VERORDENING LEGES 2021

 

De raad van de gemeente Rucphen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2020;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

gezien het advies van de commissie Algemeen Bestuur en Middelen (ABM) van 3 december 2020;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LEGES 2021

Artikel 1. Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ‘maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    ‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    ‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2. Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

    • a.

      het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

    • b.

      het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

  • 2.

    Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

Artikel 3. Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

  Artikel 4. Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

Artikel 5. Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6. Wijze van heffing

  • 1.

    De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

  • 2.

    Indien de leges, op het moment van het in behandeling nemen van een aanvraag om een dienst, niet tot het definitieve bedrag kunnen worden vastgesteld, kan een voorlopige vordering worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de vordering vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 7. Termijnen van betaling

    • 1.

      In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen zes weken ná de dagtekening van de kennisgeving.

    • 2.

      De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

    •  

Artikel 8. Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9. Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

  Artikel 10. Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

 

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

  • 1.

    hoofdstuk 3 (reisdocumenten);

  • 2.

    hoofdstuk 4 (rijbewijzen);

  • 3.

    onderdeel 1.5.3 (papieren verstrekking uit basisregistratie personen);

  • 4.

    onderdeel 1.8.1 (verklaring omtrent het gedrag);

  • 5.

    hoofdstuk 10 (kansspelen).

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11. Overgangsrecht

  • 1.

    De ‘Legesverordening Rucphen 2020’ van 11 december 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 13. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening Rucphen 2021.

  • Aldus vastgesteld door

    de raad van de gemeente Rucphen

    in zijn openbare vergadering van 16 december 2020,

    de griffier,

    de voorzitter,

    Th.P.P. Broek

    mr. M. van der Meer Mohr

 

Tarieventabel behorende bij de "Legesverordening Rucphen 2021"

Indeling tarieventabel

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk

1 Dienstverlening en Producten

2 Burgerlijke stand

3 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

4 Rijbewijzen

5 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

6 Vervallen

7 Vastgoedinformatie

8 Overige publiekszaken

9 Leegstandwet

10 Vervallen

11 Kansspelen

12 Telecommunicatie en ondergrondse infrastructuur

13 Verkeer en vervoer

14 Vervallen

15 Diversen

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Hoofdstuk

1 Begripsomschrijvingen

2 Voorafgaand aan de formele aanvraag

3 Omgevingsvergunning

4 Vermindering

5 Teruggaaf

6 Wet ruimtelijke ordening/Wet geluidhinder

7 In deze titel niet benoemde beschikking

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk

1 Horeca

2 Organiseren evenementen

3 Seksbedrijven

4 Vervallen

5 Gastouderopvang

6 Winkeltijdenwet

7 Standplaatsen

8 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

Titel 1  Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Dienstverlening en Producten

  • 1.1.1

    De tarieven genoemd in deze tabel zijn verschuldigd vanaf het moment dat een aanvraag in behandeling wordt genomen (belastbaar feit).

    1.1.2

    Indien voor de behandeling van een aanvraag (extern) advies noodzakelijk is, worden de kosten hiervan door middel van een begroting vooraf schriftelijk medegedeeld aan de aanvrager of zijn gemachtigde.

    Een aanvraag wordt in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

    1.1.3

    Het tarief bedraagt, indien voor de behandeling van een aanvraag extra ambtelijke ondersteuning/inzet nodig is, voor ieder kwartier of gedeelte daarvan na voorafgaande prijsopgave

    € 19,45

    1.1.4

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

    € 38,90

    1.1.5

    Bij verzending van producten of stukken per post, wordt het verschuldigde tarief verhoogd met een bedrag voor administratie- en portokosten:

    1.1.5.1

    voor binnenlandse bestellingen

    € 4,70

    1.1.5.2

    voor bestellingen uit het buitenland

    € 5,90

    1.1.6

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

    1.1.6.1

    gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

    € 3,55

    1.1.6.2

    afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

    1.1.6.2.1

    per pagina op papier van A4-formaat

    € 0,80

    1.1.6.2.2

    per pagina op papier van een ander formaat

    € 1,60

    1.1.6.3

    kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in subonderdelen 1.1.5.1 en 1.1.5.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk

    € 15,70

    vermeerderd met

    € 0,80

    voor elke dm² waarmee de oppervlakte van de kaart, tekening of lichtdruk de 10 dm² te boven gaat;

    1.1.6.4

    een kleurenkopie van een luchtfoto voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

    1.1.6.4.1

    op papier van A4-formaat

    € 15,25

    1.1.6.4.2

    op papier van A3-formaat

    € 20,50

    1.1.6.4.3

    op papier van A2-formaat

    € 26,50

    1.1.6.4.4

    op papier van A1-formaat

    € 40,50

    1.1.6.4.5

    op papier van A0-formaat

    € 50,25

    1.1.7

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van boekwerken van gemeentelijke uitgaven:

    1.1.7.1

    van maximaal 25 pagina’s

    € 5,00

    1.1.7.2

    van meer dan 25, en maximaal 50 pagina’s

    € 10,00

    1.1.7.3

    van meer dan 50, en maximaal 100 pagina’s

    € 15,00

    1.1.7.4

    boven 100 pagina’s, wordt het tarief van 1.1.7.3 verhoogd met een bedrag per pagina van

    € 0,15

Hoofdstuk 2 Burgerlijke stand

  • 1.2.1

    Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap, of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, waarbij gebruik wordt gemaakt van de trouwzaal of een andere door de gemeente aangewezen ruimte op:

    1.2.1.1

    maandag en woensdag om 9.00 uur worden voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap geen huwelijksleges in rekening gebracht

    1.2.1.2

    maandag tot en met vrijdag, met uitzondering van de onder 1.2.1.1 genoemde tijdstippen, tussen 9.00 uur en 16.00 uur

    € 260,25

    1.2.1.3

    zaterdag of op een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen brugdag tussen 10.00 uur en 16.00 uur

    € 725,40

    1.2.1.4

    zon- en feestdagen en buiten de onder 1.2.1.2 en 1.2.1.3 genoemde tijdstippen, worden géén huwelijken voltrokken of partnerschappen geregistreerd. Bij toepassing van artikel 6. lid 5 van het Reglement op de burgerlijke stand gemeente Rucphen wordt het tarief onder 1.2.1.3. gehanteerd.

    1.2.2

    Het tarief genoemd in onderdeel 1.2.1 wordt:

    1.2.2.1

    voor de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap, of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis ingevolge artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

    € 50,00

    1.2.2.2

    voor de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap, of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op een externe trouwlocatie vermeerderd met

    € 73,80

    1.2.2.3

    voor de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap, of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk door een (bijzonder) ambtenaar van de burgerlijke stand van een andere gemeente vermeerderd met

    € 132,10

    1.2.2.4

    voor de inzet van gemeentepersoneel als getuige bij een voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap, of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk vermeerderd met

    € 29,80

    per getuige

    Deze toeslag wordt ook in rekening gebracht bij het kosteloos voltrekken van een huwelijk of registreren van een partnerschap, als bedoeld in artikel 1.2.1.1.

    1.2.3

    Bij annulering van een geplande huwelijksvoltrekking, registratie van een partnerschap, of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk wordt

    60,00%

    van de verschuldigde leges gerestitueerd.

    1.2.4

    Het tarief bedraagt voor het verstrekken/verzorgen van:

    1.2.4.1

    een trouwboekje of partnerschapsboekje

    € 27,35

    1.2.4.2

    een luxe pen met gemeentelogo

    € 17,45

    1.2.4.3

    het ten gehore brengen van muziek

    € 32,50

    1.2.4.4

    het tonen van beelden op de videowall in de raadzaal

    € 32,50

    1.2.5.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het beoordelen van een pand als geschikte locatie voor de voltrekking van een plechtigheid

    € 88,05

    indien de betreffende locatie voldoet en de plechtigheid wordt aldaar voltrokken, dan wordt het tarief van onderdeel 1.2.5. verrekend met het in onderdeel 1.2.2.2 opgenomen tarief.

