Artikel 1 Definitie
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder grof bedrijfsafval: afvalstoffen, niet zijnde huishoudelijke afvalstoffen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘reinigingsrechten’ worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
Artikel 3 Belastingplicht
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 5 Belastingjaar
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 6 Wijze van heffing
De rechten bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, of door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving, aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld
De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 8 Termijnen van betaling
1. De reinigingsrechten moeten worden betaald ingeval de kennisgeving, de nota of andere schriftuur bedoeld in artikel 6
a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, nota of andere schriftuur, dan wel ingeval van toezending daarvan binnen 14 dagen na dagtekening van de kennisgeving, de nota of andere schriftuur.
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijnen.
Artikel 9 Kwijtschelding
Bij de invordering van de reinigingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 10 Overgangsrecht
De ‘Verordening reinigingsrechten 2020’ van 4 november 2019 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2021, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 12 Inwerkingtreding
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening reinigingsrechten 2021”.
Nummer 2020R0094f