Gemeenteblad van Zuidplas
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zuidplas | Gemeenteblad 2020, 308043 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zuidplas | Gemeenteblad 2020, 308043 | Verordeningen |
Vierde wijziging reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Zuidplas
De raad van de gemeente Zuidplas;
gelezen het voorstel van het presidium van 13 oktober 2020;
gelet op artikel 16 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de volgende regeling:
VIERDE WIJZIGING VAN HET REGLEMENT VAN ORDE VOOR DE VERGADERINGEN EN ANDERE WERKZAAMHEDEN VAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE ZUIDPLAS
Het reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Zuidplas wordt als volgt gewijzigd.
Artikel 10. De opiniërende en besluitvormende raadsvergadering
Ten behoeve van de beraadslagingen in het opiniërende deel van de raad kunnen leden van de raad uiterlijk tot zes werkdagen voor de vergadering verhelderende vragen indienen. Uiterlijk de tweede werkdag voor de vergadering ontvangen de raadsleden de beantwoording. Tijdens het opiniërende deel van de vergadering kunnen dergelijke vragen niet meer worden gesteld. De voorzitter ziet hierop toe.
Stukken die besproken zijn in het opiniërende deel worden voor besluitvorming geagendeerd in het besluitvormende deel van een volgende vergadering. Besluitvorming is eveneens mogelijk in het besluitvormende deel van dezelfde raadsvergadering, wanneer 1. de raad na beraadslaging in het opiniërende deel unaniem van mening is, dat daar reden toe is en 2. een stuk besproken is in een programmacommissie voorafgaande aan een raadsvergadering.
Artikel 11, eerste lid, komt te luiden:
De voorzitter zendt ten minste achttien dagen voor het opiniërend deel van de vergadering de leden van de raad een schriftelijke oproep onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergadering. Voor het besluitvormend deel is deze termijn voor de oproep ten minste zes dagen voor de betreffende vergadering.
Artikel 74, eerste lid, komt te luiden:
Elke in de raad aanwezige fractie kan maximaal vier fractieadviseurs voordragen. Zij kunnen, namens die fractie, in de informatiebijeenkomsten, themabijeenkomsten, programmacommissies als bedoeld in Regeling programmacommissies van de gemeente Zuidplas en werkgroepen optreden en aan de beraadslagingen deelnemen.
Artikel II Wijziging toelichting reglement
De toelichting op het reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Zuidplas wordt als volgt gewijzigd.
In het opiniërend deel vindt politieke bespreking plaats van raadsdocumenten of onderwerpen. De raadsleden stellen in dit deel van de vergadering geen verhelderende (technische) vragen meer. Deze vragen moeten de raadsleden voor de zesde werkdag voor de vergadering indienen. Deze vragen worden uiterlijk de tweede werkdag voor de raadsvergadering door het college beantwoord. De voorzitter heeft de rol om erop toe te zien dat alleen een politiek debat plaatsvindt. Dan gaat het om de politieke keuzevraagstukken die om een debat en een besluit vragen.
In het derde lid is de bepaling opgenomen dat de onderwerpen van het opiniërend deel van de vergadering in de regel op de agenda komen van het besluitvormend deel van de volgende vergadering en niet op de agenda van het besluitvormend deel van dezelfde vergadering. Dit is opgenomen, om de fracties gelegenheid te geven nader overleg te voeren om hun standpunt te heroverwegen of juist nader te onderbouwen. Bovendien kunnen belanghebbenden ook nog reageren op eventueel in de raadsvergadering voorgestelde wijzigingen van voorgelegde voorstellen. Van deze regel kan alleen bij unanimiteit afgeweken worden of wanneer het onderwerp besproken is in een programmacommissie. Dan kan eveneens van deze regel afgeweken worden. Unanimiteit is in dat geval geen vereiste.
In artikel 19, eerste lid van de Gemeentewet is bepaald dat de burgemeester de leden van de raad schriftelijk uitnodigt voor de vergadering. Omdat deze bepaling zo in de Gemeentewet staat, is dit ook in het reglement van orde overgenomen. Het modelreglement van de VNG geeft aan, dat het mogelijk is, indien de raad dit wenst, de stukken en oproep niet per post maar per e-mail te versturen. Dit laatste is in Zuidplas usance.
