Verordening onroerendezaakbelastingen 2016, 6e wijziging

De raad van de gemeente Veenendaal;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 september 2020, nummer 1745531-1;

 

Overwegende dat

in de Programmabegroting 2021 is voorgesteld de tarieven aan te passen;

 

Gelet op

de artikelen 220 tot en met 220f en 220h van de Gemeentewet;

 

Besluit:

Vast te stellen de Verordening tot zesde wijziging van de Verordening op de heffing en de invordering van onroerendezaakbelastingen 2016 (Verordening onroerendezaakbelastingen 2016, 6e wijziging).

 

Artikel I  

De Verordening op de heffing en de invordering van onroerende zaakbelastingen 2016 wordt als volgt gewijzigd:

  • A.

    Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

    Artikel 2 Voorwerp van de belasting

    1. Voorwerp van de belasting is een onroerende zaak.

    2. Als onroerende zaak wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken.

    3. Een onroerende zaak dient in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

     

  • B.

    Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      In lid 1, sub a. wordt ‘0,1985%’ vervangen door: 0,1995%;

    • b.

      In lid 1, sub b. wordt onder sub 1. ‘0,1045%’ vervangen door: 0,0992% en wordt onder sub 2 ‘0,2485%’ vervangen door: 0,2497%. 

Artikel II Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2021.

Artikel III Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening onroerendezaakbelastingen 2016, 6e wijziging.

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van 5 november 2020,

 

mevrouw drs. F.A. van Hooijdonk

griffier

 

de heer K.J.G. Kats

voorzitter

Naar boven