Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Hoeksche Waard houdende regels omtrent de markt (Marktverordening gemeente Hoeksche Waard 2020)

De raad van de gemeente Hoeksche Waard,

 

gelezen het voorstel van het college d.d. 15 september 2020;

 

overwegende dat het vaststellen van de Marktverordening een raadsbevoegdheid is,

 

de vaststelling van de Marktverordening gemeente Hoeksche Waard 2020 voorligt,

 

gelet op artikel 147 en 149 van de gemeentewet,

 

besluit:

De Marktverordening gemeente Hoeksche Waard 2020 als volgt vast te stellen

 

 

Marktverordening gemeente Hoeksche Waard 2020

 

Artikel I. Marktverordening gemeente Hoeksche Waard 2020

 

De volgende verordening wordt vastgesteld:

 

Marktverordening gemeente Hoeksche Waard 2020

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Anciënniteitslijst: Het college houdt een lijst bij van houders van een vergunning voor een vaste standplaats, met vermelding van de datum waarop de betrokkenen voor het eerste een vergunning voor een vaste standplaats werd verleend en met vermelding van de branche waartoe zij behoren of de artikelen die ze verhandelen;

 

  • b.

    Branchering: de indeling in artikelengroepen en het aantal vastgestelde plaatsen per artikelengroep;

 

  • c.

    College: het college van burgemeester en wethouders;

 

  • d.

    Dagplaats: een standplaats, die per marktdag beschikbaar wordt gesteld, indien een vaste standplaats niet wordt ingenomen, dan wel niet als vaste standplaats is toegekend;

 

  • e.

    Markt: de door het college ingestelde warenmarkt;

 

  • f.

    Marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college;

 

  • g.

    Marktterrein: het door het college aangewezen gebied zoals aangegeven op de kaarten bedoeld in artikel 3 van deze verordening;

 

  • h.

    Standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

 

  • i.

    Standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder met een aansprekende uiteenzetting probeert artikelen te verkopen aan het om hem heen verzamelde publiek;

 

  • j.

    Standwerker: iemand die publiek om zich heen verzamelt en dat door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen artikelen te kopen;

 

  • k.

    Standwerkplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

 

  • l.

    Vaste standplaats: de standplaats die wekelijks op de marktdag wordt ingenomen door een vergunninghouder;

 

  • m.

    Vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

 

  • n.

    Wachtlijst: het college houdt een lijst bij van de kandidaten voor een vergunning voor een vaste standplaats, die daarvoor een aanvraag hebben ingediend en die een handelingsbekwame natuurlijke persoon zijn.

Artikel 2. Toepassingsgebied

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op alle door het college ingestelde warenmarkten die op gezette tijden worden gehouden in de Hoeksche Waard, met uitzondering van de verzelfstandigde markt in Oud-Beijerland. Het gaat om de volgende markten:

    • -

      ‘s-Gravendeel

    • -

      Mijnsheerenland

    • -

      Westmaas

    • -

      Heinenoord

    • -

      Puttershoek

    • -

      Strijen.

  • 2.

    Deze verordening is niet van toepassing op markten, evenementen, braderieën en overige activiteiten, die conform afdeling 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening (artikel 2:24 t/m 2:26) vallen onder ‘Evenementen’.

Artikel 3 Inrichtingsplan

  • 1.

    Voor elke markt stelt het college een inrichtingsplan vast, dat in elk geval bevat:

    • a.

      aanduiding van de dagen en de uren waarop en eventueel de periode waarin de markt wordt gehouden (markttijd);

    • b.

      een kaart van de markt;

    • c.

      indien van toepassing, mededeling dat het anciënniteitsstelsel van artikel 6 van toepassing is;

    • d.

      aanduiding van de wijze waarop nieuwe vaste-standplaatsvergunningen, dagplaatsvergunningen en standwerkvergunningen kunnen worden verstrekt (wachtlijststelsel van artikel 7, selectiestelsel van artikel 8 of lotingsstelsel van artikel 9);

    • e.

      voor zover van toepassing, dat het verbod om te bedienen zonder vergunning geldt en het maximum aantal bedienvergunningen dat kan worden verleend.

  • 2.