Het eerste lid maakt een onderscheid in de schriftelijke oproep voor het opiniërende en voor het besluitvormende deel van de vergadering. De Gemeentewet schrijft namelijk voor dat met de oproep de agenda en de daarbij behorende voorstellen tegelijkertijd met de oproeping verzonden moeten worden. Daarom is in het eerste en tweede lid van dit artikel een aparte regeling opgenomen voor de verzending van de agenda en de daarbijbehorende stukken voor het opiniërende en het besluitvormende deel. Voor het opiniërende deel van de vergadering is bepaald dat de voorzitter ten minste achttien dagen vóór een vergadering de leden een brief (de schriftelijke oproep) stuurt, waarin de vergadering wordt aangekondigd. De brief, die digitaal verzonden wordt, vermeldt de dag, tijdstip en plaats van de vergadering. Voor het besluitvormende deel is de termijn uiterlijk zes dagen voor de vergadering. De verklaring voor deze verschillende termijn is, dat na behandeling in het opiniërend deel van de raad een raadsvoorstel en –besluit mogelijk nog moet worden aangepast. Ook is het mogelijk dat de stukken na behandeling in een programmacommissie direct voor het besluitvormend deel van de vergadering geagendeerd worden. Het college heeft dan voldoende tijd om de stukken eventueel aan te kunnen passen. Deze korte termijn hoeft voor de gemeenteraad geen probleem te zijn: de stukken zijn immers al bekend bij de gemeenteraad. De formulering ´ten minste’ in het eerste lid laat de mogelijkheid open dat de agenda van het besluitvormende deel eerder dan die zes dagen gepubliceerd wordt.
Wanneer de voorzitter dan wel een vijfde deel van de raad van mening is dat de raad extra moet vergaderen, is er meestal van een bepaald spoedeisend belang sprake. De bepaling van een termijn van achttien dagen staat dan het spoedig vergaderen in de weg. De toevoeging van een vierde lid maakt het mogelijk dat de voorzitter van de termijn van achttien dagen kan afwijken. De voorzitter overlegt daartoe wel met het presidium. Het presidium heeft het verzoek om een extra vergadering echter wel te respecteren. De Gemeentewet bepaalt dat namelijk in artikel 17, tweede lid. De Gemeentewet gaat boven het bepaalde in een reglement van orde.
De raadsplanning is tevens instrument om (meer) majeure en complexe onderwerpen meer planmatig te behandelen. Bij (meer) majeure en complexe onderwerpen gaat het bijvoorbeeld om onderwerpen die een grote impact op inwoners, verenigingen, organisaties e.d. kunnen hebben. Het kan ook gaan om onderwerpen die een complexer karakter hebben. Denk bijvoorbeeld aan onderwerpen als de wijzigingen van het subsidiebeleid, wijzigingen in de Wmo, AWBZ of Jeugdzorg. Het tweede lid voorziet erin dat het college dergelijke onderwerpen bij de raad introduceert met een procesvoorstel. In dat procesvoorstel kunnen informatiebijeenkomsten, themabijeenkomsten, activiteiten van ‘de raad op straat’, betrokkenheid van andere participanten et cetera een plaats krijgen (kortom, een mogelijke uitwerking van maatschappelijke oriëntatie door de gemeenteraad). De raad kan dergelijke procesvoorstellen amenderen. Voordat het proces begint, bestaat daardoor bij de raad een beeld hoe het proces van beeldvorming – opinievorming – besluitvorming gestalte krijgt.
De bepalingen van het reglement zijn echter niet van toepassing, voor zover het toepassen van die bepalingen strijdig is met het besloten karakter van de vergadering. Zo zullen er bijvoorbeeld geen beeld- en geluidsregistraties openbaar gemaakt kunnen worden. Ten aanzien van de stukken die betrekking hebben op een besloten vergadering en het behandelde zal de raad moeten besluiten of geheimhouding, als bedoeld in de artikelen 25, 55 en 86 van de Gemeentewet, wordt opgelegd dan wel opgeheven.
Soms zijn er onderwerpen of thema’s die wat uitgewerkt of verdiept moeten worden. Het kan dan gaan om thema’s die specifiek het functioneren van de raad raken of daarop betrekking hebben. Het betreft dan veelal een tijdelijke bezigheid. Om iets dergelijks op te pakken kan een werkgroep worden ingericht.
Het artikel bepaalt dat de raad bij de instelling van een werkgroep een instructie vaststelt. Vaste onderdelen van deze instructie zijn een heldere omschrijving van het onderwerp, de opdracht die de raad voor de werkgroep in gedachten heeft, maar ook een termijn waarbinnen de werkzaamheden verricht moeten worden. Een richtlijn hiervoor is een termijn van drie maanden. Dat is afhankelijk van de opdracht die de werkgroep moet uitvoeren. Die opdracht moet in redelijkheid binnen de bepaalde termijn kunnen worden uitgevoerd. De instructie maakt duidelijk welk resultaat van de werkgroep verwacht wordt.
De raad roept de werkgroep in het leven voor de uitwerking van een bepaald onderwerp. Dat kan betrekking hebben op het functioneren van de gemeenteraad. Het kan ook zijn dat een werkgroep voorbereidend werk verricht bij de uitwerking van een thema dat voor de raad van belang is. Bij de rol van de werkgroep kan de raad ook denken aan de voorbereiding van een bestuursopdracht aan het college wanneer de raad heel intensief betrokken is bij een thema/onderwerp.
Er hoeft niet per se een raadslid per fractie vertegenwoordigd te zijn. Er kan ook een fractieadviseur namens een fractie deelnemen aan de werkgroep. De formulering van dit artikel is ook zodanig, dat een fractie zelf de afweging kan maken om in de werkgroep zitting te nemen. Deelname is op vrijwillige basis.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-308043.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.