1
|
als het een gemeentelijke verordening betreft
|
€ 177,35
|
2.3.13.2.2
|
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft
|
€ 177,35
|
2.3.14
|
-
|
|
2.3.15
|
Advies
|
|
2.3.15.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.15.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.15.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
2.3.16
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.3.16.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
2.3.16.1.1
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€ 116,40
|
2.3.16.1.2
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.16.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.16.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 4 Vermindering
|
|
2.4.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een bouwinitiatief als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van het bouwinitiatief geheven leges voor de helft in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3
|
|
2.4.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.15 en 2.3.16.
|
|
De vermindering bedraagt:
|
|
2.4.2.1
|
bij 5 tot 10 activiteiten:
|
2%
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
2.4.2.2
|
bij 10 tot 15 activiteiten:
|
3%
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
2.4.2.3
|
bij 15 of meer activiteiten:
|
5%
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges.
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
|
|
2.5.1
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten alsmede andere activiteiten.
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.3, 2.3.7 en 2.3.8, alsmede de activiteiten genoemd onder 2.3.6, 2.3.7, 2.3.9, 2.3.10 en 2.3.11, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.
|
|
De teruggaaf bedraagt:
|
|
2.5.1.1
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen 8 weken na het in behandeling nemen en voordat de vergunning is verleend van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
70%
|
2.5.1.2
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken na 8 weken na het in behandeling nemen en voordat de vergunning is verleend: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
60%
|
2.5.2
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten alsmede andere activiteiten
|
|
2.5.2.1
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.3, 2.3.7 en 2.3.8, alsmede de activiteiten genoemd onder 2.3.6, 2.3.7, 2.3.9, 2.3.10 en 2.3.11, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 2 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt.
|
|
|
De teruggaaf bedraagt:
|
50%
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
2.5.3
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten alsmede andere activiteiten
|
|
2.5.3.1
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.3, 2.3.7 of 2.3.8, alsmede de activiteiten genoemd onder 2.3.6, 2.3.7, 2.3.9, 2.3.10 en 2.3.11 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.
|
|
|
De teruggaaf bedraagt:
|
50%
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
2.5.4
|
Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
Voor de bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, genoemd onder 2.3.1, 2.3.3, 2.3.7 of 2.3.8.wordt een bedrag minder dan
|
€ 153,75
|
niet teruggegeven.
|
|
|
Voor de overige activiteiten wordt een bedrag minder dan
|
€ 46,60
|
niet teruggegeven.
|
|
2.5.5
|
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen
|
|
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.15 en 2.3.16 wordt geen teruggaaf verleend.
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
|
|
2.6
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is
|
€ 170,95
|
|
|
|
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
|
|
2.7
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning of een verzoek tot revisie van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project
|
€ 119,65
|
|
|
|
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
|
|
2.8.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening: 0,60% van de bouwkosten, met een
|
0,61%
|
|
minimum van:
|
€ 2.318,60
|
|
en een maximum van:
|
€ 28.911,10
|
2.8.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening: 0,50% van de bouwkosten, met een
|
|
|
minimum van:
|
€ 1.932,10
|
|
en een maximum van:
|
€ 24.092,65
|
|
|
|
Hoofdstuk 9
|
-
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
|
|
2.10.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning die wordt beëindigd vanwege het niet volledig aanleveren van de voor de behandeling van de aanvraag benodigde stukken
|
|
2.10.1.1
|
voor bouw-, aanleg-, of sloopactiviteiten, genoemd onder 2.3.1, 2.3.3, 2.3.7 of 2.3.8:
|
€ 150,30
|
2.10.1.2
|
voor de overige activiteiten:
|
€ 45,55
|
2.10.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de tenaamstelling van een verleende omgevingsvergunning:
|
€ 56,90
|
2.10.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek om een vergunning zoals bedoeld in artikel 3.25 van de Verordening fysieke leefomgeving(bouwplaatsinrichting):
|
€ 127,60
|
2.10.4
|
-
|
|
2.10.5
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:
|
€ 177,40
|