Wijziging Algemene Subsidieverordening Heerhugowaard 2014

de Raad van de gemeente Heerhugowaard;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 oktober 2020;

 

gelet op het advies van de commissie Mens en Samenleving d.d. 10 november 2020;

 

gelet op:

 

artikel 149 Gemeentewet;

 

b e s l u i t

 

De Algemene Subsidieverordening Heerhugowaard 2014 als volgt te wijzigen:

 

A Artikel 1 komt te luiden:

 

Artikel 1. Definities

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • -

    algemene groepsvrijstellingsverordening: verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108  van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L 127), dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving;

  • -

    De - minimissteun : steun die wordt verstrekt op basis van Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L 352/1); Verordening (EU) nr. 2019/316 van de Commissie tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de- minimissteun in de landbouwproductiesector (PbEU L 51 I/1); Verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector (PbEU L 190/45), of Verordening (EU) 2018/1923 van de Commissie van 7 december 2018 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun verleend aan diensten van algemeen economisch belang  verrichtende ondernemingen (PbEU L 313/2);

  • -

    Europees steunkader: een mededeling, richtsnoer, kaderregeling, besluit of vrijstellingsverordening op het gebied van staatssteun die de Europese Commissie of de Raad van de Europese Unie, gelet op de artikelen 106, derde lid, 107, 108 of 109 van het Verdrag heeft vastgesteld, waaronder de Algemene groepsvrijstellingsverordening: Verordening (EU) nr. 2017/1084 van de Commissie tot wijziging van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L 156/1); de Landbouw vrijstellingsverordening: Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de  werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L 193/1); en de Visserij vrijstellingsverordening: Verordening (EU) nr. 1388/2014 van de Commissie van 16 december 2014 waarbij bepaalde categorieën steun voor ondernemingen die actief zijn in de productie, de verwerking en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten, op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L 369/37);

  • -

    onderneming : iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent;

  • -

    Verdrag : Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PbEU C 326/47);

  • -

    wet : Algemene wet bestuursrecht.

 

B Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid wordt ‘de Algemene wet bestuursrecht’ vervangen door ‘de wet’.

  • 2.

    In het tweede lid wordt ‘waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is’ vervangen door ‘als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, van de wet (subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is)’.

 

C. Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

 

‘Burgemeester en wethouders stellen bij nadere regeling (hierna te noemen: subsidieregeling) vast’ vervangen door ‘ Burgemeester en wethouders kunnen bij nadere regeling (subsidieregeling) vaststellen’.

 

D Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het opschrift komt te luiden: Artikel 4. Staatssteunregels

  • 2.

    In het tweede en vierde lid wordt ‘toepasselijke steunkader’ vervangen door ‘desbetreffende steunkader’.

  • 3.

    In het derde lid wordt ‘Bij subsidies waar’ vervangen door ‘Bij subsidies waarop’

  • 4.

    In het vierde lid wordt na ‘kosten’ ‘voor vergoeding’ ingevoegd

  • 5.

    Het vijfde lid komt te luiden:

    • 5.

      Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen ondernemingen alleen in aanmerking voor zover de subsidieverstrekking voldoet aan de voorwaarden van het desbetreffende steunkader.

 

E Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid wordt ‘bij burgemeester en wethouders met gebruikmaking van een aanvraagformulier.’ Vervangen door ‘ bij burgemeester en wethouders. Als hiervoor een aanvraagformulier is vastgesteld geschiedt dit met gebruikmaking daarvan.’

  • 2.

    In het tweede lid, aanhef, wordt na ‘de aanvrager’ ‘in ieder geval’ ingevoegd

  • 3.

    In het tweede lid, onder d, wordt na de aanduidingen ‘1°’ en ‘2°’ een punt ingevoegd en wordt in sub 2° ‘de de-minimisverordening’ vervangen door ‘de verordening met betrekking tot de- minimissteun’.

  • 4.

    In het derde lid wordt ‘eerste maal subsidie aanvraagt, voegt ‘ vervangen door ‘eerste keer subsidie aanvraagt, legt tevens over: ‘.

 

F Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid, aanhef, wordt ‘de Algemene wet bestuursrecht’ vervangen door ‘de wet’, onder a, wordt de punt vervangen door ‘,of’ en onder b, wordt na ‘de steun’ ingevoegd ‘van Nederland’.

  • 2.

    Een nieuw tweede lid wordt ingevoegd, onder vernummering van lid 2 tot lid 3

    • 2.

      Onverminderd het vorige lid weigeren burgemeester en wethouders de subsidie in ieder geval als de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een Europees steunkader omdat:

      • a.

        subsidie verstrekt zou worden aan een aanvrager die een onderneming drijft die in moeilijkheden verkeert als bedoeld in het desbetreffende steunkader, of

      • b.

        de subsidie geen stimulerend effect heeft als bedoeld in het desbetreffende steunkader.

  • 3.

    In het derde lid (oud) vervalt onderdeel f onder vernummering van onderdeel g tot onderdeel f.

  • 4.

