Verordening amateurkunst Beemster 2021

De raad van de gemeente Beemster;

 

- gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 november 2020, nr. 1525883;

 

- gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

- overwegende dat het voor het onderwerp amateurkunst wenselijk is een bijzondere, los van de Algemene Subsidieverordening Beemster 2014 staande, subsidieverordening te maken;

 

BESLUIT:

 

vast te stellen de Verordening Amateurkunst Beemster 2021

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    actieve leden: contributie betalende leden van een instelling, die de activiteiten ervan mede uitvoeren. De artistieke leiders, kader(leden), commissarissen, ereleden en dergelijke worden niet als zodanig aangemerkt;

  • b.

    activiteiten: de artistiek gerichte werkzaamheden van een instelling;

  • c.

    amateurkunst: kunst die niet beroepsmatig wordt bedreven;

  • d.

    basissubsidie: de aanspraak van een instelling op financiële middelen voor periodiek terugkerende activiteiten;

  • e.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Beemster;

  • f.

    instelling: een organisatie die rechtspersoonlijkheid bezit en zich ten doel stelt om zonder winstoogmerk activiteiten te verrichten op het gebied van amateurkunst;

  • g.

    openbare presentatie: een door een instelling georganiseerde, voor publiek toegankelijke, activiteit waaraan door publiciteit bekendheid wordt gegeven;

  • h.

    subsidieperiode: een kalenderjaar;

  • i.

    subsidieplafond: een bedrag zoals bedoeld in artikel 4:22 van de wet;

  • j.

    wet: de Algemene wet bestuursrecht.

  • k.

    Instelling met een lokaal verzorgingsgebied: een instelling die activiteiten ontplooit, waaraan hoofdzakelijk door inwoners van de gemeente Beemster deelgenomen wordt;

  • l.

    Instelling met een regionaal verzorgingsgebied: een instelling die activiteiten ontplooit waaraan niet hoofdzakelijk door inwoners van de gemeente Beemster deelgenomen wordt.

Artikel 2 Bevoegdheden college

  • 1.

    Het college kan met in achtneming van deze verordening besluiten over het verstrekken van basissubsidies amateurkunst.

  • 2.

    Het college kan vóór 1 januari van de subsidieperiode waarop de subsidie betrekking heeft, een subsidieplafond voor basissubsidies vaststellen.

  • 3.

    Het college stelt per subsidieplafond de wijze van verdeling vast.

Artikel 3 Aanvraag basissubsidie

  • 1.

    Een aanvraag voor een basissubsidie wordt ingediend middels een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    Het aanvraagformulier gaat vergezeld van een activiteitenplan; een jaarverslag, een jaarrekening, een begroting van de uitgaven en inkomsten en een opgave van het aantal actieve leden op 1 januari van de subsidieperiode waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 3.

    Indien een instelling voor de eerste keer een basissubsidie aanvraagt, voegt zij aan het aanvraagformulier een exemplaar van de oprichtingsakte en de statuten als bijlagen toe.

Artikel 4 Eisen verstrekking basissubsidie

  • 1.

    Een instelling dient bij zijn aanvraag voor een basissubsidie aan te tonen dat:

    • a.

      de instelling gedurende tenminste twee jaar voorafgaand aan de indiening van de aanvraag actief is geweest op het gebied van amateurkunst

    • b.

      de instelling aangesloten is bij een federatief amateurkunstverband of op een gelijkwaardige andere wijze amateurkunst beoefent;

    • c.

      de instelling tenminste eenmaal per jaar een openbare presentatie in de gemeente verzorgt. De instelling kondigt deze tenminste vier weken van tevoren schriftelijk aan bij het college;

  • 2.

    Onverminderd het gestelde in de artikelen 4:25 en 4:43, tweede lid juncto artikel 4:35, tweede lid van de wet, kan het college de basissubsidie geheel of gedeeltelijk weigeren, indien:

    • a.

      de aanvrager niet dan wel onvoldoende aantoont dat hij voldoet aan de in het eerste lid gestelde eisen;

    • b.

      de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met wet- en regelgeving, het algemeen belang of de openbare orde;

    • c.

      de activiteiten een politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke boodschap hebben;

    • d.

      de aanvrager ook zonder subsidie over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken.

Artikel 5 Vaststelling basissubsidie

  • 1.

    Het college beslist op een aanvraag tot subsidievaststelling binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    Het college kan de beslissing, met redenen omkleed, eenmalig met vier weken verdagen. Hiervan krijgt de aanvrager vóór afloop van de in het eerste lid genoemde termijn schriftelijk bericht.

Artikel 6 Nadere regels college

Het college stelt nadere regels vast met betrekking tot de hoogte en de berekeningsgrondslag van de op grond van artikel 5 vast te stellen subsidie. Ten behoeve van de vaststelling van de hoogte en de berekeningsgrondslag gaat het college uit van het aantal actieve leden op 1 januari van de subsidieperiode waarop de aanvraag betrekking heeft.

 

Artikel 7 Onvoorziene omstandigheden

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, worden door het college de nodige besluiten genomen.

 

Artikel 8 Hardheidsclausule

Het college kan de verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang dat deze verordening beoogt te beschermen leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

 

Artikel 9 Looptijd verordening

De verordening treedt in werking op de dag na die waarop de verordening is bekendgemaakt en geldt tot en met 31 december 2021.

 

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening amateurkunst Beemster 2021.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad d.d. 1 december 2020

H.C. Heerschop

voorzitter

M. Timmerman

griffier

Naar boven