Gemeenteblad van Ede
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ede | Gemeenteblad 2020, 277633 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ede | Gemeenteblad 2020, 277633 | Beleidsregels |
Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede houdende regels omtrent een gemeentelijke bijdrage in de kosten van kinderopvang (Beleidsregel gemeentelijke bijdrage in de kosten van kinderopvang gemeente Ede 2020)
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede;
gelezen het voorstel op 13 oktober 2020, zaaknummer 171804;
gelet op artikelen 1.6 en 1.13 van de Wet Kinderopvang;
overwegende dat het uit een oogpunt van praktische uitvoering wenselijk is nadere regels vast te stellen met betrekking het toekennen van een bijdrage in de kosten van kinderopvang en de uitvoering van de Sociaal Medische Indicatie;
besluit vast te stellen de volgende beleidsregel: ‘Beleidsregel gemeentelijke bijdrage in de kosten van kinderopvang gemeente Ede 2020’.
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
SMI (Sociaal Medische Indicatie): noodzakelijke indicatie om in aanmerking te kunnen komen voor een tegemoetkoming in kosten voor noodzakelijke kinderopvang: - als gevolg van lichamelijke, verstandelijke en/of psychische beperkingen van de ouder of; - om een dreigende ernstige ontwikkelingsachterstand van het kind op te heffen of te verminderen;
voorliggende voorziening: andere regelingen of wetten waarop de ouder een beroep kan worden gedaan voordat aanspraak kan worden gemaakt op de bijdrage in de kosten voor kinderopvang, zoals voorzieningen vanuit voorziening de Vroeg- en Voorschoolse Educatie, of de Wet langdurige zorg, Wet maatschappelijke ondersteuning en Jeugdwet;
Deze beleidsregel heeft als doel te voorzien in een aanvullende tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang. Ook wordt beoogd inhoud te geven aan de beleidsvrijheid die er bestaat aangaande de regeling Sociaal Medische Indicatie.
Deze bijdrage kan in twee situaties verstrekt worden: deelname aan een re-integratietraject/ parttime werk met (aanvullende) uitkering of in geval van een Sociaal medische indicatie (SMI).
Hoofdstuk 2. Traject/ werk met uitkering
Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage in de kosten van kindervang verstrekken aan:
een ouder en dienst partner, woonachtig in de gemeente Ede, met een ten laste komend kind jonger dan 12 jaar, waarvan beiden (parttime) betaald werk verrichten en/ of deelnemen aan een re-integratietraject, inburgeringstraject of scholingstraject en een uitkering (Participatiewet, Ioaw, Ioaz) ontvangen.
Artikel 4. Voorwaarden bijdrage
De ouder meldt tussentijdse wijzigingen die van invloed zijn op de hoogte en duur van de bijdrage zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 5 werkdagen nadat de wijziging zich voordoet. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het mutatieformulier dat bijgevoegd is bij het toekenningsbesluit. De wijzigingen die van invloed zijn op de hoogte en duur van de bijdrage zijn in ieder geval:
Artikel 5. Hoogte en duur van de bijdrage
De bijdrage wordt in maandelijkse termijnen als voorschot aan de ouder betaald. De definitieve vaststelling van de hoogte van de bijdrage vindt plaats nadat de ouder een overzicht van de daadwerkelijke kosten van kinderopvang en het verzamelinkomen vastgesteld door de Belastingdienst heeft ingediend.
In geval van dringende financiële redenen kunnen burgemeester en wethouders op basis van een door de ouder ondertekende machtiging besluiten de bijdrage rechtstreeks te betalen aan de kinderopvangorganisatie. De ouder moet dan aantoonbaar maken vanwege financiële redenen zelf niet in staat te zijn de betalingen aan de kinderopvangorganisatie te verrichten.
Hoofdstuk 3. Sociaal Medische Indicatie (SMI)
Van het opvragen van sociaal medisch advies als bedoeld in lid 2 van dit artikel wordt afgezien, als naar het oordeel van burgemeester en wethouders op basis van schriftelijk advies van een onafhankelijke deskundige in voldoende mate is aangetoond dat sprake is van ernstige sociaal-medische problematiek die kinderopvang noodzakelijk maakt.
