Gemeenteblad van Wijk bij Duurstede
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Wijk bij Duurstede | Gemeenteblad 2020, 291221 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Wijk bij Duurstede | Gemeenteblad 2020, 291221 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijk bij Duurstede houdende regels omtrent het Beheerkwaliteitsplan 2020-2025 Gemeente Wijk bij Duurstede
In 2011 zijn we als gemeente gestart met Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR) fase 1 om integraal werken te bevorderen. De noodzaak van lange termijn investeringen was toen al bekend. Vanwege de toenmalige financiële situatie is er voor gekozen alleen de geplande investeringen gedurende de looptijd van het IBOR op te nemen. Het IBOR-beleidsplan is niet vastgesteld door het college, waardoor er geen keuze voor een bepaald ambitieniveau/beeldkwaliteit is gemaakt. In 2015 is IBOR fase 2 gestart. De betrokken beheeronderdelen zijn uitgebreid met civiel technische kunstwerken (duikers, beschoeiingen, stuwen). Ook aan IBOR 2 ligt geen vastgesteld beleid ten grondslag. Met de inrichting van het nieuwe team Beheer Openbare Ruimte (BOR) starten we met lange termijnplanning. Ook de basis van assetmanagement. Samen met het nieuwe beheersysteem brengen we hiermee de basis op orde en biedt dit de basis van onze nieuwe manier van werken.
Als college en raad wilt u keuzes maken in de kwaliteit en de kosten van beheer en onderhoud van de openbare ruimte. U wilt hierbij alle keuzes tegen elkaar af kunnen wegen. Dit beheerkwaliteitsplan biedt u deze mogelijkheid.
Door het opstellen van dit Beheerkwaliteitsplan (BKP) krijgen we als organisatie inzicht. Inzicht in de huidige en de gewenste (beeld)kwaliteit van het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Inclusief het benodigde budget.
Beeldkwaliteit is een methode om op een heldere en begrijpelijke wijze de beheerkwaliteit voor inwoners, bestuur en de eigen organisatie duidelijk en bespreekbaar te maken.
Daarnaast bevordert het BKP het beeldgericht werken, gericht op een duidelijk eindbeeld. Het legt een verband tussen de beschikbare middelen (financiën) en de te leveren kwaliteit. Het BKP bestaat uit de vakdisciplines groen, spelen, wegen, verkeersmeubilair, bruggen, water en reiniging. Het onderdeel riolering is niet meegenomen.
Het BKP bestaat uit drie onderdelen die een sterke onderlinge samenhang hebben:
Doel en uitgangspunten: wat willen we?
Dit is het beleidsdeel waarin de doelstellingen met daarbij behorende, samenhangende kwaliteitsbeelden voor het beheer van de openbare ruimte zijn vastgelegd. Hierbij is gebruik gemaakt van ambitiekaarten. Daarop staat per ambitieniveau de na te streven (beeld)kwaliteit omschreven in beelden en woorden. De eerste stap om tot beleid te komen is ervoor zorgen dat iedereen het over hetzelfde heeft. En dat de te maken keuzes begrijpelijk en zichtbaar zijn.
De noodzakelijke financiële middelen worden in dit deel zichtbaar gemaakt middels normen en benchmarkgegevens vanuit het kostenmodel Impact© online van adviesbureau Cyber. Om de resultaten en de consequenties van beheerkeuzes overzichtelijk te visualiseren wordt hiervoor een scenariomodel gebruikt. Hierbij wordt een vergelijking gemaakt tussen de noodzakelijk geachte financiële middelen en het beschikbare budget vanuit de gemeentelijke begroting.
Alle hierboven genoemde onderdelen vormen het BKP. Na vaststelling vindt de praktische uitwerking plaats in een integraal uitvoeringsplan. Dit plan kent een jaarlijkse update via jaarplannen.
Het doel van het BKP is om het college en de raad in staat te stellen om objectieve keuzes te maken met betrekking tot beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Het BKP is een hulpmiddel bij het verkrijgen van inzicht in de gevolgen van de budgettaire keuzes en de te verwachten beeldkwaliteit. Dit inzicht geeft het college en de raad de mogelijkheid om effectief te sturen op het beheer van de openbare ruimte.
Vervolgens is het BKP richtinggevend voor het team BOR en vormt het de basis voor het opstellen van het integrale uitvoeringsplan, werkprocessen, de uitvoeringsovereenkomsten met aannemers en het monitoren van de gekozen beeldkwaliteit (of anders gezegd “ambitieniveau”).
Het BKP biedt inzicht in de kosten van de ambitieniveaus voor het beheer van de openbare ruimte en om dit voor de gehele gemeente vast te leggen. Hiermee kan team BOR het beheer van de openbare ruimte zo efficiënt mogelijk organiseren, omdat zij kaders hebben ten aanzien van eisen en middelen.