    1.2.5.1

    indien de betreffende locatie geschikt is bevonden, dan blijft deze locatie de status behouden voor de periode van 2 jaar.

    1.2.6

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

Hoofdstuk 3 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

  • 1.3

    Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

    1.3.1

    van een nationaal paspoort, zakenpaspoort of een faciliteitenpaspoort

    1.3.1.1

    voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

    € 74,75

    1.3.1.2

    voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

    € 56,55

    1.3.2

    van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

    € 56,55

    1.3.3

    van een Nederlandse identiteitskaart

    1.3.3.1

    voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

    € 64,00

    1.3.3.2

    voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

    € 32,90

    1.3.4

    voor de versnelde uitreiking van een in de onderdelen 1.3.1 tot en met 1.3.3 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die onderdelen genoemde bedragen:

    € 50,90

    1.3.5

    Het tarief voor het op verzoek verstrekken van een ID cover bedraagt:

    1.3.5.1

    voor een ID cover Nederlandse identiteitskaart:

    € 1,00

    1.3.5.2

    voor een ID cover Nationaal paspoort:

    € 1,30

Hoofdstuk 4 Rijbewijzen

  • 1.4.1

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

    € 41,00

    1.4.2

    Het tarief genoemd in onderdeel 1.4.1 wordt:

    1.4.2.1

    bij een spoedlevering vermeerderd met

    € 34,10

    1.4.3

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een verklaring vermissing rijbewijs

    € 24,50

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

  • 1.5.1

    Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

    1.5.2

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

    1.5.2.1

    tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

    € 7,50

    1.5.3

    In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

    € 7,50

    1.5.4

    Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan na voorafgaande prijsopgave

    € 19,45

Hoofdstuk 6 Vervallen

Hoofdstuk 7 Vastgoedinformatie

  • 1.7.1

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

    1.7.1.1

    informatie van de gemeentelijke kadastrale balie (Kadaster online)

    € 15,50

    1.7.1.2

    informatie over de bodemgesteldheid, per kadastraal perceelnummer

    € 48,85

    met een maximum tarief per aanvraag van:

    € 488,50

Hoofdstuk 8 Overige publiekszaken

  • 1.8

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

    1.8.1

    tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag

    € 41,35

    1.8.2

    tot het legaliseren van een handtekening

    € 3,55

Hoofdstuk 9 Leegstandwet

  • 1.9

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

    1.9.1.1

    tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

    € 97,70

    1.9.1.2

    tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet

    € 48,85

    1.9.2

    Indien aanvragen als bedoeld in de subonderdelen 1.9.1.1 en 1.9.1.2 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een school of een kantoor betreffen, worden de in die subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven.

Hoofdstuk 10 Vervallen

Hoofdstuk 11 Kansspelen

  • 1.11.1

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

    1.11.1.1

    voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

    € 56,50

    1.11.1.2

    voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

    € 56,50

    en voor iedere volgende kansspelautomaat

    € 34,00

    1.11.1.3

    voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

    € 226,50

    1.11.1.4

    voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat

    € 226,50

    en voor iedere volgende kansspelautomaat

    € 136,00

    1.11.1.5

    De subonderdelen 1.11.1.1 en 1.11.1.2 zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden.

