Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Ede houdende regels omtrent de heffing en de invordering van leges (Legesverordening 2021)

De raad van de gemeente Ede:

 

gelezen het voorstel "Belastingverordeningen 2021" van burgemeester en wethouders d.d. 13-10-2020 met zaaknummer 169131;

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid,

aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en artikel 2 tweede lid en 7 van de Paspoortwet;

 

besluit vast te stellen de:

 

Verordening op de heffing en de invordering van Leges 2021

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag : de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    week : een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    maand : het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    jaar : het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    kalenderjaar : de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "leges" worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

  • a.

    van een verklaring omtrent inkomen en vermogen.

  • b.

    voor diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald.

Artikel 5 Tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen tot een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, lid 1, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan: op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving;

    • c.

      wordt gedaan voor een aanvraag op basis van artikel 2.3.1.4.1 en/of 2.3.2.2.3.1 van de tarieventabel: een maand na de aanvang van de werkzaamheden;

  • 2.

    de Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening in de loop van het kalenderjaar,

indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een tariefsverlaging betreffen;

  • c.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in de loop van dat kalenderjaar in werking treedt en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.9 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.4.6 (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie Persoonsgegevens/ basisregistratie personen);

    • 5.

      hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

    • 6.

      onderdeel 1.9 1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 7.

      hoofdstuk 14 (kansspelen).

Artikel 11 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1.

    De Verordening Leges 2020 van 28 november 2019, bekend gemaakt op 9 december 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijven de op grond van het eerste lid vervallen bepalingen gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als 'Legesverordening 2021'.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 12 november 2020, zaaknummer 169131.

De raad voornoemd,

de griffier,

de voorzitter,

Bijlage 1: Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2021

 

Indeling tarieventabel

Titel 1

Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1

Burgerlijke stand

Hoofdstuk 2

Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Hoofdstuk 3

Rijbewijzen

Hoofdstuk 4

Verstrekkingen uit de Basisregistratie Personen

Hoofdstuk 5

(gereserveerd)

Hoofdstuk 6

(gereserveerd)

Hoofdstuk 7

(gereserveerd)

Hoofdstuk 8

(gereserveerd)

Hoofdstuk 9

Overige publiekszaken

Hoofdstuk 10

Verstrekken van informatie

Hoofdstuk 11

Huisvestingswet/Woningwet

Hoofdstuk 12

Leegstandwet

Hoofdstuk 13

Winkeltijdenwet

Hoofdstuk 14

Kansspelen

Hoofdstuk 15

vervallen

Hoofdstuk 16

Kabels en leidingen

Hoofdstuk 17

Verkeer en vervoer

Hoofdstuk 18

Diversen

Titel 2

Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgeving

Hoofdstuk 1

Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 2

Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

Hoofdstuk 3

Omgevingsvergunning

Hoofdstuk 4

Vermindering

Hoofdstuk 5

Teruggaaf

Hoofdstuk 6

Wijziging omgevingsvergunning

Hoofdstuk 7

Bestemmingswijziging

Hoofdstuk 8

Wijziging bestemmingsplan als gevolg van een wijziging bouwproject

Hoofdstuk 9

Sloopmelding (gereserveerd)

Hoofdstuk 10

In deze titel niet benoemde beschikking

Titel 3

Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1

Horeca

Hoofdstuk 2

Organiseren evenementen of markten

Hoofdstuk 3

Prostitutiebedrijven

Hoofdstuk 4

Splitsingsvergunning woonruimte

Hoofdstuk 5

vervallen

Hoofdstuk 6

Luchtvaart

Hoofdstuk 7

In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

Titel 1

Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1

Burgerlijke stand

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie dan wel omzetting van een partnerschap:

1.1.1.1

in het gemeentehuis, het huis Kernhem, een vrije locatie of in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek op maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 en 17.00 uur

€ 477,55

1.1.1.2

op andere dan onder 1.1.1.1 genoemde tijden wordt het tarief verhoogd met:

€ 156,10

1.1.1.3

Bij annulering van een aanvraag als bedoeld in volgnummer 1.1.1.1 en 1.1.1.2 is slechts een gedeelte van het bedrag verschuldigd:

1.1.1.3.1

bij annulering tot drie maanden voor de (afgesproken) datum:

10%

1.1.1.3.2

bij annulering tussen drie maanden en zes weken voor de (afgesproken) datum:

25%

1.1.1.3.3

bij annulering tussen zes weken en één week voor de (afgesproken) datum:

75%

1.1.1.3.4

bij annulering binnen één week voor de (afgesproken) datum:

100%

1.1.2

Het tarief voor het voor één huwelijk of geregistreerd partnerschap benoemen van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand

€ 128,85

1.1.3

Het tarief voor het van gemeentewege beschikbaar stellen van getuigen bij de huwelijksvoltrekking of geregistreerd partnerschap, per getuige

€ 23,40

1.1.4

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapboekje

€ 18,55

1.1.5

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand

€ 13,35

1.1.6

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een balie-huwelijk

€ 142,80

Het tarief bedraagt voor een akte of (internationaal) uittreksel uit de burgerlijke stand of een attestatie de vita

( 1 )

Het tarief bedraagt voor een verklaring van huwelijksbevoegdheid

( 1 )

Hoofdstuk 2

Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

1.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

1.2.1

van een nationaal paspoort:

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

(1)

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

(1)

1.2.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):

(1)

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

(1)

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

(1)

1.2.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

(1)

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

(1)

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

(1)

1.2.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

(1)

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

(1)

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

(1)

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

(1)

1.2.6

voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van

(2)

(1) Voor de tarieven in hoofdstuk 1 en 2 geldt het maximumtarief dat door het betreffende ministerie is vastgesteld, naar beneden afgerond op eenheden van

€ 0,05

(2) Voor het tarief van de spoedlevering geldt het maximumtarief dat door het ministerie BZK is vastgesteld, naar beneden afgerond op

€ 0,05

Hoofdstuk 3

Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

(3)

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

(3)

1.3.3

Het tarief bedraagt voor het afgeven van een zogenaamde Eigen Verklaring, inclusief de kosten van de verklaring zelf

(3)

1.3.4

De tarieven genoemd in de onderdelen 1.3.1 en 1.3.2 worden, indien aan de aanvrager reeds eerder een rijbewijs werd verstrekt, welk document bij de aanvraag niet (compleet) kan worden overgelegd, verhoogd met

€ 0,00

(3) Voor de tarieven in de onderdelen 1.3.1 en 1.3.2 geldt het maximumtarief dat door het betreffende ministerie is vastgesteld, naar beneden afgerond op eenheden van

€ 0,05

Hoofdstuk 4

Verstrekkingen uit de Basisregistratie Personen

1.4.1

Het tarief bedraagt voor het afgeven van een bewijs van opneming in de Basisregistratie Personen

€ 10,65

1.4.2

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.4 en 1.4.5, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de Basisregistratie Personen moet worden geraadpleegd.

