Gemeenteblad van Haarlemmermeer
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Haarlemmermeer | Gemeenteblad 2020, 314967 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Haarlemmermeer | Gemeenteblad 2020, 314967 | Beleidsregels |
Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Haarlemmermeer houdende regels omtrent een aanlijn- en muilkorfgebod voor honden
De burgemeester van de gemeente Haarlemmermeer,
het wenselijk is een beleidsregel vast te stellen met betrekking tot de bevoegdheid die in artikel 2:59 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2019, 1e wijziging aan mij is toebedeeld;
artikel 2:59, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2019, 1e wijziging en artikel 1:3, vierde lid, en Titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;
vast te stellen de ‘Beleidsregel aanlijn- en muilkorfgeboden 2020’.
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
feit: door een objectieve of ter zake kundige persoon, zoals een (dieren-)arts, een (buitengewoon) opsporingsambtenaar of gemeentelijk toezichthouder, opgesteld schriftelijk stuk waaruit blijkt dat een hond in verband met zijn gedrag hinderlijk of gevaarlijk is en/of, indien van toepassing, letsel heeft veroorzaakt;
gedragstherapeut: gediplomeerd en bij een beroepsorganisatie 1 aangesloten kynologisch gedragstherapeut;
Artikel 4 Sanctiematrix hinderlijke honden
Artikel 7 Duur aanlijngebod of aanlijn- en muilkorfgebod
Een aanlijngebod of muilkorfgebod wordt opgelegd voor onbepaalde tijd.
In de APV en de beleidsregels staan begrippen die niet nader zijn gedefinieerd. In de artikelen 1 t/m 3 zijn die begrippen nader geduid.
Ten aanzien van het begrip ‘feit’ is belangrijk om te onderstrepen dat de lat niet te hoog wordt gelegd. Het (subjectieve) oordeel van een burger kwalificeert niet als ‘feit’. Een te objectiveren verklaring, bijvoorbeeld met foto’s of verklaringen van derden, die is afgelegd ten overstaan van een opsporingsambtenaar of toezichthouder kan wel als ‘feit’ worden beschouwd.
Het feit of de feiten vormen in belangrijke mate de motivering van het besluit. De burgemeester is niet verplicht om een gedragstest ten grondslag te leggen aan het besluit. De bewijslast om aan te tonen dat een hond niet gevaarlijk of hinderlijk is, rust op de eigenaar of houder.
De sanctie die wordt opgelegd, wordt zwaarder al naargelang de aard van het incident en, in geval van recidive, de hoeveelheid incidenten. Als er een advies ligt van een ter zake kundige (omdat er bijvoorbeeld geen incidenten zijn vastgelegd, maar de hond wel als hinderlijke hond kwalificeert), dan is dat advies leidend. Dat kan dus betekenen dat bij een eerste feit wordt overgegaan tot de zwaarste sanctie: een aanlijn- en muilkorfgebod.
Het toezicht op de naleving van een aanlijngebod, een aanlijn- en muilkorfgebod en een last onder dwangsom wordt primair door buitengewoon opsporingsambtenaren en toezichthouders van de gemeente Haarlemmermeer uitgevoerd. Ook opsporingsambtenaren van politie, Eenheid Noord-Holland, en de Koninklijke Marechaussee zijn hiertoe bevoegd (artikel 6:2 van de APV).
Door middel van bestuursdwang kan ik de hond in beslag laten nemen (artikel 5:29 van de Awb, eventueel in combinatie met artikel 5:27 van de Awb) en een gedragstest afdwingen. Deze moet uitsluitsel geven over teruggave, herplaatsing of ‘vernietiging’ van de hond. Deze ingrijpende (en kostbare) sanctie wordt alleen opgelegd bij recidive door een gevaarlijke hond. In de regel zal een aanlijn- en muilkorfgebod immers volstaan. Inbeslagname gaat overigens in meer dan 80% van de gevallen via de strafrechtelijke weg.
Voor gevallen waarin de APV niet voorziet, kan ik gebruik maken van de ‘lichte bevelsbevoegdheid’ (artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet). Daarbij moet ik aantonen dat sprake is van een acute, concrete (dreigende) openbare-ordeverstoring die met het bevel onmiddellijk moet worden aangepakt. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om de situatie dat de eigenaar of houder van de hond het aanlijngebod of aanlijn- en muilkorfgebod wel nakomt, maar zich desondanks nieuwe (bijt)incidenten voordoen.
Als de eigenaar of houder van de hond het aanlijn- en muilkorfgebod niet naleeft, dan levert dat een overtreding op waartegen straf- en bestuursrechtelijk kan worden opgetreden. Dat kan ook indien de eigenaar of houder van de hond zich met ‘aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid’ niet aan het gebod zal houden (preventieve toepassing).
In dit artikel zijn de lengte van de begunstigstermijn en de hoogte van de dwangsom bepaald. Er kan maximaal twee keer een dwangsom worden verbeurd. Daarna wordt overgegaan tot het opleggen van een last onder bestuursdwang. Het opleggen van een last onder dwangsom wordt dan niet (meer) als passende sanctie beschouwd. Het belang van de gebruikers van de openbare ruimte vergt dat hinderlijke of gevaarlijke honden die door de eigenaar of houder niet of niet consequent aangelijnd en gemuilkorfd worden, in beslag worden genomen.
Het gebod geldt zo lang de eigenaar of houder tot wie het gebod zich richt, eigenaar of houder is van de hond. Een belanghebbende kan, zo volgt uit de Awb, te allen tijde (schriftelijk) verzoeken het gebod in te trekken. Zo’n verzoek maakt alleen redelijke kans van slagen indien de eigenaar of houder met objectieve gegevens, bijvoorbeeld een rapportage van een gedragstherapeut, aannemelijk maakt dat de hond geen gevaar (meer) oplevert voor mens of dier.
Vanaf 1 april 2013 geldt in Nederland een chip- en registratieverplichting voor honden. Dat houdt in dat chippen en registreren verplicht is voor pups die na 1 april 2013 zijn geboren. Ook honden die vanaf 1 april 2013 vanuit het buitenland naar Nederland zijn gehaald, moeten zijn gechipt en geregistreerd. Voor sommige (oudere) honden geldt die verplichting op grond van artikel 2:59, vierde lid, van de verordening alleen als er een aanlijn- en/of muilkorfgebod is opgelegd. Voldoet de eigenaar of houder niet aan deze verplichting? Dan kan een bestuurlijke sanctie worden opgelegd. Dit artikel vult die beleidsvrijheid in. Overigens kan op grond van artikel 6:2 van de verordening (ook) strafrechtelijk worden opgetreden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-314967.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.