    1.11.2

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

    € 77,85

Hoofdstuk 12 Telecommunicatie en ondergrondse infrastructuur

  • 1.12.1

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming of vergunning omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet en artikel 5, eerste lid van de ‘Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur Gemeente Rucphen 2016’

    € 374,15

    1.12.1.1

    indien het betreft projecten met graafwerkzaamheden over een tracélengte vanaf 500 meter tot 1.000 meter, wordt het tarief genoemd in 1.12.1 per strekkende meter verhoogd met

    € 0,75

    1.12.1.2

    indien het betreft projecten met graafwerkzaamheden over een tracélengte vanaf 1.000 meter, wordt het tarief genoemd in 1.12.1 verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

    1.12.1.3

    indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, wordt het verschuldigde tarief verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

    1.12.2

    Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 1.12.1.2 of 1.12.1.3 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Hoofdstuk 13 Verkeer en vervoer

  • 1.13

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

    1.13.1

    tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 of een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

    € 58,40

    1.13.2

    tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):

    1.13.2.1

    indien een medisch advies van SAP wél noodzakelijk is:

    € 301,65

    1.13.2.2

    indien een medisch advies van SAP niet noodzakelijk is:

    € 88,05

    1.13.3

    tot het verstrekken van een duplicaat of het doorvoeren van een wijziging van een gehandicaptenparkeerkaart

    € 9,40

    1.13.4

    tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) indien er sprake is van een herhalingsaanvraag

    € 88,05

    1.13.5

    tot het beschikbaar stellen van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats op kenteken

    € 353,55

Hoofdstuk 14 Vervallen

Hoofdstuk 15 Diversen

  • 1.15

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

    1.15.1

    voor het faciliteren van leerlingenvervoer, waarbij uit de medische keuring blijkt dat er géén sprake is van een handicap

    € 213,55

    1.15.2

    tot het verlenen van ontheffing/vergunning op grond van de Algemeen plaatselijke verordening (APV) voor het plaatsen van oplaadpalen/-infrastructuur in de openbare ruimte en het nemen van verkeersbesluiten tot het aanwijzen van parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen

    € 353,55

  Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

  • 2.1.1

    Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

    2.1.1.1

    aanlegkosten:

    de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012, Stcrt. 2012,1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen.

    2.1.1.2

    bouwkosten:

    het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

    2.1.1.3

    Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

    2.1.2

    In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

    2.1.3

    In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

    2.1.4

    De in deze titel voorkomende tarieven zijn onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van deze titel indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten.

Hoofdstuk 2 Voorafgaand aan de formele aanvraag

  • 2.2

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

    2.2.1

    tot het beoordelen van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning:

    25,00 %

    van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld.

    2.2.2

    om een pré-advies van de welstandscommissie voorafgaand aan een conceptaanvraag of aanvraag omgevingsvergunning per uur per persoon, na voorafgaande prijsopgave:

    € 110,00

    2.2.3

    om een verzoek van de aanvrager voor een schriftelijke verklaring met een oordeel of een voorgenomen project (voor de activiteit bouwen / of strijdig gebruik) binnen een bestemmingsplan past, dan wel of voor dit project een omgevingsvergunning is vereist (of dat dit vergunningsvrij is):

    € 97,70

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

  • 2.3

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

    2.3.1

    Algemene werkzaamheden

    2.3.1.1

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag omgevings-vergunning waarbij de reguliere procedure wordt gevolgd, wordt, ongeacht de aard van de activiteit waarvoor vergunning wordt aangevraagd met uitzondering van de activiteit ‘bouwen’, een basistarief gerekend van

    € 230,75

    2.3.1.2

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag omgevings-vergunning waarbij de uitgebreide procedure wordt gevolgd, wordt, ongeacht de aard van de activiteit waarvoor vergunning wordt aangevraagd met uitzondering van de activiteit ‘bouwen’, een basistarief gerekend van

    € 621,45

    2.3.2

    Bouwactiviteiten

    2.3.2.1

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

    2.3.2.1.1

    indien de bouwkosten minder dan € 100.000,00 bedragen

    2,35%

    van die bouwkosten met een minimum van

    € 170,80

    2.3.2.1.2

    indien de bouwkosten € 100.000,00 bedragen of meer:

    € 2.352,00

    vermeerderd met:

    1,41%

    van het bedrag waarmee die bouwkosten € 100.000,00 overstijgen, met een maximum van € 15.000.000,00 aan bouwkosten

    Verplicht advies welstandscommissie

    2.3.2.2

    Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.2.1 bedraagt het tarief, indien voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een advies van de welstandscommissie nodig is en wordt beoordeeld:

    2.3.2.2.1

    met een persoonlijk gesprek:

    € 97,70

    te verhogen met een tarief per uur per lid, na voorafgaande prijsopgave.

    € 110,00

    2.3.2.2.2

    zonder een persoonlijk gesprek:

    € 24,40

    te verhogen met een tarief van:

    € 110,00

    per uur per lid, na voorafgaande prijsopgave

    Beoordeling bodemrapport

    2.3.2.3

    Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.2.1 bedraagt het tarief, indien voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een beoordeling bodemrapport nodig is en wordt beoordeeld:

    € 97,70

    Beoordeling archeologisch rapport

    2.3.2.4

    Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.2.1 bedraagt het tarief, indien voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een beoordeling archeologisch rapport nodig is en wordt beoordeeld:

    € 105,61

    per uur per lid, na voorafgaande prijsopgave

    Beoordeling akoestisch rapport

    2.3.2.5.1

    Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.2.1 bedraagt het tarief, indien voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een beoordeling akoestisch rapport wegverkeerslawaai nodig is en wordt beoordeeld:

    € 97,70

    2.3.2.5.2

    Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.2.1 bedraagt het tarief, indien voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een beoordeling akoestisch rapport industrielawaai nodig is en wordt beoordeeld:

    € 195,35

    Beoordeling geluidwering gevel(s)

    2.3.2.6

    Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.2.1 bedraagt het tarief, indien voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een beoordeling geluidwering gevel(s) nodig is en wordt beoordeeld:

    € 97,70

    Advies constructeur

    2.3.2.7

    Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.2.1 wordt het tarief, indien de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een advies van een constructeur nodig is en wordt beoordeeld, verhoogd met het bedrag wat door de constructeur in rekening is gebracht (uurtarief x werktijd).

    Verplicht advies agrarische commissie

    2.3.2.8

    Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.2.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:

    € 775,00

    2.3.2.8.1

    te verhogen per bedrijfsbezoek met:

    € 65,00

    Verplicht advies Monumentencommissie

    2.3.2.9.

    Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.2.1 bedraagt het tarief, indien voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een advies van de monumenten commissie nodig is en wordt beoordeeld:

    € 195,35

    2.3.2.9.1

    te verhogen met een tarief van:

    € 110,00

    per uur per lid, na voorafgaande prijsopgave.

    Toets Brabantse Zorgvuldigheids-score

    2.3.2.10

    Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.2.1, wordt het tarief, indien de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een beoordeling toets BZV score door de OMWB nodig is en wordt beoordeeld, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld als bedoeld in onderdeel 1.1.2.

    Achteraf ingediende aanvraag

    2.3.2.11

    Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.2.1 bedraagt het tarief, indien de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:

    10,00%

    van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

    met een maximum van

    € 1.000,00

    2.3.3

    Aanlegactiviteiten

    2.3.3.1

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

    € 244,20

    Beoordeling bodemrapport

    2.3.3.2

    Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.3.1 bedraagt het tarief, indien voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een beoordeling bodemrapport nodig is en wordt beoordeeld:

    € 97,70

    Beoordeling archeologisch rapport

    2.3.3.3

    Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.3.1 bedraagt het tarief, indien voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een beoordeling archeologisch rapport nodig is en wordt beoordeeld:

    € 105,61

    per uur per lid, na voorafgaande prijsopgave.

