Vierde wijziging reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Zuidplas

De raad van de gemeente Zuidplas;

 

gelezen het voorstel van het presidium van 13 oktober 2020;

 

gelet op artikel 16 van de Gemeentewet;

 

besluit vast te stellen de volgende regeling:

 

VIERDE WIJZIGING VAN HET REGLEMENT VAN ORDE VOOR DE VERGADERINGEN EN ANDERE WERKZAAMHEDEN VAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE ZUIDPLAS

Artikel I Wijziging reglement

Het reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Zuidplas wordt als volgt gewijzigd.

 

  • A.

    Artikel 10 komt te luiden:

  • Artikel 10. De opiniërende en besluitvormende raadsvergadering

    • 1.

      De raadsvergadering bestaat uit een opiniërend en een besluitvormend deel. In het opiniërend deel vindt de politieke bespreking en het debat tussen de leden van de raad plaats. In het besluitvormend deel vindt alleen besluitvorming plaats en geen debat.

    • 2.

      Ten behoeve van de beraadslagingen in het opiniërende deel van de raad kunnen leden van de raad uiterlijk tot zes werkdagen voor de vergadering verhelderende vragen indienen. Uiterlijk de tweede werkdag voor de vergadering ontvangen de raadsleden de beantwoording. Tijdens het opiniërende deel van de vergadering kunnen dergelijke vragen niet meer worden gesteld. De voorzitter ziet hierop toe.

    • 3.

      Stukken die besproken zijn in het opiniërende deel worden voor besluitvorming geagendeerd in het besluitvormende deel van een volgende vergadering. Besluitvorming is eveneens mogelijk in het besluitvormende deel van dezelfde raadsvergadering, wanneer 1. de raad na beraadslaging in het opiniërende deel unaniem van mening is, dat daar reden toe is en 2. een stuk besproken is in een programmacommissie voorafgaande aan een raadsvergadering.

  • B.

    Artikel 11, eerste lid, komt te luiden:

    • 1.

      De voorzitter zendt ten minste achttien dagen voor het opiniërend deel van de vergadering de leden van de raad een schriftelijke oproep onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergadering. Voor het besluitvormend deel is deze termijn voor de oproep ten minste zes dagen voor de betreffende vergadering.

  • C.

    De titel van hoofdstuk 8 komt te luiden:

  • Hoofdstuk 8. Informatiebijeenkomsten, themabijeenkomsten, werkgroepen en fractieadviseurs

  •  

  • D.

    De titel van paragraaf 8.2 komt te luiden:

  • Paragraaf 8.2 Informatiebijeenkomst en themabijeenkomst

  •  

  • E.

    Aan artikel 53 wordt een tweede lid toegevoegd:

    • 2.

      De raad kan themabijeenkomsten beleggen.

  • F.

    Aan artikel 54 wordt een tweede lid toegevoegd:

    • 2.

      De themabijeenkomst is bedoeld voor het uitwisselen van informatie en discussie tussen fracties, burgers, bestuurders, ambtenaren en deskundigen over een specifiek thema.

  • G.

    In de artikelen 55 t/m 61 en 75 van het Reglement van orde wordt ´informatiebijeenkomst’ of ‘informatiebijeenkomsten’ vervangen door ´informatie- of themabijeenkomst’ of ‘informatie- of themabijeenkomsten’.

  •  

  • H.

    Artikel 59, eerste lid, komt te luiden:

    • 1.

      Tijdens informatie- of themabijeenkomsten mogen alle aanwezigen actief deelnemen. Het presidium kan bij de vaststelling van de agenda voor een themabijeenkomst bepalen wie aan de bespreking deelnemen.

  • I.

    Artikel 62 komt te luiden:

  • Artikel 62. Videotulen of audioverslag

    • 1.

      De secretaris van de informatie- of themabijeenkomst draagt zorg voor de videotulen of een audio-opname van de bijeenkomst. Deze videotulen of audio-opname worden op de gemeentelijke website gepubliceerd.