Het BKP omvat de planmatige onderdelen van het onderhoud van de openbare ruimte die gerelateerd zijn aan het in stand houden van de beeldkwaliteit.
Hierbij zijn de volgende onderdelen meegenomen:
In dit plan zijn dagelijks onderhoud, groot onderhoud en vervangingsonderhoud meegenomen.
Onderhoudsactiviteiten die meerjaarlijks en planmatig uitgevoerd worden aan voorzieningen.
Het vervangen van de voorzieningen van de openbare ruimte. Hierbij kan worden gedacht aan het vervangen van een boom of een prullenbak.
In dit plan zijn de volgende onderdelen niet opgenomen:
2.1 Beleving van de openbare ruimte
Verschillende zaken beïnvloeden het beeld van de openbare ruimte. Naast beheer hebben inrichting en gebruik een belangrijke invloed op het beeld buiten. Een goede afstemming is belangrijk om er voor te zorgen dat de kwaliteit van de openbare ruimte tijdens de gebruiksduur hetzelfde blijft. Het Beheerkwaliteitsplan concentreert zich op het beheer van de openbare ruimte, waarbij inrichting en gebruik een vast gegeven zijn.
De inrichting van de openbare ruimte geeft een beeld dat bijdraagt aan de beleving van de openbare ruimte. Een duidelijke inrichting, een kenmerkend karakter en beeldbepalende of opvallende elementen zijn van invloed voor de beleving en het gebruik van de openbare ruimte.
Inwoners, bedrijven en bezoekers maken gebruik van de openbare ruimte. Het gebruik van de openbare ruimte staat in verbinding met de inrichting en het beheer. Wanneer bijvoorbeeld hangjongeren gebruik maken van een locatie kan dit invloed hebben op de beleving van andere gebruikers. Andersom kan het aanpassen van de inrichting en het beheer effect hebben op het gebruik.
Het beheer en onderhoud van de openbare ruimte heeft als doel het schoon, heel en veilig houden van de verschillende voorzieningen. Het onderhoud wordt op verschillende niveaus uitgevoerd en sluit zoveel mogelijk aan op de inrichting en het gebruik. Een hoogwaardige inrichting met een hoge gebruikersdruk vraagt om meer onderhoud en vice versa.
Binnen de gemeente zijn verschillende herkenbare gebiedstypen met een eigen karakter en functie.
Een centrumgebied wordt bijvoorbeeld intensiever gebruikt en is daarmee belangrijk voor een gemeente als het gaat om beleving van de openbare ruimte.
Binnen de gemeente zijn de volgende functionele gebieden te onderscheiden met een verschillende typering, te weten:
In bijlage 1 is een grotere afbeelding van de gebiedstypenkaart opgenomen.
2.3 Burgerpeiling en coalitieakkoord
Uit burgerpeiling in 2017 werd opgemaakt dat het onderhoud aan de openbare ruimte, en dan vooral groen, als zeer matig werd ervaren. Als reactie hierop is in het coalitieakkoord 2018-2022 het onderdeel “mooier groen” opgenomen.
De beleving van de kwaliteit van de openbare ruimte is subjectief. Een ecoloog kan enthousiast zijn over de ruwe bermen langs hoofdwegen, omdat de kruiden er divers zijn. Terwijl een bewoner zich ergert aan het ‘slordige’ beeld. Daarom is er een landelijke standaard systeem ontwikkeld door CROW 1 om het beeld van de openbare ruimte objectief te kunnen meten.
Wij hebben gekozen voor het hanteren van de CROW-normering1. De CROW maakt voor de kwaliteit van beheer en onderhoud onderscheid in vijf niveaus: A+ tot en met D.
In beheer en onderhoud kan de gemeente kiezen tussen de niveaus A, B en C. A+ en D zijn de referentieniveaus die de uitersten omschrijven. Een A+ kwaliteit is een opleverkwaliteit en geen kwaliteit die voor langere tijd kan worden gewaarborgd. In het voorbeeld van reiniging betekent dit dat zodra iemand iets laat vallen er een onderhoudsmedewerker klaar moet staan om het op te ruimen. Een D-kwaliteit kan ook niet worden gekozen als ambitie of prestatie-eis, omdat voor dit niveau geen onderhoud nodig is. Met als gevolg kapitaalsvernietiging en onveilige situaties.
Om zowel de gemeente als inwoners een duidelijk beeld te geven van een niveau zijn voor niveau A, B en C ambitiekaarten gemaakt, zie de afbeeldingen op de volgende pagina.
Artikel 3. Huidige beeldkwaliteit
Dit hoofdstuk vat de huidige beheerkwaliteit van de gemeente Wijk bij Duurstede samen. Om de beheerkwaliteit van de openbare ruimte in beeld te krijgen, hebben we in het najaar van 2018 een quickscan uitgevoerd. Er zijn interviews gehouden en onderhoudscontracten zijn doorgenomen.
