Gemeente Apeldoorn - Tijdelijke wijziging Verzamelbesluit nadere regels en beleidsregels Participatiewet, aanverwante regelingen en Sociaal Vangnet

Het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn

 

gelezen het collegevoorstel d.d. 21 september 2020, nummer DOS-2020-069218;

 

Besluit:

 

vast te stellen de volgende tijdelijke wijziging van het Verzamelbesluit nadere regels en beleidsregels Participatiewet, aanverwante regelingen en Sociaal Vangnet, 1e wijziging:

Artikel I Tijdelijke wijziging Verzamelbesluit nadere regels en beleidsregels Participatiewet, aanverwante regelingen en Sociaal Vangnet

 

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 4.12 Algemene bepalingen over aanvraag en verstrekking

Artikel 4.12 Algemene bepalingen over aanvraag en verstrekking

  • 1.

    Het college verstrekt op aanvraag een participatievoorziening aan de inwoner of het kind.

  • 1.

    (…)

  • 2.

    De aanvraag om een participatievoorziening wordt ingediend door:

    • a.

      de inwoner die een voorziening aanvraagt voor zichzelf, zijn partner of zijn kind;

    • b.

      de ouder met een laag of laag besteedbaar inkomen die een voorziening aanvraagt voor het kind;

    • c.

      de tekenbevoegde vertegenwoordiger van een instelling indien het gaat om een kind in een instelling.

  • 2.

    (…)

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid kan het college een participatievoorziening ambtshalve verstrekken indien:

    • a

      sprake is van een aanvraag om een tegoed voor sportieve, culturele, recreatieve en andere maatschappelijke activiteiten en de inwoner een uitkering ontvangt of wanneer deze participatievoorziening in het voorgaande jaar ook aan de inwoner of het kind is verstrekt;

    • b.

      het gaat om een kidstegoed en het kind in hetzelfde jaar een tegoed voor sportieve, culturele, recreatieve en andere maatschappelijke activiteiten is toegekend en op de peildatum aan de voorwaarden voldoet.

  • 3.

    (…)

  • 4.

    De beoordeling of de inwoner, zijn partner of het kind aan de voorwaarden van de participatievoorziening voldoet vindt plaats op de datum van aanvraag. De leeftijd van het kind wordt bepaald aan de hand van de peildatum. Het inkomen wordt vastgesteld op het gemiddelde inkomen over twee maanden voorafgaand aan de maand van aanvraag.

  • 4.

    (…)

 

  • 5.

    Het college kan aan de inwoner met een uitkering op grond van de verlengde Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) in 2020 op grond van dit inkomen een participatievoorziening toekennen indien:

    • a.

      de inwoner:

      • -

        de (verkorte) aanvraag om de participatievoorziening uiterlijk 31 december 2020 heeft ingediend;

      • -

        in de periode tussen 1 juni 2020 en 31 december 2020 al dan niet onderbroken een Tozo 2-uitkering of een Tozo 3-uitkering heeft ontvangen;

      • -

        ook voldoet aan de overige voorwaarden zoals genoemd in artikel 4.11, eerste lid; en

    • b.

      de aanvraag betrekking heeft op:

      • -

        een tegoed voor sportieve, culturele, recreatieve en andere maatschappelijke activiteiten;

      • -

        het kidstegoed;

      • -

        de tegemoetkoming in het verplicht eigen risico.

    • c.

      Onder een Tozo 2-uitkering als bedoeld in onderdeel a wordt verstaan: een uitkering voor levenshoud op grond van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers die is toegekend of verlengd in de periode tussen 1 juni 2020 en 30 september 2020 en waarbij de partnerinkomenstoets deel uitmaakt van de beoordeling.

    • d.

      Onder een Tozo 3-uitkering als bedoeld in onderdeel a wordt voor de toepassing van dit artikel verstaan: een op grond van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers verleende uitkering voor levensonderhoud over de periode van 1 oktober 2020 tot en met 31 december 2020, waarvan de aanvraag uiterlijk 31 december 2020 is ingediend en waarbij de partnerinkomenstoets deel uitmaakt van de beoordeling.

 

 

B De toelichting op artikel 4.12 wordt als volgt gewijzigd:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 4.12 Algemene bepalingen over aanvraag en verstrekking

Artikel 4.12 Algemene bepalingen over aanvraag en verstrekking

Hoofdregel is dat de participatievoorziening op aanvraag wordt verstrekt. Anders dan een aantal andere participatievoorzieningen wordt het tegoed voor sportieve, culturele, recreatieve en andere maatschappelijke activiteiten en het kidstegoed jaarlijks verstrekt.

(…)

Deze participatievoorzieningen kunnen ambtshalve worden verstrekt aan de inwoner die een uitkering van de eenheid Activering en Inkomen ontvangt. De relevante gegevens over het inkomen e.d. zijn al bekend en hoeven niet opnieuw opgevraagd te worden.