    Op de kaart zijn aangegeven:

    • a.

      de grenzen van de markt;

    • b.

      de plaatsen of gebieden die bestemd zijn voor houders van een vaste-standplaatsver-gunning;

    • c.

      voor zover van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor een of meer branches of artikelgroepen alsmede, indien van toepassing, de maximum aantallen vaste-standplaatsvergunningen die voor een of meer branches of artikelgroepen of combinaties daarvan kunnen worden afgegeven;

    • d.

      indien van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor houders van een dagplaatsvergunning;

    • e.

      indien van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor houders van een standwerkvergunning.

  • 3.

    Als een standplaats, bestemd voor de houder van een vaste-standplaatsvergunning uiterlijk een uur na aanvang van de markttijd nog niet door de vergunninghouder of diens plaatsvervanger is ingenomen, kan daarvoor een dagplaatsvergunning worden afgegeven.

  • 4.

    Het inrichtingsplan is gedurende markttijd bij de markt aanwezig en in te zien.

Artikel 4. Vergunningen

  • 1.

    Het is verboden, op een markt zonder vaste-standplaatsvergunning of dagplaatsvergunning van het college een standplaats voor het uitoefenen van markthandel in te nemen.

  • 2.

    Een vaste-standplaatsvergunning geldt voor onbepaalde tijd en voor de op de vergunning vermelde standplaats, tenzij de vergunning anders bepaalt. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen een andere standplaats aanwijzen.

  • 3.

    Een dagplaatsvergunning geldt voor één dag en voor de op de vergunning vermelde standplaats.

  • 4.

    Het is verboden, op een markt zonder standwerkvergunning van het college als standwerker op te treden op een markt.

  • 5.

    Het is verboden, zonder bedienvergunning van het college vergunninghouders en degenen die hen vervangen of bijstaan tegen betaling te voorzien van voedsel of dranken bestemd voor consumptie ter plaatse. Een bedienvergunning wordt afgegeven voor de duur van maximaal 10 jaar, tenzij de vergunning anders bepaalt.

  • 6.

    Aan een vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 7.

    Vergunning kan enkel worden verleend aan een handelingsbekwame natuurlijke persoon die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten en die geen vaste-standplaatsvergunning heeft voor de betrokken markt.

Artikel 5. Mandaatverboden

De bevoegdheid tot het vaststellen van inrichtingsplannen kan niet worden gemandateerd. De bevoegdheid tot wijzigen daarvan en die tot het verlenen of het intrekken van een vaste-standplaatsvergunning of van een bedienvergunning kan niet aan de marktmeester of een andere toezichthouder worden gemandateerd.

Hoofdstuk 2. Vaste-standplaatsvergunningen

Artikel 6. Vrijgekomen standplaats; plaatsverbetering volgens anciënniteitslijst

  • 1.

    Als op grond van het inrichtingsplan voor een markt het anciënniteitsstelsel wordt gehanteerd, geldt het volgende.

  • 2.

    Het college houdt houden een lijst bij van de houders van een vaste-standplaatsvergunning, met vermelding van de datum waarop de betrokkenen voor het eerst een vaste-standplaats-vergunning werd verleend en met vermelding van de branche waartoe zij behoren of de artikelen die zij verhandelen (anciënniteitslijst).

  • 3.

    Als een standplaats vrijkomt die werd ingenomen door de houder van een vaste-stand-plaatsvergunning, kan deze op aanvraag worden toegewezen aan de hoogstgeplaatste aanvrager op de anciënniteitslijst in volgorde van de datum waarop hem voor het eerst een vaste-standplaatsvergunning werd verleend. Als de plaats bestemd is voor een specifieke branche of artikelgroep, komt alleen iemand in aanmerking die aan dat vereiste voldoet.

Artikel 7. Wachtlijststelsel

  • 1.

    Als op grond van het inrichtingsplan voor een markt het wachtlijststelsel wordt gehanteerd voor de toekenning van vaste-standplaatsvergunningen, geldt het volgende.

  • 2.

    Het college houdt een lijst bij van de kandidaten voor een vaste-standplaatsvergunning die daarvoor een aanvraag hebben ingediend en die een handelingsbekwame natuurlijke persoon zijn (wachtlijst).

  • 3.