De quickscan geeft inzicht in de gemiddelde kwaliteit van de openbare ruimte. De informatie is ook gebruikt voor de financiële analyse (hoofdstuk 4). In bijlage 2 is meer informatie terug te vinden over de meetmethode en de meetresultaten per onderdeel.
De quickscan is een momentopname, de beeldkwaliteit kan namelijk continu veranderen door verschillende invloeden. Denk hierbij aan een toename van het zwerfvuil bij bijvoorbeeld evenementen.
De volgende resultaten in beeld zijn uit de quickscan gekomen:
3.2 Gemiddelde beheerkwaliteit
Alle metingen samen geeft het volgende resultaat:
De donkere kleur geeft de gemiddelde beheerkwaliteit weer en de lichtere kleur geeft aan dat er enkele plekken zijn die duidelijk een andere kwaliteit vertonen.
Uit de resultaten van de quickscan is te zien dat de gemiddelde kwaliteit een A/B-kwaliteit is.
Er is ook te zien dat er veel variatie is binnen de beeldmeetlatten. Dit betekent dat er geen eenduidige kwaliteit binnen de gehele gemeente is waargenomen.
3.3 Vertaling naar huidige beeldkwaliteit
De quickscan weerspiegelt de gemiddelde kwaliteit van het beheer en onderhoud van de openbare buitenruimte in de gemeente.
De huidige beeldkwaliteit (beheerbeeld) van de openbare ruimte wordt gevormd door:
De huidige beeldkwaliteit is gebruikt om de financiële toets uit te voeren. En om het te gebruiken financiële model te optimaliseren naar de situatie in onze gemeente.
Het onderstaande figuur geeft aan welke beeldkwaliteit we per gebiedstype en per sub-beheeronderdeel als uitgangspunt nemen voor de financiële toets van het dagelijks- en groot onderhoud.
4.1 Dagelijks en groot onderhoud
De financiële doorrekening geeft inzicht in het beschikbare budget in vergelijking tot de kosten voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte in de huidige situatie.
De quickscan biedt hierbij een belangrijk uitgangspunt voor de huidige beeldkwaliteit. Met deze gegevens is er een doorrekening gemaakt in het programma Impact© Online. Het doel van de financiële analyse is om een beeld te krijgen welke beeldkwaliteit mogelijk is met het beschikbare budget.
De benodigde kosten voor dagelijks en groot onderhoud voor het in standhouden van de huidige beeldkwaliteit zijn in balans met het beschikbare budget. De huidige beeldkwaliteit van de openbare ruimte ligt hoger dan de kwaliteit die in beheerplannen is vastgesteld.
Om een volledig beeld te krijgen van het benodigde budget hebben we ook de benodigde vervangingsinvesteringen voor de komende jaren (lange termijn) berekend.
Theoretische vervanging bepaal je op basis van de afschrijvingstermijn en het budget dat nodig is om het areaal te vervangen. Bij een homogene leeftijdsopbouw van je areaal heb je dan ieder jaar dezelfde vervangingskosten.
De praktijk in de gemeente Wijk bij Duurstede is dat er geen sprake is van een homogene leeftijdsopbouw van het areaal. En er zijn in de afgelopen jaren achterstanden ontstaan omdat er minder is geïnvesteerd in vervangingen dan nodig was.
Dat betekent dat wij een vervangingsvraagstuk hebben voor de komende jaren. Alle voorzieningen hebben een eind van de levensduur. Afhankelijk van de voorzieningen is dit na 40-50 jaar op een hoogtepunt. Voor de wijken van de jaren 70-80 van de vorige eeuw komen deze er in de jaren 20-30 aan.
Benodigde theoretische vervangingskosten
Vanuit de arealen is per wijk, hoofdwegen of buitengebied gekeken naar de leeftijd en de laatste vervanging/renovatie. Dit geeft een beeld van de leeftijd van de voorzieningen.
Hiervoor zijn de afschrijvingstermijnen opgenomen in bijlage 3.
Deze “theoretische” afschrijvingstermijnen houden rekening met de lokale omstandigheden en de ervaring in onze gemeente. Het jaar van aanleg en de vervangingscyclus zijn belangrijke basisgegevens om een eerste indicatie te maken voor een praktijkgerichte benadering van het vervangingsbudget voor de lange termijn.
Technische inspecties geven vervolgens inzicht in de daadwerkelijke noodzakelijke vervanging voor de kortere termijn.
In de onderstaande tabel staan de benodigde vervangingsinvesteringen aangegeven per vervangingsperiode:
De tabel begint met een vervangingsperiode van 6 jaar, daarna volgt een periode van 5 jaar.
Vanaf 2031 beslaan de periodes 10 jaar.
In de middelste kolom staat het benodigde vervangingsbudget voor de betreffende periode weergegeven. Onderaan deze kolom staat het totaal.
