Gemeenteblad van Utrecht
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Utrecht | Gemeenteblad 2020, 323687 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Utrecht | Gemeenteblad 2020, 323687 | Verordeningen |
Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2021 gemeente Utrecht
De raad van de gemeente Utrecht;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 september 2020 met kenmerk 7958359
gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;
gezien het advies van de commissie Mens en Samenleving van dd. 17 en 18 november 2020;
besluit vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2021 gemeente Utrecht
Onder de naam “precariobelasting" wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
De precariobelasting wordt geheven van degene die één of meer in de tabel opgenomen voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van voorwerpen in, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond:
2e die een stoeptrede voor een bestaande ingang, een koekoek, een licht- of luchtkolk voor een bestaand raam betreffen waar voor het plaatsen, in verband met een wijziging van het straatprofiel, door het college van burgemeester en wethouders schriftelijk toestemming is verleend; met uitzondering echter van uitbouwen waarmee het bevorderen van het betreden van het gebouwde eigendom of het bieden van bescherming tegen weersinvloeden wordt beoogd;
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het vijfde lid van overeenkomstige toepassing is.
1. In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het tijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaar-overschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
2. In andere dan in het eerste lid bedoelde gevallen is het belastingtijdvak de in het kalenderjaar gelegen aaneengesloten periode gedurende welke het belastbare feit zich voordoet of heeft voorgedaan.
plaatsvindt, de precariobelasting worden geheven bij wege van een mondelinge kennisgeving, dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota, waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt .
Artikel 12 Nadere regels met betrekking tot heffing en invordering
Het bestuur van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
De Verordening precariobelasting 2020 vastgesteld bij raadsbesluit van 14 november 2019 (Gemeenteblad van Utrecht 2019, nr.285734) wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van dd. 3 december 2020.
De griffier,
mr. M. van Hall CMC
De burgemeester,
P.E.J. den Oudsten
Tarieventabel precariobelasting 2021
Tarieventabel behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2021, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 3 december 2020.
Paragraaf 1: Algemeen tarief precariobelasting
Het tarief bedraagt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, indien telkens hetzelfde gedeelte van de grond wordt ingenomen en voor zover in deze tarieventabel niet in een bijzonder tarief is voorzien
Paragraaf 2: Luifels en balkons
2.1 Het tarief bedraagt ter zake van het hebben van
Paragraaf 3: Uitstallen en verkopingen
3.1 Het tarief bedraagt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond:
3.1.1 voor het uitspreiden, uithangen of uitstallen van goederen, het plaatsen en hebben van bakken, manden, tafels, rekken, jukken, uitstalkasten en toonkasten, met dien verstande dat de belasting wordt geheven over de ruimte die ingenomen wordt als de goederen zijn uitgespreid, uitgehangen of uitgestald
3.1.2 voor een kraam of een andere soortgelijke inrichting voor de verkoop van eet- of andere koopwaren, alsmede voor het plaatsen of hebben van in het openbaar te verkopen goederen
3.1.3 voor een noodwinkel voor de verkoop van eet- of andere koopwaren
4.1 Het tarief bedraagt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond:
voor een uit één of meer tenten, stallen, berghokken of andere gebouwen c.q. getimmerten bestaande inrichting, waarin voor het publiek toegankelijke voorstellingen of vertoningen worden gegeven, waaronder mede worden begrepen, in afwijking van het bepaalde onder 3.1.2, de erbij behorende inrichtingen tot verkoop van eet- of andere koopwaren:
per dag bij een totaal ingenomen oppervlakte
5.1 Het tarief bedraagt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond:
5.1.1 voor terrassen, onderscheidenlijk geheven naar de gebieden A, B en C zoals omschreven in artikel 5 van de Verordening
Paragraaf 6 Loswallen, hijskranen en putten
6.1 Het tarief bedraagt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond:
6.1.1 voor een loswal, kade of oever in gebruik om goederen te laden of te lossen:
6.1.2 voor een hijskraan of trechter in verband met het laden en lossen van schepen en vrachtwagens
7.1 Het tarief bedraagt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond:
voor een lichtbak, uithangbord, sandwichbord, neonreclame of een ander tot reclame dienend voorwerp per m² voor reclame bestemd oppervlak:
Paragraaf 8 Verkoopplaatsen van motorbrandstoffen
8.1 Het tarief bedraagt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond:
8.1.2 voor een pomp voor motorbrandstof
8.1.3 voor een pomp voor motorbrandstof, indien een aftappunt gelegenheid biedt tot aflevering van meer dan één soort motorbrandstof van verschillend octaangehalte
8.1.4 voor een pomp uitsluitend bestemd voor mengsmeringsbrandstof
8.1.5 voor een tank gerelateerd aan de grootste horizontale doorsnede
8.1.6 voor pompeilanden of perrons
8.1.7 voor water- of luchtaftappunten en lichtmasten behorende tot een verkooppunt van motorbrandstof
8.1.8 voor leidingen behorende tot een verkooppunt voor motorbrandstof
8.1.9 voor een vul- en peilpunt
Paragraaf 9 Bouwmaterialen en bouwmaterieel
9.1 Het tarief bedraagt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond:
in ieder geval voor keten, loodsen, bouwwerktuigen (waaronder begrepen rails en bouwkranen) en steigers en voor ruimte ingenomen door laden, lossen en opslaan van goederen, bouwmaterialen en grond:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-323687.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.