Gemeenteblad van Breda
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Breda | Gemeenteblad 2020, 303901 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Breda | Gemeenteblad 2020, 303901 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Breda houdende regels omtrent de Handhavingsmatrix Breda 2020
Burgemeester en wethouders van Breda maken bekend dat zij en de burgemeester op respectievelijk 15 september en 8 november 2020 de Handhavingsmatrix Breda 2020 hebben vastgesteld.
De Handhavingsmatrix wordt van kracht met ingang van de dag na die van deze bekendmaking.
Tegen het besluit tot vaststelling van de Handhavingsmatrix is geen bezwaar of beroep mogelijk.
De handhavingsmatrix uit 2014 (bestuursvoorstel 42797) is na diverse aanpassingen in de wet- en regelgeving verouderd dan wel niet meer actueel. Daarnaast was deze matrix niet goed leesbaar en werkbaar. Aanpassing van de handhavingsmatrix is dan ook wenselijk.
In het verleden was gemeente breed de noodzaak aanwezig om te komen tot een handhavingsmatrix. Veel beleidsstukken waren geschreven in een ander tijdsbeeld en met andere belangen in het achterhoofd. Regionale samenwerking had een andere betekenis, wetten zijn op hoofdpunten anders geworden en, niet in de laatste plaats de maatschappij verandert continu. Handhaving is al lang niet meer een zaak van repressie en sanctioneren, maar ook van communicatie en preventie. Handhaving is een middel om de door de maatschappij gewenste doelen te bereiken. De handhavingsmatrix moet voor burgers en bedrijven alsmede voor het gemeentebestuur en haar ambtenaren een eenduidig en helder beleid neerleggen hoe om te gaan situatie die niet voldoen aan de bestuurlijke wet- en regelgeving. Dit schept rechtszekerheid en transparantie. Daarnaast zijn er wetstechnische redenen om tot een handhavingsmatrix te komen.
De onderhavige Handhavingsmatrix gemeente Breda 2018 heeft als doel om alle bestuurlijke handhaving uiteindelijk te laten vallen binnen één matrix. Wanneer een overtreding van een artikel is geconstateerd, staat de herstelsanctie in de tabel van de matrix aangegeven. Dit vormt in beginsel de regel. Gekozen is om de herstelsancties uit Titel 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) op te nemen. Dit zijn de last onder bestuursdwang (Afdeling 5.3.1 Awb) en de last onder dwangsom (Afdeling 5.3.2 Awb).
Deze handhavingsmatrix ziet alleen op bestuursrechtelijke handhavingsaangelegenheden en niet op strafrechtelijke overtredingen, (parkeer) belastingen / naheffingen of Mulder feiten.
De bestuurlijke boete (Titel 5.4 Awb) is niet opgenomen in deze handhavingsmatrix aangezien dit een strafmaatregel is. Uitzondering hierop is de bestuurlijke boete ingevolge artikel 20, lid 1 van de Drank- en Horecawet "schenken aan minderjarige". Deze is opgenomen omdat deze rechtstreek uit de Drank- en Horecawet en het Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet voortvloeit. Daarnaast werd deze bestuurlijke boete reeds ook al gehanteerd in de handhavingsmatrix uit 2014 als strafmaatregel. Om verwarring te voorkomen, terminologie dwangsom en bestuurlijke boete worden vaak door elkaar gehaald, is besloten de bestuurlijke boete niet op te nemen in deze matrix. Voor de bestuurlijke boete kan separaat door de gemeenteraad een verordening worden vastgesteld. Een bestuurlijke boete mag naast een herstelsanctie worden ingezet.
Handhaving vraagt ook om maatwerk en evenredigheid. Ook daar is invulling aan gegeven. Beleid is de regel maar uitzonderingen blijven mogelijk. Door te kijken naar concreet zicht op legalisatie, verjaartermijnen en de hardheidsclausule bestaat er nog steeds ruimte voor gemotiveerd afwijken (artikel 4:84 Awb).
De handhavingsmatrix wordt uitgevoerd/nageleefd door de juridisch medewerkers/juristen van het team Handhaving bestaande stad (HBS) van de afdeling Veiligheid en Leefomgeving, de Omgevingsdienst Midden- en West Brabant alsmede in voorkomende gevallen de stadsadvocaat.