Dit totaalbedrag komt aardig in de buurt van de totale kapitaalswaarde van ons huidige areaal (onze assets). Dit bedraagt circa 94 miljoen Euro.
In de laatste kolom staan de vervangingsbudgetten die gemiddeld per jaar nodig zijn per periode. Over de totale periode is dit gemiddeld ruim 1,5 miljoen Euro per jaar.
De bedragen zijn exclusief voorbereidings- en organisatiekosten. Als de interne organisatiekosten niet worden meegenomen, dan is het aandeel circa 15%. Dit houdt in dat het totaalbedrag kan oplopen naar ruim € 90 miljoen (€ 1.735.000 per jaar).
4.3 Relatie dagelijks, groot en vervangings onderhoud
De wijze waarop het dagelijks en groot onderhoud zijn geregeld heeft invloed op het vervangingsmoment. Bij uitstel van vervanging zal langer dagelijks onderhoud en groot onderhoud nodig zijn om de kwaliteit enigszins op peil te houden. Andersom zal bij het achterblijven van dagelijks en groot onderhoud eerder vervanging nodig zijn. Er is daarom een duidelijke relatie aanwezig tussen dagelijks onderhoud, groot onderhoud en vervanging.
Met alle basisgegevens in beeld kunnen we “aan de knoppen draaien” van Impact online© en een voorkeursscenario bepalen voor de beeldkwaliteit van het dagelijks en groot onderhoud. We hebben dit vooraf besproken met de gemeenteraad.
Tijdens de eerste themasessie hebben de raadsleden zelf aan de knoppen kunnen draaien om scenario’s uit te proberen. Eén sessie bleek te weinig om inzicht te krijgen in het systeem en in wat het met de kosten doet als je de beeldkwaliteit verandert van een bepaalde beheergroep of een gebiedstype. En om daarnaast ook nog adviezen mee te geven.
Daarnaast wilden de diverse raadsleden nog graag met hun eigen fractie aan de knoppen draaien en in alle rust hun voorkeursscenario beargumenteren. Met de opdracht om beargumenteerd een eigen voorkeursscenario te bepalen zijn de verschillende raadsfracties aan de slag gegaan. Tijdens de tweede themasessie hebben we de voorkeursscenario’s besproken inclusief de overeenkomsten en verschillen.
5.1 Analyse voorkeursscenario’s
Overeenkomst tussen de voorkeursscenario’s is het ambitieniveau B dat bij alle raadsfracties voor veel beheercategorieën en gebiedstypen op dit moment als voorkeur/meest haalbare wordt gezien.
In de voorkeursscenario’s van de raadsfracties zitten een aantal verschillen. Voorbeelden die naar voren komen zijn:
Ter compensatie van de hogere kosten die daarmee gemoeid zijn, hebben een aantal fracties het gewenste ambitieniveau verlaagd. Vooral bij Sportparken en Industrieterreinen.
Veiligheid en biodiversiteit zijn voor verschillende raadsfracties argumenten om een bepaald gebiedstype op een hoger of lager niveau te willen beheren. De wensen voor meer veiligheid en meer biodiversiteit zijn echter maar zeer beperkt afhankelijk van het te kiezen ambitieniveau.
Veiligheid staat voorop bij alle te kiezen ambitieniveaus. En hogere biodiversiteit bereiken we niet door slechts minder maaien en daarmee de keuze voor een C-kwaliteit of lager. Kiezen voor meer biodiversiteit levert geen bezuiniging op.
De resultaten van de quickscan geven aan dat de gemiddelde kwaliteit van de openbare ruimte van gemeente Wijk bij Duurstede een A/B-kwaliteit is. Maar er is ook te zien dat er veel variatie is binnen de beeldmeetlatten. Dit betekent dat er geen eenduidige kwaliteit binnen de gehele gemeente is waargenomen.
Het beschikbare budget voor het dagelijks en groot onderhoud van de openbare ruimte is voldoende om de huidige beheerkwaliteit in stand te houden. Mits er een structurele financiering is voor de vervanging van kapitaalgoederen. De benodigde vervangingsinvesteringen voor de komende jaren zijn hoger dan de investeringen die de gemeente de afgelopen jaren heeft gedaan.
Goed rentmeesterschap, basis op orde
Het beheer van de openbare ruimte is in ontwikkeling. Onderwerpen als leefbaarheid, inwoner-participatie, wijkgericht werken, klimaatadaptatie en de omgevingswet hebben allemaal invloed op het beheer van de openbare ruimte. Belangrijke onderwerpen waar we mee bezig zijn. Ze zijn nu nog niet meegenomen in dit beheerkwaliteitsplan. Om voorbereid te zijn op deze en andere nieuwe ontwikkelingen is het belangrijk om allereerst de basis op orde te hebben. Weten wat je nu hebt aan areaal in de openbare ruimte en wat het kost om het huidige areaal nu en in de toekomst als goed rentmeester te kunnen beheren. In dit beheerkwaliteitsplan gaan we daarom uit van deze basis.
