Wijziging van de Algemene plaatselijke verordening (APV) voor Den Haag en Verordening straathandel 2017 (gebruik en verkoopverbod lachgas)

 

De gemeenteraad van de gemeente Den Haag, in vergadering bijeen d.d. 7 oktober,

gelezen het initiatiefvoorstel ‘Van het lachgas af’ van de raadsleden Pieter Grinwis van de ChristenUnie/SGP-fractie, Kavish Partiman van de CDA-fractie, Frans de Graaf van de Haagse VVD, Arjen Dubbelaar van Hart voor Den Haag/ Groep de Mos en Adeel Mahmood van NIDA,

Besluit:

 

I. vast te stellen dat in het belang van de veiligheid, openbare orde en volksgezondheid in Den Haag, zowel een verbod op hinderlijk gebruik van lachgas als een gericht verkoopverbod van lachgas wenselijk is;

 

II.

a. na artikel 2:48 lid 4 van de APV een vijfde lid toe te voegen:

“5. Het is voor personen verboden op de weg, die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied, lachgas te gebruiken of tanks, ampullen en dergelijke met lachgas bij zich te hebben.”

 

b. voor wat betreft lachgasverkoop gebruik te maken van het ventverbod, zoals beschreven in artikel 2.1 van de Verordening straathandel Den Haag 2017 en deze te wijzigen zoals beschreven staat in bijlage 1;

 

c. in de evenementenvergunning van de gemeente Den Haag vast te leggen dat het verstrekken van lachgaspatronen en -ballonnen tijdens evenementen niet is toegestaan, om daarmee de openbare orde en veiligheid van (jonge) bezoekers aan evenementen te kunnen waarborgen;

 

d. het college op te dragen de verkoop van lachgas in de horeca en detailhandel te verbieden op basis van de Wet Milieubeheer, onder de voorwaarde dat de ‘Arnhemse aanpak’ standhoudt in de bodemprocedure bij de Raad van State;

 

III. zolang niet duidelijk is of de Wet Milieubeheer kan worden toegepast om de verkoop van lachgas te verbieden, het college op te dragen in gesprek te gaan met winkeliers om hen dringend aan te sporen te stoppen met het aanprijzen van slagroompatronen in hun etalages en lachgasgebruik zoveel mogelijk te ontmoedigen door de verkoop te beperken of geheel te staken,

 

IV. Het college op te roepen om in samenspraak met GGD Haaglanden een aanpak op te stellen om actief voorlichting te geven over de risico’s van het gebruik van lachgas op scholen, via social media en andere relevante kanalen*

 

Bijlage 1

 

De Verordening straathandel Den Haag 2017 wordt gewijzigd als volgt.

 

A Artikel 2, eerste lid, komt te luiden:

 

Artikel 2. Ventverbod

 

1. Het is verboden te venten:

 

a. Op door burgemeester en wethouders in het belang van de openbare orde aangewezen weg of weggedeelten;

 

b. Op door burgemeester en wethouders in het belang van de openbare orde aangewezen dagen en uren;

 

c. In door burgemeester en wethouders in het belang van de openbare orde aangewezen producten.

 

B De bijlage als bedoeld in artikel 12A, tweede lid, komt te luiden:

 

Artikel

Onderwerp

Boete in euro’s

2, lid 1, onderdeel a.

Ventverbod op aangewezen plaatsen

140 (bijlage Bboor)

2, lid 1, onderdeel b.

Ventverbod op aangewezen tijden

140 (bijlage Bboor)

2, lid 1, onderdeel c.

Ventverbod op aangewezen producten

140

3

Geluidshinder

140

4, lid 1

Langer dan noodzakelijk op dezelfde plaats blijven staan

140

5, lid 1

Verbod inname standplaats behoudens vergunning

140 (bijlage Bboor)

6

Verbod voor rechthebbende op een perceel dat deel uitmaakt van de openbare weg om daarop standplaats te laten innemen zonder vergunning

140

7, lid 1

Standplaats innemen buiten de reguliere winkelopeningstijden

140

7, lid 2

Standplaats innemen buiten de in de vergunning toegestane tijden

140

7, lid 3

Standplaats niet volledig ontruimen na vergunde tijds- periode

140

7, lid 4

Standplaats niet in goede orde achterlaten

140

10, lid 2

Verplichting tot naleving van aan vergunning verbonden voorschriften en beperkingen

140

13A

Aanwijzingen toezichthouders niet naleven

95

 

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 7 oktober 2020.

De griffier, Lilianne Blankwaard-Rombouts en de voorzitter, Jan van Zanen.

Naar boven