Artikel 10. Voorwaarden bijdrage SMI
De ouder meldt tussentijdse wijzigingen die van invloed zijn op de hoogte en duur van de bijdrage zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 5 werkdagen nadat de wijziging zich voordoet. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het mutatieformulier dat bijgevoegd is bij het toekenningsbesluit. De wijzigingen die van invloed zijn op de hoogte en duur van de bijdrage zijn in ieder geval:
Artikel 11. Hoogte en duur van de bijdrage SMI
In geval van dringende financiële redenen kunnen burgemeester en wethouders op basis van een door de ouder ondertekende machtiging besluiten de bijdrage rechtstreeks te betalen aan de kinderopvangorganisatie. De ouder moet in dat geval aantoonbaar maken vanwege financiële redenen zelf niet in staat te zijn de betalingen aan de kinderopvangorganisatie te verrichten.
Hoofdstuk 5. Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 16. Intrekking oude beleidsregel en overgangsrecht
Aanvragen die worden gedaan op of voor de dag van inwerkingtreding van deze beleidsregel worden beoordeeld conform de ‘Beleidsregel gemeentelijke bijdrage in de kosten van kinderopvang gemeente Ede 2013’, als de bijdrage in de kosten van kinderopvang betrekking heeft op een periode gelegen vóór inwerkingtreding van deze beleidsregel.
Vastgesteld in de vergadering van 13 oktober 2020, zaaknummer 171804.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
R. Groen
gemeentesecretaris
L.J. Verhulst
burgemeester
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Het aantal definities van artikel 1 is beperkt aangezien de Wet Kinderopvang (artikel 1.1) al een flink aantal definities kent die ook bindend zijn voor deze beleidsregel. Ook de Algemene wet bestuursrecht kent een aantal (definities) bepalingen die voor deze beleidsregel van toepassing zijn.
In de Wet Kinderopvang staat in artikel 1.13 beschreven dat burgemeester en wethouders aan een ouder als bedoeld in artikel 1.6, eerste lid, onderdelen c, e, j, k of l (Wet Kinderopvang) een tegemoetkoming kunnen verstrekken in aanvulling op de Kinderopvangtoeslag, zodanig dat het totaal van de kinderopvangtoeslag en de tegemoetkoming niet meer bedraagt dan de kosten van kinderopvang, bedoeld in artikel 1.7, eerste lid (Wet Kinderopvang). Door middel van deze beleidsregel wordt invulling gegeven aan deze mogelijkheid.
De VNG heeft richtlijnen opgesteld voor de uitvoering van de Sociaal Medische Indicatie (SMI). Deze regeling komt ouders die tijdelijk niet kunnen werken om sociale of medische redenen, tegemoet in de kosten van kinderopvang. De richtlijnen geven onder meer uitleg over de doelgroep van de Sociaal Medische Indicatie en de redenen waardoor ouders tijdelijk in aanmerking kunnen komen voor steun. De Sociaal Medische Indicatie bestond al langer, maar uit onderzoek naar de effectiviteit van de regeling was gebleken dat gemeenten er nog onvoldoende mee bekend waren en dat er verschillen bestonden tussen gemeenten in het gebruik ervan. De VNG heeft in overleg met gemeenten en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de huidige richtlijnen opgesteld. Deze beleidsregel is volgens de lichtlijnen van de VNG opgesteld.
Hoofdstuk 2. Traject/ werk met uitkering
In de Wet Kinderopvang staat dat aan een ouder, als bedoeld in artikel 1.6, artikel 1.6, eerste lid, onderdelen c, e, j, k of l, een tegemoetkoming kan worden verstrekt in aanvulling op de Kinderopvangtoeslag. Een ouder en diens partner worden voor de toepassing van de wet geacht gezamenlijk één aanspraak te hebben. Zowel gehuwden als alleenstaanden kunnen een beroep doen op de bijdrage voor de kosten van kinderopvang als dit noodzakelijk is voor het verrichten van het parttime werk, of deelname aan een scholings-, re-integratie of inburgeringstraject.
Het doel van de bijdrage is ouders te stimuleren tot toetreding op de arbeidsmarkt.
Kinderopvang is voor een deel van ouders met jonge kinderen essentieel om uitstroom naar werk te realiseren. De kosten van kinderopvang, voor wat betreft het deel dat niet vergoed wordt door de Kinderopvangtoeslag, drukt zwaar op het (geringe) inkomen van uitkeringsgerechtigden.