Kiezen voor voorkeursscenario projectgroep: huidige beeldkwaliteit
Overeenkomst tussen de voorkeursscenario’s van de verschillende raadsfractie is het ambitieniveau B dat bij de raadsfracties voor veel beheercategorieën en gebiedstypen op dit moment als voorkeur/meest haalbare wordt gezien. Uitgaande van het huidige budget voor dagelijks- en groot onderhoud is dit haalbaar, op het beheeronderdeel verharding in enkele gebiedstypen na.
Ook vanuit team BOR is dit het voorkeursscenario vanwege de volgende redenen:
Binnen de gemeente bestaat al langer de wens om te sparen voor vervangingen. In dit BKP is uitgerekend welk budget de komende jaren nodig is om de benodigde vervangingen uit te voeren en de eerder opgelopen achterstanden in te lopen.
Voor de eerste jaren is een benodigd budget geraamd van bijna 3 miljoen per jaar. Met een bedrag van 1,5 miljoen per jaar aan investeringsbudget verwachten we de uitdagingen voor de lange termijn aan te kunnen. Hiervoor is het nodig dat we de komende 4 tot 5 jaar (korte termijn) een extra budget van 5 ton per jaar beschikbaar hebben. Voor investeringen die de afgelopen jaren gedaan hadden moeten worden. Dit is realistisch uitvoerbaar binnen team BOR en zorgt voor een mooiere openbare ruimte. Wij gaan er vanuit dat we niet de som van de losse onderdelen nodig hebben; door integraal te werken en zoveel mogelijk te combineren met regulier onderhoud kunnen we besparen.
Het structurele bedrag van 1,5 miljoen is inclusief het huidige vervangingsbudget van 6,2 ton. Het gaat dus om een stijging van 8,8 ton (1,5 miljoen – 6,2 ton). De kapitaallasten van deze investeringen worden opgenomen in de begroting en zijn opgenomen in de kadernota 2020.
Tot nu toe is de praktijk in Wijk bij Duurstede dat voor investeringen de kapitaallasten (rente en afschrijving) in de meerjarenbegroting worden aangevraagd en na het vaststellen van de begroting beschikbaar worden gesteld. Deze methode is in de Kadernota 2020 ook gevolgd.
Beheerplannen bieden andere oplossingen. Een beheerplan hoort feitelijk opgebouwd te worden uit 2 soorten kosten:
Geadviseerd wordt om voor dit nieuwe beheerkwaliteitsplan in nauwe samenwerking met Financiën, te bekijken wat voor Wijk bij Duurstede de meest gewenste financiële methodiek is.
Flexibel budget openbare ruimte
Vanuit het bestuur en de samenleving komen regelmatig verzoeken voor “extra’s” in de openbare ruimte. Dit kan gaan om extra onderhoud of aanpassingen in de openbare ruimte, bijvoorbeeld in het kader van zelfbeheer. Maatregelen die wenselijk zijn, maar niet noodzakelijk voor het beheer en onderhoud op het afgesproken ambitieniveau.
Kortom, het maatwerk dat we willen leveren, maar dat budgettair steeds lastiger wordt omdat de onderhoudsgelden steeds vaker vastzitten in contractafspraken met aannemers. Daarbij is het vastgestelde onderhoudsgeld bedoeld voor de veiligheid en het onderhoud van de openbare ruimte.
Door het inzetten van een flexibel budget openbare ruimte hebben we de ruimte om te voldoen aan de extra wensen zonder dat dit ten koste gaat van het onderhoud en de veiligheid van de openbare ruimte. De besteding van dit budget kan jaarlijks bepaald worden door de Raad. In de kadernota 2020 is hiervoor een bedrag van €50.000 aangevraagd.
In de volgende tabel staan de benodigde budgetten samengevat op basis van de aanbevelingen.
Voor de nadere uitwerking van dit beheerkwaliteitsplan stellen we een integraal uitvoeringsplan op. In dit plan staat op hoofdlijnen uitgewerkt hoe we het dagelijks- en groot onderhoud organiseren en welke vervangingsprojecten wanneer op de planning staan.
Door middel van een jaarlijkse update (jaarplan) houden we het uitvoeringsplan up to date en kunnen we inspelen op nieuw vastgesteld beleid zoals het Water en rioleringsplan (WRP) en het gemeentelijk verkeers- en vervoersplan (GVVP).
In hoofdstuk 7 gaan we verder in op de implementatie van dit beheerkwaliteitsplan.
Het slagen van dit plan staat of valt met de uitvoering ervan. Het BKP wordt gebruikt als input voor de bedrijfsvoering en professionalisering. Het plan geeft de kaders weer op basis waarvan het beheer en onderhoud georganiseerd kan worden. Dit betekent een goed uitvoeringsplan maar ook opleiden waar dit nodig is. Om het BKP een succes te laten worden is het raadzaam een implementatietraject op te zetten. De volgende paragrafen geven de belangrijkste onderdelen van de implementatie aan.