Bij het constateren van overtredingen van wet- en regelgeving wordt als algemeen uitgangspunt gesteld, dat daar in beginsel tegen wordt opgetreden. Vaste jurisprudentie vereist dit ook. Daarnaast worden de volgende punten meegewogen bij het opleggen van een herstelsanctie:
het subsidiariteit- en proportionaliteitsbeginsel. (Dit wil zeggen dat de herstelsanctie moet worden toegepast die het minst ingrijpend is en het beste past om het gestelde doel te bereiken. Dit betekent dat bij een overtreding niet standaard één bepaalde interventie mogelijk is. De toezichthouder moet in elke specifieke situatie bepalen welke herstelsanctie de beste is. Daarbij wordt corrigerend opgetreden en eventueel ook sanctionerend);
Als een overtreding is geconstateerd wordt de van toepassing zijnde tabel toegepast. De matrix voorziet in een sanctie bij een normale inschaling van de ernst van de overtreding. Als het bevoegd gezag van deze matrix wil afwijken, moet de afwijking in het definitieve besluit gemotiveerd worden (artikel 4:84 Awb).
Als meerdere overtredingen worden geconstateerd is de mogelijkheid aanwezig om deze overtredingen zogenaamd te stapelen in één besluit. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de diverse bevoegdheden van de burgemeester en of het college.
De wettelijke bevoegdheid (lees: beginselplicht) tot het doen naleven van wetten en regels is gelegen in artikel 125 van de Gemeentewet en in hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht, met name in de artikelen 5:21 en 5:32. In enkele bijzondere gevallen is de handhavingsbevoegdheid geregeld in de desbetreffende bijzondere wet. Verder zijn in de artikelen 172 t/m 178 van de Gemeentewet diverse bevoegdheden toegekend aan de burgemeester in het kader van handhaving van de openbare orde, het toezicht op openbare gelegenheden, ordeverstoring vanuit woningen, ongeregeldheden e.d.
Rekening gehouden moet worden met dwingende bepalingen in wet- en regelgeving zoals o.a. het intrekken of schorsen van een vergunning of het sluiten van een lokaliteit. Deze dwingende bepalingen zijn verwerkt in deze matrix. Als sprake is van een discrepantie tussen deze matrix en de onderliggende wet- en regelgeving (wetgeving, verordeningen en beleidstukken) dan geldt de dwingende bepalingen zoals gesteld in de van toepassing zijnde wet- en regelgeving.
Stap 1: Is er sprake van een overtreding
De eerste stap die gezet moeten worden is de vraag of er sprake is van een overtreding van een wettelijk voorschrift. Niemand is strafbaar of in overtreding wanneer er geen democratisch vastgestelde wet is overtreden. Dit is het fundament van onze rechtstaat en ook een belangrijk uitgangspunt van de matrix. Er moet sprake zijn van een overtreding. In de tabel zijn de verschillende artikelen uit de wet- en regelgeving opgenomen met een korte en gesimplificeerde beschrijving van de overtreding. Overtredingen die niet in de tabel zijn opgenomen worden ingevolge titel 4.1 en hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht afgewerkt (voornemen - zienswijze - handhavingsbesluit).
De tweede stap die gezet moet worden is de vraag hoe ernstig de overtreding is. Is er direct gevaar voor de veiligheid van en gezondheid voor mensen, dieren of goederen? Indien dit het geval is mag de stap van "waarschuwing" gemotiveerd worden overgeslagen en eventueel ook direct bestuursdwang worden aangezegd door de toezichthouder met een opschriftstelling nadien. Voor het bepalen van de ernst kan worden gekeken naar het effect wanneer niet op adequate en op spoedige wijze zal worden opgetreden. Is die ernst gelegen in de gevolgen op korte termijn dan mag de matrix worden toegepast zonder waarschuwing en met zwaardere herstelsancties door het gemotiveerd overslaan van stappen. Is die ernst gelegen in het effect van het niet naleven op zichzelf dan mag een zwaardere herstelsanctie volgen dan in de matrix aangegeven mits voorzien van een motivering. Gemotiveerd een zwaardere herstelsanctie opleggen kan alleen als dit is vastgelegd in de daarvoor geldende wet- en regelgeving. Dus niet op grond van artikel 4:84 Awb.
Stap 3: Welke herstelsanctie hoort bij welke overtreding
Voordat een herstelsanctie volgt zal in gevallen een schriftelijke waarschuwing worden gegeven. Het is belangrijk dat deze waarschuwing ziet op een concrete overtreding welke te herleiden is tot een specifieke overtreder en waarvoor in theorie ook een andere sanctie mogelijk zou zijn. De waarschuwing moet op schrift zijn gesteld en kenbaar gemaakt aan de overtreder. Bij de vervolgsanctie moet het om dezelfde of dezelfde soort overtreding gaan als die waarvoor een waarschuwing is afgegeven. Het uitgangspunt is nog steeds een waarschuwing tenzij de ernst tot afwijking noopt. Bij de vervolgsanctie moet rekening worden gehouden met de verschillende categorieën van herstelsancties. Het gemeentebestuur is ingevolge artikel 125 Gemeentewet bevoegd tot het opleggen van deze herstelsancties zijnde een last onder bestuursdwang (last onder bestuursdwang en last onder dwangsom).
