Verordening op de heffing en de invordering van leges Castricum 2021

De raad van de gemeente Castricum:

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 oktober 2020;

 

gezien het advies van de commissie d.d. 22 oktober 2020;

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid en 7 van de Paspoortwet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van leges Castricum 2021

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    ‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ‘maand’’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    ‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    ‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

    • a.

      het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

    • b.

      het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument

    een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

  • 2.

    Wat in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    van openbare besturen, ambtenaren of instellingen, ten aanzien van die diensten, die in het openbaar belang worden verzocht;

  • c.

    voor het afgeven van bewijzen van onvermogen;

  • d.

    voor het afgeven van stukken, nodig voor de ontvangst van pensioenen, lijfrenten, wachtgelden, loon of bezoldiging;

  • e.

    voor de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, betrekkelijk enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente;

  • f.

    voor de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissing op een verzoek om subsidie of bijdrage uit de gemeentekas;

  • g.

    een omgevingsvergunning voor seizoengebonden bebouwing indien sprake is van samenloop met strandpacht;

  • h.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (inrichting of mijnbouwwerk);

  • i.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);

  • j.

    voorwerpen, welke op grond van een wettelijk voorschrift, een overeenkomst of anderszins rechtens moeten worden gedoogd;

  • k.

    het houden van collecten, inzamelingsacties alsmede een klein kansspel door liefdadigheidsorganisaties en verenigingen zonder winstoogmerk.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, (elektronische) nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending:

      • 1.

        per post binnen twee maanden na de dagtekening van de kennisgeving;

      • 2.

        langs elektronische weg, onverwijld.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 9 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      hoofdstuk 1 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      Hoofdstuk 4, onderdeel 1.4.6 (papieren verstrekking uit de Basisregistratie personen);

    • 5.

      Hoofdstuk 9 (overige publiekszaken);

    • 6.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 10 Overgangsrecht

  • 1.

    De Legesverordening 2020 en de bijbehorende legestarieventabel worden ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 11, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening en bijbehorende legestarieventabel treden in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening Castricum 2021’.

 

Aldus besloten in de voorzetting van de raadsvergadering van donderdag 12 november 2020 op donderdag 19 november 2020.

Mevrouw mr. V.H. Hornstra

griffier

De heer drs. A. Mans

voorzitter

Castricum

Legestarieventabel behorend bij de legesverordening Castricum 2021

Rijkstarieven aangeduid met *

Tarief 2021

Titel 1

Algemene dienstverlening

 

 

Hoofdstuk 1

Burgerlijke stand

 

 

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of een omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op:

 

 

1.1.1.1

woensdag 9.15 uur en 9.45 uur in het gemeentehuis

 

 

1.1.1.2

maandag tot en met vrijdag van 9:00 uur tot 21:00 uur in de trouwzaal van het gemeentehuis

 

€ 623,80

1.1.1.3

zaterdag van 9:00 uur tot 21:00 uur in de trouwzaal van het gemeentehuis

 

€ 734,40

1.1.1.4

zondag van 9:00 uur tot 21:00 uur in de trouwzaal van het gemeentehuis

 

€ 845,10

1.1.1.5

maandag tot en met zaterdag, in een locatie anders dan het gemeentehuis, doch aangewezen als huis der gemeente als bedoeld in artikel 1:63 van het Burgerlijk Wetboek, van 9.00 tot 21.00 uur

 

€ 534,20

1.1.1.6

zondag, in een locatie anders dan het gemeentehuis, doch aangewezen als huis der gemeente als bedoeld in artikel 1:63 van het Burgerlijk Wetboek, van 9.00 tot 21.00 uur

 

€ 665,50

1.1.1.7

gedurende de openingstijden in het gemeentehuis, waarbij geen gebruik van de trouwzaal wordt gemaakt en geen toespraak wordt gehouden een en ander als bedoeld in het Reglement Burgerlijke Stand onder de noemer 'flitshuwelijk'

 

€ 205,60

1.1.1.8

gedurende de openingstijden in het gemeentehuis, waarbij geen gebruik van de trouwzaal wordt gemaakt, waarbij maximaal 10 personen aanwezig mogen zijn en er geen toespraak wordt gehouden

 

€ 328,20

1.1.1.9

De tarieven als genoemd in de onderdelen 1.1.1.2 t/m 1.1.1.6 en 1.1.1.8 worden verhoogd, indien het huwelijk/partnerschap wordt voltrokken in een specifiek aangewezen huis der gemeente

 

€ 105,50

1.1.2

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

 

