Nadere regels VVE Peuteropvang gemeente Valkenburg aan de Geul 2021

Het college van de gemeente Valkenburg aan de Geul;

- gelet op de artikelen 108, 149 van de Gemeentewet, titel 4.1. en 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Valkenburg aan de Geul;

- overwegende dat het noodzakelijk is om nadere regels vast te stellen die in acht worden genomen bij het verstrekken van subsidies voor peuteropvang en het onderwijs achterstandenbeleid in de gemeente;

 

besluit:

 

vast te stellen de Nadere regels VVE Peuteropvang gemeente Valkenburg aan de Geul 2021.

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    ASV: Algemene subsidieverordening gemeente Valkenburg aan de Geul 2016;

  • b.

    bestuur: het bestuur van een geregistreerde voorschoolse voorziening in de gemeente waar peuteropvang wordt aangeboden;

  • c.

    bruto-ouderbijdrage: vastgestelde ouderbijdrage waarvan de ouder op basis van het inkomen een deel terugkrijgt via kinderopvangtoeslag of compensatie via de gemeentetoeslag die wordt verrekend met de subsidie aan het geregistreerd kindercentrum;

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

  • e.

    gemeentetoeslag: subsidie die aan de aanbieder van peuteropvang wordt toegekend ten behoeve van ouders die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag als tegemoetkoming in de kosten voor het afnemen van peuteropvang.

  • f.

    geregistreerd kindercentrum: in het landelijk register kinderopvang ingeschreven kindercentrum als bedoeld in artikel 1.46, tweede lid van de Wet kinderopvang;

  • g.

    inkomensverklaring: Verklaring Geregistreerd Inkomen (VGI, voorheen IB60-verklaring genoemd) van de Belastingdienst met inkomensgegevens over een bepaald belastingjaar. De inkomensverklaring bevat de volgende gegevens:

    • naam en adres;

    • het jaar waarover de inkomensverklaring wordt afgegeven;

    • inkomensgegevens.

  • h.

    koptarief: verschil tussen de kostprijs per uur en de vastgestelde bruto-ouderbijdrage per uur;

  • i.

    kostprijs: de maximaal te subsidiëren prijs voor een uur peuteropvang.

  • j.

    KOT: kinderopvangtoeslag, de toeslag die kinderopvangtoeslaggerechtigden ontvangen van de Belastingdienst voor kinderopvang;

  • k.

    LRK: landelijk register kinderopvang, register als bedoeld in artikel 1.47b, eerste lid van de Wet kinderopvang;

  • l.

    ouder: ouder als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang;

  • m.

    ouderbijdrage: eigen bijdrage die ouders betalen voor peuteropvang en die afhankelijk is van de hoogte van het gezinsinkomen;

  • n.

    peuteropvang: regulier VVE aanbod van 8 uur per week en 40 weken per jaar voor peuters vanaf 2 jaar tot en met 3 jaar. Peuters met een VVE-indicatie krijgen in de periode van 2,5 jaar tot en met 3 jaar een extra VVE aanbod van 8 uur per week bovenop het reguliere voorschoolse aanbod;

  • o.

    reguliere peuter: peuters in de leeftijd van 2 tot en met 3 jaar zonder VVE indicatie. Zij krijgen een aanbod van 8 uur per week en 40 weken per jaar vanaf 2 jaar tot en met 3 jaar.

  • p.

    VVE (voor- en vroegschoolse educatie): opvang waarbij peuters een gecertificeerd VVE-programma krijgen aangeboden gericht op taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling;

  • q.

    VVE-indicatie: door de jeugdgezondheidszorg (consultatiebureau) afgegeven verklaring dat deelname aan het extra VVE aanbod peuteropvang geïndiceerd is.

  • r.

    VVE peuter: Peuters in de leeftijd van 2,5 jaar tot en met 3 jaar met een VVE-indicatie. Zij krijgen in de periode van 2,5 jaar tot en met 3 jaar een extra VVE aanbod van 8 uur per week bovenop het reguliere voorschoolse aanbod;

  • s.

    horizontale groepen: opvanggroepen waar uitsluitend kinderen in de leeftijd van 2 t/m 3 jaar worden opgevangen.

  • t.

    verticale groepen: opvanggroepen waar kinderen in de leeftijd van 0 t/m 3 jaar worden opgevangen.

Artikel 2 Doel

Met deze subsidieregeling wordt beoogd ouders te stimuleren om hun kinderen een voorschoolse voorziening te laten bezoeken en te laten deelnemen aan de peuteropvang.

 

Artikel 3 Reikwijdte subsidieregeling

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verleend voor peuteropvang in horizontale groepen en verticale groepen in een in het LRK geregistreerd kindercentrum met VVE registratie in de gemeente Valkenburg aan de Geul.