Professioneel beheren bestaat uit een aantal bouwstenen. Het vaststellen van het ambitieniveau met bijbehorende budgetten is daarbij het startpunt. De volgende stap is het vertalen daarvan in een of meerdere uitvoeringsplannen (beheren en programmeren). Tijdens plannen en voorbereiden zetten we de projecten uit het uitvoeringsplan om in opdrachten voor de eigen dienst of derden (plannen en voorbereiden). De vierde stap is het daadwerkelijk uitvoeren van het beheer van de openbare ruimte. Deze stap bevat zowel dagelijks- en groot onderhoud als ook vervanging.
Het volgen en analyseren (monitoren) van de gestelde doelen is minstens zo belangrijk. Het volgen en analyseren levert informatie voor evalueren en (bij)sturen en geeft transparantie en inzicht. Daarnaast kan de informatie gebruikt worden voor het informeren van raad en inwoners.
Dit BKP vormt samen met het Water Rioleringsplan (WRP) en overkoepelende beleidsplannen als het Groenstructuurplan en het Verkeers- en Vervoerplan de invulling van de bouwsteen beleid en strategie.
Daarnaast valt onder deze bouwsteen het op orde krijgen en houden van de basisgegevens:
De uitwerking van het beleid vindt plaats in het integrale uitvoeringsplan, zoals aangegeven in het vorige hoofdstuk. In dit plan staat op hoofdlijnen hoe het dagelijks en groot onderhoud voor de verschillende beheeronderdelen is georganiseerd. Daarnaast bevat dit plan een overzicht van de geplande integrale vervangingsprojecten voor de komende 10 jaar. Het integrale uitvoeringsplan is een werkdocument dat jaarlijks aangepast wordt. Nieuwe ontwikkelingen vanuit de bouwsteen
beleid en strategie en monitoringsgegevens vanuit de bouwstenen monitoren en analyseren en evalueren en bijsturen vormen hiervoor de basis
Op het moment dat alle uitvoeringswensen bekend zijn bereiden we de werkzaamheden voor in de bouwsteen plannen en voorbereiden. Hieronder valt onder andere het opstellen en aanbesteden van bestekken en werkvoorbereiding voor (integrale) projecten. Het verdient aanbeveling om met een inkoopspecialist de inkoopprocedures vorm te geven en daar waar mogelijk te standaardiseren.
In de bouwsteen bouwen en onderhouden vindt de uitvoering van de onderhouds- en vervangingswerkzaamheden plaats.
Om deze bouwsteen goed vorm te geven is het van belang eerst te kijken naar de informatie die nodig is voor de bouwsteen evalueren en bijsturen. Op welk niveau en met welke informatie wil de raad, het college en de directie geïnformeerd worden? Welke informatie heeft team BOR nodig om haar opdrachtnemers goed aan te sturen. En welke informatie heeft de teamleider nodig om op de hoogte te blijven van de geleverde kwaliteit buiten? Om dit proces vorm te geven stellen we als team een gezamenlijk monitoringsplan op.
De resultaten van de monitoring gebruiken we om de beheercyclus te evalueren en waar nodig bij te stellen. De uitwerking en planning hiervan vindt plaats in het monitoringsplan
Nadat het Beheerkwaliteitsplan is vastgesteld is het van belang de inwoners en andere betrokkenen, zoals verenigingen en wooncorporaties, te informeren over de vastgestelde ambitieniveaus en de vervangingsplanning. Ook verdient de interne communicatie aandacht.
We stellen hiervoor een communicatieplan op.
Inspecties uitvoeren met het nieuwe beheersysteem, werken volgens de vastgestelde beeldkwaliteiten, monitoren zodat iedereen de informatie krijgt die nodig is. Allemaal onderwerpen waarvoor wellicht extra training en opleiding gewenst is. Tijdens het implementatietraject vullen we dit verder in.
Uit dit hoofdstuk wordt duidelijk dat we er niet zijn met alleen een vastgesteld beheerkwaliteitsplan. In de volgende tabel staan de belangrijkste implementatie acties uitgezet in de tijd. Daarnaast staat bij iedere actie wie hierover beslist.
Bijlage 2 Resultaten quickscan openbare ruimte
Op basis van 26 meetlatten is op 29 oktober 2018 de beheerkwaliteit in de gemeente beoordeeld. Door middel van de quickscan is op een snelle wijze een goed beeld van de gemiddelde kwaliteit van de openbare ruimte verkregen.
In één dag is door de hele gemeente rondgereden en rondgelopen en is van verschillende gebieden de beeldkwaliteit beoordeeld. Tijdens de quickscan zijn 16 gebieden beoordeeld. Het is met de quickscan niet mogelijk om de gehele openbare ruimte te meten.