Artikel 4. Voorwaarden bijdrage
Het (parttime) werk, de trajectactiviteit of de scholing waaraan wordt deelgenomen, dient te zijn opgenomen in het vastgestelde re-integratietraject of het inburgeringstraject.
De bijdrage wordt slechts toegekend nadat de ouder aantoonbaar heeft onderzocht of en in hoeverre er in de eigen omgeving opvang mogelijk is die de kosten van kinderopvang beperkt, waarbij onder meer het eigen sociale netwerk. Ook onderzoekt de ouder, of er sprake is van een voorliggende voorziening om de kosten te beperken. De bijdrage wordt slechts toegekend voor de uren die noodzakelijk worden geacht voor het verrichten van betaald werk of deelname aan het re-integratietraject. Ouders kunnen desgewenst meer uren kinderopvang afnemen, maar over deze uren wordt geen Kinderopvangtoeslag en bijdrage door burgemeester en wethouders betaald.
De ouder geeft tussentijdse wijzigingen in de duur, het aantal uren kinderopvang of het beëindigen van de kinderopvang door met het mutatieformulier dat bijgevoegd is bij de toekenningsbeschikking. Wijzigingen kunnen gevolgen hebben voor de bijdrage en voorkomen moet worden dat er een terugvordering ontstaat.
Artikel 5. Hoogte en duur van de bijdrage
De Belastingdienst stelt jaarlijks een maximum uurtarief vast waarover de Kinderopvangtoeslag berekend wordt. De hoogte van de kinderopvangtoeslag wordt eveneens door de Belastingdienst vastgesteld op basis van de soort kinderopvang, het aantal kinderen en de inkomsten. De hoogte kan jaarlijks door de Belastingdienst gewijzigd worden.
Over het uurtarief dat hoger ligt dan het maximum uurtarief wordt geen bijdrage en geen Kinderopvangtoeslag betaald. Het uurtarief verschilt per kinderopvangorganisatie of gastouder en is afhankelijk van verschillende componenten als het totaal aantal uren opvang per dag, flexibele opvang en het aantal weken opvang per jaar.
De bijdrage wordt aan de ouder betaald en de ouder draagt zelf zorg voor de betaling van de kosten van kinderopvang aan de kinderopvangorganisatie. Als de ouder vanwege dringende redenen aantoonbaar niet in staat is om zelf zorg te dragen voor de doorbetaling van de bijdrage aan de kinderopvangorganisatie, dan kan ervoor gekozen worden de bijdrage met een daartoe strekkende machtiging van de ouder(s) rechtstreeks aan de kinderopvangorganisatie te betalen. Dit gaat in overleg met de behandelaar van de aanvraag.
Artikel 6. Beëindiging bijdrage
Bij de toekenning van de bijdrage wordt in het toekenningsbesluit vermeld wat de einddatum is. Wijzigingen in het trajectplan of het niet nakomen van afspraken kunnen tot gevolg hebben dat de bijdrage op initiatief van burgemeester en wethouders eerder beëindigd of gewijzigd wordt.
Er wordt bij beëindiging van de bijdrage rekening gehouden met de opzegtermijn van de kinderopvangorganisatie, tenzij de voortijdig beëindiging van de bijdrage een gevolg is van niet voldoen aan de inlichtingenplicht of het niet meewerken aan het re-integratie-, inburgerings- of scholingstraject.
Het aanvraagformulier is verkrijgbaar via de consulent die de ouder begeleidt gedurende het (parttime) werk, scholings-, re-integratie- of inburgeringstraject of via de inkomensconsulent. Het aanvraagformulier is ook verkrijgbaar bij de balie van het Werkplein.
De aanvraag wordt pas in behandeling genomen nadat de ouder een aanvraagformulier inclusief de benodigde bewijsstukken heeft overlegd. Wanneer de benodigde bewijsstukken ontbreken zal de ouder verzocht worden om deze binnen een aangegeven termijn alsnog te overleggen. Als hier geen gehoor aan gegeven wordt, zal de aanvraag afgewezen worden.
