Negentwintigste wijziging van de Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Breda 2017

Bekendmaking

Burgemeester en wethouders van Breda maken bekend dat zij op 22 september 2020

de negentwintigste wijziging van de Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Breda 2017 hebben vastgesteld.

 

Inwerkingtreding

De nadere regels worden van kracht met ingang van de dag na die van deze bekendmaking, met uitzondering van paragraaf 2.3, onderdeel D. Paragraaf 2.3.Onderdeel D treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 april 2020.

 

Rechtsmiddelen

Tegen het besluit tot vaststelling van de nadere regels is geen bezwaar of beroep mogelijk.

 

Tekst nadere regels

Burgemeester en wethouders van Breda,

besluiten vast te stellen de:

Negentwintigste wijziging van de Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Breda 2017

Artikel I

A Artikel 2:5 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

Artikel 2:5 procedure

  • 1.

    Een aanvraag als bedoeld in artikel 2:4 wordt uiterlijk ingediend op 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2.

    Een aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van het daartoe door het college vastgestelde formulier.

  • 3.

    De aanvraag gaat vergezeld van het uitvoeringsplan waarop de aanvraag betrekking heeft. Artikel 3, tweede lid onder a en b, ASV is niet van toepassing.

  • 4.

    Het college beslist binnen twee maanden na de uiterste indieningsdatum op de aanvraag. Het college kan zijn beslissing eenmaal voor ten hoogste 30 dagen verdagen.

 

B Artikel 2:7 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

Artikel 2:7 Procedure

  • 1.

    Artikel 2:5, eerste, tweede en vierde lid, zijn van overeenkomstige toepassing op aanvragen als bedoeld in artikel 2:6, eerste lid.

 

C Artikel 2:11 wordt gewijzigd en komt als volg te luiden:

Artikel 2:11 Verhoging van het subsidieplafond bij tweejaarlijkse subsidies

  • 1.

    Als na indiening van subsidieaanvragen of nadat het college heeft besloten op ingediende subsidieaanvragen, het subsidieplafond als bedoeld in artikel 2:10, eerste lid, door het college wordt verhoogd, kunnen aanvullende subsidieaanvragen worden ingediend die betrekking hebben op de extra gelden.

  • 2.

    Artikel 2:10, derde lid, is van overeenkomstige toepassing op een verhoging van het subsidieplafond als bedoeld in het eerste lid.

  • 3.

    Het college bepaalt de termijn waarbinnen de aanvullende subsidieaanvragen als bedoeld in het eerste lid moeten zijn ingediend.

  • 4.

    Bij verhoging van het subsidieplafond als bedoeld in het eerste lid, kan een thematafel een aanvullend uitvoeringsplan opstellen. Artikel 2:3, derde lid, is niet van toepassing.

  • 5.

    Het college kan een basissubsidie verstrekken voor een in het aanvullend uitvoeringsplan opgenomen activiteit van een deelnemer aan de desbetreffende thematafel die deze deelnemer vermeldt in zijn aanvullende aanvraag voor zover:

    • a.

      dat aanvullend uitvoeringsplan voldoet aan de eisen zoals beschreven in hoofdstuk 4,5 en 6 van het Beleidskader;

    • b.

      in het aanvullend uitvoeringsplan het subsidieplafond als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, en de binnen dat plafond geoormerkte bedragen als bedoeld in het tweede lid van dit artikel, zijn geëerbiedigd.

  • 6.

    Op een aanvraag als bedoeld in het vijfde lid zijn artikel 2:4, tweede lid en artikel 2:5, tweede, derde lid en vierde lid, van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de aanvraag vergezeld dient te gaan van het aanvullende uitvoeringsplan.

  • 7.

    Het college kan een basissubsidie verstrekken op basis van aanvraag die niet gebaseerd is op een aanvullend uitvoeringsplan.

  • 8.