1.1.2.1

een trouwboekje of partnerschapboekje in luxe uitvoering (leder)

 

€ 60,40

1.1.2.2

een trouwboekje of partnerschapboekje in een normale uitvoering (kunststof)

 

€ 29,00

1.1.3

het tarief bedraagt, voor het benoemen van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand

 

 

1.1.3.1

die al werkzaam is als zodanig bij een andere gemeente

 

€ 105,70

1.1.3.2

overige benoemingen

 

€ 105,70

1.1.3.3

wanneer gebruik wordt gemaakt van een 'eigen' buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand wordt een vermindering toegepast op de leges als genoemd onder 1.1.1.2 t/m 1.1.1.8

 

€ 198,70

1.1.4

Het tarief bedraagt voor het verzorgen van getuigen van gemeentewege bij de huwelijksvoltrekking of de sluiting van een geregistreerd partnerschap, per getuige

 

€ 57,90

1.1.5

Indien het voorgenomen huwelijk binnen één maand wordt geannuleerd onder een verschoonbare reden, worden de leges als onder 1.1.1.2 t/m 1.1.1.8 gerestitueerd.

 

 

1.1.6

Het tarief bedraagt, voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de ‘Wet rechten burgerlijke stand’

 

 

1.1.6.1

voor elk afschrift van een akte van de burgerlijke stand als bedoeld in artikel 23b, tweede lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek

*

€ 14,00

1.1.6.2

voor elk uittrekstel als bedoeld in artikel 23b, eerste lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek

*

€ 14,00

1.1.6.3

voor elke verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 49a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek

*

€ 24,60

1.1.6.4

voor elke attestatie de vita, als bedoeld in artikel 19k van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek

*

€ 14,00

1.1.6.5

voor elk meertalig uittreksel uit een akte van de burgerlijke stand

*

€ 14,00

1.1.6.6

voor een meertalig modelformulier van een van de in artikel 2, eerste lid, onder c van de Wet rechten burgerlijke stand genoemde stukken

*

€ 18,90

1.1.6.7

voor een meertalig modelformulier van een van de in artikel 2, eerste lid, onder a, b, d, en e van de Wet rechten burgerlijke stand genoemde stukken

*

€ 14,00

1.1.6.8

voor uittreksels uit de burgerlijke stand en/of de basisregistratie personen, die noodzakelijk zijn, voor een in de gemeente Castricum te sluiten huwelijk, partnerschap of omzetting worden geen leges in rekening gebracht

 

 

Hoofdstuk 2

Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 

 

1.2.1

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

 

1.2.1.1

van een nationaal paspoort:

 

 

1.2.1.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

*

€ 73,20

1.2.1.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

*

€ 55,30

1.2.1.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in subonderdeel 1.2.1.1 (zakenpaspoort):

 

 

1.2.1.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

*

€ 73,20

1.2.1.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

*

€ 55,30

1.2.1.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

 

1.2.1.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

*

€ 73,20

1.2.1.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

*

€ 55,30

1.2.1.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

*

€ 55,30

1.2.1.5

van een (vervangende) Nederlandse identiteitskaart:

 

 

1.2.1.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

*

€ 58,30

1.2.1.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

*

€ 30,70

1.2.1.5.3

voor een persoon welke staat vermeld op de signaleringslijst

 

€ 30,30

1.2.1.6

voor de versnelde uitreiking van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.1.5 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die onderdelen genoemde bedragen:

*

€ 49,80

1.2.1.7

Thuis aanvragen en/of thuisbezorgen van reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaarten

 

 

1.2.1.7.1

Er worden geen leges in rekening gebracht voor het thuis aanvragen van een reisdocument of een Nederlandse identiteitskaart indien de aanvrager niet in staat is om de aanvraag persoonlijk in het gemeentehuis te doen.

 

 

1.2.1.7.2

Indien de aanvrager niet in staat is om een reisdocument of een Nederlandse identiteitskaart persoonlijk op te halen in het gemeentehuis worden de tarieven als genoemd in dit hoofdstuk alleen verhoogd met € 15,00 voor het thuisbezorgen van een reisdocument of een Nederlandse identiteitskaart.

 

€ 15,20

Hoofdstuk 3

Rijbewijzen

 

 

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

1.3.1.1

tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

*

€ 40,60

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

*

€ 34,10

1.3.3

Voor het beschikbaar stellen van een ‘Gezondheidsverklaring’ als bedoeld in de Wegenverkeerswet geldt het tarief zoals door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen is aangegeven.

