De raad van de gemeente Wageningen;
Gelezen:
het voorstel aan de raad, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 27 oktober 2020;
gelet op:
-Art. 149 Gemeentewet
Wet op de lijkbezorging
Besluit
De Verordening begraafrechten 2021 vast te stellen.
Verordening op de heffing en de invordering van begraafrechten 2021
Artikel 1. Belastbaar feit
In deze gemeente wordt onder de naam ‘begraafrechten’ een recht geheven terzake van het gebruik van de algemene begraafplaats en terzake van het door of vanwege de gemeente verrichten van diensten aldaar.
Artikel 2. Definities
Deze verordening verstaat onder:
- a.
begraven : het in een graf of grafkelder op de begraafplaats begraven of herbegraven van een lijk of het bijzetten van een asbus;
- b.
opgraven : het uit een graf of grafkelder op de begraafplaats opgraven van een lijk of een asbus, anders dan wegens ruiming;
- c.
asbus : een bus ter berging van as van een gecremeerde overledene;
- d.
grafrecht : het uitsluitend recht om in een bepaald graf op de begraafplaats te doen begraven;
- e.
grafbedekking : gedenkteken of grafbeplanting op een graf;
- f.
rechthebbende: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf of een urnenruimte;
- g.
foetus : menselijke vrucht jonger dan 24 weken;
- h.
grafgroenraam : een groene omlijsting, waarmee de rand van het graf tijdens een teraardebestelling is afgedekt;
- i.
eigen graf : een particulier graf - uitgegeven tot en met 1962 - waarop een grafrecht voor onbepaalde tijd is gevestigd;
- j.
algemeen graf : een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bergaven van lijken.
- k.
natuurlijk graf : een particulier graf in een speciaal daarvoor bestemmende natuurlijke omgeving met aangepaste voorwaarden, waarvoor aan een rechthebbende het uitsluitend recht is verleend tot:
- 1.
het doen begraven en begraven van lijken;
- 2.
het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen.
Artikel 3. Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de in deze verordening omschreven bevoegdheden en diensten, dan wel degene die daarvan gebruik maakt.
Artikel 4. Maatstaf van heffing en belastingtarief
De begraafrechten worden geheven per graf, per begraving met inachtneming van de indeling van de begraafplaats in algemene graven, particuliere graven en eigen graven, natuurgraven, urnengraven, taludnissen, urnennissen en foetusgraven inbegrepen –, alsmede naar de andere in deze verordening genoemde grondslagen.
Artikel 5. Belastingtijdvak
Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar, met dien verstande dat het belastingtijdvak voor de rechten als genoemd in artikel 8, tweede lid, gelijk is aan de periode waarvoor wordt afgekocht.
Artikel 6. Tarieven graven en dichten van een graf
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het (her)begraven van een lijk in een algemeen, particulier of eigen graf op werkdagen, als bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats en gedenkpark ‘De Leeuwerenk’ 2020 wordt ineens geheven:
- a.
voor een persoon van twaalf jaar of ouder: € 708,58
- b.
voor een kind beneden de leeftijd van twaalf jaar: € 354,29
- c.
voor een kind beneden de leeftijd van één jaar of een als levenloos aangegeven kind: € 177,14
- d.
- e.
voor het opgraven € 1.476,78
Artikel 7. Tarieven huur/verlenging
- 1.
Particulier graf; ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van het uitsluitend recht om lijken in een bepaald graf te doen begraven, alsmede de verlenging met 5, 10 of 20 jaar van de termijn:
- a.
voor de tijd van 30 jaar € 1.868,23
- b.
voor de tijd van 20 jaar € 1.318,75
- c.
voor de tijd van 10 jaar € 732,64
- d.
voor de tijd van 5 jaar (verlenging) € 366,32
- 2.
Natuurlijkgraf; ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van het uitsluitend recht om lijken in een natuurlijk graf te doen begraven:
- a.
voor een natuurlijk graf met boom voor de tijd van 99 jaar voor één overledene € 5.207,08
- b.
voor een natuurlijk graf voor de tijd van 50 jaar voor 2 overledenen € 3.905,31
- 3.