1.4.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.3.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 10,64

1.4.3.2

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

1.4.3.2.1

voor 25 verstrekkingen

€ 244,50

1.4.3.2.2

voor 100 verstrekkingen

€ 923,20

1.4.3.2.3

voor 500 verstrekkingen

€ 4.323,70

1.4.3.2.4

voor 1.000 verstrekkingen

€ 8.151,30

1.4.4

Voor de toepassing van onderdeel 1.4.5 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de Basisregistratie Personen.

1.4.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.5.1

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

€ 10,65

1.4.5.2

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

1.4.5.2.1

voor 100 verstrekkingen

€ 923,20

1.4.5.2.2

voor 500 verstrekkingen

€ 4.232,70

1.4.5.2.3

voor 1.000 verstrekkingen

€ 8.151,30

1.4.6

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Regeling Basisregistratie Personen en in artikel 17, tweede lid van het Besluit Basisregistratie Personen

€ 8,20

1.4.7

Het tarief bedraagt voor het op verzoek verrichten van naspeuringen van de gemeentelijke basisadministratie en de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed half uur

€ 18,55

1.4.8

Indien inlichtingen worden verstrekt door middel van één of meerdere selecties uit geautomatiseerde gegevensverzamelingen, bedraagt het tarief:

per standaardselectie

€ 238,10

vermeerderd per aantal geselecteerde personen:

tot en met 250, met

€ 197,70

van 251 tot en met 750, met

€ 395,95

van 751 tot en met 1.500, met

€ 594,75

van 1.501 tot en met 2.500, met

€ 673,95

van 2.501 tot en met 5.000, met

€ 988,65

van 5.001 tot en met 10.000, met

€ 1.185,85

van 10.001 tot en met 50.000, met

€ 138,70

van 50.001 of meer, met

€ 1.581,40

1.4.8.1

Indien afgedrukt op etiket worden de tarieven uit 1.4.8 vermeerderd met

€ 7,70

per 50 geselecteerde personen

1.4.8.2

Indien geselecteerde personen worden aangeschreven worden de tarieven uit 1.4.8 vermeerderd met

per geselecteerde

€ 0,67

Hoofdstuk 5

(gereserveerd)

Hoofdstuk 6

(gereserveerd)

Hoofdstuk 7

(gereserveerd)

Hoofdstuk 8

(gereserveerd)

Hoofdstuk 9

Overige publiekszaken

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

1.9.1

het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag

( 1 )

1.9.2

het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn/attestatie de vita

€ 10,65

1.9.3

het afgeven van een bewijs van Nederlanderschap, niet bestemd tot reispapier

€ 10,65

1.9.4

het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

€ 10,65

1.9.5

het ter legalisatie zenden van stukken naar een andere gemeente in Nederland, in het persoonlijk belang van de aanvrager

€ 10,65

1.9.6

het afgeven van een verklaring omtrent een persoon of een gezin, anders dan bedoeld in Hoofdstuk 4.

€ 10,65

1.9.7

Naturalisatie

verzoek tot naturalisatie en/of optie is conform het tarief, zoals dit is vastgesteld door de Minister van Justitie en Veiligheid.

1.9.7.1

optie; enkelvoudig (tarief A)

( 1 )

1.9.7.2

optie; gemeenschappelijk (tarief B)

( 1 )

1.9.7.3

optie; medeopterende minderjarige (tarief C)

( 1 )

1.9.7.4

naturalisatie; enkelvoudig; standaard (tarief D)

( 1 )

1.9.7.5

naturalisatie; gemeenschappelijk; standaard (tarief E)

( 1 )

1.9.7.6

naturalisatie; enkelvoudig; verlaagd (tarief F)

( 1 )

1.9.7.7

naturalisatie; gemeenschappelijk; verlaagd (tarief G)

( 1 )

1.9.7.8

naturalisatie; meenaturaliserende minderjarige (tarief H)

( 1 )

(1) Voor de tarieven in hoofdstuk 9 geldt het maximumtarief dat door het betreffende ministerie is vastgesteld.

Hoofdstuk 10

Verstrekken van informatie

1.10.1

Het tarief voor het verstrekken van (gewaarmerkte) schriftelijke stukken bedraagt:

1.10.1.1

In zwart/wit op papier van A4-formaat

€ 0,35

1.10.1.2

In kleur op papier van A4-formaat

€ 0,50

1.10.1.3

In zwart/wit op papier van een ander formaat

€ 1,30

1.10.1.4

In kleur op papier van een ander formaat

€ 2,50

waarbij voor aanvragen waar in totaal minder dan € 15 verschuldigd is geen leges worden gerekend.

1.10.2

Het tarief voor het verstrekken van digitale stukken bedraagt:

1.10.2.1

voor het opzoeken en toesturen van een digitaal dossier van een omgevingsvergunning, voor zover dit in het archief digitaal beschikbaar is, per adres

€ 17,09

1.10.2.2

in overige gevallen, voor zover handelingen moeten worden verricht als kopiëren of bewerken van documenten, per pagina

€ 0,35

waarbij voor aanvragen waar in totaal minder dan € 15 verschuldigd is geen leges worden gerekend.