  • 2.

    De subsidie wordt verleend aan de desbetreffende aanbieder waar de ouders peuteropvang afnemen.

  • 3.

    De subsidie kan bestaan uit:

    • a.

      gemeentetoeslag;

    • b.

      koptarief;

    • c.

      subsidiëring van extra VVE aanbod;

  • 4.

    Voor subsidie van de gemeentetoeslag voor ouders zonder aanspraak op KOT is de voorwaarde verbonden dat de ouders een inkomensverklaring overleggen aan de aanbieder op basis waarvan de aanbieder de ouderbijdrage vaststelt.

  • 5.

    Voor subsidie van het extra VVE aanbod binnen de peuteropvang voldoet de aanbieder daarvan aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      de locatie met het aanbod staat als VVE locatie geregistreerd in het LRK;

    • b.

      voor het te leveren VVE aanbod is een VVE-indicatie afgegeven aan het betreffende kind.

 

Artikel 4 Subsidieplafond

Het college stelt voor de subsidiabele activiteiten jaarlijks een subsidieplafond vast.

 

Artikel 5 Subsidiehoogte en nadere regels

  • 1.

    In het kader van het verstrekken van de subsidies, bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdelen a tot en met c stelt het college de hoogte vast van:

    • a.

      het maximum aantal te subsidiëren uren per peuter per jaar;

    • b.

      de maximum te subsidiëren kostprijs per uur voor peuteropvang;

    • c.

      de bruto-ouderbijdrage;

    • d.

      de gemeentetoeslag;

    • e.

      de VVE subsidie voor extra uren VVE aanbod.

  • 2.

    De subsidieopbouw is nader gespecificeerd in bijlage A en wordt jaarlijks, voorafgaande aan het betreffende subsidiejaar, vastgesteld door het college.

  • 3.

    Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de kwaliteit van VVE of met betrekking tot maatwerk door een geregistreerd kindercentrum.

 

Artikel 6 Verlengde opvang

Indien een peuter in juni of juli 4 jaar wordt en nog niet naar school kan voor de zomervakantie, kan de opvang automatisch verlengd worden tot de eerste dag van de zomervakantie.

Indien een peuter een Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) heeft voor speciaal (basis) onderwijs maar nog op een wachtlijst staat, kan de peuter de opvang ook op 4-jarige leeftijd vervolgen totdat er plaats is op school.

Indien een peuter in een andere maand 4 jaar wordt en om een andere reden dan hierboven genoemd niet naar het (speciaal) basisonderwijs kan, dan wordt door de gecertificeerde voorschoolse voorziening toestemming gevraagd aan het College voor een verlenging van de VVE-plaats tot een maximum van 3 maanden. De aanvraag bevat:

De reden waarom de peuter niet kan starten op het (speciaal) basisonderwijs;

Het plan dat uitgevoerd zal worden door de gecertificeerde voorschoolse voorziening, (speciaal) basisonderwijs en eventueel andere betrokken organisaties;

Tijdsduur van het plan (maximaal 3 maanden);

Ondertekend door zowel de gecertificeerde voorschoolse voorziening als de school (incl. naam en functie);

Advies team jeugd/knooppunt.

Het besluit op de verlengingsaanvraag vanuit de gemeente volgt maximaal 2 weken na dagtekening en mag ambtelijk en per mail worden afgedaan. Toetsingscriteria zijn: belang van het kind, toelaatbaarheid onderwijs en knelpunten hierbij.

Het verzoek tot verlenging zoals bedoeld in lid 3 wordt minimaal 1 maand voordat de peuter 4 jaar wordt via een beveiligd bericht verzonden naar de gemeente Valkenburg aan de Geul. Indien er redenen zijn waardoor nog niet duidelijk is wat de vervolgleerweg zal zijn wordt de gemeente door de gecertificeerde voorschoolse voorziening schriftelijk geïnformeerd over de nog te nemen stappen en redenen van deze vertraging.

 

Artikel 7 Aanvraag en aanvraagtermijn

  • 1.

    De subsidie wordt aangevraagd door de houder van een geregistreerd kindercentrum dat peuteropvang en/of VVE aanbiedt.

  • 2.

    In afwijking van artikel 7, eerste lid, van de ASV wordt een aanvraag uiterlijk vóór 1 december van het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft bij het college ingediend.

  • 3.