 

 

Hoofdstuk 4

Verstrekkingen uit de Basisregistratie personen

 

 

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de Basisregistratie Personen moet worden geraadpleegd.

 

 

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

 

€ 8,65

1.4.2.2

via de elektronische weg: per verstrekking

 

€ 8,65

1.4.2.3

een volledige persoonslijst BRP, niet zijnde het eerste verzoek, uitsluitend op verzoek van betrokkene of gezaghebbende

 

€ 12,50

1.4.3

Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de Basisregistratie Personen.

 

 

1.4.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

1.4.3.2

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

 

€ 8,65

1.4.3.3

via de elektronische weg: per verstrekking

 

€ 8,65

1.4.3.4

een volledige persoonslijst BRP, niet zijnde het eerste verzoek, uitsluitend op verzoek van betrokkene of gezaghebbende

 

€ 12,50

1.2.1.2.1

tot het verstrekken van een bewijs van in leven zijn

 

€ 13,70

1.4.4

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid van het Besluit basisregistratie personen (BRP) en artikel 10 van de Regeling BRP

*

€ 7,50

1.4.5

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens met behulp van alternatieve media bedoeld in artikel 16, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen

 

€ 7,60

1.4.6

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van of maken van een selectie uit de Basisregistratie Personen, voor ieder daaraan besteed kwartier

 

€ 10,50

Hoofdstuk 5

Vervallen

 

 

Hoofdstuk 6

Vervallen

 

 

Hoofdstuk 7

Vervallen

 

 

Hoofdstuk 8

Vastgoedinformatie

 

 

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

 

1.8.1.1

tot het verstrekken van een verklaring dat volgens de in de gemeentelijke beperkingenregistratie opgenomen gegevens geen publiekrechtelijke beperking van kracht is ten aanzien van de daarbij aangegeven onroerende zaak of zaken bedraagt

 

€ 75,20

1.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:

 

 

1.8.2.1

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object

 

€ 58,80

Hoofdstuk 9

Overige publiekszaken

 

 

1.9.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

1.9.1.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag

*

€ 41,35

1.9.1.2

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

 

€ 12,40

1.9.2

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om naturalisatie gelden de tarieven zoals deze zijn opgenomen in het "Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002"

 

 

1.9.2.1

naturalisatie enkelvoudig standaard

 

 

1.9.2.2

naturalisatie enkelvoudig verlaagd

 

 

1.9.2.3

naturalisatie gemeenschappelijk standaard

 

 

1.9.2.4

naturalisatie gemeenschappelijk verlaagd

 

 

1.9.2.5

mede naturaliserend minderjarig kind

 

 

1.9.3

Voor het in behandeling nemen van een optie gelden de tarieven zoals deze zijn opgenomen in het "Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002".

 

 

1.9.3.1

optie enkelvoudig

 

 

1.9.3.2

gemeenschappelijke optie

 

 

1.9.3.3

mede opterend minderjarig kind

 

 

Hoofdstuk 10

Gemeentearchief

 

 

1.10.1

Het tarief bedraagt:

 

 

1.10.1.1

voor het verstrekken van schriftelijke en/of digitale informatie uit het gemeentelijk archief of administratie, het doen van naspeuringen, per kwartier (inclusief maximaal 10 afdrukken maximaal A-3 formaat)

 

€ 39,10

1.10.1.2

meerdere afdrukken of afdrukken met een groter formaat en of digitale informatie worden als volgt berekend:

 

 

1.10.1.2.1

A4-formaat (per stuk)

 

€ 0,30

1.10.1.2.2

A3-formaat (per stuk)

 

€ 0,50

1.10.1.2.3

A2-formaat (per stuk)

 

€ 0,80

1.10.1.2.4

A1-formaat (per stuk)

 

€ 1,00

1.10.1.2.5

A0-formaat (per stuk)

 

€ 1,30

Hoofdstuk 11

Vervallen

 

 

Hoofdstuk 12

Leegstandwet

 

 

1.12.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

1.12.1.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

 

€ 204,70

1.12.1.2

Indien aanvragen als bedoeld in subonderdeel 1.12.1.1 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven.