(…)

Ambtshalve verstrekking is ook mogelijk indien sprake is van een laag inkomen waarvan verwacht wordt dat daarin geen wijzigingen volgen. Dit geldt met name voor de inwoner met een AOW-pensioen. Als het tegoed voor sportieve, culturele, recreatieve en andere maatschappelijke activiteiten eerder op aanvraag is toegekend worden de vervolgaanspraken (jaarlijks) ambtshalve verstrekt. Deze inwoner zal echter altijd een eerste aanvraag moeten indienen.

(…)

Heeft het kind van de inwoner met een laag inkomen (dus tot maximaal 120% van de bijstandsnorm) in het betreffende jaar al een tegoed voor sportieve, culturele, recreatieve en andere maatschappelijke activiteiten ontvangen, dan geeft dat automatisch recht op een Kidstegoed. Daarvoor is wel vereist dat het kind op de peildatum van het betreffende tegoed ook nog aan de voorwaarden voldoet. In die situaties wordt het kidstegoed ambtshalve verstrekt (´automatisch toegekend`).

(…)

 

Veel zelfstandig ondernemers, waaronder de zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers), zijn financieel getroffen door de coronacrisis. De Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) is een van de maatregelen waarmee de overheid deze ondernemers ondersteunt om in de kosten van levensonderhoud en eventueel bedrijfskapitaal te voorzien.

De regeling had aanvankelijk een duur van drie maanden maar is inmiddels twee maal onder wijziging van de voorwaarden verlengd. Om dit onderscheid inzichtelijk te maken kent de Tozo-regeling sinds 1 juni 2020 een nummeraanduiding. Kort samengevat heeft Tozo 1 betrekking op de aanvankelijke regeling waarbij het inkomen van de partner niet meetelde. Tozo 2 heeft betrekking op de periode van 1 juni 2020 tot en met 30 september 2020 en daarbij werd een partnerinkomenstoets van kracht. Tozo 3 beslaat de periode vanaf 1 oktober 2020 en ook hierbij is de partnerinkomenstoets van toepassing. De aanvankelijk voorgestelde vermogenstoets per 1 oktober 2020 is door het kabinet uitgesteld tot een later moment in 2021. Gezien de werkingsduur van deze beleidswijziging (tot en met 31 december 2020) blijven aspecten die betrekking hebben op 2021 hier buiten verdere beschouwing.

Het inkomen van een zelfstandig ondernemer, waaronder de zelfstandige zonder personeel (zzp’er) wordt normaliter vastgesteld op basis van financiële (jaar)stukken van het voorgaande (boek)jaar. Bij een aantal ondernemers zal aan de hand daarvan al vastgesteld kunnen worden dat sprake is van een laag inkomen waardoor aanspraak bestaat op participatievoorzieningen. Er zijn echter ook ondernemers die in voorgaande jaren een hoger inkomen hadden, maar nu als gevolg van de coronacrisis al langere tijd (blijvend) over een minimuminkomen beschikken. Door het weggevallen inkomen vanwege de coronacrisis wordt het ook voor hen moeilijk om te participeren, terwijl zij op grond van de jaarcijfers van vorig jaar mogelijk geen aanspraak kunnen maken op participatievoorzieningen. Om de ondernemers tegemoet te komen en hen financieel in staat te stellen om te (blijven) participeren wordt in 2020 een versoepelde inkomensvaststelling gehanteerd voor de aanspraak op de in dit artikel genoemde participatievoorzieningen.

Ondernemers aan wie een Tozo-2 uitkering is toegekend, maar ook de ondernemers die in 2020 een Tozo 3-uitkering ontvangen, komen op grond van dat inkomen in aanmerking voor deze participatievoorzieningen. Het overleggen van verdere financiële gegevens van de bedrijfsmatige activiteiten is dan niet nodig. Omdat de Tozo 3-regeling tot medio 2021 doorloopt, maar dit beleidsartikel betrekking heeft op kalenderjaar 2020 geldt hier de voorwaarde dat de Tozo 3-uitkering in 2020 ontvangen moet zijn of de aanvraag om deze uitkering uiterlijk 31 december 2020 moet zijn ingediend.

 

Artikel II Inwerkingtreding tijdelijke wijziging Verzamelbesluit nadere regels en beleidsregels Participatiewet, aanverwante regelingen en Sociaal Vangnet.

Deze wijziging treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking en geldt tot en met 31 december 2020.

Artikel III Citeertitel

Dit wijzigingsbesluit wordt aangehaald als: Besluit tijdelijke wijziging Verzamelbesluit nadere regels en beleidsregels Participatiewet, aanverwante regelingen en Sociaal Vangnet, eerste wijziging.

 

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 29 september 2020,

de secretaris

de burgemeester

Naar boven