    • 2.

      Indien de informatie- of themabijeenkomst op een andere locatie dan in het gemeentehuis gehouden wordt, kan van een geluids- of beeldopname worden afgezien.

    • 3.

      De secretaris draagt na afloop van de informatie- of themabijeenkomst zorg voor de (eventuele) actiepunten vanuit de informatie- of themabijeenkomst. De secretaris deelt deze actiepunten met college, raad en ambtelijke organisatie.

  • J.

    Artikel 63 komt te luiden:

  • Artikel 63. Instellen werkgroepen

    • 1.

      De raad kan werkgroepen instellen.

    • 2.

      De raad stelt bij de instelling van een werkgroep een instructie vast met daarbij een heldere omschrijving van het onderwerp, de opdracht en de termijn waarbinnen de werkgroep haar opdracht uitvoert.

    • 3.

      De werkgroep eindigt bij het verstrijken van de in de instructie genoemde termijn of einddatum of wanneer de werkgroep door de raad wordt opgeheven.

    • 4.

      De raad kan bij de instelling van een werkgroep een voorzitter aanwijzen.

  • K.

    Artikel 65 komt te luiden:

  • Artikel 65. Samenstelling en voorzitterschap

    • 1.

      Elke fractie kan een lid van de raad of een fractieadviseur voor de werkgroep voordragen. De voorgedragen leden van de raad of fractieadviseurs vormen de werkgroep. Per werkgroep is er een vaste samenstelling.

    • 2.

      Indien de raad bij de instelling van de werkgroep geen voorzitter heeft aangewezen, kiest de werkgroep uit haar midden een voorzitter.

  • L.

    Artikel 70 komt te luiden:

  • Artikel 70. Werkwijze

  • De werkgroep bepaalt binnen de kaders van de instructie als bedoeld in artikel 63, tweede lid, haar eigen werkwijze.

  •  

  • M.

    Artikel 74, eerste lid, komt te luiden:

    • 1.

      Elke in de raad aanwezige fractie kan maximaal vier fractieadviseurs voordragen. Zij kunnen, namens die fractie, in de informatiebijeenkomsten, themabijeenkomsten, programmacommissies als bedoeld in Regeling programmacommissies van de gemeente Zuidplas en werkgroepen optreden en aan de beraadslagingen deelnemen.

Artikel II Wijziging toelichting reglement

De toelichting op het reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Zuidplas wordt als volgt gewijzigd.

 

  • A.

    De toelichting op artikel 10 komt te luiden:

  • Artikel 10. De opiniërende en besluitvormende raadsvergadering

  • De raadsvergadering bestaat uit een opiniërend en een besluitvormend deel.

  • In het opiniërend deel vindt politieke bespreking plaats van raadsdocumenten of onderwerpen. De raadsleden stellen in dit deel van de vergadering geen verhelderende (technische) vragen meer. Deze vragen moeten de raadsleden voor de zesde werkdag voor de vergadering indienen. Deze vragen worden uiterlijk de tweede werkdag voor de raadsvergadering door het college beantwoord. De voorzitter heeft de rol om erop toe te zien dat alleen een politiek debat plaatsvindt. Dan gaat het om de politieke keuzevraagstukken die om een debat en een besluit vragen.

  • In het besluitvormende deel van de vergadering vindt geen debat meer plaats, maar alleen de besluitvorming over de amendementen, voorstellen, moties, e.d.

  • In het derde lid is de bepaling opgenomen dat de onderwerpen van het opiniërend deel van de vergadering in de regel op de agenda komen van het besluitvormend deel van de volgende vergadering en niet op de agenda van het besluitvormend deel van dezelfde vergadering. Dit is opgenomen, om de fracties gelegenheid te geven nader overleg te voeren om hun standpunt te heroverwegen of juist nader te onderbouwen. Bovendien kunnen belanghebbenden ook nog reageren op eventueel in de raadsvergadering voorgestelde wijzigingen van voorgelegde voorstellen. Van deze regel kan alleen bij unanimiteit afgeweken worden of wanneer het onderwerp besproken is in een programmacommissie. Dan kan eveneens van deze regel afgeweken worden. Unanimiteit is in dat geval geen vereiste.

