Gemeenteblad van Leeuwarden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leeuwarden | Gemeenteblad 2020, 29988 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leeuwarden | Gemeenteblad 2020, 29988 | Verordeningen |
De ‘Beleidsregel geluid 2018, Evenementen in de open lucht’ (hierna: beleidsregel) bevat het normenstelsel voor het verlenen van een geluidsontheffing voor het maken van geluidhinder bij het houden van een evenement in de open lucht.
Op 24 januari 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders (hierna: college) de ‘Beleidsregel geluid 2017, Evenementen in de open lucht’ vastgesteld.
Het evenementenseizoen 2017, gerechtelijke - en bezwaren procedures vormen aanleiding tot herijking van genoemde beleidsregel. De aanpassingen gaan hoofdzakelijk over De Groene Ster. De herijking sluit aan bij de landelijke ontwikkelingen van de afgelopen jaren ten aanzien van regelgeving over geluid bij evenementen. De voorliggende beleidsregel vervangt die van 24 januari 2017.
Addendum Beleidsregel geluid – 2018
Op 9 oktober 2017 heeft het college het ‘Addendum Beleidsregel geluid – 2018’ (hierna: Addendum) vastgesteld. Het Addendum gaat over de aantallen toegestane geluidsontheffingen per locatie voor het jaar 2018. Het Addendum blijft bij de voorliggende herijking van de beleidsregel onverkort van kracht.
Het college is bevoegd een geluidsontheffing te verlenen voor het maken van geluidhinder bij het organiseren van een evenement. Artikel 4:6 overige geluidhinder van de Algemene plaatselijke verordening Leeuwarden (hierna: APV) is de wettelijke basis op grond waarvan de ontheffing kan worden verleend.
In artikel 4:6 van de APV staat dat het verboden is om buiten een inrichting, in de zin van de Wet milieubeheer, toestellen of geluidsapparatuur in werking te hebben of handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt. Onder hinder in de zin van dit artikel wordt in ieder geval verstaan elektrisch versterkte muziek afkomstig van een evenement. Het college kan van het verbod ontheffing verlenen.
Wat houdt een geluidsontheffing in?
Met het verlenen van een geluidsontheffing wordt een bepaalde mate van hinder naar de omgeving toegestaan. In deze beleidsregel staat het normenstelsel op grond waarvan het college de geluidsontheffing verleend.
Bij evenementen die van groot (maatschappelijk/economisch) belang zijn voor de gemeente of de regio, eenmalig zijn en een zeer bijzonder karakter hebben of bij reeds bestaande evenementen in de voormalige gemeenten Littenseradiel en Leeuwarderadeel, is het mogelijk een uitzondering te maken op het maximale aantal, de norm of de tijdsduur van het (geluids-)evenement.
Voorbeelden van grote (maatschappelijk/economisch) belangrijke evenementen zijn: huldiging voor sportprestaties, Elfstedentocht of een landelijke inzamelingsactie voor een goed doel.
Voorbeelden van reeds bestaande evenementen in voormalig Littenseradiel en Leeuwarderadeel zijn: Iepenloftspul Jorwert, Hy-night Hilaard, kermis Stiens, dorpsfeest Finkum.
Doel van deze beleidsregel is;
een eenduidig normenstelsel bieden voor de sturing van het geluid bij evenementen in de open lucht.
transparantie, het is een algemeen beginsel van behoorlijk bestuur dat burgers, bedrijven en instellingen inzicht krijgen welke regels voor bepaalde activiteiten van toepassing zijn. In deze beleidsregel gaat dat specifiek over geluid bij het organiseren van evenementen in de open lucht.
een balans te vinden tussen enerzijds evenementen en anderzijds de omwonenden en zo een positieve bijdrage te leveren aan het woon-, werk- en leefklimaat in de gemeente.
Waar gaat de beleidsregel over?
