Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard tot vijfde wijziging van de Algemene voorwaarden vrachtwagenparkeerterrein Mosterweg Spijkenisse 2018 (wijziging van gebruiksbepalingen om hinder, gevaar en overlast tegen te gaan en indexatie van parkeertarieven)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard;

 

gelet op artikel 160, eerste lid, aanhef en onder e, van de Gemeentewet;

 

besluit de volgende regeling vast te stellen:

 

Vijfde wijziging van de Algemene voorwaarden vrachtwagenparkeerterrein Mosterweg Spijkenisse 2018.

Artikel I  

De Algemene voorwaarden vrachtwagenparkeerterrein Mosterweg Spijkenisse 2018 worden gewijzigd als volgt:

 

A.

 

Aan artikel 1.1 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3.

    Het vrachtwagenparkeerterrein wordt mede ter beschikking gesteld voor rijonderricht voor de motorrijtuigcategorieën A1, A2 en A als bedoeld in de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993. Hierbij zijn de artikelen 1.4 tot en met 1.7 en hoofdstuk 4 van deze algemene voorwaarden overeenkomstig van toepassing, met dien verstande dat van het bepaalde in artikel 1.5, eerste lid, onder a en c, uitsluitend tijdens het rijonderricht mag worden afgeweken.

B.

 

Artikel 1.3, eerste lid, wordt vervangen door:

  • 1.

    Het parkeerterrein mag alleen worden gebruikt met een geldig parkeerbewijs. Een parkeer- of dagkaart geldt voor het parkeren van één motorvoertuig. Een parkeerabonnement geldt, onverminderd artikel 3.1, tweede lid, voor het parkeren met één autobus of één bestel- of vrachtauto.

C.

 

Artikel 1.5 wordt vervangen door:

 

Artikel 1.5 Gebruik van het parkeerterrein

  • 1.

    Op het parkeerterrein zijn de Wegenverkeerswet 1994 en de daarop gebaseerde voorschriften van toepassing, met dien verstande dat de bestuurder van een motorvoertuig:

    • a.

      niet sneller mag rijden dan 15 kilometer per uur;

    • b.

      alleen de aangegeven rijrichting mag volgen;

    • c.

      zijn motorvoertuig alleen mag parkeren in een parkeervak, bestemd voor de voertuigcategorie of groep voertuigen die op het verkeersbord bij de parkeergelegenheid is aangegeven, zoals aangeduid op de als bijlage I bij deze algemene voorwaarden behorende kaart.

  • De bestuurder die een van deze gebruiksregels overtreedt, is een boete verschuldigd van € 100,00.

  • 2.

    Een aanhangwagen mag niet worden afgekoppeld van een bestel- of vrachtauto zonder toestemming van de gemeente.

  • Degene die deze gebruiksregel overtreedt, is een boete verschuldigd van € 100,00.

  • 3.

    De bestuurder van een motorvoertuig is verplicht bij het op- en afrijden van het parkeerterrein de nodige afstand tot een voorgaand motorvoertuig aan te houden. Hij moet wachten op zijn beurt om de automaat waaraan de slagboom bij de in- en uitrit is verbonden, te bedienen. Het is verboden om het parkeerterrein op- of af te rijden door direct achter een voorgaand motorvoertuig aan onder de slagboom door te rijden (treintje rijden).

  • De bestuurder die deze gebruiksregel overtreedt, is een boete verschuldigd van € 300,00.

  • 4.

    Het is verboden om zaken, van welke aard dan ook, op te slaan. Hieronder wordt begrepen het parkeren van een motorvoertuig of een aanhangwagen zonder een geldig parkeerbewijs.

  • Onverminderd artikel 1.3, derde lid, is de bezitter of houder van een zaak, motorvoertuig of aanhangwagen bij overtreding van deze gebruiksregel een boete verschuldigd van € 25,00 per dag of deel daarvan.

  • 5.

    Als bezitter of houder van een motorvoertuig of aanhangwagen als bedoeld in het vierde lid wordt aangemerkt:

    • a.

      degene die het motorvoertuig of de aanhangwagen heeft geparkeerd;

    • b.

      degene op wiens naam het voor het motorvoertuig of de aanhangwagen opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het kentekenregister was ingeschreven.

  • 6.

    Het is verboden afval achter te laten, anders dan in de daartoe bestemde afvalbakken. Uitwerpselen van een dier moeten door de houder van dat dier direct worden verwijderd. Het is verboden om de natuurlijke behoefte te doen.

  • Degene die een van deze gebruiksregels overtreedt is een boete verschuldigd van € 100,00.

  • 7.

    Het is op het parkeerterrein verboden:

    • a.

      werkzaamheden aan een motorvoertuig of aanhangwagen uit te voeren zonder toestemming van de gemeente;

    • b.

      reclame te maken zonder toestemming van de gemeente;

    • c.

      zich zonder redelijk doel op te houden;

    • d.

      alcoholhoudende drank of middelen als bedoeld in artikel 2 of 3 van de Opiumwet te gebruiken.

  • 8.

    Het parkeerterrein mag voor geen ander doel worden gebruikt dan waarvoor dit is bestemd. Hinder, gevaar, overlast of schade, anders dan hiervoor bedoeld, mag ook niet worden veroorzaakt.

