De raad van de gemeente Hattem;
gelezen het voorstel van het College, no. 201604113, d.d. 03-05-2016;
gelet op artikel 5.4, eerste lid, en artikel 5.5 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 149 van de Gemeentewet;
overwegende dat de raad de voorliggende verordening eerst kan vaststellen nadat Gedeputeerde Staten van Gelderland zijn gehoord overeenkomstig artikel 5.4, eerste lid onder b van de (gewijzigde) Wabo;
overwegende dat Gedeputeerde Staten bij brief van 27 mei 2016 hebben laten weten in te kunnen stemmen met de voorliggende verordening;
overwegende dat gemeenten, provincies en de gemeenschappelijke diensten c.q. regionale uitvoeringsdiensten die in hun opdracht werken, zich bij de zorg voor een gezonde en veilige fysieke leefomgeving met oog voor de maatschappelijke functies daarvan, waar die zorg gestalte krijgt in de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving van het omgevingsrecht, voor de gezamenlijke opgave gesteld zien om in landelijk verband de kwaliteit van deze uitvoering en handhaving te bevorderen, te borgen en te beoordelen en dat het met het oog daarop wenselijk is om regels vast te stellen, in onderlinge afstemming op het niveau van Omgevingsdienst Noord-Veluwe, door de deelnemende gemeenten en de provincie Gelderland;
overwegende dat het uitgangspunt voor de kwaliteitsbevordering in ieder geval de in landelijke samenwerking opgestelde kwaliteitscriteria 2.1 zijn, die op basis van technische en maatschappelijke ontwikkelingen, indien daartoe aanleiding is, met betrokken partijen in landelijke afstemming zullen worden aangepast;
b e s l u i t :
vast te stellen de Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving gemeente Hattem.