Besluit tot wijziging van Beleidsregel toepassing Wet Bibob 2018 gemeente Utrecht

Burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

 

Gelet op artikel 160 Gemeentewet, 4:81 Algemene wet bestuursrecht en het bepaalde in de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob);

 

Overwegende dat met de uitbreiding van de Algemene plaatselijke verordening (APV) met artikel 2:47 een vergunningplicht in het leven kan worden geroepen door een aanwijzingsbesluit van de burgemeester waarvoor een bibob-onderzoek nodig is.

 

Besluiten de ‘beleidsregel toepassing Web Bibob 2018 gemeente Utrecht’ als volgt te wijzigen:

 

 

 

Artikel I

De ‘beleidsregel toepassing Wet Bibob 2018 gemeente Utrecht’ wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

  • 1.

    Aan de titel van artikel 2.1 ‘horeca, coffeeshops, speelautomatenhallen, seksbedrijven’ wordt toegevoegd ‘en overige bedrijven’;

  • 2.

    Aan het eerste lid van dit artikel wordt toegevoegd ‘artikel 2:47 van de APV’ om kenbaar te maken dat bij een aanvraag voor een vergunning op deze grondslag er in beginsel een Bibob-onderzoek wordt gestart;

  • 3.

    De laatste zin van het eerste lid van dit artikel wordt voor de leesbaarheid direct geplaatst achter ‘c.’

  • 4.

    Aan de toelichting bij dit artikel wordt de volgende tekst toegevoegd: ‘Een Bibob-onderzoek zal eveneens worden gestart bij de aanvraag voor een vergunning door ondernemers in een pand, gebied of branche aangewezen door de burgemeester krachtens artikel 2:47 APV.’

 

B

 

  • 1.

    In de toelichting op de artikelen 2.4 tot en met 2.6 komt de volgende zin te vervallen: ‘Later in 2018 zal onderzocht worden of er in de beleidsregel criteria worden geformuleerd (zoals bijvoorbeeld de branche of de hoogte van de bouwsom bij omgevingsvergunningen bouw) op grond waarvan een Bibob-onderzoek proactief wordt gestart.’;

  • 2.

    In de toelichting op artikel 3.3 komt de volgende zin te vervallen: ‘Later in 2018 zal onderzocht worden of er in de beleidsregel criteria dienen te worden geformuleerd grond waarvan een Bibob-onderzoek proactief wordt kan worden gestart, dus indien er niet direct signalen zijn van criminaliteit.’

 

Artikel II

Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking in het gemeenteblad.

 

 

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, in de vergadering van 8 december 2020

De secretaris, de burgemeester,

G.G. H.M. Haanen P.E.J. den Oudsten

Bijlage:

 

Overzicht van de wijzigingen in Beleidsregel toepassing Wet Bibob 2018 gemeente Utrecht

 

Bestaande tekst:

Nieuwe tekst

Artikel2.1 Horeca, coffeeshops, speelautomatenhalen en seksbedrijven

1. In geval van een aanvraag om (wijziging van) een vergunning als bedoeld in de artikelen 3 en 30a van de Drank- en Horecawet, de artikelen 2 en 12a van de Horecaverordening Utrecht (exploitatievergunning horeca en coffeeshops), artikel 2, eerste lid van de Verordening op de speelautomatenhallen (vergunning speelautomatenhal), artikel 3:4, eerste lid van de APV (vergunning seks- en escortbedrijf) zal het bestuursorgaan in beginsel een Bibob-onderzoek starten indien:

 

a. sprake is van nieuwe vestiging van een inrichting of bedrijf en/of

b. sprake is van een overname of wijziging van een exploitant en/of

c. op grond van:

• eigen ambtelijke informatie, en/of

• informatie verkregen van het LBB, en/of

• informatie afkomstig van een van de partners uit het samenwerkingsverband RIEC, en/of

• vanuit het OM verkregen informatie als bedoeld in artikel 26 van de Wet Bibob (OM-tip) en/of

• overige signalen

 

vragen ontstaan of bestaan over de betrokkene en/of zijn potentiele, huidige of voormalige Bibob-relaties als bedoeld in artikel 3, vierde lid van de Wet Bibob en/of over de organisatiestructuur en/of wijze van financiering.

 

Artikel2.1 Horeca, coffeeshops, speelautomatenhalen, seksbedrijven en overige bedrijven

1. In geval van een aanvraag om (wijziging van) een vergunning als bedoeld in de artikelen 3 en 30a van de Drank- en Horecawet, de artikelen 2 en 12a van de Horecaverordening Utrecht (exploitatievergunning horeca en coffeeshops), artikel 2, eerste lid van de Verordening op de speelautomatenhallen (vergunning speelautomatenhal), artikel 3:4, eerste lid van de APV (vergunning seks- en escortbedrijf), artikel 2:47 van de APV zal het bestuursorgaan in beginsel een Bibob-onderzoek starten indien:

 

a. sprake is van nieuwe vestiging van een inrichting of bedrijf en/of

b. sprake is van een overname of wijziging van een exploitant en/of

c. vragen ontstaan of bestaan over de betrokkene en/of zijn potentiele, huidige of voormalige Bibob-relaties als bedoeld in artikel 3, vierde lid van de Wet Bibob en/of over de organisatiestructuur en/of wijze van financiering op grond van:

• eigen ambtelijke informatie, en/of

• informatie verkregen van het LBB, en/of

• informatie afkomstig van een van de partners uit

het samenwerkingsverband RIEC, en/of

• vanuit het OM verkregen informatie als bedoeld

in artikel 26 van de Wet Bibob (OM-tip) en/of

• overige signalen.

 

Naar boven