Verordening tot wijziging van de ‘Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2007’

De raad van de gemeente Vught;

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 oktober 2020;

besluit:

vast te stellen de:

 

Verordening tot wijziging van de ‘Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2007’.

Artikel I

De “Tarieventabel 2020 behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten” wordt vervangen door de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte “Tarieventabel 2021 behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten".

Artikel II

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel wordt gewijzigd in:

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De 'Verordening Lijkbezorgingsrechten 2006' van 15 december 2005, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Verordening lijkbezorgingsrechten’.

Artikel III

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking met dien verstande dat de onderdelen die ingevolge deze verordening worden gewijzigd van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor 1 januari 2021 hebben voorgedaan.

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Vught in zijn openbare vergadering van 3 december 2020.

de griffier,

Drs. J.A. Deneer

de voorzitter,

R.J. van de Mortel

Tarieventabel 2021 behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 1. Verlenen van rechten

 

 

 

 

 

 

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt geheven:

 

 

1.1.1

Voor het lijk van een persoon van 12 jaar of ouder, voor een periode van 20 jaar:

1.552,00

1.1.2

Voor het lijk van een persoon van jonger dan 12 jaar, doch ouder dan één jaar, voor een periode van 20 jaar:

1.006,00

1.1.3

Voor het lijk van een persoon van jonger dan één jaar, voor een periode van 20 jaar :

491,00

1.1.4.1

Voor het verlengen met een periode van 10 jaar van het uitsluitend recht op een graf van een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven:

757,00

1.1.4.2

Voor het verlengen met een periode van 10 jaar van het uitsluitend recht op een graf van een persoon van jonger dan 12 jaar, doch ouder dan één jaar wordt geheven:

483,00

1.1.4.3

Voor het verlengen met een periode van 10 jaar van het uitsluitend recht op een graf van een persoon van jonger dan één jaar wordt geheven:

240,00

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf wordt geheven:

 

 

1.2.1

Voor een periode van 20 jaar:

940,00

1.2.2

Voor het verlengen van het uitsluitend recht op een urnengraf met een periode van 10 jaar wordt geheven:

307,00

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 2. Begraven

 

 

 

 

 

 

2.1

Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven:

775,00

2.2

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden één jaar wordt geheven:

189,00

2.3

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 12 jaar wordt geheven:

376,00

2.4

Voor het reserveren van een graf voor een periode van 10 jaar wordt geheven:

756,00

2.5

Voor het verlengen van de reservering van een graf met een periode van 10 jaar wordt geheven:

231,00

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 3. Bijzetten van asbussen en urnen

 

 

 

 

 

 

3.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:

 

 

3.1.1

In een graf:

273,00

3.1.2

In een urnengraf:

82,00

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 4. Grafbedekking en onderhoud

 

 

 

 

 

 

4.1

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van een graf wordt geheven per

graf:

 

 

4.1.1

Voor een graf voor een periode van 20 jaar, gelijk aan de periode van het uitsluitend recht op het graf:

1.552,00

4.1.2

Voor een graf voor een periode van 10 jaar, volgende op de periode onder 4.1.1:

775,00

4.1.3

Voor een graf waarin één of meer urnen zijn geplaatst voor een periode van 20 jaar, gelijk aan de periode van het uitsluitend recht op het graf:

904,00

4.1.4

Voor een graf waarin één of meer urnen zijn geplaatst voor een periode van 10 jaar, volgende op de periode onder 4.1.3:

317,00

4.1.5

Voor het verlenen van toestemming tot het plaatsen van een enkel gedenkteken:

95,00

4.1.6

Voor het verlenen van toestemming tot het plaatsen van een dubbel gedenkteken:

190,00

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 5. Inschrijven en overboeken van eigen graven en urnennissen

 

 

 

 

 

 

5.1

Voor het inschrijven en overboeken van graven in een daartoe bestemd register wordt geheven:

7,50

5.1.1

Voor het inschrijven en overboeken van urnengraven in een daartoe bestemd register wordt geheven:

7,50

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 6. Opgraven

 

 

 

 

 

 

6.1

Voor het opgraven van een lijk of de overblijfselen van een lijk wordt geheven:

756,00

6.2

Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in een ander graf worden de tarieven geheven genoemd in hoofdstuk 2.

 

 

6.3

Voor het na opgraven weer begraven in hetzelfde graf worden geen rechten geheven.

 

 

6.4

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus of urn uit een graf wordt geheven:

342,00

6.5

Voor het weer terugplaatsen van de asbus of urn in een ander graf wordt geheven:

224,00

6.6

Voor het weer terugplaatsen van de asbus of urn in hetzelfde graf worden geen rechten geheven.

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 7. Overige heffingen

 

 

 

 

 

 

7.1

Voor het éénmaal luiden van de klok wordt geheven per kwartier:

24,00

7.2

Voor het tweemaal luiden van de klok, telkens een kwartier, wordt geheven:

80,00

7.3

Voor het driemaal luiden van de klok, telkens een kwartier, wordt geheven:

114,00

 

Behorende bij het raadsbesluit van 3 december 2020.

de griffier,

Drs. J.A. Deneer

de voorzitter,

R.J. van de Mortel

Naar boven