1.10.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen uit de belastingadministratie ten behoeve van derden:

1.10.3.1

zonder abonnement, per inlichting

€ 7,45

1.10.3.2

bij een abonnement voor een periode van 12 maanden:

voor 25 inlichtingen

€ 154,50

voor 100 inlichtingen

€ 588,50

voor 250 inlichtingen

€ 1.385,00

1.10.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen op grond van art 40a van de Wet waardering onroerende zaken, per inlichting

€ 2,35

1.10.5

Het tarief bedraagt voor het opzoeken, verstrekken en/of waarmerken van stukken of uittreksels, die zo nodig op aanvraag van de aanvrager worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kwartier

€ 17,09

Hoofdstuk 11

Huisvestingswet/Woningwet

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

1.11.1

het verkrijgen van een splitsings- of onttrekkingsvergunning als bedoeld in artikel 21, eerste volzin onder c en d van de Huisvestingswet, zoals opgenomen in artikel 36 van de Huisvestingsverordening Ede 2019

€ 510,00

1.11.5

het verkrijgen van een urgentieverklaring als bedoeld in artikel 11 van de Huisvestingswet

€ 50,00

1.11.6

vervallen

Hoofdstuk 12

Leegstandwet

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.12.1

tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 40,00

Hoofdstuk 13

Winkeltijdenwet

1.13

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

€ 30,10

voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

Hoofdstuk 14

Kansspelen

1.14

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de Kansspelen:

1.14.1

voor een periode van twaalf maanden voor één speelautomaat

€ 56,50

1.14.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer speelautomaten:

voor de eerste speelautomaat

€ 56,50

en voor iedere volgende speelautomaat

€ 34,00

1.14.3

Voor een periode van vierentwintig maanden voor twee of meer speelautomaten:

voor de eerste speelautomaat

€ 90,50

en voor iedere volgende speelautomaat

€ 68,00

1.14.4

Voor een periode van vijf jaar voor twee of meer speelautomaten:

voor de eerste speelautomaat

€ 192,50

en voor iedere volgende speelautomaat

€ 170,00

1.15

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen

van een vergunning als bedoeld in art. 3 lid 1 Wet op de Kansspelen:

€ 31,55

Hoofdstuk 15

vervallen

Hoofdstuk 16

Kabels en leidingen

Werkzaamheden van ingrijpende aard

1.16.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een elektronische melding voor tracés van minimaal 6 en maximaal 20.000 meter in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, of in artikel 6, tweede lid, van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren Ede 2020 bedraagt:

€ 414,23

Dit geldt ook als er sprake is van situaties waarbij wegen, watergangen of groenvoorzieningen volledig worden gekruist en/of bovengrondse voorzieningen worden geplaatst, ongeachte de lengte van het tracé.

1.16.2

Het tarief voor het in behandeling nemen van een elektronische melding voor tracés langer dan 6 meter in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, of in artikel 6, tweede lid, van de Algemene Verordening Onder- en Bovengrondse Infrastructuren Ede 2020 bedraagt:

€ 414,23

vermeerderd met een bedrag per strekkende meter van

€ 0,82

1.16.3

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een elektronische melding voor de aanleggen van een basisbreedbandnetwerk met een tracélengte van ten minste van 20.000 meter in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, of in artikel 6, tweede lid, van de Algemene Verordening Onder- en Bovengrondse Infrastructuren Ede 2020:

€ 414,23

vermeerderd met een bedrag per aansluiting, gebaseerd op een gemeentelijke begroting, met een minimumprijs per aansluiting van:

€ 21,92

Werkzaamheden van niet ingrijpende aard

1.16.4

Het tarief voor het in behandeling nemen van een elektronische melding voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard, of voor de melding van een calamiteit, zoals bedoeld in artikel 6, derde lid, van de Algemene Verordening Onder- en Bovengrondse Infrastructuren Ede 2020, bedraagt:

€ 55,43

Handholes, straatkasten e.a.

1.16.5

Voor elk onder- en bovengronds ondersteuningswerk, beschermingswerk en signaalinrichting, alsmede de inrichting die bestemd is om daarin verbindingen tot stand te brengen (straatkasten en handholes), waarvoor afzonderlijke plaatsbepaling noodzakelijk is, wordt het tarief berekend op grond van artikel 1.16.2 of 1.16.4 vermeerderd met telkens (per element):

€ 73,05

Controle status van de kabel

1.16.6

Indien met betrekking tot een melding een specifiek onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, wordt het tarief berekend op grond van artikel 1.16.2, exclusief de extra strekkende meters.

€ 414,23

Opbreken zonder elektronische melding

1.16.7

Indien een toezichthouder vaststelt dat er werkzaamheden plaatsvinden of plaats hebben gevonden, zonder dat hiervan een elektronische melding is gemaakt, dan wordt hiervoor een bedrag in rekening gebracht van twee werkuren ad € 82,68 per uur. Daarnaast moet alsnog een elektronische melding worden ingediend.

€ 165,36

Te late melding of verkeerde aanvraag

1.16.8

Indien vastgesteld wordt dat er sprake is van een te late elektronische melding (< 5 werkdagen van tevoren, calamiteiten uitgezonderd) wordt hiervoor een half werkuur in rekening gebracht, om het een en ander af te kunnen stemmen, ad:

€ 41,34

Dit geldt ook voor instemmingsaanvragen voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard, die dit feitelijk niet zijn. Daarnaast wordt hiervoor het geldende tarief in rekening gebracht, zoals vermeld in artikel 1.16.1 t/m 1.16.3, afhankelijk van de feitelijke situatie.