De beleidsregel gaat over geluid bij evenementen die plaats vinden in de open lucht en waarvoor een geluidsontheffing nodig is. In deze beleidsregel wordt uitgegaan van generieke groepen. Bij generieke groepen wordt geen onderscheidt gemaakt in persoonlijke omstandigheden door bijvoorbeeld werk, ziekte en leeftijd. Dit is overeenkomstig de milieuwetgeving en de nota Evenementen met een luidruchtig karakter van ing. G.D. Cremers, uitgave van de Inspectie Milieuhygiëne Limburg, januari 1996 (hierna: Nota Limburg).
Waar gaat de beleidsregel niet over?
Zich verplaatsende geluid makende activiteiten vallen niet onder de reikwijdte van de beleidsregel. Dit geldt ook voor omroepinstallaties, draaiorgels, fanfarekorpsen of drumbands die niet langer dan één uur op een bepaalde locatie staan opgesteld of optreden.
Menselijk stemgeluid valt, overeenkomstig geluidregelgeving, niet onder de reikwijdte van de beleidsregel.
Voor voormalig Leeuwarderadeel en Littenseradeel, die per 1 januari 2018 bij de Gemeente Leeuwarden zijn gevoegd, geldt een overgangsrecht van 2 jaar. Tot die tijd gelden de uitganspunten zoals die door de voormalige gemeenten Leeuwarderadeel en Littenseradeel werden gehanteerd.
Bij het opstellen van de beleidsregel is aangesloten bij bestaande wet- en regelgeving, zoals de wet milieubeheer, en andere relevante beleidsstukken, zoals de Nota Limburg, en gerechtelijke uitspraken.
Ter onderbouwing zijn er door DGMR (onafhankelijk ingenieurs- en adviesbureau) en de FUMO onderzoeken uitgevoerd die als basis dienen voor deze beleidsregel.
In bijlage 3 staat een overzicht van de gehanteerde bronnen en literatuur.
Hoofdstuk 2 bevat een toelichting op het begrip geluidhinder. Hoofdstuk 3 gaat kort in op de bescherming van bezoekers van evenementen ten aanzien van het muziekgeluid. Hoofdstuk 4 bevat het normenstelsel voor het aantal geluidsdagen, tijden van het geluid, geluidsnormen en BBT (Best Beschikbare Technieken). In hoofdstuk 5 is dit normenstelsel samengevat in een overzicht. Tot slot zijn de volgende bijlage toegevoegd; ‘Plattegrond met de meetpunten rondom De Groene Ster’, ‘Meetprotocol voor geluidsmetingen bij evenementen gemeente Leeuwarden’, ‘Overzicht van bronnen en literatuur’ en ‘Definities’.
Bij de beoordeling van geluid moet naast het geluidsniveau ook rekening worden gehouden met andere factoren. Of geluid van een evenement als hinderlijk wordt ervaren, hangt af van diverse factoren die met elkaar samenhangen. In het normenstelsel van deze beleidsregel is rekening gehouden met onderstaande factoren.
Sociaalpsychologische factoren
Tussen het rijk en organisatoren van festivals is het Tweede Convenant preventie gehoorschade muzieksector afgesloten. Ter bescherming van volwassen bezoekers zijn in het convenant afspraken gemaakt over een hoogste equivalent gemiddeld geluidsniveau van Leq 103 dB(A) ter plaatse van de mengtafel. Het college vindt de bescherming van bezoekers belangrijk. Daarom is de in het convenant genoemde norm overgenomen in het onder 4.3 genoemde normenstelsel over de geluidsnormen.
Het geluid bij evenementen brengt een bepaalde mate van overlast met zich mee. Om deze overlast te beperken stellen we normen aan het aantal geluidsdagen, de begin- en eindtijden en aan de hoeveelheid te produceren geluid. Dit vormt het normenstelsel van deze beleidsregel.
In de beleidsregel wordt aangegeven wat maximaal is toegestaan. Wat werkelijk wordt toegestaan is afhankelijk van de aanvraag van de geluidsontheffing en/of de uitkomsten van een akoestische onderzoek. De feitelijke normstelling, in de te verlenen geluidsontheffing, kan daardoor naar beneden afwijken van de maximale normen in deze beleidsregel.