 

 

Hoofdstuk 13

Vervallen

 

 

Hoofdstuk 14

Vervallen

 

 

Hoofdstuk 15

Winkeltijdenwet

 

 

1.15.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

1.15.1.1

voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

 

€ 181,40

1.15.1.2

tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1.15.1.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander

 

€ 177,80

1.15.1.3

tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 1.15.1.1 bedoelde ontheffing

 

€ 177,80

Hoofdstuk 16

Kansspelen

 

 

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

 

1.16.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één speelautomaat

*

€ 56,50

1.16.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer

 

 

1.16.1.2.1

speelautomaten, voor de eerste speelautomaat

*

€ 56,50

1.16.1.2.2

plus voor iedere volgende speelautomaat

*

€ 34,00

1.16.1.3

voor één speelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

*

€ 226,50

1.16.1.4

voor twee of meer speelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de

 

 

1.16.1.4.1

eerste speelautomaat

*

€ 226,50

1.16.1.4.2

plus voor iedere volgende speelautomaat

*

€ 136,00

1.16.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

 

€ 115,60

Hoofdstuk 17

Kabels en Leidingen

 

 

1.17.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit, als bedoeld in de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden:

 

 

1.17.1.1

indien het betreft tracés van 25-250 m¹

 

€ 525,40

1.17.1.2

indien het betreft tracés van 250-1000 m¹

 

€ 743,70

1.17.1.3

indien het betreft tracés van 1000-2500 m¹

 

€ 1.006,90

1.17.1.4

Het tarief ingevolge artikel 1.17.1 wordt, indien het betreft tracés vanaf 2500 m¹, berekend aan de hand van de begroting.

 

 

1.17.3

Indien een begroting als bedoeld in 1.17.1.4 is uitgebracht, wordt een aanvraag pas in behandeling genomen nadat de uitgebrachte begroting is geaccordeerd

 

 

1.17.4

Het tarief bedraagt:

 

 

1.17.4.1

indien het betreft het in behandeling nemen van een graafmelding tot 25 m¹:

 

€ 117,80

1.17.5

Indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente en de netbeheerder of de gemeente, andere beheerders van openbare gronden en de netbeheerder, wordt het in 1.17.1 genoemde bedrag per overleg verhoogd met:

 

€ 545,30

1.17.6

Indien met betrekking tot een aanvraag onderzoek naar de status van de kabel en/of leiding plaatsvindt, wordt het in 1.17.1 genoemde tarief verhoogd met de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de netbeheerder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

 

1.17.7

Indien een begroting als bedoeld in 1.17.6 is uitgebracht, wordt een aanvraag pas in behandeling genomen nadat de uitgebrachte begroting is geaccordeerd.

 

 

Hoofdstuk 18

Verkeer en vervoer

 

 

1.18.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

 

 

1.18.1.1

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

 

€ 81,60

1.18.1.2

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 anders dan bedoeld in onderdeel 1.18.1.1

 

€ 110,60

1.18.1.2.1

In afwijking van artikel 1.18.1.3 worden bij een kentekenoverschrijving op een bestaande bewonersontheffing geen leges in rekening gebracht.

 

 

1.18.1.3

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 anders dan bedoeld in onderdeel 1.18.1.1 wanneer deze langs elektronische weg wordt aangevraagd

 

€ 93,00

1.18.1.4

Indien de onder 1.18.1.3 t/m 1.18.1.4 genoemde ontheffing een ontheffing betreft voor het rijden met een (landbouw) voertuig op een fietspad, dan worden per ontheffinghouder voor de eerste twee ontheffingen geen leges in rekening gebracht

 

€ 122,80

1.18.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van

 

 

1.18.2.1

een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), in geval van een eerste aanvrage

 

€ 186,70

1.18.2.2

indien een gehandicaptenparkeerkaart wordt afgegeven voor een periode, korter dan 5 jaar wordt voor ieder jaar een evenredig bedrag berekend, waarbij een gedeelte van een jaar als heel jaar wordt berekend

 

 

1.18.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het inrichten van een individuele gehandicaptenparkeerplaats:

 

€ 106,60

1.18.3.1

Voor de feitelijke aanwijzing en inrichting van een gehandicaptenparkeerplaats (verkeersteken E06) als bedoeld in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) bedraagt het tarief

 

€ 266,80

1.18.3.2

het wijzigen van het onderbord, als bedoeld in artikel 8 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), ten behoeve van een aangewezen gehandicaptenparkeerplaats bedraagt

 

€ 117,10

Hoofdstuk 19

Overige (APV) vergunningen / ontheffingen

 

 

1.19.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

 

1.19.1.1

een vergunning tot het inzamelen van oude materialen en afvalstoffen, met een geldigheidsduur van één jaar

 

€ 74,00

1.19.1.2

een vergunning tot het inzamelen van geld of goederen als bedoeld in artikel 5.13 APV

 

€ 44,30

1.19.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:72 APV voor het ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk

 

€ 68,80

1.19.3

een vergunning van artikel 2:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening (openbare plaats anders gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan)

