Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam tot wijziging van de beleidsregels Participatie minimakinderen in verband met het wijzigen van de begripsomschrijving, omschrijving van de verstrekkingen en voorwaarden voor verstrekking (Wijzigingsbesluit beleidsregels Participatie minimakinderen).

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 160 eerste lid onder a van de Gemeentewet en artikel 35 Participatiewet.

 

besluit

Artikel I  

de Beleidsregels participatie minimakinderen worden als volgt gewijzigd

 

  • a.

    In artikel 1, lid 1 onder e) vervalt ‘IOAW: Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers’ en wordt vervangen door ‘WML: wettelijk minimum loon;’.

 

  • b.

    In artikel 1, lid 1 onder f) wordt de puntkomma aan het einde van de eerste zin vervangen door een punt en wordt na de eerste zin de volgende zin toegevoegd ‘Onder kind wordt eveneens verstaan het kind dat staat ingeschreven in een instelling voor Jeugdhulp met verblijf en op dat adres is ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP);’

 

  • c.

    Aan artikel 1 lid 1 wordt toegevoegd q) ‘Voortgezet onderwijs: het onderwijs dat direct aansluit op het basisonderwijs zoals bedoeld in artikel 2 van de Wet op het voortgezet onderwijs.’

 

  • d.

    In artikel 2 wordt ‘Kindbonnen’ vervangen door ‘het Kindtegoed’.

 

  • e.

    In de titel van artikel 3 wordt ‘Kindbonnen’ vervangen door ‘het Kindtegoed’.

 

  • f.

    In artikel 3.1 onder b) wordt na ‘voortgezet onderwijs’ een komma toegevoegd en wordt na deze komma ‘middelbaar beroeps onderwijs (BOL en BBL met onbetaalde stage)’ toegevoegd.

 

  • g.

    In artikel 3.2 onder a) wordt na het woord ‘ onderwijs’ ingevoegd ‘en middelbaar beroepsonderwijs BBL (met onbetaalde stage).

 

  • h.

    In artikel 3.3 lid 1 vervalt het woord ‘eerder’ en wordt vervangen door ‘in de afgelopen vier jaar (in het voortgezet onderwijs)’.

 

  • i.

    In artikel 3.3 lid 1 onder c) worden na de eerste zin de volgende zinnen toegevoegd ‘De PC-voorziening wordt toegekend als de Scholier de cursus heeft gevolgd. Deze cursus moet de Scholier volgen in de aanvraagperiode.’.

 

  • j.

    In artikel 3.3 lid 2 wordt vóór de dubbele punt toegevoegd ‘tenzij er binnen het gezin een broer of zus van 10,11 of 12 jaar in het basisonderwijs beschikt over een door de gemeente toegekende PC-voorziening’.

 

  • k.

    In artikel 3.3 lid 2 onder e) vervalt ‘een eenmalige bon voor de aanschaf van een device (tablet,laptop,etc.) naar eigen keuze uit aanbod van een aanbieder waarmee de gemeente een overeenkomst heeft afgesloten;’ en wordt vervangen door ‘een draagbare computer, verstrekt door een door het College aangewezen organisatie;’

 

  • l.

    In artikel 3.3 lid 2 onder f) worden na de eerste zin de volgende zinnen toegevoegd ‘De PC-voorziening wordt toegekend als de Scholier de cursus heeft gevolgd. Deze cursus moet de Scholier volgen in de aanvraagperiode.’

 

  • m.

    In artikel 3.4 vervalt ‘De Kindbonnen houden in: een tegoed bij een jaarlijks door het college te bepalen instelling’ en wordt vervangen door ‘Het Kindtegoed houdt in: een tegoed dat tot het einde van het Stadspasjaar bij door het college te bepalen instellingen te besteden is’.

 

  • n.

    In artikel 4 a) wordt de puntkomma aan het einde van de eerste zin vervangen door een punt en wordt na de eerste zin de volgende zin toegevoegd ‘Uitzondering vormt het kind dat staat ingeschreven in een instelling voor Jeugdhulp met verblijf;’.

 

  • o.

    In artikel 4 c) wordt na de tweede komma van de eerste zin toegevoegd ‘een schuldregeling van een door de gemeente aangewezen of gemandateerde instantie,’.

 

  • p.

    In artikel 4 d) wordt na het woord ‘Personen’ een komma toegevoegd en wordt de volgende tekst toegevoegd ‘ of een schuldregeling van een door de gemeente aangewezen of gemandateerde instantie,’.

 

  • q.

    In artikel 4 wordt toegevoegd ‘e) Qua leeftijd komen kinderen vanaf hun geboorte in aanmerking voor een Stadspas en zodoende ook voor het Kindtegoed. Dat geldt voor kinderen tot en met 14 jaar’.

 

  • r.

    In artikel 5.1 wordt na ‘voorgezet onderwijs’ toegevoegd ‘en middelbaar beroepsonderwijs BBL (indien de scholier een onbetaalde stage volgt)’.

 

  • s.

    In artikel 5.3 wordt ‘Kindbonnen’ vervangen door ‘het Kindtegoed’.

 

  • t.

    .Aan artikel 5 wordt toegevoegd 4. ‘Bij overlijden van het Kind wordt het Kindtegoed niet teruggevorderd. Het budget vervalt automatisch per einde van het Stadspas jaar.’.

 

  • u.

    In artikel 6.2 a) vervalt ‘een fiscaal gezinsinkomen, dat minder dan, of gelijk is aan, 120% van de afhankelijk van de gezinssituatie van toepassing zijnde bruto IOAW jaarnorm of’ en wordt vervangen door ‘een fiscaal gezinsinkomen, dat minder dan of gelijk is aan 120% van het bruto wettelijk minimum loon voor gehuwden of daaraan gelijkgestelden of;’.