    Op de wachtlijst worden bij iedere kandidaat vermeld:

    • a.

      diens naam en voornamen, geboortedatum en -plaats, adres en woonplaats;

    • b.

      de datum van de aanvraag;

    • c.

      de branche waartoe de kandidaat behoort of de soort artikelen die hij wenst te verhandelen;

    • d.

      informatie over de uitstalling die de kandidaat wenst te gebruiken.

  • 4.

    De kandidaat ontvangt een schriftelijk bewijs van inschrijving op de wachtlijst.

  • 5.

    De inschrijving wordt doorgehaald als aan de kandidaat een vaste-standplaatsvergunning is toegekend, als hij reeds twee keren heeft afgezien van een vaste-standplaatsvergunning waarvoor hij overeenkomstig het volgende lid in aanmerking kwam, op zijn schriftelijke aanvraag, na zijn overlijden, als hij onder curatele is gesteld of als hij niet vóór 1 januari van het lopende jaar een aanvraag om verlenging voor dat jaar heeft gedaan.

  • 6.

    Als er ruimte is om een nieuwe vaste-standplaatsvergunning toe te kennen, komt daarvoor als eerste in aanmerking de hoogstgeplaatste kandidaat die op de wachtlijst staat en die voldoet aan de vereisten voor toekenning. Daarna komen andere aanvragers in aanmerking, in volgorde van indiening van hun aanvraag tot plaatsing op de wachtlijst. Hierbij rekening houdend met de regels opgenomen in het inrichtingsplan ten aanzien van branchering. De kandidaat die in aanmerking komt voor de vergunning dient daarvoor binnen vier weken een aanvraag in te dienen.

Artikel 8. Selectiestelsel

  • 1.

    Als op grond van het inrichtingsplan voor een markt het selectiestelsel wordt gehanteerd voor de toekenning van vaste-standplaatsvergunningen, geldt het volgende.

  • 2.

    Het college maakt bekend dat voor de markt een of meer vaste-standplaatsvergunningen kunnen worden verleend, voor welke branche of artikelgroep dit geldt en dat gegadigden voor een vergunning vóór de daarbij genoemde datum daarvoor een aanvraag kunnen indienen.

  • 3.

    De bekendmaking geschiedt door openbare kennisgeving in Het Kompas en het digitale gemeenteblad.

  • 4.

    Bij de beoordeling van de aanvragen kent het college punten toe aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximum aantal:

    • a.

      of het assortiment van de gegadigde een gewenste toevoeging aan het marktassortiment vormt (20);

    • b.

      de uitstraling van de uitstalling (20);

    • c.

      het marktverleden van de gegadigde en de indruk die hij maakt (20);

    • d.

      of bij de gegadigde sprake is van maatschappelijk verantwoord ondernemen (20).

Gegadigden komen in aanmerking in de volgorde van het aantal toegekende punten.

Artikel 9. Loting

  • 1.

    Als op grond van het inrichtingsplan voor een markt het lotingsstelsel wordt gehanteerd voor de toekenning van vaste-standplaatsvergunningen, geldt het volgende.

  • 2.

    Het college maakt bekend dat voor de markt een of meer vaste-standplaatsvergunningen kunnen worden verleend, voor welke branche of artikelgroep dit geldt en dat gegadigden voor een vergunning vóór de daarbij genoemde datum daarvoor een aanvraag kunnen indienen. Op de bekendmaking is artikel 8, derde lid, van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    Een vergunning wordt door loting toegewezen aan een in aanmerking komende gegadigde. Gaat het om een bepaalde branche of artikelgroep, dan wordt per branche of artikelgroep geloot. De in aanmerking komende gegadigden worden uitgenodigd bij de loting aanwezig te zijn.

Artikel 10. Overschrijven vaste-standplaatsvergunning

  • 1.

    Wenst de houder van een vaste-standplaatsvergunning niet langer zelf gebruik te maken van de vergunning of is hij overleden of onder curatele gesteld, dan kan het college op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator de vergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerde partner of andere persoon met wie hij duurzaam samenwoonde, of zijn kind.

  • 2.

    Kan deze weg niet worden gevolgd, dan kan de vergunning op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator worden overgeschreven op een medewerker van de vergunninghouder of de mede-eigenaar van diens bedrijf als deze ten minste drie jaren in loondienst heeft gewerkt bij de vergunninghouder of heeft gefunctioneerd als mede-eigenaar.

  • 3.

