Besluit tot wijziging van de Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Westland 2014

Het college van burgemeester en wethouders van Westland;

 

gelezen het voorstel aan het college van B&W van 22 september 2020, nr. 20-0243069;

 

gelet op artikel 29 van de Invorderingswet 1990 en in verbinding met artikel 231, derde lid, van de Gemeentewet;

 

besluit:

Artikel I  

De Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Westland 2014 wordt als volgt gewijzigd.

 

A. Artikel 1, eerste lid, komt te luiden:

  • 1.

    Deze regeling geeft uitvoering aan de artikelen 6, 7, 8, 13 en 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de artikelen 29 en 31 van de Invorderingswet 1990, artikel 160, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht.

B. Artikel 5, eerste lid, komt te luiden:

  • 1.

    Bij de invordering van de gemeentelijke belastingen vinden de algemene maatregel van bestuur bedoeld in artikel 29 van de Invorderingswet 1990 en de ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet 1990 overeenkomstige toepassing.

Artikel II  

Een uit artikel I, onderdeel B, voortvloeiende wijziging van een rentepercentage is uitsluitend van toepassing bij de renteberekening over het deel van de renteperiode vanaf het tijdstip waarop de betreffende wijziging in werking treedt.

Artikel III  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking en werkt wat de in rekening te brengen invorderingsrente betreft terug tot en met 23 maart 2020.

 

Naaldwijk, 6 oktober 2020

Burgemeester en wethouders van Westland,

de secretaris,

A.C. Spindler

de burgemeester,

B.R. Arends

Naar boven