Kindergraven/urnengraf; ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van het uitsluitend recht om lijken in een bepaald graf bestemd voor personen jonger dan 12 jaar, dan wel asbussen in een bepaald urnengraf te doen begraven, alsmede de verlenging met 5 jaar, 10 jaar, of 20 jaar van de termijn grafrecht:
- a.
voor de tijd van 30 jaar € 1.307,62
- b.
voor de tijd van 20 jaar € 923,12
- c.
voor de tijd van 10 jaar € 512,85
- d.
voor de tijd van 5 jaar (verlenging) € 256,40
- 4.
Natuurlijk urnengraf; terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van het uitsluitend recht om asbussen in een natuurlijk urnengraf te doen begraven
- a.
voor de tijd van 50 jaar € 2.082,83
- 5.
Urnennis/taludnis; ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van het uitsluitend recht om asbussen in een bepaalde urnennis van de urnenmuur of taludnis te doen bijzetten, alsmede de verlenging met 5 jaar, 10 jaar, of 20 jaar van de termijn grafrecht
- a.
voor de tijd van 30 jaar € 1.467,89
- b.
voor de tijd van 20 jaar € 1.036,16
- c.
voor de tijd van 10 jaar € 575,64
- d.
voor de tijd van 5 jaar (verlenging) € 287,82
met dien verstande dat bij gelijktijdige aanvraag de rechten zoals bedoeld in artikel 10 onder a. en artikel 12 onder d. niet worden geheven.
- 6.
Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het inschrijven of overschrijven van het in het eerste tot en met het vijfde lid bedoelde recht in het daartoe bestemde register wordt een begraafrecht ineens van € 20,93 geheven
Artikel 8. Tarieven onderhoud
- 1.
Voor het door of vanwege de gemeente voorzien in het algemeen onderhoud van de begraafplaats als bedoeld in artikel 19, 20 van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats en gedenkpark ‘De Leeuwerenk’ 2020, alsmede de verlenging met 5 jaar, 10 jaar, of 20 jaar wordt per jaar geheven € 76,70 met dien verstande dat:
- a.
het onderhoudsrecht verschuldigd is bij de aanvang van het belastingtijdvak of, indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht;
- b.
indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, het recht verschul¬digd is over zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven;
- c.
indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, voor het recht ontheffing wordt verleend over zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijdstip van het eindigen van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven;
- d.
belastingbedragen van minder dan € 5,00 niet worden geheven;
- e.
geen ontheffing wordt verleend, indien deze minder dan € 5,00 bedraagt;
- f.
het onderhoudsrecht tevens verschuldigd is ter zake van een gereserveerd graf, zonder dat daarin onmiddellijk wordt begraven.
- 2.
Het in het eerste lid bedoelde recht kan door de rechthebbende worden afgekocht voor een periode van:
- a.
30 jaar tegen betaling ineens van € 1.840,81
- b.
20 jaar tegen betaling ineens van € 1.380,61
- c.
10 jaar tegen betaling ineens van € 728,66
- d.
5 jaar tegen betaling ineens van € 383,50
met dien verstande dat de afkoop voor de duur van tien, twintig en dertig jaar slechts mogelijk is, indien de rechthebbende nog over een grafrecht, als bedoeld in artikel 7, beschikt van meer dan respectievelijk vijf, tien en twintig jaar.
- 3.
Het onderhoudsrecht, als bedoeld in het eerste lid, wordt geheven voor particuliere graven, kindergraven en urnengraven.
Artikel 9. Tarieven faciliteiten
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
- a.
Voor het gebruik van de aula ten behoeve van een plechtigheid of voor het geven van condoleance zonder voorzieningen wordt een recht ineens geheven van € 272,64, welk bedrag met € 78,47 wordt verhoogd voor ieder half uur dat de aula langer dan twee uur wordt gebruikt;
- b.
voor het gebruik van de begraafplaats, wanneer dit zich beperkt tot het gebruik van de koffieruimte van de aula, wordt een recht ineens geheven van € 102,25, welk bedrag met € 78,47 wordt verhoogd voor ieder half uur dat de koffieruimte van de aula langer dan een uur wordt gebruikt;
- c.
voor het gebruik van de ceremonieplek ten behoeve van een plechtigheid wordt een recht ineens geheven van € 272,64.
