Rectificatie: Wijzigingen in de APV van de gemeente Meppel en bijbehorende toelichting

[Deze publicatie betreft een rectificatie omdat de wijziging van artikel 2:33 onvolledig is bekendgemaakt. De oorspronkelijke publicatie is op 8 december 2020 bekendgemaakt, beschikbaar via Gemeenteblad 2020, 323675.]

 

De R a a d van de gemeente Meppel;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 september, nr. 253727.

 

Overwegende: dat vanwege nieuwe wet- en regelgeving, praktijkervaringen, maatschappelijke ontwikkelingen, voorstellen van de VNG en jurisprudentie een aantal artikelen in de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Meppel (hierna: APV) worden toegevoegd c.q. gewijzigd;

 

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet.

 

 

b e s l u i t :

 

De volgende wijzigingen in de APV van de gemeente Meppel en bijbehorende toelichting vast te stellen.

Artikel I. Wijzigingsverordening

De APV van de gemeente Meppel wordt als volgt gewijzigd:

 

Artikel 2:33 Loslopende honden

 

 

Was

Wordt

Waarom

Artikel 2.33 Loslopende honden

 

1. Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond te laten verblijven of te laten lopen:

 

a. binnen de bebouwde kom op de weg zonder dat die hond aangelijnd is;

 

b. op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide of op een andere door het college aangewezen plaats;

 

c. op de weg zonder voorzien te zijn van een halsband of een ander identificatiemerk dat de eigenaar of houder duidelijk doet kennen.

 

2. Het college kan plaatsen aanwijzen waar het verbod genoemd in het eerste lid onder a niet geldt.

 

3. De verboden genoemd in het eerste lid onder a en b gelden niet voorzover de eigenaar of houder van een hond zich vanwege zijn handicap door een geleidehond laat begeleiden of als een eigenaar of houder van een hond deze aantoonbaar gekwalificeerd opleidt tot geleidehond.

Artikel 2.33 Loslopende honden

 

1. Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond te laten verblijven of te laten lopen:

 

a. binnen de bebouwde kom op een openbare plaats als de hond niet aangelijnd is;

 

b. op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide of op een andere door het college aangewezen plaats;

 

c. buiten de bebouwde kom op een door het college aangewezen plaats indien de hond niet is aangelijnd; of

 

d. op de weg zonder voorzien te zijn van een halsband of een ander identificatiemerk dat de eigenaar of houder duidelijk doet kennen.

 

2. Het college kan plaatsen aanwijzen waar het verbod genoemd in het eerste lid onder a niet geldt.

 

3. De verboden genoemd in het eerste lid onder a en b gelden niet voorzover de eigenaar of houder van een hond zich vanwege zijn handicap door een geleidehond laat begeleiden of als een eigenaar of houder van een hond deze aantoonbaar gekwalificeerd opleidt tot geleidehond.

Volgens het huidige onderdeel b geldt een verbod voor honden op de weg indien ze niet aangelijnd. Dus op andere openbare

 

plaatsen dan de weg mag een hond niet aangelijnd lopen, behalve op een krachtens onderdeel a genoemde

 

plaats/aangewezen plaats. De wijziging breidt het verbod voor niet-aangelijnde honden uit tot andere plaatsen binnen de

 

bebouwde kom dan de weg, zoals parken en plantsoenen of andere voor publiek openstaande plaatsen. Dat past ook beter bij

 

de uitzondering in het tweede lid, waar wordt gesproken over ‘aangewezen plaatsen’.

 

Aldus vastgesteld in de openbare

raadsvergadering van 26 november 2020

de griffier,

de voorzitter,

Naar boven