 

  • B.

    De toelichting op artikel 11 komt te luiden:

  • Artikel 11. Oproep en verzending stukken

  • In artikel 19, eerste lid van de Gemeentewet is bepaald dat de burgemeester de leden van de raad schriftelijk uitnodigt voor de vergadering. Omdat deze bepaling zo in de Gemeentewet staat, is dit ook in het reglement van orde overgenomen. Het modelreglement van de VNG geeft aan, dat het mogelijk is, indien de raad dit wenst, de stukken en oproep niet per post maar per e-mail te versturen. Dit laatste is in Zuidplas usance.

  • Het eerste lid maakt een onderscheid in de schriftelijke oproep voor het opiniërende en voor het besluitvormende deel van de vergadering. De Gemeentewet schrijft namelijk voor dat met de oproep de agenda en de daarbij behorende voorstellen tegelijkertijd met de oproeping verzonden moeten worden. Daarom is in het eerste en tweede lid van dit artikel een aparte regeling opgenomen voor de verzending van de agenda en de daarbijbehorende stukken voor het opiniërende en het besluitvormende deel. Voor het opiniërende deel van de vergadering is bepaald dat de voorzitter ten minste achttien dagen vóór een vergadering de leden een brief (de schriftelijke oproep) stuurt, waarin de vergadering wordt aangekondigd. De brief, die digitaal verzonden wordt, vermeldt de dag, tijdstip en plaats van de vergadering. Voor het besluitvormende deel is de termijn uiterlijk zes dagen voor de vergadering. De verklaring voor deze verschillende termijn is, dat na behandeling in het opiniërend deel van de raad een raadsvoorstel en –besluit mogelijk nog moet worden aangepast. Ook is het mogelijk dat de stukken na behandeling in een programmacommissie direct voor het besluitvormend deel van de vergadering geagendeerd worden. Het college heeft dan voldoende tijd om de stukken eventueel aan te kunnen passen. Deze korte termijn hoeft voor de gemeenteraad geen probleem te zijn: de stukken zijn immers al bekend bij de gemeenteraad. De formulering ´ten minste’ in het eerste lid laat de mogelijkheid open dat de agenda van het besluitvormende deel eerder dan die zes dagen gepubliceerd wordt.

  • Ook de geheime stukken worden naar de gemeenteraad verzonden. Uiteraard worden de geheime stukken niet gepubliceerd.

  • Wanneer de voorzitter dan wel een vijfde deel van de raad van mening is dat de raad extra moet vergaderen, is er meestal van een bepaald spoedeisend belang sprake. De bepaling van een termijn van achttien dagen staat dan het spoedig vergaderen in de weg. De toevoeging van een vierde lid maakt het mogelijk dat de voorzitter van de termijn van achttien dagen kan afwijken. De voorzitter overlegt daartoe wel met het presidium. Het presidium heeft het verzoek om een extra vergadering echter wel te respecteren. De Gemeentewet bepaalt dat namelijk in artikel 17, tweede lid. De Gemeentewet gaat boven het bepaalde in een reglement van orde.

  • Het stellen van technische vragen (conform artikel 10, tweede lid) zal niet altijd mogelijk zijn.

 

  • C.

    De toelichting op artikel 45 komt te luiden:

  • Artikel 45. Raadsplanning

  • Als sturingsinstrument voor de behandeling van de raadsdocumenten is de raadsplanning van groot belang. Daarom is artikel 46 over de raadsplanning in dit reglement opgenomen.

  • De raadsplanning wordt voor iedere vergadering van het presidium geagendeerd en besproken. Vandaar dat een wijziging voor het eerste lid wordt voorgesteld.