Ook moet getoetst worden of in de concrete situatie de herstelsanctie evenredig is tot de overtreding. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het sluiten van een woning hetgeen onder omstandigheden ook strijdig kan zijn met de grondwet of internationale verdragen.
Een last onder bestuursdwang en een last onder dwangsom mogen niet tegelijkertijd worden opgelegd. Ingevolge artikel 5:6 Awb legt het bestuursorgaan geen herstelsanctie op zolang een andere, wegens dezelfde overtreding opgelegde, herstelsanctie van kracht is (cumulatie).
Daarnaast moet bij een last onder bestuursdwang en een last onder dwangsom de mogelijkheid worden gegeven tot het kenbaar maken van een zienswijze. Dit is niet van toepassing als er sprake is van zogenaamde spoedeisende bestuursdwang. Hierbij blijft het kenbaar maken van zienswijze achterwege en wordt het besluit achteraf, na uitvoering van de bestuursdwang, zo snel mogelijk aan de overtreder toegezonden.
Last onder bestuursdwang (Afdeling 5.3.1. Awb): Een last onder bestuursdwang kan bijvoorbeeld worden ingezet als een activiteit illegaal is, dus zonder vergunning of in afwijking van een verleende vergunning of melding. Het bevoegde gezag kan ervoor kiezen om de illegale activiteit zelf te beëindigen, te slopen of zelf te laten voldoen aan de verleende vergunning/melding als de overtreder dit niet doet binnen de gestelde termijn. De gemaakte kosten zijn dan voor rekening van de overtreder. Bestuursdwang kan ook worden ingezet indien blijkt dat andere, minder zware, handhavingsmaatregelen er niet toe leiden dat de overtreder de geconstateerde overtreding beëindigd en beëindigd houdt. Voordat wordt overgegaan tot de daadwerkelijke uitvoering van bestuursdwang moet de overtreder, met uitzondering van zeer spoedeisende gevallen, in een beschikking op de hoogte worden gesteld van de overtreding en binnen welke termijn hij zelf de overtreding nog ongedaan kan maken om te voorkomen dat het bevoegde gezag het voor hem doet. Bij spoedeisende bestuursdwang komt de beschikking achteraf. De kosten voor het uitvoeren van bestuursdwang zijn voor rekening van de overtreder. Een last onder bestuursdwang staat open voor een bezwaar- en beroepsprocedure.
Vormen van een last onder bestuursdwang zijn o.a. :
Last onder dwangsom (Afdeling 5.3.2. Awb): Soms is het opleggen van een last onder bestuursdwang niet meteen nodig. Bijvoorbeeld bij regelmatig terugkerende of voortdurende overtredingen kan men de overtreder eerst een termijn geven zelf de overtreding te beëindigen en beëindigd te houden dan wel te legaliseren. Doet de overtreder dit niet, dan moet hij een dwangsom betalen. Het bevoegde gezag kan er voor kiezen om een last onder dwangsom op te leggen.
Vindt er een illegale activiteit plaats of is een activiteit in afwijking van een vergunning, dan wordt de overtreder verplicht om binnen een gestelde termijn de overtreding te beëindigen en beëindigd te houden. Wordt niet aan deze termijn voldaan dan verbeurt de overtreder de opgelegde dwangsom. Dit houdt in dat de dwangsom kan worden geïnd. Zowel de last onder dwangsom als de last onder bestuursdwang zijn herstelsancties. Hoewel zij veelal als financieel belastend en bestraffend worden ervaren, is het primaire doel van deze sancties de overtreding te beëindigen en beëindigd te houden. Bestuursdwang en dwangsom mogen niet tegelijkertijd worden opgelegd; het bestuursorgaan moet dus kiezen. Een last onder dwangsom staat open voor een bezwaar- en beroepsprocedure.
Ingevolge artikel 5:34, tweede lid Algemene wet bestuursrecht kan op verzoek van de overtreder een last onder dwangsom worden opgeheven indien de last een jaar van kracht is geweest zonder dat een dwangsom is verbeurt. De genoemde opheffing van de last vindt niet plaatst als de ernst van de overtreding tot een ander oordeel aanleiding geeft of wanneer er aanleiding is om te veronderstellen dat een nieuwe overtreding onmiddellijk dreigend is.