Wij sluiten hiermee aan bij het ALARA (As Low As Reasonably Achievable) beginsel. Het ALARA beginsel komt voort uit de milieuregelgeving en is vervangen door het BBT principe. Doel van beiden is hetzelfde, namelijk dat toegepaste maatregelen en voorzieningen de grootst mogelijke bescherming aan het milieu moeten bieden, maar dat anderzijds deze maatregelen redelijk moeten zijn.
Er is geen regelgeving voor het aantal geluidsdagen. Wat acceptabel is voor een bepaalde locatie is ter afweging aan de gemeente zelf. Het aantal van 12 dagen wordt hierbij vaak gehanteerd. Dit komt voort uit de milieuregelgeving. Activiteiten die tot 12 keer per jaar voorkomen worden gezien als incidenteel (waarvoor een ontheffing nodig is) en niet als representatieve bedrijfssituatie.
Gelet op de hoogte van de geluidsniveaus, het aantal evenementen, de locaties en de dagen waarop een evenement plaatsvindt, hanteren wij onderstaande 12 dagen-regeling. Binnen deze regeling mag maximaal 12 dagen per jaar een geluidsontheffing worden verleend.
De 12 dagen-regeling is van toepassing als;
*Het geluidsniveau van 75 dB(A) geldt op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen of referentie-/meetpunten.
Wanneer het geluid bij een evenement in de nachtperiode doorloopt tot in de volgende dag wordt dit gerekend als één geluidsdag.
4.2 Tijden geluid bij evenementen
Een geluidsontheffing kan worden verleend vanaf 7:00 uur. Vanaf dit tijdstip begint de dagperiode, mag er meer geluid geproduceerd worden en is slaapverstoring geen beoordelingsaspect. Hiermee wordt aangesloten bij de uitgangspunten van de Wet milieubeheer.
Op zondag tot en met donderdag kan een geluidsontheffing worden verleend tot 23:00 uur.
Op vrijdagen, zaterdagen en dagen gevolgd door een officiële feestdag kan een geluidsontheffing worden verleend tot 24:00 uur.
Met de eindtijd van 1 uur wordt aangesloten bij de uitgangspunten van de Nota Limburg die voor dagen waarop een vrije dag volgt het tijdstip waarop de normstelling voor de nachtperiode ingaat, met 1 of 2 uur wordt verschoven naar respectievelijk 24:00 en 1:00 uur. Uit onderzoek blijkt dat dit ook de dagen zijn waarop mensen vaak later naar bed gaan. Met deze eindtijd wordt tegemoet gekomen aan de maatschappelijke behoefte om in de weekenden tot een later tijdstip dan 23:00 uur, geluid bij evenementen ten gehore te brengen. Doordat de dagen met een eindtijd tot 1:00 uur beperkt zijn tot de weekenden en dagen gevolgd door een officiële feestdag vinden wij de overlast die dit met zich mee kan brengen acceptabel.
Bij evenementen die daags na elkaar op dezelfde locatie plaatsvinden moet er tussen de eindtijd en de begintijd minimaal 8 uren zitten. Dit is een aaneengesloten rustperiode. Dit betekent dat bij een eindtijd van 23:00 uur op de volgende dag een begintijd van 7:00 uur mogelijk is. Is de eindtijd 1:00 uur dan is een begintijd de aansluitende ochtend van 9:00 uur mogelijk.
Ontheffing rond tijden van het geluid bij een meerdaags evenement in De Groene Ster
Een geluidontheffing voor een meerdaags evenement in De Groene Ster wordt verleend binnen de volgende normen:
In de nachtperiode op de maandag tot en met donderdag geldt een standaard aaneengesloten rustperiode van 9 uren. Deze aaneengesloten rustperiode bedraagt voor de nacht van vrijdag op zaterdag minimaal 8 uren; voor de nacht van zaterdag op zondag minimaal 12 uren. Gedurende deze rustperiode is het lagere geluidsniveau van kracht zoals beschreven onder
Met de tijden van het geluid wordt aangesloten bij de uitgangspunten van de Wet milieubeheer en de Nota Limburg met uitzondering van de plaatselijke dorpsfeesten, waar gelet op de uitgangspunten van de Nota Limburg, 1 uur extra geluidsruimte wordt geboden. Dit vanwege het sterke plaatselijke draagvlak (veel bezoekers komen uit het dorp/omgeving van het dorp) en de maatschappelijke behoefte om op dergelijke wijze evenementen te kunnen organiseren.