    Het derde lid (oud) en het vierde lid (oud) vervalt.

 

G Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

 

‘subsidie-ontvanger’ vervangen door ‘subsidieontvanger’.

 

H Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het opschrift wordt ‘subsidie-ontvanger’ vervangen door ‘subsidieontvanger’.

  • 2.

    In het eerste lid wordt ‘subsidie-ontvanger’ vervangen door ‘subsidieontvanger’ en na de eerste en tweede komma ‘niet tijdig’ ingevoegd.

  • 3.

    In het tweede lid, aanhef, wordt ‘subsidie-ontvanger’ vervangen door ‘subsidieontvanger’, onder c, wordt ‘dat aan’ vervangen door ‘dat de subsidieontvanger’ en wordt na de komma ‘niet tijdig’ ingevoegd en ‘zullen kunnen worden nagekomen’ vervangen door ‘zal kunnen nakomen’ en onder d, wordt na ‘bestuurders’ een komma ingevoegd.

 

I Artikel 12 komt te luiden:

 

Artikel 12. Aan een subsidie te verbinden bijzondere verplichtingen

  • 1.

    Bij subsidies hoger dan € 50.000, verleend voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan de verplichting worden opgelegd tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording over de tot dan verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. De verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar verlangd.

  • 2.

    Bij subsidieregeling of verleningsbeschikking kunnen aan de subsidieontvanger ook andere verplichtingen dan genoemd in artikel 4:37, eerste lid, van de wet worden opgelegd, voor zover deze strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

  • 3.

    Bij subsidieregeling kunnen verplichtingen die niet strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie aan de subsidie worden verbonden, voor zover deze verplichtingen betrekking hebben op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht.

  • 4.

    Bij subsidieregeling of verleningsbeschikking kan worden bepaald dat de subsidieontvanger, voor zover het verstrekken van de subsidie heeft geleid tot vermogensvorming, daarvoor aan burgemeester en wethouders een vergoeding verschuldigd is als zich een gebeurtenis voordoet als bedoeld in artikel 4:41, tweede lid, van de wet voordoet. Daarbij wordt tevens  aangegeven hoe de hoogte van de vergoeding wordt bepaald.

 

J Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het opschrift ‘Artikel 13. Eindverantwoording Subsidies tot en met € 5.000’ vervangen door ‘ Artikel 13. Wijze van verstrekken en eindverantwoording subsidies tot en met € 5.000’

  • 2.

    In het tweede lid ‘Bij een ambtshalve vaststelling als bedoeld in het vorige lid kan de aanvrager worden verplicht’ vervangen door ‘Als bij verleningsbeschikking de subsidieaanvrager wordt verplicht’

  • 3.

    In het derde lid, wordt ‘subsidie-aanvrager’ vervangen door ‘subsidieaanvrager’.

 

K Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid, wordt ‘doch’ vervangen door ‘en’ en wordt ‘subsidie-ontvanger’ vervangen door ‘subsidieontvanger’.

  • 2.

    In het tweede lid, eerste ‘-‘ wordt toegevoegd ‘en aan de verplichtingen is voldaan’

 

L Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid, wordt ‘subsidie-ontvanger’ vervangen door ‘subsidieontvanger’.

  • 2.

    In het tweede lid onder a, wordt toegevoegd ‘en aan de verplichtingen is voldaan’

 

M Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het opschrift komt te luiden:

    Artikel 16. Subsidievaststelling subsidies van meer dan € 5.000

  • 2.

    In het tweede lid wordt ‘subsidie-ontvangers’ vervangen door ‘subsidieontvangers’.

  • 3.

    Het derde lid komt te luiden:

    • 3.

      Als een aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het tijdstip, bedoeld in de artikelen 14, eerste lid en 15, eerste lid, aanhef en onder a tot en met c, is ingediend, kunnen burgemeester en wethouders de subsidieontvanger schriftelijk een nieuwe termijn stellen. Als de aanvraag niet binnen deze termijn wordt ingediend, kunnen zij overgaan tot ambtshalve vaststelling.

 

N Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid wordt na ‘subsidieregeling’ ’of bij de subsidieverlening’ ingevoegd.

  • 2.

    In het tweede lid wordt na ‘subsidieregeling’ ’of bij de subsidieverlening’ ingevoegd.

 

O Artikel 18 komt te luiden:

 

Artikel 18. Hardheidsclausule

  • 1.

    Als een bij of krachtens deze verordening gestelde termijn voor een subsidieaanvrager of - ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen, kunnen burgemeester en wethouders een andere termijn vaststellen.

  • 2.

    In een subsidieregeling kan worden bepaald dat door burgemeester en wethouders van een of meer bepaalde artikelen of artikelleden van die regeling kan worden afgeweken als daaraan vasthouden voor een subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen.

  • 3.

    Toepassing van de vorige leden wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.

 

Heerhugowaard, 24 november 2020

De Raad voornoemd,

de griffier,

G.J. de Graaf

de voorzitter,

A.B. Blase

Naar boven