    In geval van overlijden of ondercuratelestelling van de vergunninghouder wordt de aanvraag tot overschrijving binnen twee maanden nadien ingediend.

  • 4.

    Het college kan van het vorenstaande afwijken voor zover de toepassing daarvan voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de bepalingen te dienen doelen.

  • 5.

    De aanvraag tot overschrijving wordt alleen geweigerd als niet wordt voldaan aan de uit dit artikel voortvloeiende eisen of aan een eis waaraan een houder van een vaste-stand-plaatsvergunning volgens deze verordening moet voldoen.

  • 6.

    Als de nieuwe vergunninghouder reeds over een vaste-standplaatsvergunning voor de betrokken markt beschikt, wordt deze ingetrokken.

Artikel 11. Intrekking en vervallen vaste-standplaatsvergunning

  • 1.

    Het college trekt een vaste-standplaatsvergunning in:

    • a.

      op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder; of

    • b.

      twee maanden na diens overlijden of ondercuratelestelling, tenzij een aanvraag tot overschrijving is ingediend overeenkomstig artikel 10.

  • 2.

    Het college kan een vaste-standplaatsvergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd intrekken:

    • a.

      als de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

    • b.

      als de vergunninghouder, degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden;

    • c.

      als van de vergunning gedurende ten minste twee maanden geen gebruik is gemaakt; of

    • d.

      als de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

    • e.

      als de vergunninghouder zich niet houdt aan de voorschriften voortvloeiend uit de verordening, de bijbehorende besluiten en de voorwaarden uit de standplaatsvergunning.

  • 3.

    In geval van intrekking voor bepaalde tijd kan tevens worden bepaald dat de toegewezen standplaats vervalt.

  • 4.

    Als de vergunninghouder of zijn overeenkomstig artikel 12 aangewezen vervanger zijn standplaats niet uiterlijk een uur na aanvang van de markttijd heeft ingenomen, vervalt de vergunning voor de rest van de dag.

Artikel 12. Persoonlijk innemen standplaats; vervanging

  • 1.

    De houder van een vaste-standplaatsvergunning neemt de hem toegewezen standplaats persoonlijk in.

  • 2.

    In geval van vakantie of van bijzondere omstandigheden kan het college echter toestaan dat de standplaats wordt ingenomen door een vervanger. Een aanvraag daartoe vermeldt de reden en de verwachte duur van de afwezigheid van de vergunninghouder en de naam van de beoogde vervanger.

  • 3.

    De vervanger treedt op namens de vergunninghouder. De rechten – behalve die tot vervanging ingevolge het vorige lid – en verplichtingen die bij of krachtens deze verordening gelden voor de vergunninghouder, zijn van overeenkomstige toepassing op de vervanger.

Hoofdstuk 3. Dagplaatsen, standwerkers en bediening

Artikel 13. Dagplaatsvergunning

  • 1.

    Een dagplaatsvergunning kan worden verleend voor het innemen van een standplaats voor het uitoefenen van markthandel op een markt op plaatsen die daarvoor ingevolge het inrichtingsplan in aanmerking komen en op plaatsen die niet zullen worden ingenomen door de houder van een vaste-standplaatsvergunning omdat voor de plaats geen vergunning geldt, de vergunning is vervallen of omdat de vergunninghouder niet in staat is de plaats in te nemen en niet is voorzien in vervanging overeenkomstig artikel 12.

  • 2.

    Voor een dagplaatsvergunning komen in aanmerking degenen die daarvoor die dag vóór de aanvang van de markttijd bij de marktmeester een aanvraag hebben ingediend, voldoen aan een eventueel van toepassing zijnde branche- of artikelgroepvereiste en die niet zijn uitgesloten omdat zij gedurende een of meer van de voorafgaande vier marktdagen:

    • a.

      zich op de markt schuldig hebben gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling hebben overtreden, of

    • b.

      niet tijdig het verschuldigde marktgeld hebben voldaan dat wordt geheven op de grondslag van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 3.

    Het college kan ten aanzien van een gegadigde bepalen dat een uitsluitingsgrond niet geldt of dat voor de toepassing van het vorige lid een langere termijn in aanmerking wordt genomen.

  • 4.

    De dagplaatsvergunningen worden verstrekt aan de in aanmerking komende gegadigden op volgorde van ontvangst van de aanvragen.

  • 5.