Bij het kiezen van de begin- en eindtijden van het geluid bij evenementen is daarnaast gekeken naar de maatschappelijke aanvaardbaarheid. Uit onderzoek van Chrono@work blijkt dat de meeste mensen rond 23:00 uur naar bed gaan en in het weekend ongeveer 1 uur later. Het verschuiven van de eindtijd in de weekenden en dagen waarop een officiële feestdag volgt vinden wij daarom acceptabel.
Bij meerdaagse evenementen in De Groene Ster stellen wij geen limiet aan de eindtijd en kan het evenement met een lagere geluidsnorm (achtergrondmuziek) doorgaan. Aangezien geen slaapverstoring optreedt, worden deze uren als rustperiode beschouwd. De meerdaagse evenementen in De Groene Ster hebben een dag-/avond- en nachtprogrammering en passen qua aard en omvang niet altijd in het strakke regime van een volledig verbod op versterkte muziek om 23:00 of 01:00 uur. Om met de regelgeving aangaande de tijden en geluidsnormeringen om te gaan en te zoeken naar creatieve oplossingen, zoals een silent disco of een 100 volt systeem, wordt de ruimte geboden om voor de nachtperiode aan te sluiten bij de nachtnormen uit de Nota Limburg. Op deze manier willen we onderzoeken hoe voor zowel de evenementen-organisatoren als de omwonenden een algemeen aanvaardbare modus kan worden gevonden ten aanzien van het hinderaspect
Meerdaagse evenementen in De Groene Ster moeten op een Zondag 23:00 uur eindigen. Dit omdat uit meldingen over geluidsoverlast over De Groene Ster is gebleken dat de verwachting van omwonenden is dat het muziekgeluid bij een meerdaags evenement op een Zondag stopt. Dat het op maandag doorgaat wordt vaak als zeer hinderlijk ervaren, ook omdat men dan vaak weer aan het werk moet.
Alles afwegende zijn wij van mening dat de gekozen tijden van het geluid bij evenementen niet zal leiden tot onaanvaardbare hinder voor de omgeving.
Voor de geluidsnormen hanteren wij de volgende uitgangspunten.
Op de gevel van gevoelige gebouwen
Voor de dag- en avondperiode is een maximaal geluidsniveau van 75dB(A) en 95 dB(C) toegestaan.
Voor de nachtperiode is een maximaal geluidsniveau van 45 dB(A) en 70dB(C) toegestaan.
Er is een maximaal geluidsniveau van 103 dB(A) toegestaan.
Er is een maximaal geluidsniveau van 113 dB(C) toegestaan.
voor de binnenstedelijk gebieden, als ook in de dorpen, een maximaal geluidsniveau wordt toegestaan van 85 dB(A). Door de ligging van geluidgevoelige gebouwen dicht bij de podia is het hanteren van de norm van 75 dB(A) vaak onvoldoende om het evenement doorgang te laten vinden. Daarom is in deze gebieden een extra ruimte van maximaal 10 dB(A) toegestaan.
bepaalde evenementen, zoals een braderie of een sportevenement met een lagere geluidsnorm toe kunnen dan een muziekevenement. De muziek is ondersteunend aan het evenement en meer bedoeld als sfeermuziek. Ook de verslaggeving door speakers bij een sportevenement is prima mogelijk bij een lagere geluidsnorm. Bij dergelijke evenementen speelt de invloed van basgeluiden een minder grote rol en daarom wordt hiervoor geen dB(C) norm opgelegd.
geluid afkomstig van op- en afbouwwerkzaamheden ten behoeve van evenementen wordt beoordeeld overeenkomstig het ‘Bouwbesluit 2012’ en de ‘Beleidsregel geluidhinder bij bouw en sloopwerkzaamheden en overige tijdelijke werkzaamheden gemeente Leeuwarden 2014’. Geluid afkomstig van overige toestellen, zoals aggregaten, wordt beoordeeld overeenkomstig het Activiteitenbesluit milieubeheer.
