Beleidsregels Besluit bijstandverlening zelfstandigen gemeente Stadskanaal 2020

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stadskanaal;

 

gelet op:

het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004

 

en de daarmee samenhangende noodzaak om ter invulling van de beleidsruimte beleidsregels vast te stellen om kaders te stellen wat betreft het (her)onderzoek naar levensvatbaarheid van het bedrijf of het zelfstandig beroep en de terugvordering van de verleende bijstand;

 

b e s l u i t

 

vast te stellen de navolgende “Beleidsregels Besluit bijstandverlening zelfstandigen gemeente Stadskanaal 2020”.

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004, de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stadskanaal;

    • b.

      Bbz: Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004;

    • c.

      Bijstand: de als renteloze lening verstrekte algemene bijstand en bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet en het Bbz die al dan niet geheel of gedeeltelijk kan worden omgezet in een bedrag om niet en de door het college in bijstand ‘om niet’ omgezette bijstand;

    • d.

      Bedrijfskapitaal: bijstand in de vorm van een rentedragende geldlening op grond van artikel 24 en 26 van het Bbz.

 

Artikel 2 De aanvraag

Het college onderzoekt of de aanvrager tot de doelgroep van het Bbz behoort en doet vervolgens onderzoek naar de levensvatbaarheid van het bedrijf op basis van de informatie en gegevens die door de zelfstandige zijn geleverd. Indien nodig geeft de gemeente opdracht aan een externe deskundige voor een levensvatbaarheidsonderzoek.

 

Artikel 3 (Her)onderzoek beginnende zelfstandige

Na toekenning van het Bbz onderzoekt het college elke twaalf maanden of het bedrijf nog levensvatbaar is. Het college controleert ten minste elke zes maanden de inkomsten van de zelfstandige.

 

Artikel 4 Heronderzoek levensvatbaarheid

Het college stelt een (verkort) heronderzoek in naar de levensvatbaarheid van het bedrijf als:

  • 1.

    De zelfstandige een kredietaanvraag of een aanvraag levensonderhoud indient;

  • 2.

    een tussentijdse controle op de inkomsten uit bedrijf een afwijkend beeld geeft van de omzet en resultaatontwikkeling dan bij de toekenning van de bijstand ingeschat was.

 

Artikel 5 (her)onderzoek debiteuren

Het college stelt een onderzoek in naar de financiële situatie van de zelfstandige (of de voormalig zelfstandige op wie de gemeente nog een vordering heeft) als er sprake is van:

  • 1.

    het niet of niet tijdig voldoen aan de met de debiteur afgesproken rente- en aflossingsverplichting;

  • 2.

    een aanvraag om uitstel van aflossing.

Als de debiteur zijn betalingsverplichtingen nakomt, wordt in beginsel geen debiteurenonderzoek uitgevoerd.

 

Artikel 6 Beëindigingsonderzoek

Als een zelfstandige zijn bedrijf beëindigt terwijl er nog een rentedragende geldlening openstaat, stelt de gemeente uiterlijk binnen zes maanden nadat het bedrijf is beëindigd een beëindigingsonderzoek in. Als uit dit onderzoek blijkt dat er sprake is van een verwijtbare beëindiging blijven de bestaande aflossingsafspraken en het rentepercentage gelijk. Is de beëindiging niet verwijtbaar dan zet de gemeente de lening om in een renteloze lening.

 

Artikel 7 Terug- en invordering Bbz

Met inachtneming van de beleidsregels Bijstandsverhaal Stadskanaal 2017 en de beleidsregels terug- en invordering sociale zekerheidswetten Stadskanaal 2013 maakt het college gebruik van de terugvorderingsbevoegdheden als is beschreven in het Bbz 2004:

artikel 12 lid 2 onderdeel c;

artikel 39 lid 1 onderdeel a en onder 3;

artikel 39 lid 2;

artikel 41 lid 4 en lid 5; en

artikel 43 lid 3

 

Artikel 8 uitstel van betaling

Uitstel van aflossing en betaling van rente wordt ten hoogste voor een periode van een jaar verleend. Zonodig wordt deze periode tweemaal met ten hoogste een jaar verlengd. Over de gehele looptijd van de lening wordt maximaal gedurende een aaneengesloten of onderbroken periode van drie jaar uitstel verleend.

 

Artikel 9 Moment van terugvordering

Het college vordert het bedrijfskapitaal dat is toegekend op grond van het Bbz 2004 (artikel 20 en 24) terug als belanghebbende ook na een tweede aanmaning niet aan zijn rente- en aflosverplichting voldoet.

 

Artikel 10 Ambtshalve kwijtschelding bedrijfskapitaal

  • 1.

    Het college besluit ambtshalve tot kwijtschelding in de volgende gevallen:

    • a.

      Geheel of gedeeltelijke kwijtschelding van bedrijfskapitaal

      wettelijk mogelijk is in die gevallen zoals beschreven in artikel 42, 43 en 43a tot en met 43d van het Bbz.

    • b.

      Indien na beëindiging van het bedrijf of zelfstandig beroep een deel van de lening resteert en deze niet met toepassing van het vorige lid onder hypothecair verband is verleend, wordt in het geval van niet verwijtbaarheid het resterende deel van de lening vanaf de beëindiging renteloos gemaakt. In het geval van een renteloos gemaakte lening dient gedurende de periode van vijf jaar na beëindiging van het bedrijf of zelfstandig beroep 50 procent van het netto inkomen boven de bijstandsnorm, besteed te worden voor aflossing van deze lening.

    • c.

      Indien bedrijfskapitaal verstrekt is volgens de artikelen 22 of 26 van het Bbz en dit volgens artikel 3 van het Bbz niet 'om niet' verstrekt kan worden, bedraagt de terugbetalingsperiode maximaal 10 jaar na beëindiging van de uitkering op grond van het Bbz. Deze termijn kan na schriftelijk verzoek met maximaal drie jaar worden verlengd. Na het voldoen van de afgesproken aflossingsbedragen kan het restant worden kwijtgescholden.

    • d.

      Er geen sprake is van vermogen waarmee de vordering geheel of gedeeltelijk kan worden voldaan.

    • e.

      Als alle zekerheden zijn uitgewonnen.

  • 2.

    Het college gaat niet over tot kwijtschelding als er sprake is van dwanginvordering.

 

Artikel 11 Hardheidsclausule

  • 1.

    Door of namens het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende worden afgeweken van de bepalingen van deze beleidsregels, indien toepassing hiervan leidt tot onredelijk zwaarwegende gevolgen.

  • 2.

    In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, neemt het college een besluit, waarbij zoveel mogelijk aansluiting wordt gezocht bij vergelijkbare situaties met inachtneming van de individuele omstandigheden van de belanghebbende.

 

Artikel 12 Citeertitel en inwerkingtreding

1. Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als ‘Beleidsregels Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2020 gemeente Stadskanaal’.

2. De beleidsregels treden in werking acht dagen na bekendmaking.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van dinsdag 24 november 2020.

Burgemeester en wethouders

de heer G.J. van der Zanden

secretaris

mevrouw Y.P. van Mastrigt

burgemeester

Naar boven