Tijdspanne: De termijn tussen twee overtredingen is genoemd in de matrix. Na het verstrijken van de genoemde termijn mag een voorgaande overtreding niet meer worden meegewogen bij het bepalen van de nieuwe sanctie tenzij de ernst van de overtreding tot een ander oordeel aanleiding geeft (artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht).
Resumerend: Eerst zal gekeken worden of er sprake is van een overtreding van een wettelijk voorschrift, daarna de ernst, vervolgens de sanctie. De laatste stap is de vraag of er redenen zijn om van handhaving af te zien. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer er concreet zicht op legalisatie is.
Stap 4: Redenen om niet te handhaven
Handhaving is een middel en geen doel. De beginselplicht tot handhaving is niet van toepassing wanneer er sprake is van concreet zicht op legalisatie.
Van concreet zicht op legalisatie wordt gesproken als de termijn waarbinnen gelegaliseerd kan worden, overzienbaar is. Het is niet voldoende dat legalisatie van de overtreding in beginsel “mogelijk” is. Aan de volgende voorwaarden moet op grond van jurisprudentie worden voldaan:
Alleen het feit dat een vergunningaanvraag is ingediend, volstaat niet. Overgangssituaties kunnen wel leiden tot het oordeel dat er sprake is van concreet zicht op legalisatie.
De Handhavingsmatrix is een dynamisch document. Bestaande wetgeving, verordeningen en beleidstukken kunnen wijzingen of vervallen. Nieuwe wet- en regelgeving kan worden opgesteld en in werking treden. Ook kan er vanuit het bestuur de behoefte komen de matrix aan te passen of aan te vullen (prioriteiten/doelen). De matrix zal dan ook mee moeten wijzigen. Eén keer per jaar worden wijzigingen in de wet- en regelgeving die invloed hebben op de matrix beoordeeld en eventueel opgenomen in de matrix. De handhavingsmatrix dient dan opnieuw door de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders te worden vastgesteld.
De Handhavingsmatrix wordt aangehaald als “Handhavingsmatrix Breda 2020”
Bijlage 1: Overtredingen die samenhangen met de Drank- en Horecawet
Bijlage 2: Overtredingen die samenhangen met de Drank en Horecaverordening Breda 2014
Bijlage 3: Overtredingen die samenhangen met de exploitatievergunning
Bijlage 4: Overtredingen die samenhangen met evenementen
Artikel 5:7 Algemene wet bestuursrecht Vermoeden van organiseren van een evenement zonder vergunning of in afwijking van een vergunning |
Preventieve last onder dwangsom Opleggen preventieve last onder dwangsom op basis van een proces verbaal van bevindingen. In overleg met juridisch medewerker T&H; |
Termijn voor het opleggen van een preventieve last onder dwangsom is minimaal één week voor de overtreding. Dit in verband met opstellen voornemen, termijn indienen zienswijze, opstellen besluit last onder dwangsom en het bekend maken van het besluit aan overtreder. Hoogte dwangsom afhankelijk van overtreding. |
||
Artikel 2:11, lid 1 Algemene plaatselijke verordening Breda 2018 |
Bestuursdwang d.m.v. beëindigen evenement, inclusief het verwijderen van alle voorzieningen en afval behorende bij en/ of afkomstig van het evenement. In overleg met burgemeester en politie. |
Eerst de organisator van het illegale evenement zelf de mogelijkheid geven om het evenement te beëindigen. Bij geen gehoor spoedeisende bestuursdwang toepassen ingevolge art. 5:31 Awb en hiervan proces-verbaal van bevindingen opmaken. |
||
Artikel 2:11, lid 1 Algemene plaatselijke verordening Breda 2018 Organiseren van een evenement in afwijking van de vergunning met betrekking tot geluidsvoorschriften en geluidsbeperkingen |
2de constatering tijdens hetzelfde evenement: Bestuursdwang d.m.v. het ter plaatse laten terug brengen van het geluidsniveau naar het gewenst niveau conform de verleende vergunning dan wel de voor het evenement geldende geluidsnormen. 3de constatering tijdens hetzelfde evenement: Bestuursdwang d.m.v. het ter plaatse laten terug brengen van het geluidsniveau tot 5dB(A) onder het gewenst niveau conform de verleende vergunning dan wel de voor het evenement geldende geluidsnormen. 4de constatering tijdens hetzelfde evenement: Bestuursdwang d.m.v. het in overleg met burgemeester en politie tijdelijk buiten gebruik laten stellen van de geluidsinstallatie(s). Na deze afkoelperiode mag de geluidsinstallatie weer in gebruik genomen worden met een geluidsniveau gelijk aan het geluidsniveau conform de 3de constatering. 5de constatering tijdens hetzelfde evenement: Bestuursdwang d.m.v. het in overleg met burgemeester en politie laten beëindigen van het evenement. |