Geluidsnormen bij (meerdaagse) evenementen in De Groene Ster
Maximaal 70 dB(A) en 95 dB(C) op de gevel van gevoelige gebouwen (woningen).
Maximaal 45 dB(A) en 70 dB(C) op de gevel van gevoelige gebouwen (woningen).
Er is een maximaal geluidsniveau van 103 dB(A) toegestaan
Er is een maximaal geluidsniveau van 113 dB(C) toegestaan.
per evenement de organisator met een akoestisch onderzoek moet aantonen welk spectrum het uitgangspunt is en welke frequentieband maatgevend is. Op basis van de meetgegevens van de in de afgelopen jaren gehouden evenementen en rekening houdend met de gevelwering per woning en uitgaande van het voorkomen van spraakverstoring in de woning komen we tot de bovenstaande maximale normwaarden.
Voor de dag- en avondperiode geldt het uitgangspunt van spraakverstaanbaarheid. Rekening houdende met gemiddelde gevelisolaties van 20 a 25 dB, mag worden uitgegaan van een gevelbelasting van maximaal 70 a 75 dB(A), om een binnenniveau in de omliggende woningen te kunnen garanderen van maximaal 50 dB(A), volgens de Nota Limburg de grens van onduldbare hinder.
Bij meerdaagse evenementen in De Groene Ster mag in de nachtperiode (versterkt) geluid gemaakt worden. Hierbij mag in de omliggende woningen een geluidsniveau optreden waarbij ‘geen slaapverstoring’ optreedt. Rekening houdend met een gevelisolatie van 15 tot 20 dB, betekend dit voor de gevelwaarden: 45 dB(A).
Wij sluiten aan bij het Tweede Convenant preventie gehoorschade en beperken het toegestane bronniveau tot maximaal 103 dB(A) front of house.
Met de norm van 95 dB(C) wijken wij met 3 dB naar boven toe af, als je kijkt naar de uitspraak van de Raad van State tegen de evenementenregeling in het bestemmingsplan Kardinge waarin een niveau van 92 dB(C) wordt gehanteerd welke de rechtbank niet onaanvaardbaar acht.
Metingen in de binnenstad hebben aangetoond dat een niveau van 95 dB(C) nodig is om een evenement tot haar recht te laten komen. Dit is vanuit praktisch uitvoerbaarheid van beleid wenselijk. In combinatie met andere maatregelen ten aanzien van het beperken van de lage bastonen, zoals het af filteren van de 40 Hz (zie BBT, in paragraaf 4.4) achten wij deze afwijking acceptabel.
Om overlast van laagfrequent muziekgeluid te beperken staan we maximaal 113 dB(C) toe front of house.
Het StAB zegt, in het kader van de voorlopige voorziening in de zaak Welcome to the Village 2016, het volgende over de dB(C) normering:
De StAB kan zich daarom vinden in de stelling van verweerder dat een geluidsnorm in dB(C) op de referentiepunten en woningen moeilijk hanteerbaar is. De StAB concludeert dat het bewaken van het verschil tussen een meting met een A-weging en een C-weging op het evenemententerrein nabij de regietoren een goed en hanteerbaar alternatief is. Een verschilwaarde bij de regietoren biedt volgens de StAB indirect ook bescherming voor de woningen. Met inachtneming van het advies van de StAB acht de voorzieningenrechter de keuze van verweerder om de verschilwaarde bij de regietoren te meten geen kennelijk onredelijke beleidskeuze en een goede aanvulling op de Nota die niet in deze bescherming voorziet. Bij deze keuze is voldoende rekening gehouden met de belangen van omwonenden en de belangen van de organisator van het festival.
In lijn met de nieuwe inzichten, vanwege onze eigen visie op het hanteren van de dB(C) normering en ondersteund door het advies van het StAB, maar ook rekening houdende met de uitspraken van de rechtbank hanteren wij zowel een dB(C) norm bij de woningen als tussen 20 en 25 meter vanaf de geluidsbron.