    Een dagplaatsvergunning kan niet worden overgedragen. De vergunninghouder kan zich niet laten vervangen.

Artikel 14. Standwerkvergunning

  • 1.

    Een standwerkvergunning kan worden verleend met overeenkomstige toepassing van artikel 13, tweede tot en met vijfde lid.

  • 2.

    Een standwerkvergunning geldt voor de in de vergunning vermelde dag en plaats en voor de in de vergunning omschreven artikelen.

Artikel 15. Bedienvergunning

  • 1.

    Het college kan op aanvraag een bedienvergunning verlenen. De vergunning vermeldt voor welke artikelen ze geldt.

  • 2.

    Artikel 11, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 4. Algemene bepalingen voor vergunninghouders

Artikel 16. Bijstand

De houder van een vaste-standplaatsvergunning of van een dagplaatsvergunning kan zich doen bijstaan door een of meer andere personen.

Artikel 17. Legitimatieplicht

Degene die een standplaats of een standwerkplaats wenst in te nemen of inneemt op een markt of die handelt met een bedienvergunning, is op eerste verzoek van een toezichthouder verplicht aan te tonen dat hij daartoe gerechtigd is.

Artikel 18. Markttijden in acht nemen

  • 1.

    Het is een vergunninghouder verboden meer dan twee uur voor de aanvang en meer dan één uur na afloop van de markt ruimte in te nemen of te doen innemen op het marktterrein met een voertuig, met goederen of anderszins, of goederen aan- of af te voeren of te laten aan- of afvoeren.

  • 2.

    Een vergunninghouder neemt zijn standplaats in tot de sluitingstijd van de markt, behoudens op aanvraag door het college verleende ontheffing. Aan een ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 3.

    Een vergunninghouder zorgt ervoor dat de standplaats bij aanvang van de markt volledig ingericht is en gereed is voor de verkoop van de producten.

Artikel 19. Markt schoonhouden

  • 1.

    Een vergunninghouder is verplicht afval, waaronder verpakkingsmateriaal, dat tijdens de door hem uitgeoefende verkoop op zijn standplaats vrij komt zodanig te bewaren dat het marktterrein daardoor niet wordt verontreinigd en het afval niet door onbevoegden kan worden verwijderd. Hij voert het afval onmiddellijk na afloop van de markt af of laat het afvoeren.

  • 2.

    Een vergunninghouder is verplicht de door hem ingenomen standplaats en de naaste omgeving daarvan na afloop van de markt veegschoon achter te laten.

Hoofdstuk 5. Handhaving

Artikel 20. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door het college aangewezen marktmeester en de overige door het college aangewezen toezichthouders.

Artikel 21. Onmiddellijke verwijdering

Het college kan een vergunninghouder of iemand die hem bijstaat of vervangt gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen als deze zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden.

Artikel 22. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 23. Intrekking oude verordeningen en overgangsrecht

  • 1.

    De “Marktverordening gemeente Binnenmaas 2015”, “Marktverordening gemeente Strijen 2008”en “Verordening regerende het marktwezen in de gemeente Cromstrijen 2014” worden ingetrokken.

  • 2.

    De krachtens de “Marktverordening gemeente Binnenmaas 2015”, “Marktverordening gemeente Strijen 2008” en ”Verordening regelende het marktwezen in de gemeente Cromstrijen 2014” vastgestelde wacht- en anciënniteitslijsten gelden als lijsten krachtens deze verordening.

  • 3.

    Een krachtens de “Marktverordening gemeente Binnenmaas 2015”, “Marktverordening gemeente Strijen 2008” en “Verordening regelende het marktwezen in de gemeente Cromstrijen 2014” verleende vergunning of ontheffing geldt als vergunning of ontheffing verleend krachtens deze verordening.

  • 4.

    Aanvragen om vergunning of ontheffing die zijn ingediend onder de “Marktverordening gemeente Binnenmaas 2015”, “Marktverordening gemeente Strijen 2008” en “Verordening regelende het marktwezen in de gemeente Cromstrijen 2014” maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.

Artikel 24. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening gemeente Hoeksche Waard 2020.

Artikel 25. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hoeksche Waard gehouden op 13 oktober 2020.

G. de Schipper-Tinga

Griffier

A.P.J. van Hemmen

Voorzitter

Naar boven