Gemeente Altena - Wijziging Algemeen Plaatselijke Verordening

De raad van de gemeente Altena,

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders,

 

gelet op de bijgaande wijziging van artikel 5.34 Algemeen Plaatselijke Verordening Altena,

 

besluit:

 

Vast te stellen de wijziging aan artikel 5.34 Algemene Plaatselijke Verordening Altena 2020.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering

van de raad van de gemeente Altena van 13 oktober 2020

 

de voorzitter,

drs. E.B.A. Lichtenberg MCM

de raadsgriffier,

drs. S.J. Peet

Bijlage  

Artikel oud

Artikel 5:34 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken

  • 1.

    Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.

  • 2.

    Mits er geen sprake is van gevaar, overlast of hinder voor de omgeving, is het verbod niet van toepassing op:

    • a.

      verlichting door middel van kaarsen, fakkels en dergelijke;

    • b.

      sfeervuren zoals terrashaarden en vuurkorven, indien geen afvalstoffen worden verbrand;

    • c.

      vuur voor koken, bakken en braden.

  • 3.

    Het is verboden op 1e en 2e Pinksterdag, 30 december, 31 december en 1 januari op of aan de weg of op een voor het publiek toegankelijke plaats te vervoeren of bij zich te hebben enig voorwerp, middel of materiaal dat er toe kan dienen om vuur aan te leggen en/of te houden.

  • 4.

    Het in het derde lid gestelde verbod geldt niet indien het daarin bedoelde voorwerp, middel of materiaal niet bestemd is of gebruikt wordt voor de in dat lid bedoelde handelingen.

  • 5.

    Het college kan van de in het eerste en derde lid gestelde verboden ontheffing verlenen.

  • 6.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de ontheffing worden geweigerd ter bescherming van de flora en fauna.

  • 7.

    Het verbod geldt niet voor zover in het geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1 of 3, van het Wetboek van Strafrecht of de Provinciale milieuverordening.

  • 8.

    Op de ontheffing bedoeld in het vijfde lid is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

 

Artikel voorgesteld

 

Artikel 5:34 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken

  • 1.

    Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.

  • 2.

    Mits er geen sprake is van gevaar, overlast of hinder voor de omgeving, is het verbod niet van toepassing op:

    • a.

      verlichting door middel van kaarsen, fakkels en dergelijke;

    • b.

      sfeervuren zoals terrashaarden en vuurkorven, indien geen afvalstoffen worden verbrand en voor zover het stoken van vuur plaatsvindt buiten de periode van 31 december 10.00 uur tot 1 januari 02.00 uur;

    • c.

      vuur voor koken, bakken en braden.

  • 3.

    Het is verboden op 1e en 2e Pinksterdag, 30 december, 31 december en 1 januari op of aan de weg of op een voor het publiek toegankelijke plaats te vervoeren of bij zich te hebben enig voorwerp, middel of materiaal dat er toe kan dienen om vuur aan te leggen en/of te houden.

  • 4.

    Het in het derde lid gestelde verbod geldt niet indien het daarin bedoelde voorwerp, middel of materiaal niet bestemd is of gebruikt wordt voor de in dat lid bedoelde handelingen.

  • 5.

    Het college kan van de in het eerste en derde lid gestelde verboden ontheffing verlenen.

  • 6.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de ontheffing worden geweigerd ter bescherming van de flora en fauna.

  • 7.

    Het verbod geldt niet voor zover in het geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1 of 3, van het Wetboek van Strafrecht of de Provinciale milieuverordening.

  • 8.

    Op de ontheffing bedoeld in het vijfde lid is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

5.34a Stoken rondom de jaarwisseling

  • 1.

    Het verbod in het eerste en derde lid van artikel 5:34 geldt niet voor het stoken van vuur in terrashaarden, vuurkorven dan wel vuurtonnen (oliedrums) met een maximale inhoud van 200 liter, in de periode van 31 december 10.00 uur tot 1 januari 02.00 uur, mits:

    • a.

      gestookt wordt met onbehandeld hout of snoeiafval; en

    • b.

      voldaan wordt aan het bepaalde in de nadere regels uit hoofde van artikel 5.34 lid 2; en

    • c.

      uiterlijk 7 werkdagen voor het genoemde tijdvak melding is gedaan bij het college indien het stoken van vuur plaatsvindt op of aan de weg of op een voor het publiek toegankelijke plaats.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels vaststellen voor het gebruik van terrashaarden, vuurkorven en vuurtonnen als bedoeld in lid 1, alsmede voor de wijze waarop de melding wordt gedaan.

Naar boven