Gemeenteblad van Hollands Kroon
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hollands Kroon | Gemeenteblad 2020, 311391 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hollands Kroon | Gemeenteblad 2020, 311391 | Verordeningen |
Deze nota Tarieven 2021 bevat een overzichtelijke bundeling van alle gemeentelijke belastingen/heffingen die in de gemeente Hollands Kroon geheven worden.
Bij het samenstellen van deze nota zijn de begrotingsrichtlijnen die aan de raad zijn voorgesteld, leidend geweest. Door het verloop van de tijd of door nieuwe inzichten of informatie kan het noodzakelijk zijn om eerder genomen standpunten te wijzigen. Wanneer hier sprake van is, wordt hiervan melding gemaakt in het betreffende onderdeel van de nota.
Ook is er gekeken of vanwege wettelijke wijzigingen of nieuwe inzichten tekstuele aanpassingen nodig waren. De verordeningen zijn getoetst aan de modelverordeningen van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG).
Toelichting per belastingsoort
In de begroting 2021 wordt de opbrengst van de onroerende zaakbelasting bepaald. In de paragraaf lokale heffingen is aangegeven wat de uitgangspunten zijn voor onroerende zaakbelasting. Omdat zowel de WOZ-waarden als de gewenste opbrengst voor 2021 wijzigen, moeten de tarieven worden aangepast.
In de tariefstelling is rekening gehouden met een waardestijging van de niet-woningen van 1% en bij de woningen met een waardestijging van 5,0%. Daarnaast is ook rekening gehouden met leegstand, vrijstellingen en areaaluitbreiding. Dit leidt tot onderstaande tarieven:
Voor alle belanghebbenden gaat de aanslag gemiddeld met ongeveer 1% omhoog. De daadwerkelijke stijging kan voor iedere belanghebbende verschillen. Dit is afhankelijk van de individuele waarde wijziging van de individuele objecten.
Algemeen dekkingsmiddel ter dekking van de gemeentelijke uitgaven.
De tarieven zijn verhoogd met het inflatiepercentage van 1%.Hier worden de kosten doorberekend die de gemeente maakt voor het inzamelen en laten verwerken van huishoudelijke afvalstoffen. De tarieven zijn gebaseerd op de opbrengst zoals dit is opgenomen in de begroting. Op basis van deze opbrengst is er sprake van 100% kostendekking.
Doorberekenen van kosten die de gemeente maakt voor het inzamelen en laten verwerken van huishoudelijke afvalstoffen.
De tarieven zijn op basis van de kosten als volgt opgebouwd:
Alle kosten die op het taakveld Afval worden geboekt hebben te maken met de inzameling van huishoudelijk afval. Deze worden dan ook voor 100% meegenomen. Van de overhead wordt 3,8% meegenomen. Dit is gebaseerd op het aantal FTE dat zich bezig houdt met afval. De lasten en baten van de heffing en invordering worden voor 20% meegenomen. De lasten zijn op basis van een inschatting verdeeld over de verschillende soorten belasting die we heffen. Van de inkomensregeling wordt alleen de kwijtschelding meegenomen. De verdeling van de totale kwijtscheldingskosten is gebaseerd op ervaringscijfers uit het verleden. De BTW over de kosten van taakveld Afval wordt volledig meegenomen.
Bij de extra containers worden de containers voor GFT en plastic gratis verstrekt. De extra grijze container wordt alleen in bijzondere omstandigheden, zoals vastgelegd in de afvalstoffenverordening verstrekt tegen een tarief van € 133,120 per jaar.
Het tarief wordt met het inflatiepercentage verhoogd van 1% verhoogd naar € 196,92. De verordening is aangepast op basis van wijzigingen van de modelverordening van de VNG. De wijzigingen hebben betrekking op artikel 1 Definities, artikel 3 Belastbaar feit en artikel 4 Voorwerp van belasting.