Onterechte calamiteit

1.16.9

Indien vastgesteld wordt dat een te late elektronische melding ten onrechte is bestempeld als “calamiteit”, waardoor de gemeente niet in staat is geweest om regie te voeren op de werkzaamheden, worden hiervoor de werkelijk gemaakte werkuren in rekening gebracht, afgerond naar boven, met een minimum van één uur, ad:

€ 82,68

Onbehoorlijke oplevering

1.16.10

Indien vastgesteld wordt dat er sprake is van een “onbehoorlijke oplevering”, waardoor herstelwerkzaamheden noodzakelijk zijn, worden hiervoor de werkelijk gemaakte werkuren in rekening gebracht, afgerond naar boven, met een minimum van één uur, ad:

€ 82,68

Korting bij telefonische melding

1.16.11

Wanneer ’s morgens vóór 09.30 uur telefonisch gemeld wordt dat de geplande werkzaamheden wel of niet doorgaan, zodat de gemeente daarmee in haar werkzaamheden rekening kan houden, kan hiervoor eenmalig een bedrag in mindering worden gebracht op de totale verschuldigde leges van:

€ 27,71

1.16.12

vervallen

Hoofdstuk 17

Verkeer en vervoer

1.17.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

1.17.1.1

het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 17,30

1.17.1.2

een ontheffing als bedoeld in de "Beleidsregels toegang voetgangersgebied Ede-Centrum" of de "Beleidsregels toegang voetgangersgebied Lunteren-Centrum"

€ 17,30

1.17.1.3

in afwijking van het tarief genoemd onder 1.17.1.2 geldt voor een calamiteiten-ontheffing als bedoeld in de "Beleidsregels toegang voetgangersgebied Ede-Centrum" of de "Beleidsregels toegang voetgangersgebied Lunteren-Centrum" een tarief van:

€ 26,90

1.17.1.4

indien de ontheffing genoemd in 1.17.1.2 op verzoek wordt verstrekt op de dag van de aanvraag, (klaar terwijl u wacht) wordt het tarief verhoogd met:

€ 23,05

1.17.1.5

het verkrijgen van een ontheffing parkeerschijfzone Keetmolenwijk

€ 63,75

1.17.1.6

het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 17,30

1.17.2

het verkrijgen en wijzigen van een tijdelijke parkeervergunning als bedoeld in de geldende Parkeerverordening, artikel C

€ 17,30

1.17.3

het verkrijgen of wijzigen van een vergunning als bedoeld in artikel 2 van de geldende verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen

€ 17,30

1.17.4

het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) aan:

1.17.4.1

een inwoner

€ 91,85

1.17.4.2

het bestuur van een instelling als bedoeld in artikel 1.1.1. van de Wet langdurige zorg

€ 91,85

1.17.5

het verkrijgen van een ontheffing voor het parkeren van grote voertuigen en uitzicht belemmerende voertuigen als bedoeld in de APV Ede per ontheffing per jaar

€ 17,30

1.17.6

het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in de APV Ede (rijden over zandwegen in het voor het verkeer afgesloten gebied)

€ 17,30

1.17.7

het verkrijgen van een ontheffing zoals bedoeld in artikel 148 Wegenverkeerswet 1994

€ 33,30

Hoofdstuk 18

Diversen

1.18

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

1.18.1

het verkrijgen van een vergunning voor het houden van een openbare inzameling van geld of goederen als bedoeld in de APV Ede

€ 9,70

1.18.2

Het verkrijgen van een ontheffing voor het stoken van een open vuur

€ 35,50

1.18.3

Het verkrijgen van een ontheffing op het hebben van voorwerpen of stoffen op aan of boven de weg als bedoeld in art 2:10 van de APV Ede

€ 46,90

1.18.4

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 19,40

Titel 2

Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1

Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

vervallen

2.1.1.2

bouwkosten:

Het product van de normkosten voor het uit te voeren werk en de bruto inhoud van het bouwwerk conform het (online) rekenprogramma "Basisbedragen Gebouwen" van het Nederlands Bouwkosten Instituut (tarieven 2021). Voor bouwwerken die niet passen binnen het regime van vaststelling van normatieve bouwkosten worden de opgegeven bouwkosten gehanteerd, exclusief omzetbelasting, tenzij dit bedrag overduidelijk onjuist is. In dat geval wordt een raming gedaan. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

Om de hoogte van de bouwleges te bepalen moeten de bouwkosten per bouwwerk berekend worden. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk met hergebruik van materialen plaatsvindt, wordt bij de bepalen van de bouwkosten uitgegaan van de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor nieuwe materialen. Voor het bepalen van de bouwkosten is de datum van indiening van de aanvraag leidend.

2.1.1.3

kosten van het bouwen of verbouwen zoals bedoeld in artikel 2.7.1:

kosten welke betrekking hebben op alle bouwwerken waarvoor een bouwtitel mogelijk gemaakt wordt conform een nieuw bestemmingsplan, dan wel een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening (wijzigings- of uitwerkingsplan);

2.1.1.4

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

2.1.1.5

Principeverzoek: een aanvraag bij burgemeester en wethouders om voor projecten waarvoor een ruimtelijke onderbouwing nodig is de haalbaarheid te beoordelen en te inventariseren welke onderzoeken en andere gegevens noodzakelijk zijn ten behoeve van de ruimtelijke onderbouwing.

2.1.1.6

Verzoek om Globale Toets: een aanvraag om ambtelijke boordeling om voor projecten waarvoor een ruimtelijke onderbouwing nodig is de globale haalbaarheid te beoordelen en een globale programmatische en beleidstoets uit te voeren ten behoeve van een ruimtelijke onderbouwing

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2

Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

2.2.1

beoordeling van een conceptaanvraag (schetsplan) om een omgevingsvergunning

€ 189,00

2.2.2

een Globale Toets voor een bestemmingsplanherziening

€ 510,00

2.2.3

een principeverzoek voor een bestemmingsplanherziening

€ 2.040,00

Hoofdstuk 3

Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. In de leges zijn tevens de kosten voor de welstandstoets meegenomen, voor zover deze van toepassing is.

