Gemeenteblad van Staphorst
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Staphorst | Gemeenteblad 2020, 315526 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Staphorst | Gemeenteblad 2020, 315526 | Verordeningen |
Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2021
Artikel 2: Aard van de belasting
Onder de naam ‘rioolheffing’ wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Artikel 4: Zelfstandig gedeelte
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als een geheel worden gebruikt, deze als een perceel worden aangemerkt.
Artikel 5: Maatstaf van heffing
Het aantal kubieke meters leiding- en grondwater wordt gesteld op het aantal kubieke meters leidingwater, grondwater en oppervlaktewater dat in de laatste aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het perceel is toegevoerd of is opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid leiding- en grondwater door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend. De hoeveelheid water die is verkregen door middel van een pompinstallatie wordt vastgesteld aan de hand van een door de belastingplichtige in te vullen aangiftebiljet.
Aan de gebruiker van het eigendom, waarin water is opgepompt of waarin een watermeter en/of een bedrijfsurenteller is geplaatste, waarvan de hoeveelheid in de riolering geloosd afvalwater kan worden afgelezen, wordt jaarlijks een aangiftebiljet ter invulling toegezonden.
De belastingplichtige aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar het in artikel 8 bedoelde aangiftebiljet is uitgereikt of een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen een maand na het verstrijken van de genoemde termijn bij de heffingsambtenaar schriftelijk om uitreiking van een aangiftebiljet te verzoeken.
Artikel 10: Ontstaan van de belastingschuld en bepalingen omtrent aanvang en einde van de belastingplicht in de loop van het tijdvak
Als de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor de belasting als bedoeld in artikel 3, eerste lid, in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Als de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor de belasting als bedoeld in artikel 3, eerste lid in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,-. De ontheffing wordt niet eerder verleend dan dat de belastingplicht is beëindigd.
Artikel 11: Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt dat, wanneer er een machtiging tot automatische incasso is afgegeven en het totaalbedrag moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste drie bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Als het totaalbedrag van de aanslag lager is dan € 20,-, wordt het bedrag, in afwijking van het tweede lid van dit artikel en in afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, in twee maandelijkse termijnen afgeschreven, waarbij de eerste termijn één maand na dagtekening vervalt en de tweede twee maanden later.
Artikel 13: Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-315526.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.