Doorberekenen van kosten die de gemeente maakt voor aanleg, onderhoud en exploitatie van de gemeentelijke riolering. De tarieven zijn gebaseerd op 100% kostendekking.
De tarieven zijn op basis van de kosten als volgt opgebouwd:
Op het taakveld riolering worden alleen kosten geboekt die uitsluitend met de openbare riolering te maken hebben. Deze worden dus volledig meegenomen. Van de overhead wordt 2,5% meegenomen. Dit is gebaseerd op het aantal FTE dat voor de exploitatie van de riolering werkt. De lasten en baten van de heffing en invordering worden voor 20% meegenomen. De lasten zijn op basis van een inschatting verdeeld over de verschillende soorten belasting die we heffen. Van de inkomensregeling wordt alleen de kwijtschelding meegenomen. De verdeling van de totale kwijtscheldingskosten is gebaseerd op ervaringscijfers uit het verleden. De BTW over de exploitatiekosten en de investeringen worden volledig meegenomen.
De tarieven voor de lijkbezorgingskosten worden verhoogd met het inflatiepercentage van 1,%. Er is hierbij nog geen sprake van kostendekking Dit is een landelijke tendens. Om op 100% kostendekking te komen, zouden de tarieven behoorlijk verhoogd moeten worden. Dit is niet wenselijk. Daarom zijn de tarieven alleen met het inflatiepercentage verhoogd.
Doorberekenen van kosten die de gemeente maakt die betrekking hebben op lijkbezorging, de bijbehorende administratie en onderhoud van de begraafplaatsen.
Alle kosten die op het taakveld begraafplaatsen en crematoria worden geboekt hebben te maken met lijkbezorging. Deze worden dan ook voor 100% meegenomen. Van de overhead wordt 0,8% meegenomen. Dit is gebaseerd op het aantal FTE dat zich bezig houdt met lijkbezorging. Voor openbaar groen en (openlucht) recreatie worden alleen de kosten meegenomen die met de lijkbezorging te maken hebben en het onderhoud van de begraafplaatsen. Dat is ongeveer 2,4% van de totale lasten.
De tarieven zijn verhoogd met een inflatiepercentage van 1%. In sommige gevallen is bij de verhoging ook de inflatiecorrectie meegenomen van 2020 (1,5%). In die gevallen was het tarief zo laag dat een verhoging met het inflatiepercentage geen invloed had.
Het tarief voor pleziervaartuigen in Den Oever blijft € 1,95. Het tarief is dan gelijk met het tarief van de Marinahaven te Den Oever. De Wet Markt en overheid geeft aan dat we geen lager tarief mogen hebben dan een commercieel alternatief.
Doorberekenen van kosten die gemeente maakte voor het beheren en onderhouden van gemeentelijke
Alle kosten die geboekt worden op het taakveld recreatieve havens hebben betrekking op de havens en zijn volledig meegenomen. Bij het taakveld Economische Havens en Waterwegen zijn de incidentele kosten met betrekking tot Waddenpoort er buiten gehouden. Daarom is 75% van de kosten meegenomen. Van de overhead wordt 1,5% meegenomen. Dit is gebaseerd op het aantal FTE dat zich bezig houdt met de havens.
De tarieven voor 2021 zijn verhoogd met 1%, tenzij het Rijk dit anders heeft voorgeschreven. Voor de producten reisdocumenten en rijbewijzen is het tarief opgebouwd uit een deel rijksleges en een deel gemeenteleges. De rijksleges worden bepaald door het Rijk. Daarnaast stelt het Rijk een maximum prijs vast van deze producten. De maximum prijzen voor 2021 zijn op dit moment nog niet bekend, daarom is het tarief van 2020 nu nog gehandhaafd. Het college is op basis van de Legesverordening bevoegd om het tarief aan te passen, wanneer de nieuwe maximum tarieven bekend zijn. De kosten voor uittreksel uit de burgerlijke stand worden door het Rijk bepaald. De kosten van de Eigen Verklaring van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (in sommige gevallen nodig voor het verlengen van een rijbewijs) worden één op één doorberekend aan de inwoner.