 

€ 112,20

1.19.4

tot het verkrijgen van een ontheffing, vergunning of toestemming op grond van de APV en voor zover hiervoor in deze tabel geen tarief is opgenomen

 

€ 101,70

Titel 2

Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning

 

 

Hoofdstuk 1

Begripsomschrijvingen

 

 

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

 

 

2.1.1.1

aanlegkosten:

 

 

 

de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

 

 

2.1.1.2

bouwkosten:

 

 

 

de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567, zie bijlage 2), voor het uit te voeren werk, de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

 

 

2.1.1.3

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

 

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

 

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

 

Hoofdstuk 2

Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

 

 

2.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

2.2.1.1

tot het houden van vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is

 

€ 218,90

2.2.1.2

tot het beoordelen van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning

 

€ 218,90

2.2.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.1 wordt het tarief verhoogd, indien voor de beoordeling een advies noodzakelijk is van de adviescommissie voor ruimtelijke kwaliteit voor het uiterlijk van het bouwwerk;

 

 

2.2.2.1

indien de bouwkosten niet meer dan € 50.000 bedragen:

 

€ 40,00

2.2.2.2

indien de bouwkosten meer dan € 50.000 bedragen en minder dan € 500.000:

 

€ 110,00

2.2.2.3

indien de bouwkosten meer dan € 500.000 bedragen:

 

€ 220,00

2.2.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.1 worden, indien voor de beoordeling een advies noodzakelijk is van de agrarische beoordelingscommissie, de kosten conform artikel 2.3.1.3 e.v. in rekening gebracht;

 

 

2.2.4

Indien bij een andere, niet genoemde adviesinstantie, niet zijnde een adviesinstantie voor monumenten, advies moet worden ingewonnen wordt een bedrag in rekening gebracht dat gelijk is aan het tarief dat de betreffende instantie ter zake aan de gemeente in rekening brengt;

 

 

Hoofdstuk 3

Omgevingsvergunning

 

 

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 

2.3.1

Bouwactiviteiten

 

 

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

 

2.3.1.1.1

wanneer de bouwkosten minder dan € 10.000,00 bedragen: 5,0% van de bouwkosten, met een minimum van € 254,00

 

 

2.3.1.1.2

wanneer de bouwkosten € 10.000,00 of meer, maar minder dan € 50.000,00 bedragen: € 500,00, vermeerderd met 4,2% van de bouwkosten, voor zover deze de € 10.000,00 te boven gaan;

 

 

2.3.1.1.3

wanneer de bouwkosten € 50.000,00 of meer, maar minder dan € 500.000,00 bedragen: € 2180,00, vermeerderd met 4,0% van de bouwkosten, voor zover deze de € 50.000,00 te boven gaan;

 

 

2.3.1.1.4

wanneer de bouwkosten € 500.000,00 of meer, maar minder dan € 2.000.000,00 bedragen: € 20.180,00, vermeerderd met 3,6% van de bouwkosten, voor zover € 500.000,00 te boven gaan

 

 

2.3.1.1.5

wanneer de bouwkosten € 2.000.000,00 of meer, maar minder dan € 5.000.000,00 bedragen: € 74.180,00, vermeerderd met 3,0% van de bouwkosten, voor zover € 2.000.000,00 te boven gaan

 

 

2.3.1.1.6

wanneer de bouwkosten € 5.000.000,00 of meer bedragen: € 164.180,00, vermeerderd met 1,0% van de bouwkosten, voor zover deze de € 5.000.000,00 te boven gaan.

 

 

 

Welstandstoets

 

 

2.3.1.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor toetsing aan de welstandscriteria, indien het een aanvraag om een omgevingsvergunning betreft en hiervoor het advies van de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit moet worden ingewonnen, wordt de verschuldigde leges berekend overeenkomstig de uitgangspunten zoals die door MOOI Noord-Holland adviseurs omgevingskwaliteit voor de berekening van de tarieven voor welstandsadviezen zijn vastgesteld, of zoals deze laatstelijk zijn vervangen of gewijzigd (zie Bijlage I).

 

 

 

Verplicht advies agrarische commissie

 

 

2.3.1.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld, het bedrag dat de Agrarische beoordelingscommissie de gemeente ter zake in rekening brengt.

 

 

 

Achteraf ingediende aanvraag (legalisatie)

 

 

2.3.1.4

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:

 

10%

2.3.1.4.1

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges met een maximum van € 1.000,00.