    2.3.4

    Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, en de kosten niet worden verhaald op basis van de “Beleidsregel kostenverhaal planologische medewerking” alsmede bij toepassing van een vastgesteld exploitatieplan bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

    Binnenplanse afwijking

    2.3.4.1

    indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

    € 195,35

    Buitenplanse afwijking

    2.3.4.2.1

    indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º (m.u.v. gevallen als bedoeld in artikel 4 lid 9 van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht), van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

    € 390,70

    2.3.4.2.2

    indien artikel 2.12 eerste lid, onder a, onder 2º, waarbij toepassing wordt gegeven aan artikel 4 lid 9 van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht), van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

    € 1.074,50

    Persoonsgebonden gedoogbeschikking bij tijdelijke bewoning van recreatieverblijven

    2.3.4.3

    indien een persoonsgebonden gedoogbeschikking bij tijdelijke bewoning

    van recreatiebedrijven:

    € 468,60

    Buitenplanse afwijking (projectafwijkingsbesluit)

    2.3.4.4

    indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

    € 4.331,00

    verklaring van geen bedenkingen (VVGB)

    zie 2.3.17

    Afwijking van exploitatieplan

    2.3.4.5

    indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

    Afwijking provinciale regelgeving

    2.3.4.6

    indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

    Afwijking van nationale regelgeving (regulier)

    2.3.4.7

    indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

    Afwijking van voorbereidingsbesluit (regulier)

    2.3.4.8

    indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

    2.3.5

    Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

    Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

    Binnenplanse afwijking

    2.3.5.1

    indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

    € 195,35

    Buitenplanse afwijking

    2.3.5.2.1

    indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º (m.u.v. gevallen als bedoeld in artikel 4 lid 9 van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht), van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

    € 390,70

    2.3.5.2.2

    indien artikel 2.12 eerste lid, onder a, onder 2º, waarbij toepassing wordt gegeven aan artikel 4 lid 9 van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht), van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

    € 1.074,50

    Buitenplanse afwijking (projectafwijkingsbesluit)

    2.3.5.3

    indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

    € 4.431,00

    verklaring van geen bedenkingen (VVGB)

    zie 2.3.17

    Afwijking van exploitatieplan

    2.3.5.4

    indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

    Afwijking provinciale regelgeving

    2.3.5.5

    indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

    Afwijking van nationale regelgeving (regulier)

    2.3.5.6

    indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

    Afwijking van voorbereidingsbesluit (regulier)

    2.3.5.7

    indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

    2.3.6

    In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

    2.3.6.1

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteit:

    2.3.6.1.1

    met een bruto vloeroppervlak tot en met 1.000 m²:

    € 781,45

    2.3.6.1.2

    met een bruto vloeroppervlak vanaf 1.000 m² tot en met 5.000 m²:

    € 1.758,25

    2.3.6.1.3

    met een bruto vloeroppervlak vanaf 5.000 m²:

    € 3.711,85

    2.3.6.2

    verkrijgen van een verklaring van overdracht van de gebruiksvergunning aan een nieuwe gebruiker:

    € 38,95

    2.3.7

    Activiteiten met betrekking tot monumenten en cultuurhistorische waardevolle bebouwing

    2.3.7.1

    Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of cultuurhistorisch waardevolle bebouwing krachtens artikel 3 van de Erfgoedverordening gemeente Rucphen 2019, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

    2.3.7.1.1

    voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument of cultuurhistorische waardevolle bebouwing:

    2.3.7.1.1.1

    met een persoonlijk gesprek:

    € 390,70

    te verhogen met een tarief van:

    € 110,00

    per uur per lid, na voorafgaande prijsopgave.

    2.3.7.1.1.2

    zonder een persoonlijk gesprek

    € 195,35

    te verhogen met een tarief van:

    € 110,00

    per uur per lid, na voorafgaande prijsopgave.