4.4 Best Beschikbare Technieken
Bij evenementen met een hoog geluidsniveau (vanaf 75 dB(A)) dient de organisator het BBT-principe (Best Beschikbare Technieken) toe te passen. Dit zijn technieken om de geluidsoverdracht naar de omgeving zoveel als mogelijk te beperken. Onderstaande technieken moeten voor zover mogelijk worden toegepast.
Geluid onder de 40 Hz moet worden afgefilterd .
Een maatregel om hinder van (zeer) lage tonen te verminderen is het zogenaamde ‘af-filteren’. Dit betekent dat het geluidsniveau onder een bepaalde frequentie verminderd wordt. Hiervoor wordt een filter gebruikt die naarmate de frequentie lager wordt het geluidniveau steeds verder reduceert.
Het kan zijn dat de evenementenorganisator bij de vergunningaanvraag met een akoestische rapportage duidelijk moet maken welke geluidsruimte wordt gevraagd en waarom. Of deze verplichting wordt opgelegd, hangt af van een combinatie van factoren, zoals eerdere ervaringen met het evenement, hoogte van de geluidsniveaus, duur van het evenement, locatie van het evenement en de omvang van het evenement. Dit wordt per vergunningaanvraag beoordeeld.
Het akoestische onderzoek moet voldoen aan de HMRI 1999 en in het onderzoek moeten de BBT- technieken worden meegenomen.
Bij de grootschalige evenementen in De Groene Ster moeten de organisatoren bij de vergunningaanvraag, in het verlengde van de uitspraken van de rechtbank, een akoestisch onderzoek indienen. Op basis van de door de aanvrager aangeleverde akoestische rapportage zal de geluidsontheffing worden opgesteld en wordt geborgd dat er niet meer geluid wordt gemaakt, dan op grond van deze beleidsregel mogelijk is.
BIJLAGE 1: PLATTEGROND MET MEETPUNTEN DE GROENE STER
De geluidsnorm aan de westzijde van De Groene Ster (punten 1,6, 2 en 3) gelden op de gevels van de woningen. De waarde van de gevel kan vertaald worden naar een norm op de referentiepunten. Voor de noord- en oost en zuidzijde van De Groene Ster (punten 4,5 en 7) gelden de geluidsnormen op het betreffende referentiepunten, aangezien hier geen woningen nabij zijn gelegen.
BIJLAGE 2: MEETPROTOCOL VOOR GELUIDSMETINGEN EVENEMENTEN GEMEENTE LEEUWARDEN
Uitgangspunten geluidsmetingen/inleiding
De gemeente Leeuwarden houdt bij de geluidsmetingen de Handleiding meten- en rekenen industrielawaai 1999 (hierna: HMRI) aan als leidraad. De HMRI is opgesteld voor industrielawaai en daarmee niet op alle onderdelen geschikt voor evenementen. In dit protocol staat hoe wij de uitgangspunten uit de HMRI toepassen bij de evenementen.
De gemeente Leeuwarden heeft voor het meten van het geluid de beschikking over een Rion handmeter.
Voor de monitoring van het geluid kan gebruik worden gemaakt van een geluidsmonitoringssysteem van Munisense. Indien het monitoringssysteem een overschrijding aangeeft wordt er met de handmeter een controlemeting uitgevoerd.
Tijdens geluidmetingen wordt gebruik gemaakt van een Rion handmeter, type NL – 28. De handmeter wordt gebruikt om vast te stellen of er sprake is van een overtreding van de geluidsnormen en (indien dat het geval is) om daar vervolgens op te kunnen handhaven. Hieronder de kenmerken van de handmeter.
Hoe wordt er gemeten met de handmeter
Om de handmatige geluidsmetingen eenvoudig te houden, wordt een hoogte van 1,5 meter ten opzichte van het lokale maaiveld aangehouden. Deze beoordelingshoogte heeft praktische voordelen, omdat dan met de geluidsmeter in de hand kan worden gemeten. Het verschil in geluidsniveau tussen 1,5 en 5 meter (uit HMRI) hoogte is dusdanig gering, dat dit niet opweegt tegen het voordeel van een eenvoudig uitvoerbare handhaving.