Mondeling een waarschuwing en (korte) hersteltermijn geven, informeren over vervolgstappen en horen van de overtreder. Dit alles verwerken in een proces-verbaal van bevindingen. **zie voor geluidsovertredingen binnen een inrichting of op collectieve dagen en incidentele festiviteiten TABEL 5: Overtredingen die samenhangen met geluidhinder TABEL 6: Overtredingen die samenhangen met collectieve festiviteiten en incidentele festiviteiten |
||
Artikel 2:11, lid 1 Algemene plaatselijke verordening Breda 2018 Organiseren van een evenement in afwijking van de vergunning met betrekking tot overige voorschriften en beperkingen |
2de constatering tijdens hetzelfde evenement na verloop hersteltermijn Beëindigen/afsluiten gedeelte evenement waarop het voorschrift / beperking betrekking heeft. |
Mondeling een waarschuwing en (korte) hersteltermijn geven, informeren over vervolgstappen en horen van de overtreder. Dit alles verwerken in een proces-verbaal van bevindingen. |
||
Artikel 2:11, lid 2 Algemene plaatselijke verordening Breda 2018 |
Bestuursdwang d.m.v. beëindigen evenement, inclusief het verwijderen van alle voorzieningen en afval behorende bij en afkomstig van het evenement. In overleg met burgemeester en politie. |
Eerst de organisator van het illegale evenement zelf de mogelijkheid geven om het evenement te beëindigen. Bij geen gehoor spoedeisende bestuursdwang toepassen ingevolge art. 5:31 Awb en hiervan proces-verbaal van bevindingen opmaken. |
||
Artikel 2:11, lid 2 Algemene plaatselijke verordening Breda 2018 Organiseren van een evenement in afwijking van een melding met betrekking tot geluidsvoorschriften en geluidsbeperkingen |
2de constatering tijdens hetzelfde evenement: Bestuursdwang d.m.v. het ter plaatse laten terug brengen van het geluidsniveau naar het gewenst niveau conform de verleende vergunning dan wel de voor het evenement geldende geluidsnormen. 3de constatering tijdens hetzelfde evenement: Bestuursdwang d.m.v. het ter plaatse laten terug brengen van het geluidsniveau tot 5dB(A) onder het gewenst niveau conform de verleende vergunning dan wel de voor het evenement geldende geluidsnormen. 4de constatering tijdens hetzelfde evenement: Bestuursdwang d.m.v. het in overleg met burgemeester en politie tijdelijk buiten gebruik laten stellen van de geluidsinstallatie(s). Na deze afkoelperiode mag de geluidsinstallatie weer in gebruik genomen worden met een geluidsniveau gelijk aan het geluidsniveau conform de 3de constatering. 5de constatering tijdens hetzelfde evenement: Bestuursdwang d.m.v. het in overleg met burgemeester en politie laten beëindigen van het evenement. |
Mondeling een waarschuwing en (korte) hersteltermijn geven, informeren over vervolgstappen en horen van de overtreder. Dit alles verwerken in een proces-verbaal van bevindingen. |
||
Artikel 2:11, lid 2 Algemene plaatselijke verordening Breda 2018 Organiseren van een evenement in afwijking van een melding met betrekking tot overige voorschriften en beperkingen |
2de constatering tijdens hetzelfde evenement na verloop hersteltermijn Beëindigen/afsluiten gedeelte evenement waarop het voorschrift / beperking betrekking heeft. |
Mondeling een waarschuwing en (korte) hersteltermijn geven, informeren over vervolgstappen en horen van de overtreder. Dit alles verwerken in een proces-verbaal van bevindingen. |
Bijlage 5: Overtredingen die samenhangen met geluidhinder
Bijlage 6: Overtredingen die samenhangen met collectieve festiviteiten en incidentele festiviteiten
Bijlage 7: Overtredingen die samenhangen met seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d.
Bijlage 8: Overtredingen die samenhangen met terrassen en buitenruimte (Buitenruimteverordening Binnenstad Breda 2005)
Bijlage 9: Overtredingen die samenhangen met de Afvalstoffenverordening
Bijlage 10: Overtredingen die samenhangen met de fysieke leefomgeving (bouwen, gebruik, monumenten en sloop)
Bijlage 11: Overtredingen die samenhangen met de Taxiverordening Breda
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-303901.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.