Na ontvangst van de noodzakelijke bewijsstukken en een positieve beoordeling van de aanvraag, wordt een toekenningsbeschikking gestuurd aan de ouder. Bij dit besluit is een mutatieformulier toegevoegd, wat gebruikt dient te worden om wijzigingen door te gegeven.
Hoofdstuk 3. Sociaal Medische Indicatie
De beleidsregel is van toepassing op de ouder of diens partner die tot de categorie personen behoort met een lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke of psychische beperking en voor wie is vastgesteld dat één of meer van deze beperkingen kinderopvang noodzakelijk maken. Of de ouder heeft een kind waarvan is vastgesteld dat kinderopvang noodzakelijk is in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van dat kind. De ouder heeft geen recht op Kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst wanneer er gebruik gemaakt wordt van kinderopvang wanneer één van de ouders of beide ouders niet (kunnen) werken of deelnemen aan een scholings-, re-integratie- of inburgeringstraject. Ter compensatie is de bijdrage op grond van SMI mogelijk.
Wanneer er sprake is van een voorliggende voorziening wordt afgezien van de bijdrage.
Een voorliggende voorziening moet echter wel passend geacht worden op basis van de sociaal medische problematiek. Bij onduidelijkheid hierover kan door de behandelaar van de aanvraag besloten worden een onafhankelijk (aanvullend) sociaal medisch onderzoek te laten verrichten.
Wanneer onduidelijkheid bestaat of er een beroep gedaan kan worden op een voorliggende voorziening, kan de behandelaar van de aanvraag de ouder verzoeken hier onderzoek naar te doen en de resultaten hiervan in te leveren.
Artikel 10. Voorwaarden bijdrage SMI
De bijdrage wordt slechts toegekend voor de uren die noodzakelijk worden geacht op basis van de sociaal medische indicatie. De ouder kan meer uren kinderopvang afnemen, maar hierover wordt geen bijdrage betaald.
Artikel 11. Hoogte en duur van de bijdrage SMI
Als inkomen wordt beschouwd het verzamelinkomen vastgesteld door de Belastingdienst. De Belastingdienst stelt dit jaarlijks in de maand mei vast over het voorgaande kalenderjaar. Wanneer er echter sprake is van recente wijzigingen in de inkomenssituatie wordt hiervan uitgegaan. De bijdrage wordt als voorschot toegekend en op basis van een overzicht van de daadwerkelijke kosten van kinderopvang en het verzamelinkomen wordt de bijdrage definitief vastgesteld.
De bijdrage wordt aan de ouder betaald en de ouder draagt zelf zorg voor de betaling van de kosten van kinderopvang aan de kinderopvangorganisatie. In geval van dringende financiële redenen kan echter besloten worden de bijdrage rechtstreeks te betalen aan de kinderopvangorganisatie. De ouder moet in dat geval aantoonbaar maken vanwege financiële redenen zelf niet in staat te zijn de doorbetalingen van de bijdrage aan de kinderopvangorganisatie te verrichten.
Artikel 12. Beëindiging bijdrage SMI
Bij de toekenning van de bijdrage wordt in het toekenningsbesluit vermeld wat de einddatum en de verplichtingen zijn. Het niet voldoen aan deze verplichtingen kan tot gevolg hebben dat de bijdrage door burgemeester en wethouders eerder beëindigd wordt. Er wordt dan geen rekening gehouden met een opzegtermijn van de kinderopvang.
Artikel 13. Aanvragen bijdrage SMI
Het aanvraagformulier is verkrijgbaar hij het Werkplein. Wanneer er reeds een contactpersoon vanuit een ST, het TTJ of de Wmo aanwezig is, kan de ouder het beste eerst met deze persoon contact opnemen over de mogelijkheid voor het aanvragen van de bijdrage. Zodoende is de contactpersoon goed op de hoogte van de persoonlijke situatie en kan hij/zij de ouder informeren over mogelijke voorliggende voorzieningen. De aanvraag wordt behandeld door een medewerker van de afdeling Inkomen.
Na het beëindigen van de bijdrage kan de ouder opnieuw een aanvraag voor de bijdrage indienen, mist de noodzaak tot kinderopvang op basis van een Sociaal Medische Indicatie nog steeds bestaat.
Hoofdstuk 4. Overige bepalingen
Artikel 14. Inlichtingenplicht
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-277633.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.