Wijzigingsverordening 2020 Algemene plaatselijke verordening gemeente Tholen

De raad van de gemeente Tholen,

 

Gelezen het voorstel van college van burgemeester en wethouders van 25 augustus 2020;

 

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

Gezien het advies van de Commissie Bestuurszaken;

 

b e s l u i t:

Artikel I

De Algemene plaatselijke verordening gemeente Tholen wordt als volgt gewijzigd

 

A

 

Artikel 2:10 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het tweede lid wordt ‘bevoegd bestuursorgaan’ vervangen door ‘college’.

  • 2.

    In het zevende lid wordt ‘Op de vergunning’ vervangen door ‘Op de aanvraag om een vergunning’.

B

 

In de artikelen 2:24, eerste lid, onder b, en 5:14, tweede lid, onder b, wordt ‘artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet’ vervangen door ‘artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet’.

 

C

 

Artikel 2:25 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het achtste lid, wordt ‘slecht levensgedrag’ vervangen door ‘in enig opzicht van slecht levensgedrag’.

  • 2.

    In het zevende lid wordt ‘Op de vergunning’ vervangen door ‘Op de aanvraag om een vergunning’.

D

 

Na artikel 2.25 wordt artikel 2.25a toegevoegd dat luidt

 

2.25a - Aanwijzing meldingsplichtige evenementen

  • 1.

    De burgemeester is bevoegd om een evenement of bepaalde soort evenementen aan te wijzen, waarvoor geen vergunning is vereist, indien er een organisator is en de organisator ten minste 14 dagen voorafgaand aan het evenement daarvan melding heeft gedaan aan de burgemeester.

  • 2.

    De burgemeester is bevoegd om bij de aanwijzing nadere voorwaarden en/of algemene regels te stellen.

  • 3.

    De leden 3, 6, 7 en 8 van artikel 2.25 zijn van overeenkomstige toepassing.

E

 

Artikel 2:28 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het derde lid komt te luiden:

     

    • 3.

      In afwijking van het bepaalde in artikel 1:8 kan de burgemeester de vergunning slechts geheel of gedeeltelijk weigeren als naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat:

      • a.

        de woon- of leefsituatie in de omgeving van de openbare inrichting of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed; of

      • b.

        de exploitant of de leidinggevende in enig opzicht van slecht levensgedrag is.

  • 2.

    Artikel 2.28 zevende lid wordt als volgt gewijzigd:

     

    Aan het slot van zowel sub a als sub b wordt toegevoegd “en er geen voorschriften en beperkingen aan de exploitatievergunning dienen te worden verbonden als bedoeld in artikel 1.4”

  • 3.

    Het negende lid komt te luiden:

     

    Op de aanvraag om een vergunning of een vrijstelling is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.’

F

 

Artikel 2.29 wordt als volgt gewijzigd.

 

  • 1.

    In artikel 2:29, zesde lid wordt ‘Op de ontheffing’ vervangen door ‘Op de aanvraag om een ontheffing’.

  • 2.

    Er wordt een lid 7 toegevoegd dat als volgt luidt:

  • ‘Overeenkomstig het gestelde in artikel 1.4 en artikel 2.28, derde lid kan de burgemeester door een vergunningvoorschrift voor een afzonderlijke openbare inrichting en/of voor een daartoe behorend terras een ander sluitingsuur of andere sluitingsuren vaststellen’.

G

 

Na artikel 2:48 wordt artikel 2:48a toegevoegd dat luidt:

 

Artikel 2:48a Lachgasverbod

  • 4.

    Het is verboden op een openbare plaats distikstofmonoxide (lachgas) recreatief als roesmiddel te gebruiken, voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen bij zich te hebben, indien dit gepaard gaat met overlast of andere gedragingen die de openbare orde verstoren, het woon- en leefklimaat nadelig beïnvloeden of anderszins hinder veroorzaken.

  • 5.

    Het is verboden op een openbare plaats die deel uitmaakt van een door het college ter bescherming van de openbare orde of het woon- en leefklimaat aangewezen gebied distikstofmonoxide (lachgas) recreatief als roesmiddel te gebruiken, voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen bij zich te hebben.

  • 6.

    Het college kan in het aanwijzingsbesluit het in het tweede lid bedoelde verbod beperken tot bepaalde tijden.

H

 

Artikel 2:59 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het tweede lid komt te luiden:

    • 2.

      De eigenaar of houder van de hond aan wie een aanlijngebod is opgelegd, is verplicht de hond kort aangelijnd te houden, met een lijn met een lengte, gemeten van hand tot halsband, van ten hoogste 1,50 meter.

  • 2.

    Het derde lid, aanhef, komt te luiden:

    • 3.

      De eigenaar of houder van de hond aan wie een aanlijn- en muilkorfgebod is opgelegd, is naast de verplichting bedoeld in het tweede lid verplicht de hond voorzien te houden van een muilkorf die:

I

 

Na artikel 4:9 wordt artikel 4:9a toegevoegd dat luidt:

 

Artikel 4.9a – Verbod oplaten ballonnen

  • 1.

    Het is verboden om één of meerdere ballonnen op te laten stijgen.

  • 2.

    In dit artikel wordt onder ballon verstaan: elke onbemenste ballon van welk materiaal dan ook die door middel van helium, open vuur of andere gassen in de lucht wordt gebracht, waarbij de richting en /of de hoogte van de ballon niet door menselijk ingrijpen kan worden bepaald.

  • 3.

    Het verbod in dit artikel geldt niet voor zover de regels bij of krachtens de Wet luchtvaart van toepassing zijn.

J

 

In het artikel 5:17, tweede lid onder a, wordt ‘artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet’ vervangen door ‘artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet’.

Artikel II

Deze verordening kan worden aangehaald onder de titel “Wijzigingsverordening 2020 Algemene plaatselijke verordening gemeente Tholen”.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking op de derde dag na de dag waarop zij is bekendgemaakt.

 

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Tholen in zijn 0penbare vergadering van 1 oktober 2020.

w.g. G.J. van de Velde-de Wilde, voorzitter

w.g. L. Vermeij, griffier

Naar boven