Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Simpelveld houdende regels omtrent de heffing en invordering van marktgelden (Verordening marktgelden 2021)

De raad van de gemeente Simpelveld;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2020;

 

gelet op artikel 229, eerste lid aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

 

besluit vast te stellen de

 

‘VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN MARKTGELDEN 2021’

 

(Verordening marktgelden 2021)

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    markt: openbare koop en verkoop van roerende goederen, die op de daartoe aangewezen dag en plaats wordt gehouden;

  • 2.

    standplaats: de op of voor de duur van een markt door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel;

  • 3.

    tijdsduur standplaats: de standplaatsen op het marktterrein worden onderscheiden in standplaatsen met korte tijdsduur, waaronder wordt verstaan een tijdsduur van minder dan een kalendermaand en standplaatsen voor lange tijdsduur, waaronder wordt verstaan tijdsduur van tenminste een kalendermaand en ten hoogste een kalenderjaar.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘marktgelden’ worden rechten geheven ter zake van het ter beschikking stellen van een standplaats voor de uitvoering van de markthandel.

Artikel 3 Belastingplicht

De marktgelden worden geheven van degene aan wie een standplaats ter beschikking is gesteld, of degene die in zijn plaats optreedt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De heffingsmaatstaf voor de berekening van het recht is het aantal vierkante meters plaatsruimte of gedeelte daarvan, welke voor het innemen van een standplaats, als bedoeld in artikel 2, wordt benodigd.

Artikel 5 Tarief

Voor het innemen van een standplaats bedraagt het recht per vierkante meter plaatsruimte per kalendermaand of gedeelte daarvan € 1,62.

Artikel 6 Belastingtijdvak voor vaste standplaatshouder

Het marktgeld van de vaste standplaatshouders wordt geheven over een heffingstijdvak van een maand.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1.

    Het marktgeld voor de vaste standplaatshouders is verschuldigd bij de aanvang van het heffingstijdvak.

  • 2.

    Het marktgeld voor het innemen van een incidentele standplaats is verschuldigd op het tijdstip dat de standplaats wordt ingekomen.

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 1.

    Het marktgeld wordt geheven door middel van een gedagtekende nota, waarin het verschuldigde bedrag wordt vermeld.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders stelt het model van de in het eerste lid bedoelde nota vast.

Artikel 9 Tijdstip van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de nota worden betaald in één termijn die vervalt 14 dagen na de dagtekening van de nota.

  • 2.

    Betaling van de termijn zoals gesteld in het eerste lid is mogelijk via automatische incasso.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening marktgelden 2020’ van 7 november 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

  • 4.

    De verordening wordt aangehaald als ‘Verordening marktgelden 2021’.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering gehouden op 10 november 2020.

De griffier,

…………………….

De voorzitter,

mr. R. de Boer

Naar boven