2.3.1

Bouwactiviteiten

2.3.1.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.1.1.1

indien de bouwkosten minder dan € 200.000 bedragen:

3,15%

van de bouwkosten met een minimum van:

€ 189,00

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen:

€ 6.324,00

vermeerderd met

2,44%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 200.000 te boven gaan

2.3.1.1.3

indien de bouwkosten € 500.000 tot 1.000.000 bedragen:

€ 13.668,00

vermeerderd met

2,24%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 500.000 te boven gaan

2.3.1.1.4

indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000 bedragen:

€ 24.888,00

vermeerderd met

2,14%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 1.000.000 te boven gaan

2.3.1.1.5

indien de bouwkosten € 2.000.000 tot € 5.000.000 bedragen:

€ 46.308,00

vermeerderd met

2,09%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 2.000.000 te boven gaan

2.3.1.1.6

indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen:

€ 109.038,00

vermeerderd met

2,09%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 5.000.000 te boven gaan met een maximum van:

€ 286.987,00

2.3.1.2

De in 2.3.1.1 opgenomen tarieven worden verhoogd indien voorafgaand aan de aanvraag een uitnodiging tot het indienen van een omgevingsvergunning, een voorwaarschuwing dan wel een aanschrijving is verzonden naar aanleiding van de constatering dat zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning is of wordt gebouwd. De verhoging bedraagt 50% van de op grond van 2.3.1.1 geheven leges.

2.3.1.3

Bouwactiviteit tijdelijke woonunit

2.3.1.3.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, voor het bouwen van een tijdelijke woonunit, bedraagt het tarief in plaats van het gestelde in artikel 2.3.1

€ 189,00

2.3.1.4

Bouwactiviteit zonneveld

2.3.1.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, voor het bouwen van zelfstandige grondgebonden zonnepanelen met een oppervlak tussen 150 m2 en 20.000 m2, dan geldt dat bij de bepaling van de bouwkosten alleen de bouwkosten van de constructieve werken dan wel de stellingen waarop de zonnepanelen geplaatst worden, worden gerekend. Bij de bepaling van deze bouwkosten wordt gerekend met een vast bedrag van € 35 per vierkante meter zonnepaneel.

2.3.1.4.2

Indien binnen 5 jaar na het in behandeling nemen van de aanvraag als bedoeld in artikel 2.3.1.4.1 de bouwactiviteit niet heeft plaatsgevonden, dan wel de omgevingsvergunning waarop de aanvraag betrekking heeft niet verleend is, bestaat aanspraak op volledige vermindering van de op grond van artikel 2.3.1.4.1 verschuldigde leges.

2.3.1.4.3

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, voor het bouwen van zelfstandige grondgebonden zonnepanelen met een oppervlak groter dan 20.000 m2, dan geldt dat bij de bepaling van de bouwkosten alleen de bouwkosten van de constructieve werken dan wel de stellingen waarop de zonnepanelen geplaatst worden, worden gerekend. Bij de bepaling van deze bouwkosten wordt gerekend met een vast bedrag van € 35 per vierkante meter zonnepaneel.

2.3.1.5

Bouwactiviteit vergunningvrij

2.3.1.5.1

In afwijking van 2.3.1.1 geldt dat indien een aanvraag in beginsel vergunningvrij is conform Bor Bijlage II artikel 2 en 3 geen leges conform 2.3.1.1 worden geheven. Indien na aanpassing van de ingediende aanvraag de activiteit(en) vergunningvrij is/zijn bedraagt het tarief in plaats van het gestelde in artikel 2.3.1

€ 189,00

2.3.1.6

Bouwactiviteit monumenten

2.3.1.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, omdat het een rijks- of gemeentelijk monument betreft en het normaliter vergunning zou zijn conform Bor bijlage II artikel 2 worden geen bouwleges geheven conform artikel 2.3.1.1

2.3.2

Aanlegactiviteiten

2.3.2.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo bedraagt het tarief:

€ 189,00

2.3.2.1.1

Wanneer een kapactiviteit ook aanlegvergunningplichtig is worden alleen leges gerekend voor de kapactiviteit

2.3.2.2

Planologisch strijdig gebruik

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo (al dan niet in combinatie met een andere activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de overige onderdelen van deze titel:

2.3.2.2.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) wordt het verschuldigde bedrag vermeerderd met of bedraagt het tarief per afwijking:

€ 372,50

2.3.2.2.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking), met uitzondering van artikel 4, lid 9 bijlage II BOR, wordt het verschuldigde bedrag vermeerderd met of bedraagt het tarief per afwijking:

€ 372,50

2.3.2.2.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (projectafwijkingsbesluit), en in geval van toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo ten behoeve van situaties vallend onder artikel 4, lid 9, bijlage II BOR, wordt het verschuldigde bedrag vermeerderd met of bedraagt het tarief:

a

Indien de kosten van het bouwen of verbouwen € 300.000,00 of minder bedragen:

€ 14.218,00

b

Indien de kosten van het bouwen of verbouwen meer dan € 300.000,00 doch minder dan € 1.000.000,00 bedragen:

€ 29.730,50

c

Indien de kosten van het bouwen of verbouwen € 1.000.000,00 of meer, doch minder dan € 2.000.000,00 bedragen:

€ 40.073,00

d

Indien de kosten van het bouwen of verbouwen € 2.000.000,00 of meer, doch minder dan € 4.000.000,00 bedragen:

€ 78.847,50

e

Indien de kosten van het bouwen of verbouwen € 4.000.000,00 of meer bedragen:

€ 117.625,50

f

Indien er geen kosten van bouwen of verbouwen zijn, geldt het bedrag onder a.