Gevelreflectie is de weerkaatsing van het invallende geluid (het geluid dat het evenement produceert) op een gevel van een geluidsgevoelige bestemming. Bij het bepalen van de geluidgevoelige objecten wordt de Handleiding gehanteerd.
Over de voornoemde periode van 5 minuten wordt 3x 1 minuut gemeten (1 minuut wel, 1 minuut niet, 1 minuut wel etc.). Indien 3x een overschrijding gemeten wordt, kan geconcludeerd worden dat gedurende de gehele 5 minuten sprake is van een overschrijding. Wordt er bijvoorbeeld maar 1x een overschrijding gemeten, dan is er sprake van een piek en wordt dit niet beschouwd als een overschrijding van het invallend equivalent geluidsniveau (Leq). Deze meetmethodiek komt overeen met die van de gemeente Zwolle.
Elke meting kent een bepaalde onnauwkeurigheid. Gedacht kan worden aan onnauwkeurigheden in afstand, geometrieën, tijdperioden en aflezingen van de apparatuur. Daarom wordt er een meettolerantie van 1 dB gehanteerd. Alleen dan kan met voldoende zekerheid vastgesteld worden of zich een overtreding heeft voorgedaan. In de Handleiding is bepaald dat de onnauwkeurigheid van meten en rekenen volgens methode II over het algemeen bij deskundige toepassing minder is dan 2 dB. Dat betekent dat in theorie een hogere meettolerantie dan 1 dB denkbaar zou kunnen zijn, mits dat deugdelijk onderbouwd kan worden. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als er slechts een beperkt aantal metingen gedaan wordt. Gelet op de door ons gebruikte meetapparatuur en wijze van meten, is er geen grond om een hogere meettolerantie dan 1 dB in aanmerking te nemen. Er is overigens ook geen jurisprudentie bekend waarin een hogere meettolerantie dan 1 dB is aanvaard. Wij kiezen er daarom voor om een meettolerantie van 1 dB in aanmerking te nemen bij de geluidmetingen. De meetonnauwkeurigheid wordt achteraf toegepast en niet op voorhand verwerkt in de meetresultaten zoals de meetapparatuur die weergeeft. De meetresultaten worden achteraf door de toezichthouder gecorrigeerd met -1 dB.
De meetresultaten leveren getallen met één decimaal (1 cijfer achter de komma) op.
Het is gebruikelijk en volgens vaste jurisprudentie aanvaard om, na toepassing van de meettolerantie, de uitkomsten af te ronden conform NEN 1047. Ook de HMRI gaat van deze toepassing uit. In de NEN 1047 staat dat indien het af te ronden getal achter de komma op een 5 eindigt, deze wordt afgerond naar het dichtstbijzijnde gehele even getal.
Achtergrond van de afrondingsregels van de NEN 1047 is dat deze de fout bij een rekenkundige optelling van veel getallen beperken. Een onderdeel van de norm is het afronden van getallen eindigend op een 5. Indien deze consequent naar boven worden afgerond, zoals bij een rekenkundige afronding gebeurt, zal dit kunnen leiden tot een fout in het gemiddelde en daarmee ook in de standaarddeviatie. Door deze getallen afwisselend naar boven en naar beneden af te ronden, wordt de kans op een fout kleiner. Statistisch gezien komen even en oneven getallen even vaak voor. Een mooie eenduidige oplossing om afwisselend af te ronden is dan ook: “bij een 5 afronden naar het meest nabij gelegen even getal”.