    2.3.7.1.2

    voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument of cultuurhistorisch waardevolle bebouwing op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

    € 195,35

    2.3.7.1.2.1

    met een persoonlijk gesprek

    € 390,70

    te verhogen met een tarief van:

    € 110,00

    per uur per lid, na voorafgaande prijsopgave.

    2.3.7.1.2.2

    zonder een persoonlijk gesprek

    € 195,35

    te verhogen met een tarief van:

    € 110,00

    per uur per lid, na voorafgaande prijsopgave.

    2.3.8

    Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten en cultuurhistorisch waardevolle bebouwing

    2.3.8.1

    Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

    € 195,35

    Beoordeling bodemrapport

    2.3.8.2

    Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.8.1 bedraagt het tarief, indien voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een beoordeling bodemrapport nodig is en wordt beoordeeld:

    € 97,70

    2.3.9

    Aanleggen of veranderen weg 

    2.3.9.1

    Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

    € 155,70

    2.3.10

    Uitweg/inrit

    2.3.10.1

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteit:

    € 155,70

    2.3.11

    Kappen

    2.3.11.1

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het kappen of doen laten kappen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.11 a van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteit:

    € 121,90

    2.3.12

    Natura 2000-activiteiten

    2.3.12.1

    Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, onder a, Besluit omgevingsrecht bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

    € 4.802,00

    2.3.12.2

    Indien de aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, onder a, Besluit omgevingsrecht bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

    € 3.954,00

    2.3.13

    Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)

    Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

    € 4.780,00

    2.3.14

    Andere activiteiten

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

    2.3.14.1

    behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteit:

    € 672,00

    2.3.14.2

    behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteit:

    € 672,00

    2.3.14.2.1

    als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning;

    2.3.14.2.2

    als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

    2.3.15

    Omgevingsvergunning in twee fasen

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

    2.3.15.1

    voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

    2.3.15.2

    voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: 120% van het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

    2.3.16

    Advies

    2.3.16.1

    Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

    2.3.16.2

    Indien een begroting als bedoeld in 2.3.16.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

    2.3.17

    Verklaring van geen bedenkingen

    2.3.17.1

    Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

    2.3.17.1.1

    indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

    € 781,45

    2.3.17.1.2

    indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

    2.3.17.1.3

    Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.17.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken

Hoofdstuk 4 Vermindering

  • 2.4.1

    Indien de aanvraag tot het verlenen een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

    2.4.2

    Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17. De vermindering beloopt:

    2.4.2.1

    bij 5 tot 10 activiteiten:

    2,00 %

    van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

    2.4.2.2

    bij 10 tot 15 activiteiten:

    3,00 %

    van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

    2.4.2.3

    bij 15 of meer activiteiten:

    5,00 %

    van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

  • 2.5.1

    Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning

    Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.

    De teruggaaf bedraagt:

    2.5.1.1

    indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen twee weken na het in behandeling nemen ervan (na ontvankelijkverklaring)

    60,00 %

    van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

    2.5.1.2

    indien de aanvraag wordt ingetrokken twee weken ná het in behandeling nemen ervan

    40,00 %

    van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

    2.5.2

    Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning 

    2.5.2.1

    Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

    20,00 %

    van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

    2.5.2.2

    Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

    2.5.3

    Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning 

    Als de gemeente een omgevingsvergunning weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

    20,00 %

    van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

    2.5.4

    Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

Hoofdstuk 6 Wet ruimtelijke ordening/Wet geluidhinder

  • 2.6.1

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een principe-aanvraag die leidt tot een standpunt van het college:

    2.6.1.1

    met betrekking tot een ruimtelijke ontwikkeling die niet past in het vigerende bestemmingsplan:

    € 683,75

    2.6.1.2

    met betrekking tot een herhaalde inhoudelijk gelijke aanvraag, waarvan de geldigheidsduur, als bedoeld in de voorwaarden bij principemedewerking, van een onder 2.6.1.1 gegeven standpunt met maximaal één jaar is verstreken:

    € 293,05

    2.6.2

    aanvraag tot het herzien van een bestemmingsplan waarbij géén bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening mogelijk wordt gemaakt:

    € 6.579,95

    2.6.3

    aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening waarbij géén bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening mogelijk wordt gemaakt:

    € 4.431,00

    2.6.4

    aanvraag onder 2.6.2 of 2.6.3 indien deze wordt meegenomen bij een algehele actualisatie van een bestemmingsplan:

    € 3.125,75

    2.6.5

    aanvraag tot het uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid onder b van de Wet ruimtelijke ordening:

    € 4.431,00

    2.6.6

    aanvraag om een ontheffing hogere waarde als bedoeld in of krachtens de artikelen 47 en volgende (industrielawaai) en 83 en volgende (wegverkeerslawaai) van de Wet geluidhinder of artikel 4.10 en volgende (spoorweglawaai) van het Besluit geluidhinder:

    € 1.500,60

Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde beschikking

  • 2.7

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

    € 58,40

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

  • 3.1

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

    3.1.1

    een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

    € 329,15

    3.1.2

    een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet

    € 173,40

    3.1.3

    een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

    € 77,85

    3.1.4

    een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Drank- en Horecawet

    € 116,80

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen

  • 3.2.1

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een groot evenement als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementen-vergunning) en de nota evenementen en festiviteiten gemeente Rucphen:

    € 414,30

    3.2.1.1

    Voor het op verzoek wijzigen van een verleende evenementenvergunning bedraagt het tarief

    50,00 %

    van het onder 3.2.1 vermelde tarief.

    3.2.2

    Voor het verkrijgen van een meerjarige vergunning voor het organiseren van een groot evenement als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementen-vergunning) en de nota evenementen en festiviteiten gemeente Rucphen wordt het onder 3.2.1 vermelde tarief verhoogd met

    € 138,10

    voor het eerstvolgende jaar –tot een maximum van 5 jaar-

    3.2.2.1

    Voor het op verzoek wijzigen van een verleende meerjarige evenementenvergunning bedraagt het tarief

    50,00 %

    van het onder 3.2.2 verschuldigde tarief, met dien verstande dat bij de berekening wordt uitgegaan van de resterende looptijd van de verleende meerjarige vergunning.

Hoofdstuk 3 Seksbedrijven

  • 3.3.1

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:3, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening, anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 3.3.2:

    3.3.1.1

    voor een seksinrichting

    € 467,15

    3.3.1.2

    voor een escortbedrijf

    € 233,60

    3.3.2

    Voor het wijzigen van een verleende exploitatievergunning bij een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3:8, van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief

    50,00 %

    van het onder 3.3.1.1 of 3.3.1.2 genoemde tarief.

Hoofdstuk 4 Vervallen

Hoofdstuk 5 Gastouderopvang

  • 3.5

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling van een aanvraag tot het in exploitatie nemen van een kindercentrum, gastouderbureau, peuterspeelzaal of voorziening voor gastouderopvang:

    € 137,20

Hoofdstuk 6 Winkeltijdenwet

  • 3.6

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

    3.6.1

    tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

    € 155,70

    3.6.2

    tot het wijzigen van een in onderdeel 3.6.1 bedoelde ontheffing

    € 38,95

Hoofdstuk 7 Standplaatsen

  • 3.7.1

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening:

    € 95,55

    3.7.2

    Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 3.7.1 bedraagt het tarief, indien voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een beoordeling door de brandweer nodig is en wordt beoordeeld:

    € 50,35

Hoofdstuk 8 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

  • 3.8

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

    € 58,40

Behoort bij het besluit van de raad van de gemeente Rucphen van 16 december 2020 tot vaststelling van de "Legesverordening Rucphen 2021".

De griffier van Rucphen,

 

Naar boven