2.3.2.2.3.1

Voor aanvragen als bedoeld in volgnummer 2.3.1.4.1 bedraagt het tarief voor een projectafwijkingsbesluit 50% van het reguliere tarief

2.3.2.2.3.2

Indien binnen 5 jaar na het in behandeling nemen van de aanvraag als bedoeld in artikel 2.3.2.2.3.1 de bouwactiviteit niet heeft plaatsgevonden, dan wel de omgevingsvergunning waarop de aanvraag betrekking heeft niet verleend is, bestaat aanspraak op volledige vermindering van de op grond van artikel 2.3.2.2.3.1 verschuldigde leges

2.3.2.2.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan, met toepassing van de daarin opgenomen regels inzake afwijking) wordt het verschuldigde bedrag vermeerderd met of bedraagt het tarief:

€ 372,50

2.3.2.2.5

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) wordt het verschuldigde bedrag vermeerderd met of bedraagt het tarief:

€ 372,50

2.3.2.2.6

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) wordt het verschuldigde bedrag vermeerderd met of bedraagt het tarief:

€ 372,50

2.3.2.2.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit, door ontheffing van het in het voorbereidingsbesluit opgenomen verbod om bestaand gebruik te wijzigen) wordt het verschuldigde bedrag vermeerderd met of bedraagt het tarief:

€ 372,50

2.3.2.2.8

Indien een aanvraag alleen betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo en de vergunning niet verleend wordt, blijft een minimumbedrag van verschuldigd van:

€ 372,50

2.3.2.3

De in onderdelen 2.3.2.2 opgenomen tarieven worden met 50% verhoogd indien voorafgaand aan de aanvraag een uitnodiging tot het indienen van een omgevingsvergunning, een voorwaarschuwing dan wel een aanschrijving is verzonden naar aanleiding van de constatering dat zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning is of wordt gebouwd.

2.3.3

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

2.3.3.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo bedraagt het tarief:

€ 263,00

vermeerderd met een toeslag, voor een bouwwerk met een gebruiksoppervlakte overeenkomstig NEN 2580 van:

Oppervlak

Basisbedrag

Toeslag per m2

0 tm 100 m2

€ 249,00

€0,00

101 tm 500 m2

€ 106,00

1,55

501 tm 2.000 m2

€ 575,00

0,62

2.001 tm 5.000 m2

€ 1.440,00

0,19

5.001 tm 50.000 m2

€ 2.197,00

0,04

meer dan 50.000 m2

€ 3.329,00

0,02

2.3.3.2

Indien de aanvraag als bedoeld in onderdeel 2.3.3.1 betrekking heeft op een uitbreiding dan wel een wijziging van een gebruiksvergunning, bedraagt het legestarief:

2.3.3.2.1

indien het een uitbreiding betreft, met dien verstande dat de uitbreiding maximaal 10% van de oorspronkelijke gebruiksoppervlakte beslaat, het in onderdeel 2.3.3.1 vermelde tarief met dien verstande dat de leges uitsluitend worden berekend over de oppervlakte van de uitbreiding.

2.3.3.2.2

Indien het een herindeling, een interne verbouwing of gewijzigd gebruik van de gehele, danwel een deel van de inrichting betreft, met dien verstande dat deze herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik maximaal 10% van de gebruiksoppervlakte beslaat, 50% van het in onderdeel 2.3.3.1 vermelde tarief, met dien verstande dat de leges uitsluitend worden berekend over de oppervlakte van het heringedeelde, verbouwde of gewijzigde gebruik van de inrichting.

2.3.3.3

Vervallen

2.3.4

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

2.3.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 9, eerste lid, van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief

€ 465,00

2.3.4.1a

Vervallen

2.3.4.1b

In afwijking van het bepaalde in 2.3.4.1 geldt dat wanneer een aanvraag om omgevingsvergunning zich enkel richt op de restauratie dan wel instandhouding van een monument als bedoeld in artiekel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo (gemeentelijke monumenten), het tarief wordt gehalveerd tot

€ 232,50

Een aanvraag impliceert dan dat er verder géén veranderingen aan het monument zijn voorzien als gevolg van slopen, verstoren, verplaatsen, ingrijpend wijzigen, beschadiging, vernieling of een gebruik waardoor het ontsierd wordt of in gevaar gebracht.

2.3.4.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief

€ 232,50

Aanleggen of veranderen weg

2.3.5

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief

€ 189,00

2.3.6

Uitweg/inrit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief

€ 129,50

2.3.7

Kappen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.11b van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, indien de aanvraag betrekking heeft op:

1 boom

€ 51,00

2 bomen

€ 95,00

3 bomen

€ 131,50

4 bomen

€ 161,00

voor iedere boom boven het aantal van 4 (bovenop het bedrag voor 4 bomen)

€ 25,50

met dien verstande dat niet meer dan € 5.000,00 verschuldigd is.

2.3.8

Reclamevergunning

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken van handelsreclame of een naamsaanduiding waarvoor op grond van artikel 4.15 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder h van de Wabo en waarbij niet tevens een activiteit als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid onder a van de Wabo (bouwactiviteit) is aangevraagd, bedraagt het tarief:

€ 189,00

2.3.9

(gereserveerd)

2.3.10

(gereserveerd)

2.3.11

(gereserveerd)

2.3.12

Beoordeling bodemrapport

Onverminderd het bepaalde in deze titel bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

2.3.12.1

voor de beoordeling van een bodemrapport

€ 386,50

2.3.12.2

Vervallen

2.3.12.3

Het verstrekken van gegevens aan derden over de bij het gemeentebestuur

geregistreerde gegevens over de bodemkwaliteit

2.3.12.3.1

indien een aanvraag één perceel betreft

€ 134,50

2.3.12.3.2

indien een aanvraag meerdere aaneengesloten percelen betreft

€ 212,00

2.3.13

Verklaring van geen bedenkingen

2.3.13.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo

2.3.13.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 189,00

2.3.13.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 189,00

Hoofdstuk 4

Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning niet langer dan 12 maanden voor de indiening van de aanvraag is voorafgegaan door een afgeronde conceptaanvraag (schetsplan) als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van de beoordeling van de conceptaanvraag (schetsplan) geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

2.4.2

Indien de aanvraag om een bestemmingsplanherziening niet langer dan 12 maanden voor de indiening van de aanvraag is voorafgegaan door een afgerond(e) Globale Toets of principeverzoek als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van de beoordeling van de Globale Toets/ het principeverzoek geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de bestemmingsplanherziening als bedoeld in hoofdstuk 7.

2.4.3

Indien de aanvraag om een principeverzoek niet langer dan 12 maanden voor de indiening van de aanvraag is voorafgegaan door een afgerond(e) Globale Toets als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van de beoordeling van de Globale Toets geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om principeverzoek.