    Op de aanvraag als bedoeld in het zevende lid zijn artikel 2:4, tweede lid, artikel 2:5, tweede lid en vierde lid, 2:6 tweede en derde lid en 2:7, van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat wordt beoordeeld hoe de aanvraag zich verhoudt tot andere aanvragen als bedoeld in het vijfde en zevende is van dit artikel en de honorering van de aanvraag ten koste kan gaan van de honorering van die aanvragen.

  • 9.

    Voor zover voor een aanvullende subsidieaanvraag vereiste gegevens reeds zijn verstrekt bij een eerdere aanvraag voor subsidie in hetzelfde kalenderjaar en onveranderd zijn gebleven, hoeven deze gegevens niet opnieuw te worden verstrekt.

D In hoofdstuk 2 wordt Paragraaf 2.3 toegevoegd en komt als volgt te luiden:

 

Paragraaf 2.3: Wijk- en dorpssubsidies

Artikel 2:13 initiatieven

  • 1.

    Onder een initiatief wordt in deze paragraaf verstaan: een activiteit of een project die of en dat de leefbaarheid of maatschappelijke betrokkenheid van bewoners bij hun eigen wijk of directe woonomgeving stimuleert en bevordert en die of dat aansluit bij de voorwaarden en behoeften die er door bewoners aan worden gesteld ten aanzien van opgroeien, leren, ontwikkelen en werken, ontmoeten, betrokken zijn of leven.

  • 2.

    Een ieder met een beoogd initiatief kan zich wenden tot een wijkplatform voor overleg.

 

Artikel 2:14 wijkplatforms

  • 1.

    Onder een wijkplatform als bedoeld in deze paragraaf wordt verstaan: een door het college als zodanig aangeduide overlegstructuur gericht op het bespreken van beoogde iniatieven met als doel deze initiatieven te verrijken en te versterken. De bevindingen van het wijkplatform zijn input bij een eventuele subsidieaanvraag van de initiatiefnemer bij de gemeente.

Artikel 2:15 criteria

  • 1.

    Het college kan wijksubsidie verstrekken voor het uitvoeren van een initiatief voor zover dat van belang is voor de wijk waarin het plaatsvindt.

  • 2.

    Geen subsidie kan worden verstrekt voor zover het initiatief bestaat uit een straatfeest, jubileum, barbecue of reprise en daarmee naar het oordeel van het college naar haar aard vergelijkbare activiteiten. Indien de activiteit een open en toegankelijk karakter heeft en bijdraagt aan de sociale leefbaarheid en diversiteit in de wijk of dorp, kan subsidie worden verstrekt. Eten en drinken worden niet gesubsidieerd.

  • 3.

    Een subsidie kan voor maximaal twee jaar worden verstrekt.

  • 4.

    De maximale hoogte van de subsidie is gelijk aan de daadwerkelijke kosten van het initiatief.

Artikel 2:16 procedure

  • 1.

    Aanvragen voor wijksubsidies kunnen het gehele jaar door worden ingediend, maar moeten minimaal zes weken voor aanvang van de uitvoering van het initiatief worden ingediend.

  • 2.

    Een aanvraag moet worden ingediend met gebruikmaking van het daartoe door college vastgestelde formulier en dient, onverminderd het bepaalde in de ASV, vergezeld te gaan van de bevindingen van het wijkplatform.

  • 3.

    Onder de bevindingen van het wijkplatform als bedoeld in het tweede lid wordt verstaan een schriftelijk stuk waaruit gemotiveerd blijkt of en in hoeverre naar de mening van het wijkplatform:

    • a.

      Het initiatief van belang is voor de wijk;

    • b.

      Voor het initiatief een financiële bijdrage van de gemeente noodzakelijk is en wat de hoogte van die bijdrage is.

  • 4.

    Het college beslist uiterlijk binnen zes weken na ontvangst van de volledige subsidieaanvraag.

Artikel II

Deze wijziging treedt in werking op de dag na bekendmaking, met uitzondering van paragraaf 2.3, onderdeel D. Paragraaf 2.3, onderdeel D treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 april 2020.

Aldus besloten door burgemeester en wethouders van Breda in de vergadering van 22 september 2020.

Naar boven