Gemeenteblad van Hoeksche Waard
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hoeksche Waard | Gemeenteblad 2020, 324870 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hoeksche Waard | Gemeenteblad 2020, 324870 | Beleidsregels |
Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoeksche Waard houdende regels omtrent de toepassing van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Bibob-beleidslijn gemeente Hoeksche Waard 2020)
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoeksche Waard en de burgemeester van de gemeente Hoeksche Waard, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;
Overwegende dat de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) hen beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming omtrent het toepassen van hun uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden;
Bibob beleidslijn gemeente Hoeksche Waard 2020
En gelijktijdig in te trekken:
Beleidslijn voor de toepassing van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur 2014 van de voormalige gemeenten Cromstrijen, Oud-Beijerland, Binnenmaas, Korendijk en Strijen.
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze beleidslijn wordt verstaan onder:
Eigen onderzoek: de wijze van behandelen van een aanvraag, zoals beschreven in paragraaf 4 van deze beleidslijn, waarbij met toepassing van de wet door het bestuursorgaan wordt beoordeeld of er redenen aanwezig zijn om de aanvraag te weigeren, respectievelijk de beschikking in te trekken of te beëindigen, daaraan voorschriften te verbinden dan wel een advies bij het bureau Bibob aan te vragen.
Inrichting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en horecawet waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, zomede de daarbij horende terrassen;
horecabedrijf: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt. Onder een horecabedrijf wordt in ieder geval verstaan: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis, waterpijpcafé of clubhuis. Onder horecabedrijf wordt tevens verstaan een bij dit bedrijf behorend terras en andere aanhorigheden;
Voor publiek openstaande lokaliteiten, open plaatsen, tuinen of gedeelten daarvan, zomede de daarbij behorende terrassen en de daarmee gemeenschap hebbende vertrekken die niet uitsluitend als woning of winkel worden gebruikt, alsmede de niet voor publiek toegankelijke lokaliteiten welke voor het publiek op de weg bereikbaar zijn, uitgezonderd standplaatsen als bedoeld in artikel 5:18 APV voor zover daar regelmatig of op gezette tijden:
Artikel 2.1 Toepassingsbereik bij nieuwe beschikkingen
De toepassing van de wet zal door het bestuursorgaan op de hieronder aangeduide (aanvragen voor) beschikkingen op de volgende wijze plaatsvinden.
Een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, aanhef en onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (omgevingsvergunning Bouwactiviteit) waarbij sprake is van de volgende functies en criteria:
Bijeenkomstfunctie: horecagebouw waarbij sprake is van een bouwsom hoger dan € 100.000; indien de bouwaanvraag leidt tot de aanvraag voor een exploitatievergunning zal primair bij de aanvraag om een (omgevings)vergunning voor een bouwactiviteit de Bibob-toetsing plaatsvinden; voor zover er sprake is van twee verschillende (rechts)personen zal met betrekking tot de aanvraag voor een nieuwe exploitatie- en/of drank- en horecavergunning ook een Bibob-toetsing plaatsvinden;
Het bestuursorgaan zal bij een aanvraag voor de in artikel 2:2 genoemde beschikkingen niet overgaan tot een Bibob-toets, indien de aanvraag afkomstig is van:
semi-overheidsinstanties 1 ;
Dit geldt voor nieuwe aanvragen voor horeca-inrichtingen. Horecaexploitanten worden geconfronteerd met de Bibob-toets bij het aanvragen van de noodzakelijke vergunningen. Om te voorkomen dat ze deze toets niet doorstaan, maar al wel een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen hebben ontvangen, verdient het aanbeveling deze laatste vergunning onder het bereik van de wet Bibob te brengen.
Kamerverhuur en bouwkundig splitsen van woningen.
Een fenomeen dat niet op grote schaal voorkomt in de Hoeksche Waard. Gemeenten kennen wel de huisvestigingsproblematiek rondom arbeidsmigranten. Om uitbuiting o.i.d. van deze mensen te voorkomen, kan deze specifieke aanwijzing gemotiveerd worden opgenomen in het Bibob-beleid.
Een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, aanhef onder i van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een activiteit waarvoor bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 2.17 van voornoemde wet is bepaald, dat de beschikking in het geval en onder voorwaarden, bedoeld in artikel 3 Wet Bibob kan worden geweigerd (omgevingsvergunning beperkte milieutoets).