 

 

2.3.1.4.2

en een minimum van:

 

254,00

 

Beoordeling aanvullende gegevens

 

 

 

Advies landschappelijke waarden en/of cultuurhistorie

 

 

2.3.1.6

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief dat nodig is voor een advies inzake landschappelijke waarde en/of cultuurhistorie het door de externe organisatie aan de gemeente in rekening gebrachte bedrag/bedragen.

 

 

 

Aanlegactiviteiten

 

 

2.3.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief

 

€ 412,90

 

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

 

 

2.3.3

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

 

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

 

€ 411,00

2.3.3.1.1

vermeerderd met € 300,00 indien er sprake is van een bouwsom tot € 10.000,00

 

 

2.3.3.1.2

vermeerderd met € 600,00 indien er sprake is van een bouwsom van € 10.000,00 tot € 50.000,00

 

 

2.3.3.1.3

vermeerderd met € 1.200,00 indien er sprake is van een bouwsom van € 50.000,00 tot € 500.000,00

 

 

2.3.3.1.4

vermeerderd met € 2.400,00 indien er sprake is van een bouwsom van € 500.000,00 en daar boven

 

 

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

 

€ 411,00

2.3.3.2.1

vermeerderd met € 300,00 indien er sprake is van een bouwsom tot € 10.000,00

 

 

2.3.3.2.2

vermeerderd met € 600,00 indien er sprake is van een bouwsom van € 10.000,00 tot € 50.000,00

 

 

2.3.3.2.3

vermeerderd met € 1.200,00 indien er sprake is van een bouwsom van € 50.000,00 tot € 500.000,00

 

 

2.3.3.2.4

vermeerderd met € 2.400,00 indien er sprake is van een bouwsom van € 500.000,00 en daar boven

 

 

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

 

€ 9.233,00

2.3.3.3.1

vermeerderd met € 0,00 indien er sprake is van een bouwsom tot € 50.000,00

 

 

2.3.3.3.2

vermeerderd met € 8.923,00 indien er sprake is van een bouwsom van € 50.000,00 en daar boven

 

 

2.3.3.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

 

€ 411,00

2.3.3.5

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

 

€ 797,70

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

 

€ 1.551,40

2.3.3.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking voorbereidingsbesluit):

 

€ 876,30

 

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

 

 

2.3.4

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

 

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

 

€ 411,00

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid onder a, onder 2º van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

 

€ 411,00

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

 

€ 9.233,00

2.3.4.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

 

€ 411,00

2.3.4.5

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

 

€ 797,70

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

 

€ 1.551,40

2.3.4.7

indien de aanvraag onder artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

 

€ 876,30

 

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

 

2.3.5

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

€ 779,60

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

 

 

2.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke monumentenverordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

 

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument

 

 

2.3.6.1.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

 

 

2.3.6.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of gemeentelijke verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

 

 

 

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

 

2.3.7

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

 

 

Aanleggen of veranderen weg

 

 

2.3.8

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

€ 268,00

 

Uitweg/inrit

 

 

2.3.9

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

€ 189,50

 

Kappen

 

 

2.3.10

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen benoemde activiteiten:

 

€ 96,40

 

Reclame

 

 

2.3.11

(vervallen)

 

 

 

Opslag van roerende zaken

 

 

2.3.12

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

 

2.3.12.1

indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:

 

€ 106,60

2.3.12.2

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:

 

€ 106,60

 

Natura 2000-activiteiten

 

 

2.3.13

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

157,50

 

Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)

 

 

2.3.14

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

157,50

 

Andere activiteiten

 

 

2.3.15

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

 

 

2.3.15.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

€ 189,50

2.3.15.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

2.3.15.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:

 

€ 189,50

2.3.15.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

 

2.3.16

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid , van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

2.3.16.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

 

2.3.16.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft

 

 

 

Beoordeling bodemrapport

 

 

2.3.17

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

 

 

2.3.17.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

 

€ 189,50

2.3.17.2

voor de beoordeling van een archeologisch onderzoek

 

€ 189,50

 

Advies

 

 

2.3.18

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

 

2.3.18.1

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

Verklaring van geen bedenkingen

 

 

2.3.19

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

 

 

2.3.19.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven

 

€ 178,50

2.3.19.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

 

2.3.19.2.1

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.19.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

Gedoogbeschikking

 

 

2.3.20

(vervallen)

 

 

Hoofstuk 4

Vermindering

 

 

2.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

 

 

2.4.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.18 en 2.3.19. De vermindering bedraagt:

 

 

2.4.2.1

bij 5 tot 10 activiteiten: van de voor die activiteiten verschuldigde leges; van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