  • De raadsplanning is tevens instrument om (meer) majeure en complexe onderwerpen meer planmatig te behandelen. Bij (meer) majeure en complexe onderwerpen gaat het bijvoorbeeld om onderwerpen die een grote impact op inwoners, verenigingen, organisaties e.d. kunnen hebben. Het kan ook gaan om onderwerpen die een complexer karakter hebben. Denk bijvoorbeeld aan onderwerpen als de wijzigingen van het subsidiebeleid, wijzigingen in de Wmo, AWBZ of Jeugdzorg. Het tweede lid voorziet erin dat het college dergelijke onderwerpen bij de raad introduceert met een procesvoorstel. In dat procesvoorstel kunnen informatiebijeenkomsten, themabijeenkomsten, activiteiten van ‘de raad op straat’, betrokkenheid van andere participanten et cetera een plaats krijgen (kortom, een mogelijke uitwerking van maatschappelijke oriëntatie door de gemeenteraad). De raad kan dergelijke procesvoorstellen amenderen. Voordat het proces begint, bestaat daardoor bij de raad een beeld hoe het proces van beeldvorming – opinievorming – besluitvorming gestalte krijgt.

  • Niet alleen het presidium kan onderwerpen toevoegen aan de raadsplanning of wijzigingen daarin aanbrengen, maar ook de raad heeft deze gelegenheid.

 

  • D.

    De toelichting op artikel 47 komt te luiden:

  • Artikel 47. Algemeen

  • Dit artikel bepaalt dat de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing zijn op een raadsvergadering achter gesloten deuren. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan de bepalingen omtrent het tijdig verzenden van stukken, het recht van amendement en het recht van motie.

  • De bepalingen van het reglement zijn echter niet van toepassing, voor zover het toepassen van die bepalingen strijdig is met het besloten karakter van de vergadering. Zo zullen er bijvoorbeeld geen beeld- en geluidsregistraties openbaar gemaakt kunnen worden. Ten aanzien van de stukken die betrekking hebben op een besloten vergadering en het behandelde zal de raad moeten besluiten of geheimhouding, als bedoeld in de artikelen 25, 55 en 86 van de Gemeentewet, wordt opgelegd dan wel opgeheven.

  • In artikel 23 van de Gemeentewet zijn procedurevoorschriften opgenomen voor 'het sluiten van de deuren', de wijze waarop een vergadering een besloten vergadering wordt.

  • Voor wat betreft de werkwijze omtrent besloten vergaderingen en het opleggen en bekrachtigen van geheimhouding wordt gehandeld conform de nota Zwijgen is zilver, spreken is goud. Deze is als bijlage bij dit reglement en de toelichting gevoegd.

 

  • E.

    In de toelichting komt de titel van Hoofdstuk 8 te luiden:

  • Hoofdstuk 8. Informatiebijeenkomsten, themabijeenkomsten, werkgroepen en fractieadviseurs.

 

  • F.

    In de toelichting op de artikelen 5, 52 t/m 54, 56, 57, 59, 61 en 73 van het Reglement van orde wordt ´informatiebijeenkomst’ of ‘informatiebijeenkomsten’ vervangen door ´informatie- of themabijeenkomst’ of ‘informatie- of themabijeenkomsten’.

 

  • G.

    In de toelichting komt de titel van paragraaf 8.2 te luiden:

  •  

  • Paragraaf 8.2 Informatie- of themabijeenkomsten.

 

  • H.

    De toelichting op artikel 62 komt te luiden:

  • Artikel 62. Videotulen of audioverslag

  • Dit artikel maakt het mogelijk dat op een locatie vergaderd kan worden, zonder dat videotulen of een geluidsopname gemaakt worden.

  • Bij de informatie- of themabijeenkomsten is geen sprake meer van een adviezen- of besluitenlijst. Er zijn mogelijk wel actiepunten die moeten worden afgedaan. Deze worden op dit moment via de lange termijn agenda geregistreerd, gecommuniceerd en afgehandeld.