Om de kostendekkendheid van de leges voor omgevingsvergunningen niet te overschrijven, zijn deze tarieven onveranderd ten opzichte van 2020.
Overige tarieven die door het Rijk worden bepaald zijn verstrekkingen op basis van de Wet Openbaar Bestuur (titel 1, hoofdstuk 7) en kansspelen (titel 1, hoofdstuk 15) . Hier heeft de gemeente geen invloed op.
Dat de aanvraag voor de rijbewijzen en de reisdocumenten nu bij de mensen thuis wordt gedaan heeft invloed op de kostendekkendheid. De aanvraag van deze documenten kost nu veel meer tijd en dus gaan de kosten omhoog. Vanwege het Coronavirus worden er op dit moment geen aanvragen meer bij de mensen thuis gedaan. Of deze situatie ook in 2021 nog zo blijft, is op dit moment niet te zeggen. Bij de berekening van de kostendekkendheid is er vanuit gegaan dat in 2021 weer bij de inwoners thuis een aanvraag kan worden gedaan. Voor het thuisbezorgen van de documenten kan eventueel een bedrag van maximaal € 15,33 per document bij de burger in rekening worden gebracht. De burger heeft echter geen keuze hierin en dit past niet bij de door de gemeente gewenste excellente dienstverlening.
Er is onderzoek gedaan naar de kostendekkendekking van de leges voor 2021. Voor de tarieven van de leges geldt dat deze maximaal kostendekkend mogen zijn. Wanneer er sprake is van veel verschillende tarieven in een verordening zoals bij leges, hoeft de maximale kostendekkendheid niet per tarief te gelden. Dat kan zolang het maximum van 100% voor het geheel van de verordening niet overschreden wordt. Door kruissubsidiëring is het mogelijk om de ‘winst’ van bepaalde producten te gebruiken om het ‘verlies’ op andere producten te dekken. Uit het onderzoek is gebleken dat de kostendekking uitkomt op 88,64%. Dit onderzoek vindt u bij het raadsvoorstel.
Doorberekenen van de lasten verbonden aan het in behandeling nemen van aanvragen van diverse diensten.
De tarieven worden met het inflatiepercentage van 1% verhoogd. Verder is er een tarief toegevoegd voor het hebben van een staanplaats voor een periode van een kwartaal (drie maanden). Er is gebleken dat daar behoefte aan is.
Er wordt op diverse plaatsen binnen de gemeente een standplaats ingenomen op gemeentegrond. Op basis van artikel 229 van de Gemeentewet mag de gemeente hier een vergoeding voor vragen.
De tarieven worden met inflatiepercentage van 1% verhoogd.
Mensen die relatief veel in de gemeente verblijven, dragen op deze manier bij aan de algemene voorzieningen in de gemeente.
Er wordt onderzocht of de wijze waarop de toeristenbelasting wordt geheven (een tarief per persoon per nacht) gewijzigd moet/kan worden. Dit wordt ook met de ondernemers overlegd. Daarom wordt het tarief voor 2021 niet aangepast. Het tarief blijft gehandhaafd op € 1,50.
Toeristen dragen op deze manier bij aan de algemene voorzieningen in de gemeente.
Tarieven belastingen en heffingen 2020 en2021
Onderstaande tabellen geven de voorgestelde tarieven 2021 van de gemeente Hollands Kroon weer. De tarieven van andere gemeenten zijn de tarieven van 2020. Van deze gemeenten zijn geen recentere gegevens bekend.