5%

2.4.2.2

bij 10 tot 15 activiteiten: van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

10%

2.4.2.3

bij 15 of meer activiteiten: van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

 

15%

2.4.3

indien bij particulier opdrachtgeverschap gebruik wordt gemaakt van de verminderde bouwbesluittoets als bedoeld in het bouwbesluit artikel 1.12 a of de bouwbesluittoets door een hiervoor gecertificeerd bedrijf is uitgevoerd, bedraagt de vermindering 10 % van de verschuldigde leges volgens artikel 2.3.1 (bouwactiviteit)

 

 

Hoofdstuk 5

Teruggaaf

 

 

 

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

 

2.5.1

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit planologisch strijdig gebruik, bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 t/m 2.3.9. intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat op verzoek aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

 

2.5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 2 weken na het in behandeling nemen ervan 100% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

 

2.5.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 2 weken en binnen 4 weken na het in behandeling nemen ervan 80% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

 

2.5.1.3

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken en binnen 8 weken na het in behandeling nemen ervan 60% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

 

2.5.1.4

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 8 weken en binnen 26 weken na het in behandeling nemen ervan 40% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

 

2.5.1.5

indien de aanvraag een conceptaanvraag betreft en deze wordt ingetrokken binnen 4 weken, terwijl deze nog niet in behandeling is genomen door de gemeente, 100% van de op grond van onderdeel 2.2.1.2 verschuldigde leges;

 

 

2.5.1.6

indien de aanvraag een vooroverleg betreft en deze wordt ingetrokken binnen 4 weken, terwijl deze nog niet in behandeling is genomen door de gemeente, 100% van de op grond van onderdeel 2.2.1.1 verschuldigde leges.

 

 

 

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

 

2.5.2

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 t/m 2.3.9, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: 25% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

 

 

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

 

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 t/m 2.3.6, 2.3.8, 2.3.9 of 2.3.10 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt 25% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

 

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

 

 

Overige teruggaaf leges

 

 

2.5.4

Indien de aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning niet-ontvankelijk (op basis van artikel 4:5 Awb ) wordt verklaard, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt 100% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

 

 

Minimumbedrag voor teruggaaf

 

 

2.5.5

Een bedrag minder dan

 

€ 17,10

 

wordt niet teruggegeven.

 

 

 

Geen teruggaaf leges

 

 

2.5.6

Geen teruggaaf vindt plaats voor leges als bedoeld in de artikelen 2.3.18 en 2.3.19

 

 

Hoofdstuk 6

Vervallen

 

 

Hoofdstuk 7

Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

 

 

2.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

 

€ 103,00

Hoofdstuk 8

Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

 

 

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening.

 

€ 9.450,00

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening.

 

€ 9.450,00

Hoofdstuk 9

Vervallen

 

 

Hoofdstuk 10

In deze titel niet benoemde beschikking

 

 

2.10.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: vergunning en ontheffing.

 

€ 157,50

Titel 3

Dienstverlening vallend onder de Europese Dienstenrichtlijn

 

 

Hoofdstuk 1

Horeca

 

 

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

 

3.1.1.1

een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet

 

€ 377,30

3.1.1.2

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet

 

€ 196,60

3.1.1.3

een aanvraag tot het verkrijgen van een wijzigingsvergunning ingevolge artikel 30a van de Drank- en Horecawet bij wijziging leidinggevenden

 

€ 142,00

3.1.1.4

een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

 

€ 57,70

3.1.2

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het plaatsen van een terras

 

€ 230,60

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van

 

 

3.1.3.1

een ontheffing sluitingstijden

 

€ 79,30

Hoofdstuk 2

Evenementen

 

 

3.2.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening:

 

 

3.2.1.1

een risico-evenement (A)

 

€ 509,80

3.2.1.2

een aandacht-evenement (B)

 

€ 354,30

3.2.1.3

een regulier-evenement (C )

 

€ 88,20

3.2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding voor het organiseren van een evenement dat niet voldoet aan de eisen bedoeld in artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening

 

 

3.2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

 

3.2.3.1

een aanvraag om een vergunning voor het hebben van een uithangbord, reclamebord, lichtreclame andere daarmee gelijk te stellen voorwerpen.

