Gemeenteblad van Noordwijk
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noordwijk | Gemeenteblad 2020, 291324 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noordwijk | Gemeenteblad 2020, 291324 | Verordeningen |
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Noordwijk houdende regels omtrent het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats (Beheerverordening gemeentelijke begraafplaats gemeente Noordwijk)
De raad van de gemeente Noordwijk,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Noordwijk 4 augustus 2020, beheerverordening;
gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats voor de gemeente Noordwijk.
HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE BEPALINGEN
In deze verordening wordt verstaan onder:
grafakte: Een bewijs dat door het college wordt uitgegeven aan degene die als rechthebbende optreedt van het uitsluitend recht tot het begraven en begraven houden van overledenen in een particulier graf of tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen in een particuliere urnennis of particuliere urnenkelder;
HOOFDSTUK 2. OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS
Het is personen of bedrijven verboden, anders dan met toestemming van of namens het college, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaats te verrichten. Deze personen of bedrijven geven daarvan uiterlijk één werkdag voorafgaande aan de dag waarop de werkzaamheden zullen plaatsvinden, vóór 12.00 uur schriftelijk of telefonisch kennis aan de beheerder. Zaterdag, zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden niet als werkdag.
Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.
HOOFDSTUK 3. VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING
Artikel 9. Over te leggen stukken
Indien begraving of bezorging van as in een bestaand particulier graf zal plaatsvinden, dient schriftelijk een machtiging tot opening van het graf aan de beheerder te worden overgelegd. De machtiging moet gedateerd en ondertekend zijn door de rechthebbende van het particuliere graf of, indien de rechthebbende is overleden, door degene die opdracht heeft gegeven voor de uitvaart.
Indien bijzetting van een asbus of urn in een bestaande particuliere urnennis zal plaatsvinden, dient een schriftelijke machtiging tot opening van de urnennis aan de beheerder te worden overlegd. De machtiging moet gedateerd en ondertekend zijn door de rechthebbende van de particuliere urnennis of, indien de rechthebbende is overleden, door degene die opdracht heeft gegeven voor de crematie.
Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.
HOOFDSTUK 4. INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN
Artikel 12. Aantal overledenen in algemene graven
In de algemene graven kan een door het college te bepalen aantal overledenen worden begraven.
Het college kan bij nader vast te stellen regels de graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en de oppervlakte.
Artikel 15. Termijnen particuliere graven
Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van tien of twintig jaar het recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven.
Het in het eerste lid bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd, telkens met een termijn van vijf of tien jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend. Dit betekent dat de rechthebbende de aanvraag vanaf 2 jaar voor het vervallen van het grafrecht dient aan te vragen bij het college.
Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door het college te stellen nadere regels.
Artikel 17. Overschrijving van verleende rechten en het gebruik
Na het overlijden van de rechthebbende dient het uitsluitend recht binnen 12 maanden op hun verzoek te worden overgeschreven op naam van de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levenspartner, een bloed- of aanverwant, of een andere nabestaande dan wel een rechtspersoon die de zorg voor de instandhouding van het graf op zich neemt. Indien de rechthebbende is overleden en in het graf dient te worden begraven of zijn asbus dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.
Indien op berichten (die gezonden zijn aan de voorkomende adressen in de begraafplaatsadministratie) niet wordt gereageerd of indien adressen onjuist blijken te zijn, wordt er geen verder onderzoek gedaan door de begraafplaatsadministratie naar het juiste adres. In dergelijke gevallen wordt volstaan met het plaatsen van een oproep bij het graf, op het publicatiebord van de begraafplaats en op de gemeentelijke website.
Indien op berichten (die gezonden zijn aan de voorkomende adressen in de begraafplaatsadministratie) niet wordt gereageerd of indien adressen onjuist blijken te zijn, wordt er geen verder onderzoek gedaan door de begraafplaatsadministratie naar het juiste adres. In dergelijke gevallen wordt volstaan met het plaatsen van een oproep bij het graf, op het publicatiebord van de begraafplaats en op gemeentelijke website.
Artikel 18. Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen van het uitsluitend recht op het particuliere graf ten behoeve van de gemeente. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Artikel 19. Gedenktekens en grafbeplantingen
Het plaatsen van monumenten, afsluitplaten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens, alsmede het aanbrengen van heesters of andere beplantingen op particuliere graven en op algemene graven door of namens een rechthebbende of een gebruiker geschiedt niet dan met voorafgaande vergunning van het college.