  • 9.

    Aanwijzingen van het personeel van de gemeente en aanwijzingen die staan vermeld bij of op het parkeerterrein en op de daar opgestelde apparatuur moeten onmiddellijk worden opgevolgd.

  • 10.

    Om het parkeerterrein te verlaten, kan hulp van het personeel van de gemeente worden gevraagd. Voor het verlenen van hulp tussen 22.30 uur en 07.00 uur worden kosten ad € 55,00 in rekening gebracht, tenzij hulpverlening noodzakelijk is wegens een bedrijfsstoring.

D.

 

Artikel 1.6 wordt vervangen door:

 

Artikel 1.6 Retentierecht, niet-nakoming

  • 1.

    De gemeente heeft het recht om de afgifte van een motorvoertuig of aanhangwagen op te schorten totdat de bezitter of houder, bedoeld in artikel 1.5, vijfde lid, alles heeft voldaan wat volgens deze algemene voorwaarden voor het gebruik van het parkeerterrein moet worden voldaan.

  • 2.

    Als een houder van een parkeerbewijs of een gebruiker als bedoeld in artikel 1.2, vierde lid, tekortschiet in de nakoming van enige verplichting die op hem rust, dan is de gemeente gerechtigd:

    • a.

      voor rekening en risico van de houder een wielklem aan het door hem gebruikte of te gebruiken motorvoertuig of aanhangwagen aan te brengen, het motorvoertuig of de aanhangwagen op het parkeerterrein te verplaatsen of daarvan te verwijderen;

    • b.

      de overeenkomst zonder schriftelijke ingebrekestelling onmiddellijk te ontbinden;

    • c.

      hem de toegang tot het parkeerterrein te ontzeggen.

  • 3.

    De houder of gebruiker is verplicht aan de gemeente alle schade en kosten te vergoeden die zij lijdt of heeft geleden als gevolg van de tekortkoming of de ontbinding van de overeenkomst.

E.

 

Artikel 2.1 wordt vervangen door:

 

Artikel 2.1 Parkeren met een bij de inrit van het parkeerterrein vervaardigde parkeerkaart

  • 1.

    Direct na de uitname van een parkeerkaart uit de automaat bij de inrit van het parkeerterrein is parkeergeld verschuldigd, dat wordt samengesteld door de som van een starttarief en een tarief aan de hand van de werkelijke parkeertijd.

  • 2.

    Het starttarief bedraagt € 4,20.

  • 3.

    Het tarief aan de hand van de werkelijke parkeertijd bedraagt € 1,40 per uur.

  • 4.

    Het berekende tarief wordt afgerond naar boven op eenheden van € 0,10.

  • 5.

    Het starttarief en het daarbij op te tellen tarief dat wordt berekend aan de hand van de werkelijke parkeertijd bedraagt ten hoogste € 21,00 per kalenderdag.

  • 6.

    Een houder van een parkeerkaart kan het parkeerterrein alleen afrijden nadat hij het verschuldigde parkeergeld heeft betaald.

  • 7.

    Een houder kan alleen betalen bij de betaalautomaat op het parkeerterrein. De door de automaat bepaalde gegevens zijn bindend voor partijen. De betaling vindt plaats door de volgende handelingen of gebeurtenissen:

    • a.

      eerst voert de houder de parkeerkaart in de daarvoor bestemde automaat in;

    • b.

      de automaat stelt het einde van de parkeertijd vast en berekent de parkeerduur en het daarvoor verschuldigde parkeergeld;

    • c.

      vervolgens betaalt de houder op de wijze als bij of op de automaat is vermeld.

  • 8.

    De na betaling uit de automaat te nemen parkeerkaart moet een bestuurder, om het terrein af te rijden, bij de uitrit van het parkeerterrein invoeren in de automaat waaraan de slagboom is verbonden. Hiervoor heeft hij gedurende een periode van vijf minuten de gelegenheid.

  • 9.

    Als een bestuurder het parkeerterrein niet afrijdt binnen vijf minuten, dan is hij parkeergeld verschuldigd voor de tijd na de betaling van het parkeergeld, bedoeld in het achtste lid. Hij kan dit resterende parkeergeld alleen betalen door de parkeerkaart opnieuw in te voeren in de daarvoor bestemde betaalautomaat.

  • 10.

    Er kan ten hoogste op zeven aaneengesloten kalenderdagen onafgebroken worden geparkeerd. Met ingang van de achtste kalenderdag verliest de parkeerkaart zijn geldigheid, waarna een bestuurder alleen het parkeerterrein kan afrijden na betaling van het verschuldigde parkeergeld en van de boete zoals bedoeld in artikel 1.5, vierde lid.

F.

 

Artikel 2.2, eerste lid, wordt vervangen door:

  • 1.

    Een dagkaart geldt voor het parkeren gedurende een kalenderdag. Het tarief bedraagt € 21,00.

G.

 

Artikel 3.1, vijfde lid, wordt vervangen door:

  • 5.

    Het tarief voor een parkeerabonnement bedraagt € 304,80 per jaar.

Artikel II  

Deze regeling wordt in het gemeenteblad geplaatst, en zij treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard van 1 december 2020.

De secretaris,

mr. M.L.M. Weerts

De burgemeester,

mr. F. van Oosten

Naar boven