Het besluit tot uitvoering van het eigen onderzoek voor de vergunningen genoemd onder b en c zal gebaseerd zijn op:
in het geval het een paracommerciële instelling betreft, als bedoeld in artikel 4 Drank- en Horecawet (Drank- en Horecawetvergunning en/of een wijziging daarop en exploitatievergunning voor paracommerciële instellingen).
Het besluit tot uitvoering van het eigen onderzoek zal gebaseerd zijn op:
Artikel 2.1a Toepassing in bijzondere situatie bij aanvragen voor een beschikking genoemd in artikel 2.1
Onverminderd het bepaalde in artikel 2.1 zal een eigen onderzoek ook plaatsvinden als bij navraag door het bestuursorgaan bij het Bureau Bibob blijkt, dat tegen de aanvrager van een beschikking elders in het land in de achterliggende periode van twee kalenderjaren bij een aanvraag een ernstige mate van gevaar is vastgesteld.
Artikel 2.2 Toepassingsbereik bij reeds verleende beschikkingen
Het bestuursorgaan kan de Wet Bibob toepassen met betrekking tot reeds verleende beschikkingen, indien:
Bekend wordt dat tegen betrokkene in een andere gemeente bij een bibobtoets een ernstige mate van gevaar is geconstateerd en aan betrokkene in Hoeksche Waard een soortgelijke beschikking is verstrekt. In geval aan betrokkene in meerdere gemeenten binnen het samenwerkingsverband RIEC eerder al een soortgelijke beschikking is verleend, zal het bestuur het RIEC om coördinatie in de bibobtoets verzoeken.
Artikel 2.3 Toepassingsbereik bij subsidies
In de Algemene subsidieverordening gemeente Hoeksche Waard wordt de volgende weigeringsgrond c.q. intrekkingsgrond opgenomen:
Een aanvraag voor een subsidie kan worden geweigerd c.q. een subsidie kan worden ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob.
Het besluit tot uitvoering van het eigen onderzoek zal gebaseerd zijn op:
Artikel 3.1 Toepassingsbereik bij vastgoedtransacties
Het bestuursorgaan zal de wet in beginsel toepassen met betrekking tot vastgoedtransacties zoals bedoeld in artikel 1.1 lid 2 onder e van deze beleidslijn, waarbij de gemeente partij is. Bij de start van onderhandelen daartoe, zal het bestuursorgaan de wederpartij ervan in kennis stellen dat een Bibob-procedure deel kan uitmaken van de procedure.
In de overeenkomst wordt een integriteitsclausule opgenomen, op basis waarvan kan worden overgegaan tot ontbinding, opzegging, vernietiging of opschorting van de overeenkomst.
Het eigen onderzoek wordt in beginsel beperkt tot de gevallen, die één of meerdere van onderstaande kenmerken hebben:
Het besluit tot uitvoering van het eigen onderzoek kan daarnaast ook gebaseerd zijn op:
Indien de Bibob-procedure niet is afgerond voor het sluiten van de overeenkomst, wordt hieromtrent een ontbindende voorwaarde in de betreffende overeenkomst opgenomen.
Artikel 3.2 Toepassingsbereik bij aanbestedingen 2
Het bestuursorgaan kan het eigen onderzoek ten aanzien van een gegadigde of onderaannemer in de zin van de wet bij alle overheidsopdrachten en die, conform het vigerende aanbestedingsbeleid van de gemeente Hoeksche Waard, voor aanbesteden van werken respectievelijk van diensten en leveringen, openbaar moeten worden aanbesteed.
Het besluit tot uitvoering van het eigen onderzoek zal gebaseerd zijn op:
Artikel 4.1 Eigen onderzoek, als bedoeld in artikel 1.1 lid 2 onder h
In de in deze beleidslijn bepaalde gevallen, zal betrokkene de Bibobvragenformulieren dienen in te vullen en in te leveren bij het bestuursorgaan. Daarbij dienen ook de documenten te worden gevoegd, die in deze vragenformulieren zijn vermeld en/of bij de uitreiking van de formulieren door of namens het bestuursorgaan zijn genoemd. De Bibobvragenformulieren bevatten in elk geval de in artikel 30 tweede lid van de Wet Bibob genoemde vragen en daarnaast aanvullende vragen, die het bestuursorgaan zo goed mogelijk in staat stellen om het eigen onderzoek te kunnen verrichten.