Een rechthebbende of een gebruiker is verplicht zijn gedenkteken, grafbeplanting of grafkelder goed te onderhouden. Onder dit onderhoud wordt begrepen het rechtzetten, herstellen of vernieuwen, het verven van opschriften, en het bijkleuren of schilderen van stenen en hekwerken en ornamenten, alsmede het regelmatig snoeien van winterharde gewassen en het verwijderen van dode beplanting.
Artikel 20. Tijdelijke verwijdering
Een rechthebbende of gebruiker is verplicht te gedogen dat de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen tijdelijk geheel of gedeeltelijk door de gemeente worden verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving, een bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.
Zolang het graf niet geruimd mag worden, blijft de eigenaar de eigendom houden van de in artikel 19 (Gedenktekens en grafbeplantingen) bedoelde gedenktekens, beplantingen of kelder. Al hetgeen wat op het graf geplaatst is, wordt geacht voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker te zijn aangebracht.
Schade als gevolg van brand, vorst, storm, wateroverlast, bliksem, ontploffing, molest, vandalisme en andere van buiten komende oorzaken, of ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van een gedenkteken ten behoeve van een bijzetting, en eventuele gevolgschade voor derden, is voor rekening van de rechthebbende of de gebruiker.
De rechthebbende en de gebruiker zijn verplicht de - door welke omstandigheden ook - aan een gedenkteken, beplanting of kelder toegebrachte schade op eerste aanschrijven te (doen) herstellen, indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het bestuur het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt.
Indien binnen drie maanden na de dag van aanschrijving geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het college bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens of beplantingen over te gaan, waarbij geldt dat zij voor deze handeling niet aansprakelijk kunnen worden gesteld, onverlet het recht van het college tot herstel of vernieuwing op kosten van de rechthebbende over te gaan.
Het is niet toegestaan aanstootgevende artikelen of voorwerpen op een particulier of algemeen graf te leggen. Deze voorwerpen worden drie maanden ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker gehouden. Hierna is het college bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de verwijderde voorwerpen over te gaan zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
HOOFDSTUK 6: EINDE VAN HET UITSLUITEND RECHT
Artikel 23. verlopen, vervallen, opzeggen van het uitsluitend recht.
Indien na de dag waarop het graf geruimd mag worden, de grafbedekking niet is verwijderd, is het college bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens of beplantingen en andere voorwerpen over te gaan, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is. Na het vervallen van het grafrecht kunnen rechthebbenden of gebruikers geen aanspraken op deze voorwerpen doen gelden.
Onverminderd het bepaalde in voorgaande leden is de rechthebbende of gebruiker, of degene die opdracht heeft gegeven een uitsluitend recht te vestigen of andere diensten te verrichten, een uitvaartverzorger inbegrepen, bij niet (tijdige) betaling van kosten die verband houden met werkzaamheden of diensten in verband met lijkbezorging of plechtigheden als bedoeld in artikel 5 of maatregelen als bedoeld in artikel 19, zonder dat nadere ingebrekestelling is vereist, in gebreke. Het bestuur is alsdan gerechtigd om vanaf de factuurdatum aan de rechthebbende of gebruiker in rekening te brengen:
Artikel 24. Onderhoud op de begraafplaats door de gemeente
Het college voorziet in het onderhoud op de begraafplaats van:
Artikel 25. Onderhoud door rechthebbende / gebruiker
Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende beplanting, voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking (geheel of gedeeltelijk) doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende drie maanden ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering van de grafbeplanting of het gedenkteken, zoals bedoeld is in lid 3, vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende of de gebruiker schriftelijk is ingelicht over de toestand van het gedenkteken en/of de grafbeplanting. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
HOOFDSTUK 7. RUIMING VAN GRAVEN EN URNENNISSEN
Artikel 26. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaand aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de gebruiker bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende of gebruiker niet bekend is, maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaand aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.
De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particuliere urnennis of urnengraf kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om deze elders bij te zetten.
Artikel 29. Intrekking oude regeling
De verordening beheer en gebruik gemeentelijke begraafplaats, vastgesteld op 24 oktober 2012, wordt ingetrokken.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de voorgaande verordening is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-291324.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.