 

  • v.

    In artikel 6.2 wordt onder wijziging van de letteraanduiding b. in c. een nieuw onderdeel b. ingevoegd, luidende : ‘een afgeleid percentage van het WML voor alleenstaanden of alleenstaande ouders dat elk half jaar door de directeur Inkomen wordt vastgesteld;’.

 

  • w.

    In artikel 6.2 wordt c) omgeletterd in d).

 

  • x.

    In artikel 6.2 d) wordt de punt van de laatste zin vervangen door ‘of een schuldregeling van een door de gemeente aangewezen of gemandateerde instantie.’.

 

  • y.

    In artikel 6.5 vervalt ‘ wordt het inkomen en het vermogen over het refertejaar of een deel daarvan, niet opnieuw getoetst’ en wordt vervangen door ‘kan het college besluiten dat het inkomen over (dat deel van) de referteperiode niet opnieuw wordt getoetst.’.

 

  • z.

    In artikel 7.1 vervalt ‘Geen Scholierenvergoeding, Reiskostenvergoeding en PC-voorziening worden verstrekt ten behoeve van een Kind dat de Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL) volgt, tenzij het Kind niet werkt maar een onbetaalde stage volgt’ en wordt vervangen door ‘Geen Scholierenvergoeding wordt verstrekt ten behoeve van een scholier die de Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL) volgt, tenzij de scholier niet werkt maar een onbetaalde stage volgt.’.

 

  • z.a.

    In artikel 7.2 vervalt de punt aan het einde van de eerste zin en wordt toegevoegd ‘of als een scholier de Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL) volgt, tenzij de scholier niet werkt maar een onbetaalde stage volgt’.

 

  • z.b.

    In artikel 7.3 vervalt ‘Geen PC-voorziening wordt verstrekt aan het gezin waartoe de scholier behoort als volgens deze regeling of voorgaande Amsterdamse gemeentelijke regelingen al een PC-voorziening is verstrekt in de 4 schooljaren voorafgaand aan het schooljaar waarop de aanvraag betrekking heeft’ en wordt vervangen door ‘ Geen PC-voorziening wordt verstrekt aan de scholier in het basisonderwijs als volgens deze regeling of voorgaande Amsterdamse gemeentelijke regelingen al een PC-voorziening is verstrekt aan een broer of zus (van 10,11 of 12 jaar) in het basisonderwijs’.

 

  • z.c.

    In artikel 7 wordt onder wijziging van de nummeraanduiding 4 in 5. een nieuw onderdeel 4. ingevoegd, luidende : ‘Geen PC-voorziening wordt verstrekt aan de scholier in het voortgezet onderwijs als volgens deze regeling of voorgaande Amsterdamse gemeentelijke regelingen al een PC-voorziening is verstrekt in het voortgezet onderwijs in de 4 schooljaren voorafgaand aan het schooljaar waarop de aanvraag betrekking heeft.’.

 

  • z.d.

    In artikel 7.5 vervalt ‘Geen PC-voorziening wordt verstrekt indien de Scholier een aangepaste computer nodig heeft’ en wordt vervangen door ‘ Geen PC-voorziening wordt verstrekt aan de scholier in het voortgezet onderwijs als een PC-voorziening is verstrekt aan de scholier in het basisonderwijs in het jaar voorafgaand aan het schooljaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • Eerst in het schooljaar volgend op het schooljaar waarop de aanvraag betrekking heeft kan aan de scholier in het voortgezet onderwijs een PC-voorziening worden verstrekt, mits 7.4 niet van toepassing is.’.

 

  • z.e.

    In artikel 7 wordt 7.5 omgenummerd naar 7.6.

 

  • z.f.

    Aan artikel 8 wordt toegevoegd ‘8.3. De aanvraag van het Kindtegoed is gekoppeld aan de aanvraag van de Stadspas. Indien het Kind een Stadspas aanvraagt en er recht op heeft, wordt het Kindtegoed op de Stadspas van het Kind geplaatst.’

 

  • z.g.

    In artikel 9.3 wordt ‘toekenning’ vervangen door ‘uitbetaling’.

 

  • z.h.

    In de titel van artikel 10 wordt ‘Kindbonnen’ vervangen door ‘het Kindtegoed’.

 

  • z.i.

    In artikel 10 vervalt ‘10.1 De Kindbonnen worden jaarlijks verstrekt in een door het College vastgestelde periode. Na deze periode worden Kindbonnen die zijn toegekend maar niet afgehaald, ondanks een geboden herstelmogelijkheid, niet meer uitgereikt, tenzij iedere verwijtbaarheid ontbreekt’ en wordt vervangen door ‘10.1 Het Kindtegoed wordt jaarlijks verstrekt in een door het College vastgestelde periode. Na deze periode is het onbestede Kindtegoed niet langer geldig.’

 

  • z.j.

    Aan artikel 10 wordt 10.2 toegevoegd ‘Bij verlies van de Stadspas wordt het resterende budget van het Kindtegoed op het duplicaat van de pas geplaatst. Daarvoor moet de pas tijdig (binnen 2 weken nadat het budget onterecht is gebruikt) worden geblokkeerd en het verlies worden gemeld (bij de gemeente of bij de politie)’.

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 okt0ber 2020.

Artikel III  

Dit besluit wordt aangehaald als Wijzigingsbesluit beleidsregels Participatie minimakinderen Amsterdam.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 29 september 2020.

De burgemeester

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Naar boven