 

€ 121,20

Hoofdstuk 3

Standplaatsen

 

 

3.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

 

3.3.1.1

een vergunning tot het innemen van een standplaats voor de verkoop van waren

 

 

3.3.1.2

vergunning voor een dag

 

€ 191,80

3.3.1.3

vergunning voor een week

 

€ 224,70

3.3.1.4

vergunning voor een maand

 

€ 241,10

3.3.1.5

vergunning voor een half jaar

 

€ 306,80

3.3.1.6

vergunning voor een jaar

 

€ 367,00

3.3.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het innemen van een standplaats met een voertuig (bijvoorbeeld caravan) of ligplaats met pleziervaartuig, weekendschip e.d. seizoen

 

€ 109,80

3.3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning tot het innemen van een ligplaats met een woonboot en dergelijke

 

€ 111,90

3.3.4

Een vergunning tot het innemen van een standplaats voor de verkoop van waren op een weekmarkt

 

€ 155,30

Hoofdstuk 4

Prostitutiebedrijven

 

 

3.4.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

 

3.4.1.1

een exploitatievergunning van een seksinrichting of escortbedrijf

 

€ 1.366,90

Hoofdstuk 5

vervallen

 

 

Hoofdstuk 6

Kinderopvang / Peuterspeelzalen

 

 

3.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

 

3.6.1.1

een gastouderbureau tot het inschrijven van een gastouder

 

€ 119,60

Hoofdstuk 7

In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

 

3.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

 

3.7.1.1

tot het verkrijgen van een ontheffing, vergunning of toestemming op grond van de APV en voor zover hiervoor in deze tabel geen tarief is opgenomen

 

€ 101,70

Hoofdstuk 8

Teruggaaf

 

 

 

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag als bedoeld in titel 3

 

 

3.8.1

Als een aanvrager zijn aanvraag om een vergunning, ontheffing, melding of beschikking als bedoeld in hoofdstuk 1 tot en met 7 intrekt, bestaat aanspraak op teruggaaf van de op grond van het betreffende artikel verschuldigde leges.

 

 

 

Aldus besloten in de voorzetting van de raadsvergadering van donderdag 12 november 2020 op donderdag 19 november 2020.

mr. V.H. Hornstra

griffier

drs. A. Mans

voorzitter

Bijlage 1. Tarieven 2021 MOOI Noord-Holland adviseurs omgevingskwaliteit

 

 

Tarieven 2021

tarief

 

Advisering adviescommissie

1.

Reguliere adviezen (op basis van bouwsom of bestede tijd)

 

planbehandeling

 

- advies bij bouwsom tot € 20.000,00 altijd vast laag tarief

€ 40,00

 

- advies bij bouwsom boven € 20.000,00 percentage bouwsom

0,25%

 

- advies zonder bouwsom; o.b.v. tijd, omrekening naar commissietarief per uur

€ 440,00

 

- maximum tarief per behandeld bouwplan

€ 2.250,00

 

Kortingen

 

- korting op adviestarief bij vooroverleg door MOOI Noord-Holland supervisor

50%

 

2.

Advies tegen vast tarief:

 

- reclame-objecten

€ 75,00

 

- sloopvergunningen

€ 100,00

 

- handhavingszaken/ excessenregeling

€ 150,00

 

 

Monumentenadviezen MOOI Noord-Holland Erfgoedcommissie

 

- behandeling in MOOI Noord-Holland Erfgoedcommissie: o.b.v. tijd, omrekening naar uurtarief

€ 440,00

 

 

Overige advisering op basis van bestede tijd

 

Basis uurtarieven MOOI Noord-Holland

 

- secretariaat-beleidscoordinator

€ 85,00

 

- MOOI Noord-Holland adviseur / commissielid

€ 120,00

 

- projecttarief MOOI Noord-Holland adviseur

€ 100,00

 

- previsoren, supervisoren, leden kwaliteitsteams

€ 120,00

 

- adviseur bij second opinions

€ 120,00

 

Toelichting:

*

Tarief planbehandeling is geldig ongeacht het aantal behandelingen.

*

Indien sinds de laatste behandeling van enig plan op enige locatie 18 maanden zijn verstreken wordt het plan als nieuwe aanvraag geadministreerd (plangeschiedenis is opvraagbaar)

*

Voor alle adviezen waarvoor geen berekening kan worden gemaakt op basis van een bouwsom worden uurtarieven gehanteerd, naverrekening vindt plaats op basis van bouwsom

*

Op grond van individuele afspraken en aangepaste werkwijze kan van deze tarieven afgeweken worden

*

Genoemde tarieven zijn exclusief BTW en verschotten

Bijlage 2: Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UVA 2012, Stcrt. 2012, 1567)

 

Voor de UVA zie Staatscourant 2012, nr. 1567 (30 januari 2012)

Naar boven