In deze beoordeling zijn incidenten genoteerd. Bij een incident kan gedacht worden aan omver gereden paaltjes of zeer slecht wegdek op één specifieke plek. Doordat bij een quickscan het gemiddelde van bijvoorbeeld een wijk wordt genomen vallen incidenten vaak niet op in het gemiddelde. Door deze incidenten te vermelden wordt er extra aandacht aan besteed tijdens de quickscan.
De quickscan is een momentopname, de beheerkwaliteit kan namelijk continu veranderen door verschillende invloeden. Denk hierbij aan een toename van het zwerfvuil bij bijvoorbeeld evenementen. Door enkele handelingen kan dit snel de beeldkwaliteit beïnvloeden.
De meetlatten zijn opgesteld door adviesbureau Cyber en bestaan uit een combinatie van de CROW schaalbalken. De meetlatten vormen de instrumenten waarmee de beheerkwaliteit van de openbare ruimte kan worden gemeten. Een CROW schaalbalk is een reeks van vijf beelden, waarin in aflopende mate de beheerkwaliteit vastgelegd is. De schaalbalken geven aan welk beeldresultaat het huidige beleid oplevert. Het hoogste kwaliteitsbeeld is aangeduid met een A+ en het laagste met een D. In de figuur hierna is een meetlat weergegeven, die de marge weergeeft waarbinnen onkruid rondom obstakels aanwezig mag zijn.
Figuur b2.1: Voorbeeld meetlat zoals gebruikt tijdens de meting
De schaalbalken laten, naast de kwaliteitsbeelden, ook een technische aanduiding zien. Die is leidend bij de beelden. De technische onderdelen geven de beoordelaar een paar meetbare of te schatten kenmerken voor ieder beeld aan. Aan de hand daarvan kan de visuele beoordeling van het betreffende beeld getoetst worden. Ook staat er een populaire omschrijving, die een handreiking bij de beelden vormt en als communicatiemiddel richting bestuur en inwoners gebruikt kan worden.
De volgend onderdelen zijn beoordeeld:
Hierna zijn de resultaten per beheeronderdeel nader toegelicht:
Figuur b2.2: beheerkwaliteit groen
Met een gemiddelde A/B-kwaliteit wijkt de kwaliteit van groen niet af van het gemiddelde. De beeldmeetlat onkruid in beplanting scoort duidelijk lager dan het gemiddelde met een C kwaliteit. Gezien het huidige onkruidbeleid, waarbij alleen enkele soorten hoog onkruid worden verwijderd, is dit het te verwachten beeld.
In de openbare ruimte is voor een groot deel hetzelfde snoeibeheer zichtbaar. Hierbij wordt de beplanting tot blokken gesnoeid. Het valt op dat dit ook op locaties gebeurt waar voldoende ruimte is voor de beplanting om vrij uit te groeien. Het beeld oogt op deze plaatsen ‘netjes’, want de beplanting groeit niet over. Maar het is niet het eindbeeld dat bij deze beplantingssoorten thuis hoort.
Daarnaast valt het op dat er veel verschillende beplantingen bij plantvakken voorkomt. Op een aantal plaatsen is daardoor niet helder wat de bedoeling is met de beplanting.
Figuur 3.5: beheerkwaliteit speeltoestellen
Gemiddeld is de kwaliteit van de speeltoestellen een A niveau. Af en toe is de kleur van de speeltoestellen niet meer zo helder (vaal). Omdat dit geen onderdeel is van de gebruikte beeldmeetlat is dit niet in de score terug te zien.
Figuur b2.4: Impressie beeldkwaliteit speeltoestellen
Figuur b2.5: beheerkwaliteit kunstwerken
De kwaliteit van kunstwerken is heel wisselend. De meeste bruggen zien er goed uit. Deze hebben weinig gaten en scheuren, weinig hoogteverschil in de overgang van wegdek naar brugdek. En er is weinig tot geen rotting te zien, de slijtage van de deklaag is minimaal. Bij een enkele brug zijn de leuningen onstabiel, ook zitten daar wat gaten/rotting in.
De beschoeiing ziet er over het algemeen niet zo goed uit, gemiddeld een C niveau. Wel zijn er ook locaties waargenomen waar de beschoeiing er wel goed uitziet.
De staat van de openbare verlichting scoort gemiddeld een A/B kwaliteit. De masten staan regelmatig licht tot duidelijk scheef. Wat daarnaast opvalt is dat het armatuur regelmatig vies is.
Figuur b2.5: impressie beeldkwaliteit kunstwerken
Figuur b2.6: beheerkwaliteit verkeersvoorzieningen
Over het algemeen is de kwaliteit van de verkeersvoorzieningen constant met een gemiddelde A/B-kwaliteit. Afwijkend hierop is de beeldmeetlat -staat bank- met een gemiddelde B/C kwaliteit.