2.4.4

Indien de aanvraag van omgevingsvergunning betrekking heeft op activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten, worden bij het bepalen van de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3 eventuele kosten voor instandhouding dan wel restauratie in mindering gebracht op de bouwkosten zoals opgenomen in 2.3

Hoofdstuk 5

Teruggaaf

2.5.1

Vermindering als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning die bestaat uit bouw-, kap-, en/of monumentenactiviteiten en/of brandveilig gebruik intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen, wordt het legesbedrag verminderd. De vermindering bedraagt:

2.5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan

50%

van de voor de in 2.5.1 genoemde activiteiten verschuldigde leges.

2.5.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken en binnen 8 weken na het in behandeling nemen ervan

40%

van de voor de in 2.5.1 genoemde activiteiten verschuldigde leges.

2.5.1.3

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 8 weken na het in behandeling nemen ervan

30%

van de voor de in 2.5.1 genoemde activiteiten verschuldigde leges.

met dien verstande dat ten minste een bedrag verschuldigd blijft van

€ 189,00

2.5.2

Vermindering als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning die bestaat uit een bouw-, kap-, monumentenactiviteit en/of brandveilig gebruik intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges indien het legesbedrag meer bedraagt dan € 189,-. Mits de aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt

30%

van de voor de in 2.5.2 genoemde activiteiten verschuldigde leges, met dien verstande dat ten minste een bedrag van

€ 189,00

is verschuldigd.

2.5.3

Vermindering als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning die bestaat uit een bouw-, kap-, monumentenactiviteit en/of brandveilig gebruik weigert, wordt het legesbedrag verminderd indien dit meer is dan € 189,-. De vermindering bedraagt

20%

van de voor de in 2.5.3.1 genoemde activiteiten verschuldigde leges, met dien verstande dat ten minste een bedrag is verschuldigd van:

€ 189,00

2.5.4

Vervallen

2.5.5

Vermindering als gevolg van buiten behandeling laten aanvraag omgevingsvergunning

Als de gemeente de aanvraag om een omgevingsvergunning die bestaat uit een bouw-, kap-, monumentenactiviteit en/of brandveilig gebruik buiten behandeling laat, wordt het legesbedrag verminderd indien dit meer is dan € 189,-. De vermindering bedraagt 80% van het oorspronkelijke legesbedrag, met dien verstande dat ten minste een bedrag van

€ 189,00

is verschuldigd.

2.5.6

Vervallen

2.5.7

Geen vermindering/teruggaaf legesdeel verklaring van geen bedenkingen

Van de leges verschuldigd op grond van het onderdeel 2.3.13 wordt geen teruggaaf verleend.

Hoofdstuk 6

Wijziging omgevingsvergunning

2.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

25%

van het totale legesbedrag dat voor de verleende omgevingsvergunning waarop de

wijziging is aangevraagd was verschuldigd

2.6.1

wanneer sprake is van een ondergeschikte wijziging welke niet leidt tot een nieuwe

beoordeling van de aanvraag geldt een tarief van:

€ 189,00

Hoofdstuk 7

Bestemmingswijziging

2.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een nieuw bestemmingsplan, dan wel een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening:

a. wanneer de kosten van het bouwen of verbouwen € 300.000,00 of minder bedragen

€ 14.218,00

b. wanneer de kosten van het bouwen of verbouwen meer dan

€ 300.000,00 doch minder dan € 1.000.000,00 bedragen

€ 29.730,50

c. wanneer de kosten van het bouwen of verbouwen meer dan

€ 1.000.000,00 doch minder dan € 2.000.000,00 bedragen

€ 40.073,00

d. wanneer de kosten van het bouwen of verbouwen meer dan

€ 2.000.000,00 doch minder dan € 4.000.000,00 bedragen

€ 78.847,50

e. wanneer de kosten van het bouwen of verbouwen

€ 4.000.000,00 of meer bedragen

€ 117.625,50

f. wanneer er geen kosten van bouwen of verbouwen zijn geldt het bedrag onder a.

De hierboven genoemde tarieven zijn exclusief de benodigde onderzoeken voor een nieuw bestemmingsplan

2.7.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een wijziging van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a en b Wet ruimtelijke ordening van het tarief als bedoeld onder 2.7.1.

75%

2.7.3

vervalt

2.7.3.1

vervalt

2.7.3.2

vervalt

2.7.4

Bestemmingsplannen in het buitengebied en Natuurgebied Veluwe

2.7.4.1

Voor het in behandeling nemen van verzoeken om bestemmingsplanherziening die het gevolg zijn van niet meegenomen zaken die onder het overgangsrecht van het bestemmingsplan Natuurgebied Veluwe (1995 en de artikel 30 herziening 2002), Agrarisch Buitengebied 1994 en de artikel 30-herziening bestemmingsplan Agrarisch Buitengebied 2002 vallen.

2.7.4.2

vervalt

2.7.5

Voor het in behandeling nemen van verzoeken om bestemmingsplanwijziging of bestemmingsplanherziening die zijn aangemeld voor de 'periodieke bundeling van meerdere aanvragen om herziening van een bestemmingsplan' van het reguliere tarief

50%

2.7.6

Intrekking en afwijzing van een aanvraag tot wijziging of herziening van een bestemmingsplan, dan wel een beheersverordening en het niet in werking treden van een bestemmingsplan dan wel beheersverordening waarom is verzocht.

2.7.6.1

Indien de aanvrager een in behandeling genomen aanvraag om een bestemmingsplan dan wel beheersverordening te wijzigen of herzien intrekt, voordat daarop is beslist door de gemeenteraad, worden de vastgestelde leges met 50% verminderd.

2.7.6.2

Indien het bestemmingsplan dan wel de beheersverordening waarom is verzocht, niet in werking kan treden door het niet vaststellen door de gemeenteraad of door het in hogere instantie niet onherroepelijk goedkeuren, worden de vastgestelde leges met 25% verminderd.