Alvorens het eigen onderzoek naar het zich voordoen van weigeringsgronden als bedoeld in artikel 3 van de wet wordt gestart, zal een aanvraag eerst beoordeeld worden conform de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de reguliere weigeringsgronden vanuit de onderliggende regelgeving van de desbetreffende vergunning.
Het daarop aansluitende eigen onderzoek naar het zich voordoen van de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob bestaat uit twee stappen:
Wanneer het Bibobvragenformulier niet of niet volledig wordt ingevuld, worden allereerst de daartoe gestelde regels van de Algemene wet bestuursrecht (met name die van artikel 4:5 van voornoemde wet) toegepast. Bij volharding zal de weigering of het toesturen van onvolledige informatie worden beschouwd als een ernstige mate van gevaar als genoemd in artikel 4 juncto 3 van de wet.
Aanvullend op de controle en analyse van de (extra) verstrekte informatie als hiervoor genoemd, kan een advies bij het Bureau Bibob worden gevaagd indien:
Een toetsing aan de Wet Bibob met behulp van een advies van het Bureau Bibob geldt in beginsel als een uiterst middel om de integriteit van een betrokken (rechts)persoon te controleren. Bij deze inbreuk op de privacy moet het bevoegd gezag de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit in acht nemen.
Deze eisen brengen mee dat het bevoegd gezag eerst, zoals hierboven is uitgewerkt, gebruik moet maken van de eigen instrumenten en voorts alleen een advies kan vragen indien dit – gelet op de mate van gevaar en de ernst van de strafbare feiten – evenredig is.
De adviesaanvraag bij het Bureau Bibob is geen beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Hiertegen staat derhalve geen bezwaar of beroep open. Wel is de aanvrager van de beschikking te allen tijde toegestaan de aanvraag in te trekken.
Bij een “mindere mate van gevaar” dat de (aangevraagde) beschikking wordt gebruikt voor het plegen van strafbare feiten en witwaspraktijken kan het bevoegd gezag extra voorwaarden aan de vergunning verbinden. Deze voorwaarden dienen Bibob-gerelateerd te zijn.
Nadat een besluit op de aanvraag is genomen worden de daarvoor de gebruikelijke verschuldigde leges in rekening gebracht. Kosten voor een advies vanuit het Landelijk Bureau Bibob zijn ten koste van de gemeente. Indien de Wet Bibob wordt toegepast bij een reeds verleende vergunning, welke kan leiden tot intrekking van de vergunning, worden geen leges in rekening gebracht.
In geval een van het Bureau Bibob ontvangen adviesverzoek leidt tot het voornemen om een gevraagde beschikking te weigeren dan wel een eerder verleende beschikking in te trekken, wordt aan betrokkene een kopie van het adviesrapport ter hand gesteld. Betrokkene wordt daarbij door het bestuursorgaan schriftelijk gewezen op zijn geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 28 van de wet.
Indien het bestuursorgaan een advies aanvraagt bij het Bureau Bibob, wordt op grond van artikel 31 van de wet de wettelijke termijn waarbinnen de beschikking dient te worden gegeven, opgeschort voor de duur van de periode die begint met de dag waarop het advies door het Bureau Bibob in behandeling wordt genomen en eindigt met de dag waarop het advies is ontvangen, met dien verstande dat deze opschorting niet langer duurt dan de termijn, zoals genoemd in artikel 15 lid 1 van de wet.
Het bestuursorgaan gaat over tot een negatief besluit op de aanvraag voor de beschikking dan wel inschrijving op een overheidsopdracht of het aangaan van een vastgoedtransactie, indien uit het eigen onderzoek en een eventueel daarop afgegeven advies van het Bureau Bibob blijkt dat er sprake is van een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet. Daarbij zal in geval van een inschrijving op een overheidsopdracht, de geconstateerde ernstige mate van gevaar dienen als versterking van een of meerdere uitsluitingsgronden als genoemd in de Aanbestedingswet.