De banken bevatten regelmatig krassen waardoor de dekkingsgraad niet volledig is. Ook zijn er geverfde banken waarbij de verf lang niet overal meer te zien is. Opvallen bij de kunststof banken is dat de leuning regelmatig is doorgezakt.
Figuur b2.7: impressie beeldkwaliteit verkeersvoorzieningen
Figuur b2.8: beheerkwaliteit wegen
De wegen scoren gemiddeld een A/B kwaliteit. De staat van de asfaltverharding scoort gemiddeld iets hoger, namelijk een A.
Wel zijn er enkele negatieve uitzonderingen, stukjes asfalt, onder andere op de begraafplaats die er slecht uitzien.
Één asfaltweg buiten de bebouwde kom had veel voegvulling. Waarschijnlijk betrof het hier een asfaltlaag bovenop een betonverharding.
Figuur b2.9: impressie beeldkwaliteit wegen
Figuur b2.9: beheerkwaliteit reiniging
Reiniging scoort met gemiddeld een A niveau hoger dan gemiddeld. Uitzondering hierop is de vullingsgraad van de afvalbakken met een gemiddelde B kwaliteit.
Onkruid op verharding valt op door de variatie in scores. Meestal is vrij weinig onkruid aanwezig op de rijbaan en meer onkruid op voetpaden en lastiger te bereiken locaties.
Bijlage 3 Onderbouwing financiële analyse
De beschikbare middelen voor het beheer en onderhoud (dagelijks en groot onderhoud) bedragen 2,37 miljoen euro en zijn afkomstig van de exploitatiebegroting 2018. De doorrekening gaat over de uitvoerende onderhoudswerkzaamheden in de openbare ruimte. De volgende indirecte kosten zijn daarom buiten beschouwing gelaten:
In de begrotingsreflectie is aangegeven welke begrotingsposten zijn meegerekend om het beschikbaar budget voor de uitvoerende onderhoudswerkzaamheden te bepalen.
Per kolom binnen team BOR geeft dit het volgende bedrag.
Het benodigd budget voor het dagelijks en groot onderhoud van de openbare ruimte bedraagt circa 2,33 miljoen euro. Riolering, personeelskosten niet uitvoerende medewerkers (indirecte kosten/ binnendienst), VAT kosten en kapitaallasten zijn buiten beschouwing gelaten. De volgende tabel geeft het benodigd budget weer.
Toelichting doorrekening huidige gemiddelde kwaliteit
De benodigde beheerbudgetten zijn met impactonline© berekend op basis van aangeleverde areaalgegevens;
De werkpakketten en eenheidsprijzen zijn gebaseerd op landelijk erkende normen, denk aan IMAG en GWW en marktprijzen.
Vervolgens zijn zij aangepast op de specifieke uitgangspunten in de gemeente, zoals de grondslag, bepaalde uitvoeringsmethoden (o.a. maai-methodes, onkruidbestrijdings-methodes), vervuilingssnelheid en huidige kwaliteit.
Daarnaast is rekening gehouden met ‘overige taken’. Het is een theoretische calculatie die uitgaat van een homogene kwaliteit en leeftijd van het te onderhouden areaal.
Bij een aantal beheercategorieën zijn ‘overige taken’ toegevoegd. Overige taken bestaan uit:
De gemeente Wijk bij Duurstede heeft ca. 13.000 are groen, waarvan ruim 2/3 gras en 13.000 bomen. Er is 12.500 are verharding, waarin de verhouding elementen en asfaltverharding ca. 50%-50% is, 72 km water, 194 stuks civiele kunstwerken en ruim 14.000 stuks meubilair (inclusief speeltoestellen).
De areaalgegevens zijn afkomstig van het beheersysteem aangevuld met aannames door adviesbureau Cyber voor palen, straatnaamborden, belijning en markering.
In bijlage 3 zijn meer details van het areaal weergegeven en is aangegeven hoe de aannames tot stand zijn gekomen.
Huidige beheerkwaliteit waarmee is doorgerekend
De volgende tabel geeft de huidige beheerkwaliteit (op basis van de quickscan, bestekken en interviews) weer per categorie en per gebiedstype. Met deze gegevens is de doorrekening gemaakt.
Om een indruk te krijgen van de verhouding tussen de jaarlijkse beheerkosten in relatie tot de waarde van het te beheren vastgoed, zijn de kosten uitgerekend die nu zouden moeten worden uitgegeven, als alle voorzieningen direct moeten worden vervangen.
Deze kosten komen grof geschat uit op 93,54 miljoen euro.
De berekende beheerkosten voor dagelijks en groot onderhoud komen uit op circa 2,5 % van de vervangingswaarde van het vastgoed. Er bestaat geen norm die aangeeft hoe hoog dit percentage moet zijn.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-291221.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.