Het toepassen van een correctie op de meetonnauwkeurigheid en de afronding levert het volgende op:
Weersomstandigheden kunnen invloed hebben op de geluidsoverdracht. In de HMRI is hiervoor het begrip Meteoraam gebruikt. Wij passen in de metingen echter geen meteocorrectie toe omdat:
De verwijzing naar de Handreiking meten en rekenen uitgave 2004 en het toepassen van een meteocorrectie bij metingen op een afstand groter dan 50 meter met een correctieterm tussen tenminste 0,5 dB en maximaal 5 dB heeft betrekking op industrielawaai (continue bedrijfsvoering, jaargemiddelde). Deze benadering is niet te gebruiken bij kortdurende, incidentele, evenementen;
In de HMRI wordt aangegeven dat de weersomstandigheden een betrouwbare werking van de apparatuur niet in de weg mag staan of tot een geluidsoverdracht leiden die niet als representatief te beschouwen is. Metingen bij regen, sneeuw, mist en harde wind ed. dienen derhalve vermeden te worden. Wij voeren in dergelijke gevallen bij evenementen dan ook geen geluidsmetingen uit.
In afwijking hierop wordt in lijn met de Nota Evenementen met een luidruchtig karakter (Nota Limburg) de straffactor voor muziekgeluid niet toegepast. Dit zou leiden tot een niet realistisch lager geluidsniveau.
De HMRI is geschreven voor bedrijfssituaties met een continue karakter. De daarin opgenomen straffactor voor muziekgeluid is bedoeld om voor genoemde specifieke bedrijfssituaties hinder te voorkomen. Dergelijke factoren zijn niet zinvol bij kortdurende, incidentele, evenementen waarvoor middels een ontheffing toestemming wordt verleend.
Munisense geluidsmonitoringssysteem
Voor het monitoren van het geluid kan het geluidsmonitoringssysteem van Munisense worden ingezet. Hieronder de kenmerken van de meters van Munisense.
Meetverplichting evenementenorganisatoren
Het kan zijn dat aan organisatoren de verplichting wordt opgelegd voor het zelf monitoren van het geluidsniveau met een geluidsmeetsysteem. Of deze verplichting wordt opgelegd hangt af van een combinatie van factoren, zoals eerdere ervaringen met het evenement, hoogte van de geluidsniveaus, duur van het evenement, locatie van het evenement, omvang van het evenement. Dit wordt per aanvraag voor een evenement beoordeeld.
Doordat de organisator zelf het geluid gaat monitoren heeft hij continu inzicht in de akoestische situatie en kan hij zelf het geluidsniveau snel bijsturen tot de verleende geluidsnorm. De organisator mag bij het monitoren van het geluidsniveau gebruik maken van het Munisense systeem of zelf voorzien in een gelijkwaardig systeem.
BIJLAGE 3: OVERZICHT VAN BRONNEN EN LITERATUUR
Bestaande wet- en regelgeving en andere relevante beleidsstukken;
De gemeente Amsterdam heeft ten behoeven van het Stedelijk evenementenbeleid Amsterdam uitvoerig onderzoek laten uitvoeren door het Geluidburo. Hier kunnen wij ons voor bepaalde onderdelen in vinden en hebben wij op aan kunnen sluiten. Het gaat hierbij om de volgende onderzoeken: Geluid bij evenementen, Geluidburo kenmerk: 1011 PN - 1 WO 010-24-11-16 V1.1, december 2016, Onderzoek evenementenlocaties 1.1, Geluidburo, kenmerk: 1011 PN - 1 WO 024-03-07-17 Locaties V1.1, juli 2017.
Bij het opstellen van de beleidsregel is aangesloten bij de volgende gerechtelijke uitspraken;
Uit de gerechtelijke uitspraken van de meervoudige kamer blijkt dat de beleidsregel onvoldoende is onderbouwd. Om hier invulling aan te geven zijn de volgende onderzoeken uitgevoerd die als basis dienen voor de voorliggende beleidsregel.
Onderstaand een overzicht van definities aangaande deze beleidsregel. De lijst is niet uitputtend, maar bedoeld om op sommige begrippen een nadere uitleg/verklaring te geven.
Een uitgestrekt recreatiegebied in de Nederlandse provincie Friesland, gelegen in de gemeente Leeuwarden, ten oosten van de stad Leeuwarden, langs de zuidzijde van de N355. Het is lokaal bekend onder de naam ‘De Kleine Wielen’.
Een aaneengesloten bereik van frequenties van geluid. Geluid is een materiële drukgolf.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-29988.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.