Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Sittard-Geleen houdende regels omtrent de heffing en invordering van toeristenbelasting (Verordening toeristenbelasting Sittard-Geleen 2021)

De Raad van de gemeente Sittard-Geleen,

 

 

Gezien het voorstel van het college van 6 oktober 2020, gemeenteblad 2020, nummer 2637929,

 

Gelet op het bepaalde in artikel 224 van de Gemeentewet,

 

 

b e s l u i t :

 

 

Vast te stellen de

 

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting Sittard-Geleen 2021

 

(Verordening toeristenbelasting Sittard-Geleen 2021)

Artikel 1 Definities

  • 1.

    Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, caravan dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;

    • b.

      logiesverblijf: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan niet zijnde verblijven als bedoeld onder a, die voor overnachting ter beschikking worden gesteld aan derden;

    • c.

      B&B voorziening: een kleinschalige overnachtings- en verblijfsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt;

    • d.

      kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en volgens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf;

    • e.

      vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de plaatsing van eenzelfde kampeermiddel gedurende een seizoen of een jaar;

    • f.

      volgtijdige standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de volgtijdige plaatsing van verschillende kampeermiddelen.

    • g.

      woning: een huis, een naar aard en inrichting vergelijkbare ander onderkomen of een deel van een huis of een vergelijkbaar onderkomen.

    • h.

      particulier: een natuurlijk persoon die buiten de uitoefening van een bedrijf of beroep gelegenheid biedt tot verblijf.

    • i.

      particulier verhuurde woning: een woning die door een particulier ter beschikking wordt gesteld voor het houden van verblijf met overnachting tegen vergoeding in welke vorm dan ook.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘Toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

  • 3.

    Als geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt belastingplichtig.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 5 Aangifte

De belastingplichtige aan wie niet binnen een maand na afloop van elk in artikel 10 genoemde heffingstijdvak een aangiftebiljet is uitgereikt, is gehouden binnen veertien dagen na afloop van die maand bij het college van burgemeester en wethouders een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet.

Artikel 6 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar.

Artikel 7 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van de heffing

  • 1.

    Voor particulier verhuurde woningen en voor kampeermiddelen op vaste of volgtijdige standplaatsen kan het aantal overnachtingen bedoeld in artikel 6 op een bij de aangifte gedaan verzoek van de belastingplichtige forfaitair worden vastgesteld. Bij de forfaitaire vaststelling wordt het aantal overnachtingen gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten, overeenkomstig het bepaalde in het tweede tot en met vierde lid.

  • 2.

    Bij de forfaitaire berekening voor particulier verhuurde woningen wordt per woning:

    • a.

      het aantal overnachtende personen gesteld op het aantal slaapplaatsen;

    • b.

      het aantal nachten gesteld op 72.

  • 3.

    Bij de forfaitaire berekening voor kampeermiddelen op vaste standplaatsen wordt per standplaats:

    • a.

      het aantal overnachtende personen gesteld op 2,4 personen.

    • b.

      Het aantal nachten gesteld op 72.

  • 4.

    Bij de forfaitaire berekening voor kampeermiddelen op volgtijdige standplaatsen, wordt: per standplaats:

    • a.

      het aantal overnachtende personen gesteld op 3,2 personen.

    • b.

      het aantal nachten gesteld op 58

Artikel 8 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing

In afwijking van het bepaalde in artikel 7 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 7 berekende aantal.

Artikel 9 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per persoon per overnachting voor:

Kamperen bij de boer/camping € 1,32

Logies & vakantiewoningen € 1,78

Hotels, motels, pensions, B&B en overige accommodaties € 2,32

Artikel 10 Belastingtijdvak

  • 1.

    Voor de belastingen genoemd in artikel 7 is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Voor de niet-forfaitaire aanslagen is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderkwartaal.

Artikel 11 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 12 Aanslaggrens

  • 1.

    Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.

  • 2.

    Voor de toepassing van het vorige lid worden de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 13 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.

  • 2.

    Betaling van de termijnen zoals bedoeld in het eerste lid is mogelijk via automatische incasso, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van de Uitvoeringsregeling automatische incasso van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW).

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijnen.

Artikel 14 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231 tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 15 Kwijtschelding

Bij invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 16 Nachtverblijfregister

  • 1.

    De belastingplichtige is gehouden een door het college van burgemeester en wethouders ter beschikking te stellen, dan wel goed te keuren nachtverblijfregister bij te houden en daarin gegevens te boeken welke naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders voor de heffing van de belasting van belang zijn.

  • 2.

    De verplichting als bedoeld in het eerste lid geldt niet in de tijdvakken waarover geen gebruik wordt gemaakt van de opteermogelijkheid als bedoeld in artikel 8.

Artikel 17 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening toeristenbelasting Sittard-Geleen 2020”, vastgesteld 14 november 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening toeristenbelasting Sittard-Geleen 2021’.

Aldus besloten door de raad der gemeente Sittard-Geleen in zijn vergadering van

12 november 2020.

De plv.griffier

Mr. N.A.P.G. Bisschoff

De voorzitter

mr. J.Th.C.M. Verheijen

Naar boven