 

  • I.

    De toelichting op artikel 63 komt te luiden:

  • Artikel 63. Instellen van werkgroepen

  • Soms zijn er onderwerpen of thema’s die wat uitgewerkt of verdiept moeten worden. Het kan dan gaan om thema’s die specifiek het functioneren van de raad raken of daarop betrekking hebben. Het betreft dan veelal een tijdelijke bezigheid. Om iets dergelijks op te pakken kan een werkgroep worden ingericht.

  • Het artikel bepaalt dat de raad bij de instelling van een werkgroep een instructie vaststelt. Vaste onderdelen van deze instructie zijn een heldere omschrijving van het onderwerp, de opdracht die de raad voor de werkgroep in gedachten heeft, maar ook een termijn waarbinnen de werkzaamheden verricht moeten worden. Een richtlijn hiervoor is een termijn van drie maanden. Dat is afhankelijk van de opdracht die de werkgroep moet uitvoeren. Die opdracht moet in redelijkheid binnen de bepaalde termijn kunnen worden uitgevoerd. De instructie maakt duidelijk welk resultaat van de werkgroep verwacht wordt.

  • Het derde lid bepaalt dat de werkgroep bij het behalen van de einddatum of termijn zoals deze in de instructie is verwoord, automatisch wordt opgeheven. Het is ook mogelijk dat de raad de werkgroep eerder opheft dan gepland.

  • Het vierde lid maakt het mogelijk dat bij het vaststellen van de instructie door de raad een voorzitter van de werkgroep wordt aangewezen. Doet de raad dit niet, dan bepaalt artikel 65 dat de werkgroep daarin zelf kan voorzien.

 

  • J.

    De toelichting op artikel 64 komt te luiden:

  • Artikel 64. Taak

  • De raad roept de werkgroep in het leven voor de uitwerking van een bepaald onderwerp. Dat kan betrekking hebben op het functioneren van de gemeenteraad. Het kan ook zijn dat een werkgroep voorbereidend werk verricht bij de uitwerking van een thema dat voor de raad van belang is. Bij de rol van de werkgroep kan de raad ook denken aan de voorbereiding van een bestuursopdracht aan het college wanneer de raad heel intensief betrokken is bij een thema/onderwerp.

  • Wel moet bij de instelling van de werkgroep helder zijn waarvoor de werkgroep wordt ingesteld en wat het resultaat is dat de raad van de werkgroep verwacht.

  • De werkgroep kan geen (politieke) besluiten nemen. Is (politieke) besluitvorming nodig, dan bereidt de werkgroep een raadsdocument voor.

  • De Regeling programmacommissies van de gemeente Zuidplas maakt het in artikel 2 van de regeling mogelijk dat een programmacommissie de raad kan adviseren een werkgroep in te stellen. De instelling verloopt dan echter altijd via de raad (raadsbesluit).

 

  • K.

    De toelichting op artikel 65 komt te luiden:

  • Artikel 65. Samenstelling en voorzitterschap

  • Er hoeft niet per se een raadslid per fractie vertegenwoordigd te zijn. Er kan ook een fractieadviseur namens een fractie deelnemen aan de werkgroep. De formulering van dit artikel is ook zodanig, dat een fractie zelf de afweging kan maken om in de werkgroep zitting te nemen. Deelname is op vrijwillige basis.

  • Heeft de raad geen voorzitter aangewezen bij de instelling van een werkgroep dan wijst de werkgroep uit haar midden een voorzitter aan.

 

  • L.

    De toelichting op artikel 70 komt te luiden:

  • Artikel 70. Werkwijze

  • De werkgroep is gebonden aan haar instructie. Zonder besluit van de raad kan zij haar taak niet wijzigen.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2021.

Vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Zuidplas in de openbare digitale vergadering van 28 oktober 2020.

J.J.A. van Houwelingen,

plv. griffier

J.F. Weber,

voorzitter

Naar boven