1) Op basis van waterverbruik tot 350 m3
2) Ook voor driepersoonshuishouden
3) Plus waterverbruik boven 500 m3
4) Bedrijven percentage van de WOZ-waarde
5) Op basis van WOZ-waarde. Dit is het tarief bij een gemiddelde WOZ-waarde
De lokale lasten druk wordt bepaald door de tarieven van de onroerende zaakbelasting, afvalstoffenheffing en de rioolheffing. In de tabel hieronder wordt de opbouw van de lokale lastendruk in Hollands Kroon weergegeven over de jaren 2019 tot en met 2021
Voor huurders zijn alleen de hoogte van de afvalstoffenheffing en de rioolheffing bepalend, omdat zij niet worden aangeslagen voor de onroerende zaakbelasting. De eigenaren worden voor alle drie de belastingen aangeslagen (daarbij natuurlijk uitgezonderd de rioolheffing voor panden die niet op het gemeentelijke riool zijn aangesloten).
Bij de berekening van de onroerende zaakbelasting is uitgegaan van een WOZ-waarde van € 200.000 in 2019 (rekening houdend met de waardeontwikkeling)in 2020 en 2021) en voor de afvalstoffenheffing is uitgegaan van een meerpersoonshuishouden. Het betreft hier een rekenvoorbeeld. De werkelijke lastenontwikkeling kan voor de individuele belanghebbende afwijken, gelet op de werkelijke waarde – en de waardeontwikkeling- van de woning.
Tarievenlijst bij de verordeningen
voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen 0,1143 %;
voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen 0,1782 %.
Belastingaanslagen beneden € 10,00 worden niet geheven. Voor de toepassing van de vorige volzin, wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde bedragen belastingen aangemerkt als één belastingbedrag.
A. De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:
1. als het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht wordt gebruikt door één persoon :
2. als het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht wordt gebruikt door twee personen :
3 als het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht wordt gebruikt door drie of meer personen : € 357,12;
4 als uit de gegevens van de gemeentelijke basisadministratie personen niet blijkt door hoeveel personen het perceel wordt gebruikt (tarief gelijk aan gebruik drie of meer personen): € 357,12;
De belasting als bedoeld in onderdeel 1, 2, 3 en 4 wordt voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van iedere (boven het geen volgens de gemeentelijke afvalstoffenverordening aan het perceel is verstrekt) rest rolcontainer, vermeerderd met € 133,32.
Voor het vaststellen van het aantal personen per huishouden naar de situatie per 1 januari van het belastingjaar of als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, wordt uitgegaan van de gegevens van de gemeentelijke basisadministratie personen
B. Voor scholen die voldoen aan de gestelde eisen in de afvalstoffenverordening en hun afval laten inzamelen door de gemeente bedraagt de belasting per belastingjaar:
1. voor scholen met minder dan 200 leerlingen € 410,04.
2. voor scholen met 200 of meer leerlingen maar minder dan 400 leerlingen € 563,88.
3. voor scholen met 400 of meer leerlingen maar minder dan 600 leerlingen € 717,60.
4. voor scholen met 600 of meer leerlingen wordt maatwerk geleverd.
De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar € 196,92
Titel 1 Algemene Dienstverlening
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Het recht als bedoeld in artikel 2 bedraagt per vierkante meter ingenomen gemeentegrond of gedeelte daarvan:
per halve dag of gedeelte daarvan € 0,39
per maand of gedeelte daarvan (wanneer de standplaats een halve dag wordt ingenomen)
per maand of gedeelte daarvan (wanneer de standplaats een hele dag wordt ingenomen)
per kwartaal (drie maanden) of gedeelte daarvan (wanneer de standplaats een halve dag wordt ingenomen € 10,50
per kwartaal (drie maanden) of gedeelte daarvan (wanneer de standplaats een hele dag wordt ingenomen € 21,00
per jaar of gedeelte daarvan (wanneer de standplaats een halve dag wordt ingenomen) € 19,61
per jaar of gedeelte daarvan (wanneer de standplaats een hele dag wordt ingenomen) € 39,22
Voor de tarieven onder 1 c,d,e,f, g en h wordt maximaal drie dagen per week in rekening gebracht
Voor (recreatie) woning € 462,28
Het tarief bedraagt € 1,50 per persoon per nacht.
Het tarief bedraagt per camper per etmaal € 11,00
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-311391.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.