Hoofdstuk 8

Wijziging bestemmingsplan als gevolg van een wijziging bouwproject

2.8.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een ontwerp- of vastgesteld bestemmingsplan, als gevolg van een naar de omstandigheden beoordeeld geringe wijziging in het (bouw)project, en daardoor een in verhouding geringe wijziging van het oorspronkelijke bestemmingsplan dient plaats te vinden, bedraagt het tarief het volgende aandeel van het oorspronkelijke tarief:

50%

2.8.2

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een ontwerp- of vastgesteld bestemmingsplan, als gevolg van een naar de omstandigheden beoordeeld grote wijziging in het (bouw)project, en daardoor in verhouding een substantiële wijziging van het oorspronkelijke bestemmingsplan dient plaats te vinden, bedraagt het tarief het volgende aandeel van het oorspronkelijke tarief:

100%

Hoofdstuk 9

Sloopmelding

2.9

(gereserveerd)

Hoofdstuk 10

In deze titel niet benoemde beschikking

2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 189,00

Titel 3

Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1

Horeca

3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

3.1.1

een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecaverordening

€ 387,50

3.1.1.1

een vergunning in verband met uitsluitend een wijziging in de persoon van de leidinggevende(n)

€ 114,00

3.1.2

een ontheffing paracommercie als bedoeld in artikel 18, lid 1 van de Drank- en Horecaverordening

€ 33,00

3.1.3

een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 33,00

3.1.4

een ontheffing als bedoeld in artikel 18 lid 2 van de Drank- en Horecaverordening

€ 33,00

3.1.5

een vergunning als bedoeld in art 2:28 APV (horeca-exploitatievergunning), zonder terras

€ 216,00

3.1.5.1

een vergunning in verband met uitsluitend een wijziging in de persoon van de leidinggevende of sluitingstijden van de inrichting

€ 114,00

3.1.6

een vergunning als bedoeld in art 2:28 APV (horeca-exploitatievergunning), met terras

€ 256,00

3.1.6.1

een vergunning in verband met uitsluitend een wijziging in de persoon van de leidinggevende of sluitingstijden van de inrichting

€ 114,00

3.1.7

een aanpassing van vergunning op basis van artikel 30 van de Drank- en Horecawet

€ 193,00

3.1.8

een vergunning als bedoeld in artikel 2:28 Exploitatievergunning horecabedrijf (plaatsen van voorwerpen op de openbare weg, terrassen)

3.1.8.1

voor 2 jaren

€ 82,50

3.1.8.2

voor 5 jaren

€ 205,00

3.1.9

een ontheffing als bedoeld in artikel 2:29 van de APV, ontheffing sluitingstijd

€ 33,00

3.1.10

een ontheffing als bedoeld in artikel 4:6 van de APV, ontheffing geluidshinder

€ 33,00

Hoofdstuk 2

Organiseren evenementen of markten

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een evenementenvergunning als bedoeld in artikel 2.25 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2012

3.2.1.1

voor het houden van een evenement waarvan de opbrengst voor 60% of meer wordt afgestaan voor een goed doel

€ 0,00

3.2.1.2

voor het houden van een klein evenement met een laag risico, beperkte uitstraling naar de omgeving en beperkte gevolgen voor het verkeer:

€ 37,50

3.2.1.3

voor het houden van een middelgroot evenement met invloed op de openbare orde en veiligheid, grote impact op de omgeving en grote gevolgen voor het verkeer

€ 103,50

3.2.1.4

voor het houden van een groot evenement met grote invloed op de openbare orde en veiligheid en grote impact en/of regionale gevolgen heeft voor het verkeer

€ 310,50

3.2.1.5

voor het houden van een groot commercieel evenement waarbij de organisator juridisch, financieel en/of organisatorisch verbonden is aan een instelling die dezelfde of een vergelijkbare activiteit uitvoert en daarbij het maken van winst en/of het verwerven van persoonlijk inkomen als (neven)doel heeft

€ 621,00

3.2.3

vervallen

3.2.4

vervallen

3.2.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening:

3.2.5.1

indien de aanvraag betrekking heeft op een periode van maximaal 7 dagen

€ 36,55

3.2.5.2

indien de aanvraag betrekking heeft op een periode van meer dan 7 dagen, tot maximaal een jaar

€ 360,00

3.2.5.3

indien de aanvraag betrekking heeft op een periode van meer dan een jaar

€ 450,00

3.2.5.2.1

Als een aanvrager zijn aanvraag als bedoeld in onderdeel 3.2.5.2 of 3.2.5.3 intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges

met dien verstande dat ten minste een bedrag van

€ 189,00

is verschuldigd.

3.2.5.2.2

Als de gemeente een vergunning als bedoeld in onderdeel 3.2.5.2 of 3.2.5.3 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt

15%

van het legesbedrag.

3.2.5.2.3

Als de gemeente de aanvraag om vergunning als bedoeld in onderdeel 3.2.5.2 of 3.2.5.3 buiten behandeling laat, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges

met dien verstande dat een bedrag van

€ 189,00

is verschuldigd.

Hoofdstuk 3

Prostitutiebedrijven

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

3.3.1

een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening, anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 3.3.1.2:

3.3.1.1

voor een seksinrichting

€ 255,00

3.3.2

wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting, als bedoeld in artikel 3.15, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening:

3.3.2.1

voor een seksinrichting

€ 116,50

Hoofdstuk 4

Splitsingsvergunning woonruimte

3.4

(gereserveerd)

Hoofdstuk 5

vervallen

Hoofdstuk 6

Luchtvaart

6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

6.1.1

een verklaring van geen bezwaar op grond van art. 18 Regeling burgerluchthavens

€ 32,50

6.1.2

een verklaring van geen bezwaar op grond van art. 158 en 158a Regeling toezicht luchtvaart

€ 32,50

6.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijging van verklaring van geen bedenkingen:

6.2.1

zoals bedoeld in art. 31 lid 2 sub b Regeling wapens en munitie

€ 32,50

6.2.2

zoals bedoeld in art. 32 lid 2 sub c Regeling wapens en munitie

€ 32,50

Hoofdstuk 7

In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 356,00

Naar boven