- d.
voor faciliteiten in de aula (onder andere koeling en scherm), wordt een recht ineens geheven van € 78,11.
Artikel 10. Tarieven asbestemming
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
- a.
voor het bijzetten van een asbus op een overeengekomen gewone tijd, als bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gedenkpark ‘De Leeuwerenk’ 2019 wordt ineens geheven:
- -
voor bijzetting in een urnengraf, taludnis of andere grafruimte: € 162,20
- -
voor bijzetting in een urnennis: € 104,66
- b.
tot het verkrijgen van toestemming voor het verstrooien van as van een overledene op het daartoe aangewezen algemeen strooiveld wordt een recht geheven van € 104,66
- c.
bijzetten asbus op een gewone tijd in taludnis € 162,20
- d.
voor het retourneren van een asbus uit een urnennis of taludnis € 162,20
Artikel 11. Tarieven vergunning grafbedekking
- 1.
Voor het verlenen van het recht tot het plaatsen van grafbedekking met uitzondering van de natuurlijke graven wordt per graf ineens geheven:
- a.
voor een grafkelder € 1.130,98
- b.
voor alle overige voorwerpen € 261,66
- c.
bij een persoon van 12 jaar of ouder € 935,40
- d.
bij een persoon jonger dan 12 jaar € 644,53
Artikel 12. Tarieven overige/diversen
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
- a.
voor het begraven buiten de werkdagen met uitzondering van zondag wordt boven de in artikel 6 bedoelde bedragen een bedrag ineens geheven van € 209,32
- b.
voor het opgraven van een lijk in een natuurlijk graf € 1.476,78
- c.
voor het vervaardigen – inclusief graveringskosten – en bevestigen van een naamplaatje op de gedenksteen bij het strooiveld en/of op de gedenksteen bij het foetusveld wordt een bedrag ineens geheven van € 107,01
- d.
voor het vervaardigen – exclusief graveringskosten – en bevestigen van een afdekplaat op een urnennis in de urnenmuur wordt een bedrag ineens geheven van € 107,01
- e.
voor het aanbrengen van grafgroenraam wordt ineens geheven € 84,20
- f.
voor het tezamen met de beheerder van de begraafplaats uitkiezen van een leeg graf wordt een recht geheven van € 78,47
- g.
Voor het aanbieden parkbankje met naamplaatje € 885,20
- h.
Voor het aanbieden gedachtenisboom met naamplaatje € 1.301,77
Artikel 13. Ontstaan van de belastingschuld
De rechten zoals die bedoeld in artikel 6, 7, 8, 9, 10, 11 en 12 zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 14. Wijze van heffing
- 1.
Het recht, bedoeld in artikel 8, eerste lid, wordt geheven bij wege van aanslag.
- 2.
De rechten, bedoeld in artikel 6, 7, 8, tweede lid, 9, 10, 11 en 12 worden geheven door middel van een gedagtekende kwitantie, nota of andere schriftelijke kennisgeving, waarop het verschuldigde bedrag wordt vermeld.
Artikel 15. Tijdstip van betaling
- 1.
De rechten, bedoeld in de artikelen 6, 7, 8, 9, 10, 11 en 12 moeten worden voldaan op de volgende tijdstippen:
- a.
die vermeld in artikel 8, eerste lid, – in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 – in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later;
- b.
die vermeld in de artikelen 6, 7, 8, tweede lid, 9, 10, 11 en 12, binnen vier weken na dagtekening van de kwitantie, nota of andere schriftelijke kennisgeving.
- 2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 16. Kwijtschelding
Bij de invordering van de begraafrechten wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 17. Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
De Verordening eerste wijziging Verordening begraafrechten 2020 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande, dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten, die zich vóór die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.
- 4.
Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening begraafrechten 2021.