    Onverminderd artikel 4 van de ASV bevat de subsidieaanvraag:

    • a.

      het nummer waaronder het geregistreerd kindercentrum in het LRK geregistreerd staat;

    • b.

      een prognose van het aantal op te vangen peuters in het volgende kalenderjaar;

    • c.

      een onderverdeling waaruit blijkt:

      • i.

        het aantal peuters zonder VVE indicatie waarvan de ouders in aanmerking komen voor KOT;

      • ii.

        het aantal peuters met VVE indicatie waarvan de ouders in aanmerking komen voor KOT;

      • iii.

        het aantal peuters zonder VVE indicatie waarvan de ouders in aanmerking komen voor gemeentetoeslag;

      • iv.

        het aantal peuters met VVE indicatie waarvan de ouders in aanmerking komen voor gemeentetoeslag;

  • 4.

    De houder van het geregistreerd kindercentrum vraagt de subsidie aan met een door het college vastgesteld aanvraagformulier en peildatum 1 oktober.

 

Artikel 8 Weigeringsgronden

Het college kan, onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, een aanvraag voor subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren indien:

  • a.

    de aanvrager niet alle benodigde vergunningen en ontheffingen te behoeve van de gesubsidieerde activiteiten heeft of zal kunnen verkrijgen;

  • b.

    niet voldaan wordt aan de wettelijke vereisten voor het te exploiteren voorschoolse aanbod;

  • c.

    de behoefte aan het te subsidiëren aanbod onvoldoende is onderbouwd.

 

Artikel 9 Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1.

    Het bestuur stelt op basis van de aanvraag van ouders vast tot welke categorie (zie artikel 6 lid 3 c.) de ouder behoort.

  • 2.

    Het bestuur vraagt ouders die in aanmerking komen voor gemeentetoeslag een inkomensverklaring aan te leveren en stelt op basis daarvan de ouderbijdrage vast.

  • 3.

    Het bestuur brengt de subsidie in mindering op de door ouders van peuters te betalen kosten voor het gebruik van peuteropvang.

  • 4.

    Peuters met een VVE indicatie worden warm overgedragen naar het primair onderwijs.

  • 5.

    Het geregistreerd kindercentrum dat peuteropvang aanbiedt, werkt samen met jeugdgezondheidszorg en andere partners om preventie en zorg te bieden aan de peuters die het nodig hebben.

  • 6.

    De subsidieontvanger dient zich te houden aan het gemeentelijk VVE-beleid en deel te nemen aan bijbehorende overlegstructuur.

  • 7.

    De subsidieontvanger levert na afloop van elk kwartaal een rapportage in bij het college. Deze rapportage bevat de volgende elementen:

    • a.

      klantnummer peuter / ouder(s), toegepast naar de categorieën als genoemd in artikel 6, derde lid, onder c;

    • b.

      aantal contracturen toegepast naar de categorieën als genoemd in artikel 6, derde lid, onder c;

    • c.

      onderbouwing ouderbijdrage;

 

Artikel 10 Verantwoording en vaststelling subsidie

  • 1.

    Een aanvraag tot subsidievaststelling wordt uiterlijk 1 mei van het kalenderjaar, opvolgend aan het subsidiejaar, ingediend met een door het college vastgesteld formulier.

  • 2.

    Het bestuur rapporteert per locatie per geplaatste peuter de volgende gegevens:

    • a.

      klantnummer peuter / ouder(s);

    • b.

      aantal contracturen;

    • c.

      toepasselijkheid categorieën als genoemd in artikel 6, derde lid, onder c;

    • d.

      onderbouwing ouderbijdrage;

    • e.

      VVE indicatie.

  • 3.

    De subsidie wordt vastgesteld op basis van het daadwerkelijk aantal opgevangen peuters en opvanguren per peuter aan de hand van de afgesproken subsidiehoogte, de berekende ouderbijdrage en de toepasselijkheid van de categorieën, genoemd in artikel 6, lid 3, onder c.

  • 4.

    Indien in de subsidiebeschikking of de ASV is vastgelegd dat een accountantsverklaring moet worden aangeleverd bij de verantwoording is het controle protocol in bijlage C. van toepassing.

 

Artikel 11 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

 

Artikel 12 Relatie tot de Algemene Subsidieverordening gemeente Valkenburg aan de Geul 2016

Voor zoverre deze regeling niet uitputtend is, gelden de bepalingen uit de Algemene Subsidieverordening gemeente Valkenburg aan de Geul 2016.

 

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2021.

  • 2.

    Op aanvragen die voor de datum als genoemd in lid 1 zijn ingediend wordt beslist overeenkomstig deze regeling.

  • 3.

    Per 1 januari 2021 worden de Nadere regels VVE gemeente Valkenburg aan de Geul 2020 ingetrokken.

 

Artikel 13 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als “Nadere regels VVE Peuteropvang gemeente Valkenburg aan de Geul 2021”.

 

Naar boven