Indien het bestuursorgaan voornemens is negatief te beschikken op de aanvraag voor de beschikking dan wel inschrijving op een overheidsopdracht op grond van de wet, wordt betrokkene in de gelegenheid gesteld daartegen zienswijze in te brengen conform de betreffende bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 5.2 Intrekking voorgaande beleidslijn
Beleidslijn voor de toepassing van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur:
worden met ingang van de in artikel 5.4 genoemde datum van inwerkingtreding ingetrokken.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 1 december 2020
Het college van burgemeester en wethouders
De burgemeester
Toelichting Bibob beleidslijn gemeente Hoeksche Waard 2020
Toelichting op beleidslijn ter uitvoering van de Wet Bibob
Oplegnotitie Bibob -beleidslijn gemeente Hoeksche Waard 2020
Voor het samengaan van de vijf gemeenten in één gemeente Hoeksche Waard, had elke gemeente een eigen Bibob beleid. Bibob staat voor Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur. In het kader van artikel 28 van de Wet Ahri moet bestaand beleid binnen twee jaar na de herindeling geharmoniseerd zijn anders vervalt dit beleid van rechtswege. Door alle gemeenten werd de Bibob slechts minimaal benut en in de uitvoering voornamelijk voor de horeca ingezet. Bij de harmonisatie is daarom meteen gekeken op welke punten het beleid aangescherpt kan worden ter bescherming van de integriteit van de gemeente. Met het oog op een veilige woon- en leefomgeving kan de Wet Bibob ondersteuning bieden om de niet integere ondernemers en instellingen zoveel mogelijk uit de gemeente te weren. Door het opstellen van een goed Bibob beleid draagt de gemeente actief bij aan het tegengaan van ondermijning. Het is een objectief meetinstrument om snel inzicht te krijgen in mogelijke intenties van een aanvrager.
Waarom zijn beleidsregels nodig?
Door het goed beschrijven van het Bibob beleid met behulp van meetbare kaders wordt willekeur voorkomen. Het beleid is daardoor transparant en aan iedereen uit te leggen. Naast wat expliciet wordt vastgelegd in het beleid, heeft de gemeente altijd de mogelijkheid om een Bibob toets uit te voeren als er signalen zijn dat de ondernemer niet integer is. Toetsing op basis van signalen en niet op basis van beleid moet wel expliciet gemotiveerd worden.
Bibob in relatie tot dienstverlening
Het uitbreiden van het Bibob beleid heeft impact op de informatie die aangeleverd moet worden door een ondernemer of instelling bij een aanvraag. Dit kan als vervelend worden ervaren in verband met extra administratieve lasten en extra tijd kosten. Aan de andere kant kan de uitvraag van deze gegevens ervoor zorgen dat ondernemers met verkeerde intenties bij deze gemeente geen onderneming op willen zetten.
Hoewel de besturingsfilosofie van de gemeente Hoeksche Waard onder andere uitgaat van 100% dienstverlenend, mag dit nooit ten koste gaan van de veiligheid in de gemeente. De integriteit en veiligheid van de gemeente moet te allen tijde voor gaan op de dienstverlenende filosofie. In dit geval is de dienstverlening gericht op de integere ondernemer door het creëren van een eerlijk speelveld. Het uiteindelijke doel van een Bibob beleid is het weren en ongewild faciliteren van criminele activiteiten uit de gemeente en op die wijze het ondersteunen bij het gevecht tegen ondermijning.
Artikelsgewijze toelichting bij de beleidslijn
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
De gemeente zal bij de procedure van het nemen van beschikkingen (of bij toetsing van de reeds verleende vergunning welke kan leiden tot intrekking daarvan) steeds onderzoeken of artikel 3 van de Wet Bibob van toepassing is. Artikel 3 bevat samengevat, de volgende elementen:
Artikel 2.1 Toepassingsbereik bij nieuwe beschikkingen:
Exploitatie vergunning Algemeen Plaatselijke Verordening
Om grip te houden op de vergunninghouders wordt de geldigheid van een exploitatievergunning naar 5 jaar terug gebracht. Dit geeft de gemeente de mogelijkheid om de onderneming regelmatig te onderzoeken en op basis van de uitkomsten van een Bibob een nieuwe vergunning af te geven of te weigeren.
Bibob -toets bij vergunningen para commerciële instellingen
Wanneer er aanleiding is te vermoeden dat de beschikking zal worden gebruikt als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob of wanneer het OM gebruik maakt van de tipfunctie, zal alsnog een Bibob-toets worden toegepast.
A. Omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen
Kaders staan beschreven in de beleidslijn. Verder geen toelichting noodzakelijk
B. Omgevingsvergunning voor de activiteit milieu
Sinds de inwerkingtreding van de Wabo zijn veel milieuvergunningen omgezet in “meldingen” en valt een deel van dit soort vergunningen tegenwoordig onder het bevoegde gezag van de provincie. Meldingen vallen buiten het bereik van de wet Bibob. Toch is het college van burgemeester en wethouders in een aantal gevallen nog steeds het bevoegde orgaan om op een milieuvergunning te beslissen. Voor die gevallen is het mogelijk om een Bibob-kader vast te stellen. Gedacht kan worden aan een omgevingsvergunningaanvraag Milieu in de:
Volstaan kan worden met een zogenaamd “kan” artikel. Dit staat dan ook als zodanig opgenomen.
C. Omgevingsvergunning beperkte milieutoets
Deze vergunning ziet toe op het verwerken van afvalstoffen of het opbulken van (vervuilde) grond. Er zijn bedrijven in de Hoeksche Waard te vinden die over een dergelijke vergunning beschikken. De situatie in deze subregio is niet van dien aard dat het noodzakelijk is voor deze vergunningen standaard een Bibob-toets uit te voeren. Om in voorkomende gevallen toch over de mogelijkheid te beschikken een bedrijf nader te onderzoeken, wordt voorgesteld het “kan” artikel op te nemen.
In de Hoeksche Waard werd jaarlijks een vechtsportgala georganiseerd. Om een waterbedeffect te voorkomen (dat het evenement zich verplaatst en binnen onze gemeentegrenzen gehouden gaat worden) acht de gemeente het noodzakelijk vergunningaanvragen voor deze evenementen aan de hand van de Wet Bibob te laten toetsen. Aanleiding hiervoor zijn de risico’s op vervlechting tussen onder- en bovenwereld, maar zeker ook vanwege de incidenten die zich in het land hebben voorgedaan.
Bibob -toets bij vergunningen paracommerciële instellingen
Wanneer er aanleiding is te vermoeden dat de beschikking zal worden gebruikt als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob of wanneer het OM gebruik maakt van de tipfunctie, zal alsnog een Bibob-toets worden toegepast.
Artikel 2.1a Toepassing in bijzondere situatie bij aanvragen voor een beschikking genoemd in artikel 2.1
Op grond van artikel 11a van de wet Bibob kan een bestuursorgaan of rechtspersoon met een overheidstaak in het geval waarin hij bevoegd is tot toepassing van de wet Bibob het Bureau Bibob vragen of over de betrokkene de afgelopen vijf jaar advies is uitgebracht of een adviesaanvraag in behandeling is genomen. Indien dit het geval is, bericht het Bureau Bibob over het type beschikking, aanbesteding of vastgoedtransactie en ten behoeve van welk bestuursorgaan of rechtspersoon met een overheidstaak het advies is uitgebracht dan wel de adviesaanvraag in behandeling is genomen. Ditzelfde geldt indien een adviesaanvraag door het Bureau Bibob in behandeling is genomen en de betrokkene tussentijds de aanvraag om beschikking heeft ingetrokken.
Indien een advies is uitgebracht, meldt het Bureau Bibob de conclusie van het advies.
Voor een verzoek op grond van artikel 11a wet Bibob dient er:
in het geval van een vastgoedtransactie, een partij schriftelijk
Artikel 2.2 Toepassingsbereik bij reeds verleende beschikkingen
Artikel 2.3 Toepassingsbereik bij subsidies
Dit betreft het geval dat de aanvrager van een subsidie de toets van de Wet Bibob niet kan doorstaan. Bij deze weigeringsgrond is niet van belang of de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd op zichzelf beoordeeld subsidiabel zijn. Het gaat hierbij louter om de integriteit van de persoon dan wel rechtspersoon van de aanvrager aan wie het college op grond van de wet Bibob twijfelt een subsidie te verlenen. Naast subsidie weigeren, kan het college in dergelijke gevallen ook reeds verleende en vastgestelde subsidies intrekken.
Bij de evaluatie van dit beleid wordt opnieuw gekeken naar de mogelijkheden bij het doen van een Bibob toets bij het verlenen van subsidies.
Artikel 3.1 Toepassingsbereik bij vastgoedtransacties
De vastgoedtransacties die onder de Wet Bibob vallen zijn afgebakend tot de rechtshandelingen, waarbij de rechtspersoon met een overheidstaak partij is. Er is aangesloten bij het juridische begrip “onroerende zaak” uit het Burgerlijk Wetboek. Dit omvat grond en de gebouwen op de grond.
