Beleidsregels Gehandicaptenparkeerplaats op kenteken gemeente Molenlanden 2021

 

Burgemeester en wethouders van Molenlanden

 

Gezien het collegebesluit van 24 november 2020

 

BESLUITEN 

Op basis van de wettelijke grondslag:

  • 1.

    Artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer;

  • 2.

    Artikel 15 en 18 lid 1 onder d. van de Wegenverkeerswet 1994;

  • 3.

    Reglement Verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • 4.

    Algemene Wet bestuursrecht;

  • 5.

    Parkeerverordening gemeente Molenlanden 2020.

 

Voor de afhandeling van aanvragen voor een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken de volgende beleidsregels vast te stellen:

 

 

Artikel 1. Het verstrekken van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken

Op aanvraag wordt een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken gerealiseerd als:

  • 1.

    Aanvrager volgens de gegevens van de gemeentelijke Basisregistratie Personen (BRP) staat ingeschreven in de gemeente Molenlanden en beschikt over een Europese gehandicaptenparkeerkaart bestuurder;

  • 2.

    Aanvrager niet beschikt over parkeergelegenheid op eigen terrein;

  • 3.

    De verkeersveiligheid en het doelmatig gebruik van de weg niet worden verstoord door de aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken;

  • 4.

    Aanvrager voor de aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken en het vervangen van het onderbord leges betaalt. De hoogte van de leges wordt vastgesteld in de legesverordening;

  • 5.

    Voor verwijdering van het bord met paal en onderbord worden geen kosten in rekening gebracht.

Toelichting op artikel 1

Ad 1.

De aanvrager beschikt over een Europese gehandicaptenparkeerkaart bestuurder. Daarnaast moet de aanvrager op het moment van aanvragen of verlengen beschikken over een (eigen) auto/brommobiel en een geldig rijbewijs en er moet een kopie van het kentekenbewijs worden overlegd. Bij een gehandicaptenparkeerkaart passagier wordt geen gehandicapten-parkeerplaats op kenteken toegewezen.

Ad 2.

Als de aanvrager de gelegenheid heeft om te parkeren op eigen terrein, zoals garage, oprit of carport, wordt de aanvraag voor een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken niet toegewezen. Dit geldt ook als de garage bijvoorbeeld in gebruik is voor opslag, een werkplaats of andere doeleinden.

Ad 3.

Het college zal bij toewijzing van de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken zoveel mogelijk rekening houden met de voorkeur van de aanvrager, en bij voorkeur zo dicht als mogelijk bij de woning. Het college houdt echter het recht een andere plaats toe te wijzen. De verkeersveiligheid en het doelmatig gebruik van de weg mogen niet verstoord worden door de aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken. Als de verkeersveiligheid en/of de doorstroming van het verkeer in het geding komen, kan de aanvraag afgewezen worden. Op de beoogde locatie voor een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken is bijvoorbeeld sprake van een stopverbod of het is in de nabijheid van een hoek van een straat. Dit is ter beoordeling van de verkeerskundige van de gemeente. De exacte locatie wordt door de wegbeheerder beoordeeld en afgestemd met de aanvrager.

Ad 4.

Bij de aanvrager wordt voor het realiseren van de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken en/of het vervangen van het onderbord bij iedere wijziging van het kenteken vanwege aankoop van een andere auto leges in rekening gebracht. Deze kosten zijn éénmalig en worden niet opnieuw in rekening gebracht als er weer recht gehandicaptenparkeerkaart bestuurder bestaat en dezelfde gehandicapten-parkeerplaats op kenteken blijft bestaan. De hoogte van de leges wordt vastgesteld in de legesverordening.

De gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt gerealiseerd nadat:

  • 1.

    De kosten op de bankrekening van de gemeente zijn bijgeschreven en

  • 2.

    Het verkeersbesluit is gepubliceerd in de Staatscourant en een regionaal weekblad.

Artikel 2. Beoordeling

Het college van burgemeester en wethouders wijst voor de vaststelling van de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken het vakteam sociaal loket aan. De wegbeheerder van de gemeente beoordeelt eventueel in overleg met de politie en de verkeerskundige de verkeersveiligheid en adviseert hierover aan het vakteam sociaal loket.

Artikel 3. Duur van de toekenning van de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken

De gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt toegekend overeenkomstig de geldigheidsduur van gehandicaptenparkeerkaart bestuurder. Bij het verlopen van de gehandicaptenparkeerkaart bestuurder zal opnieuw worden beoordeeld of er nog recht bestaat op een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken. Bij verlenging van de gehandicaptenparkeerkaart bestuurder zal de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken zonder betaling van leges worden verlengd. Voor het realiseren van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken bij een binnengemeentelijke verhuizing moet een nieuwe aanvraag worden ingediend.

Artikel 4. Beëindigen van het recht op een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken

Het verkeersbesluit van de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt schriftelijk ingetrokken:

  • 1.

    Na overlijden van de houder van de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken;

  • 2.

    Als er geen recht meer bestaat op een gehandicaptenparkeerkaart bestuurder;

  • 3.

    Als de gezondheidstoestand van de houder van de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken of de parkeer- of verkeerssituatie dusdanig is gewijzigd, dat de parkeerplaats op kenteken niet zou zijn toegewezen;

  • 4.

    Als de houder van de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken uit de woning verhuist of wordt opgenomen in een verpleeginrichting zonder uitzicht op terugkeer in de woning;

  • 5.

    Bij misbruik van de gehandicaptenparkeerplaats/kaart;

  • 6.

    Als er geen bezit meer is van een (eigen) auto/brommobiel;

  • 7.

    Als de vergunninghouder geen geldig rijbewijs meer heeft (B/AM).

De houder van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken is verplicht wijzigingen schriftelijk door te geven aan het vakteam sociaal loket binnen drie (3) weken nadat de wijziging is ontstaan.

Artikel 5. Overgangsregeling

Gehandicaptenparkeerplaatsen op kenteken worden geacht op grond van deze beleidsregels te zijn gerealiseerd.

Artikel 6. Onvoorziene situaties

In bijzondere gevallen of in gevallen waarin de bepalingen van deze beleidsregel niet voorzien, neemt het college van burgemeester en wethouders een besluit.

Artikel 7. Inwerkingtreding

De beleidsregel treedt in werking op de achtste dag na de dag van bekendmaking. Met de inwerkingtreding van deze beleidsregel worden de “Beleidsregels voor het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken” van 14 augustus 2015 van de voormalige gemeente Giessenlanden ingetrokken.

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 24 november 2020.

secretaris,

drs. F. Jonker

burgemeester,

drs. T.C. Segers MBA

Naar boven