Nadere regels subsidies gemeente Groningen 2020 (wijziging)

Het college van burgemeester en wethouders van Groningen;

 

Gelet op:

  • -

    artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Groningen 2019

BESLUIT:

 

vast te stellen de volgende Nadere regel tot wijziging van de Nadere regels subsidies gemeente Groningen

Artikel I Nadere regels

 

A. In hoofdstuk 6 (Cultuur OCSW) komt na paragraaf 6.16 aansluitend op artikel 6:82 een nieuwe paragraaf 6.17 luidende als volgt:

Paragraaf 6.17 Tweejarige bewezen talentregeling

Artikel 6:83 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Het college kan subsidie verlenen, in de vorm van een bewezen talentregeling.

  • 2.

    Om in aanmerking te komen voor subsidie dient voldaan te worden aan de relevante criteria.

  • 3.

    De subsidie wordt toegekend op basis van een beoordeling door de Kunstraad die daarover aan het college een advies uitbrengt.

Artikel 6:84 Subsidie per activiteit

De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal €80.000 per twee jaar per aanvrager.

Artikel 6:85 Bijzondere bepalingen/verplichtingen

Het subsidiebedrag dient aangewend te worden voor de realisering van een kunstuiting van de subsidieontvanger, zoals bedoeld in de regels van de relevante culturele regeling.

Artikel 6:86 Aanvullende weigeringsgronden

Het college verleent geen subsidie, indien de inzendingen voor de regeling naar het oordeel van de Kunstraad van onvoldoende kwaliteit zijn.

Artikel 6:87 doel van de tweejarige bewezen talentregeling

De regeling verstrekt een financiële bijdrage aan initiatieven van jonge kunstenaars om hen in de gelegenheid te stellen een eigen signatuur te ontwikkelen en zo een betekenisvolle bijdrage leveren aan de hedendaagse kunst in Groningen. Door te kunnen experimenteren en “vlieguren” te maken, vergroten ze hun kansen op een beroepspraktijk, stimuleren ze het oeuvre, versterken ze cultureel ondernemerschap en vergroten ze hun zichtbaarheid.

Artikel 6:88 doelgroep

De tweejarige regeling bewezen talent is beschikbaar voor initiatieven op het gebied van de podiumkunsten (dans, muziek, theater), beeldende kunst, literaire en audiovisuele kunst, of combinaties daarvan. Aanvrager richt zich met de activiteiten op publiek.

Artikel 6:89 criteria artistieke en inhoudelijke kwaliteit

  • 1.

    Alleen met een aantoonbare artistieke en inhoudelijke kwaliteit kunnen professionele kunstinstellingen bijdragen aan onze doelen. Onder artistieke en inhoudelijke kwaliteit verstaan we zeggingskracht, vernieuwing, vakmanschap en authenticiteit.

  • 2.

    Alleen instellingen die een artistiek inhoudelijke visie hebben, die aanvullend is op het huidige aanbod in de infrastructuur, komen in aanmerking voor de bewezen talentregeling.

  • 3.

    Alleen instellingen die aansluiten op talentontwikkelingstrajecten zoals bv. Station Noord, Hit en Up North, of een adhesiebetuiging van een Groninger culturele instelling wanneer er geen talententraject is, komen in aanmerking.

Artikel 6.90 Typen organisaties

Voor een subsidie op basis van deze regeling kan slechts in aanmerking komen de organisatie die:

  • a.

    activiteiten ontplooit in de Gemeente Groningen,

  • b.

    als doel heeft het uitvoeren van professionele kunsten voor publiek,

  • c.

    hierbij geen winstoogmerk heeft,

  • d.

    waarvan de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd niet zonder subsidie kunnen worden gerealiseerd en waar de markt niet in kan voorzien,

  • e.

    aantoonbaar kwaliteit heeft (diploma’s, CV, talententraject of adhesieverklaring),

  • f.

    ca. 3 tot 7 jaar een beroepspraktijk heeft en

  • g.

    maximaal 1 keer eerder een bijdrage uit deze regeling heeft ontvangen.

Artikel 6.91 Eisen aan de aanvraag

De aanvraag bevat minimaal de volgende onderdelen, met vereisten, conform de ASV van de gemeente Groningen:

  • 1.

    Activiteitenplan:

    • a.

      Een overzicht van de door de subsidieontvanger voorgenomen activiteiten, uit te voeren binnen de periode.

    • b.

      De te subsidiëren activiteiten dienen in overwegende mate gericht te zijn op de gemeente of haar ingezetenen en dragen bij aan de gemeentelijke doelstellingen zoals geformuleerd in de kadernota cultuur 2021-2028.

    • c.

      De activiteiten dienen uitgevoerd te worden door en/of onder begeleiding van professionele kunstenaars.

  • 2.

    Begroting:

    • a.

      Een op activiteiten gerichte begroting (productbegroting) van de kosten en de inkomsten van deze activiteiten, waaruit duidelijk blijkt waarvoor de subsidie wordt aangewend.

    • b.

      Een bijdrage van maximaal €80.000 voor 2 jaar, als tegemoetkoming voor projecten en activiteiten (min. 2/3 van de begroting) en in materiaal, huisvesting, tijd en diensten van derden (max. 1/3 van je begroting).

    • c.

      De begroting bevat een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten (dekkingsplan) en indien van toepassing een opgave van de gehanteerde uurtarieven en overheadkosten en de wijze waarop deze zijn opgebouwd.

    • d.

      Minimaal 21,5% van de totale inkomsten dient door eigen inkomsten gefinancierd te worden. Onder eigen inkomsten wordt verstaan:

      • directe opbrengsten, sponsorinkomsten en overige inkomsten

      • indirecte opbrengsten

      • subsidies die zijn verstrekt door een bestuursorgaan

      • overige bijdragen uit publieke middelen

      • rentebaten

      • overige baten die geen relatie hebben met cultureel ondernemerschap

      • bijdrage in natura worden niet gerekend tot inkomsten

  • 3.

    Een exemplaar van de oprichtingsakte en de statuten. En indien beschikbaar een jaarverslag, de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar.

Artikel 6:92 Kwaliteit van de organisatie

  • 1.

    Toepassing landelijke codes

    • a.

      De aanvrager past de Code Cultural Governance toe en geeft aan op welke manier dat gebeurt.

    • b.

      De aanvrager past de Fair Practice Code toe en geeft aan op welke manier dat gebeurt.

    • c.

      De aanvrager past de Code Culturele diversiteit toe of legt uit op welke manier deze al dan niet wordt toegepast (‘pas toe OF leg uit’).

  • 2.

    Visie op de brede maatschappelijke functie van de organisatie

    De aanvrager heeft een visie op welke manier de activiteiten bijdragen aan de maatschappelijke opgaves in de gemeente Groningen, zoals participatie, leefbaarheid, economie en welzijn.

  • 3.

    Publieksbereik, toegankelijkheid en educatie

    De aanvrager heeft een visie op welke publieksdoelgroepen de organisatie wil bereiken en op welke manier(en) dit gebeurt (bijvoorbeeld marketing, educatie, prijsbeleid, toegankelijkheid voor mensen met een beperking).

Artikel II Inwerkingtreding

De nadere regel genoemd in onderdeel A treedt in werking na de dag van bekendmaking.

Naar boven