In de Wet Bibob wordt een vastgoedtransactie als volgt omschreven:
Een overeenkomst/rechtshandeling met betrekking tot een onroerende zaak met als doel:
Deze uitbreiding van de reikwijdte van de Wet Bibob stelt gemeenten in staat om, voordat een beslissing wordt genomen over het aangaan van een vastgoedtransactie, de transactie te toetsen op:
Indien een vastgoedtransactie al heeft plaatsgevonden, kan alleen advies worden gevraagd bij het Bureau Bibob in het geval dat bij een vastgoedtransactie is bedongen dat de overeenkomst kan worden opgeschort of ontbonden dan wel de rechtshandeling kan worden beëindigd indien één van de situaties zich voordoet, zoals benoemd in artikel 9 lid 3 van de Wet Bibob, alvorens zich op die opschortende of ontbindende voorwaarde te beroepen. Het betreft hier de mogelijke situaties, zoals hiervoor onder a, b en c genoemd.
Indien overige gronden, zoals beschreven in het Snippergroenbeleid, worden verkocht aan bedrijven voor meer dan € 25.000,00 dient er een Bibob toets uitgevoerd te worden.
Voor verkoop kavels op het bedrijventerrein, waar sprake van grote bedragen boven de € 200.000,00 wordt altijd gekeken of een Bibob toets uitgevoerd moet worden.
Voor verkoop van bedrijfskavels bij Heinenoord is een bijzondere constructie. Deze is juridisch gezien losgekoppeld van de gemeente. Hierdoor kan de gemeente officieel geen eis stellen met betrekking tot de Bibob. Met de beheerder voor verkoop van deze kavels is afgesproken dat bij verkoop al aan wordt gegeven dat voor bouw of ontwikkeling van de kavel de gemeente een Bibob toets kan afnemen in het kader van bijvoorbeeld omgevingsvergunning bouw. Hierdoor wordt ingebed dat een koper vooraf weet dat ontwikkelingen afhankelijk zijn van het positief doorlopen van de Bibob-procedure. Het is daardoor vooraf bekend dat het aankopen van de grond geen garantie is voor bouwen of ontwikkelen op de grond.
Artikel 3.2 Toepassingsbereik bij aanbestedingen
Sinds 1 augustus 2020 gaat het hier om alle soorten overheidsopdrachten, tot 1 augustus 2020 was dit enkel ICT, Bouw en Milieu. Anders dan bij beschikkingen gaat het hierbij niet om het toepassen van weigeringsgronden op grond van de Wet Bibob. De Wet Bibob geeft geen weigeringsgronden voor het niet gunnen van een overheidsopdracht, maar het toetsingskader van artikel 3 van de Wet Bibob (waaronder het advies van het Bureau Bibob) kan gebruikt worden ter versterking van één of meer van de reguliere uitsluitingsgronden binnen het gesloten stelsel van selectie- en gunningscriteria.
Toetsing aan de Wet Bibob kan voorafgaand aan de beslissing inzake de gunning. Indien al een overeenkomst is afgesloten, kan de gemeente advies vragen bij het Bureau Bibob. Aan het Bureau Bibob kan alleen advies worden gevraagd indien:
ten aanzien van een onderaannemer, uitsluitend met het oog op diens acceptatie als zodanig, indien de gemeente in het bestek als voorwaarde heeft gesteld dat onderaannemers niet zonder toestemming van die rechtspersoon worden gecontracteerd en in het kader van die voorwaarde zich het recht heeft voorbehouden aan het Bureau advies te vragen.
Het Bureau Bibob kan de gemeente adviseren of er sprake is van feiten en omstandigheden, waarbij een uitsluitingsgrond van toepassing is.
De uitsluitingsgronden zijn benoemd in de Aanbestedingswet (2013). De Aanbestedingswet kent verplichte en facultatieve uitsluitingsgronden. Aan de verplichte uitsluitingsgronden kan direct worden getoetst. Indien de gemeente de facultatieve uitsluitingsgronden als toetsingskader wil hanteren om een overeenkomst te kunnen ontbinden, dient dit in de aanbestedingsstukken te worden aangegeven.
Paragraaf 4: Uitvoering en paragraaf 5 conform Bibob -beleidslijn gemeente Hoeksche Waard 2020
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-324870.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.