Gemeenteblad van Apeldoorn
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Apeldoorn | Gemeenteblad 2020, 26789 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Apeldoorn | Gemeenteblad 2020, 26789 | Verordeningen |
Subsidieregeling Algemene voorzieningen Basisontmoetingsplekken en Inwonersondersteuning Wmo en Jeugd 2021- 2024
Beleidsmatig kader: Nota Algemene voorzieningen ‘Kaders voor de formele en informele sociale basisinfrastructuur van Apeldoorn en tevens voor de regio voor verblijf en opvang’ 2021-2024. Vastgesteld in de raadsvergadering van 16 januari 2020.
Basis voor bekostiging: Subsidieregeling Algemene voorzieningen Basisontmoetingsplekken en Inwonersondersteuning 2021- 2024
Deel I – Subsidieregeling Algemene v oorzieningen Basisontmoetingsplekken en Inwonersondersteuning 2021 – 2024
Deel II – Artikelsgewijze en beleidsmatige toelichting
Deel III – Subsidieplafonds 2021 – 2024 en planning aanvraagproces 2020
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Begripsbepalingen en afkortingen
Artikel 1.2 Doelstelling en doelgroep subsidieregeling
Artikel 1.3 Eisen aan de aanvrager
Artikel 1.4 Subsidietijdvak en verlenging van de subsidieregeling
Artikel 1.5 Subsidieplafonds en indexering
Artikel 1.6 Bevoorschotting en betaling
Hoofdstuk 2 Subsidiabele functies Basisontmoetingsplekken en Inwonersondersteuning, vereisten en wijze van verdeling
Artikel 2.1 Subsidiabele activiteiten op een Basisontmoetingsplek
Artikel 2.1.1 Vereisten Basisontmoetingsplek in een stadsdeel
Artikel 2.1.2 Vereisten Basisontmoetingsplek in een dorp
Artikel 2.1.3 Wijze van verdeling per stadsdeel en voor de dorpen
Artikel 2.2 Subsidiabele activiteiten Inwonersondersteuning
Artikel 2.2.1 Vereisten Inwonersondersteuning
Artikel 2.2.2 Wijze van verdeling Inwonersondersteuning
Hoofdstuk 3 Aanvraag tot subsidieverlening
Hoofdstuk 4 Subsidiabele kosten
Artikel 4.1 Subsidiabele kosten
Hoofdstuk 5 Verplichtingen en voorwaarden
Artikel 6.1 Aanvullende weigeringsgronden
Hoofdstuk 7 Verantwoording en vaststelling
Artikel 7.1 De aanvraag tot vaststelling van de subsidie
Artikel 7.2 De vaststelling van de subsidie
Hoofdstuk 8 Afwijkingsbevoegdheid en slotbepalingen
Artikel 8.1 Afwijkingsbevoegdheid
Artikel 8.2 Inwerktreding en citeertitel
Deel II Artikelsgewijze en beleidsmatige toelichting
Algemeen beleidsmatig toetsingskader
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Begripsbepalingen en afkortingen
Artikel 1.2 Doelstelling en doelgroep subsidieregeling
Artikel 1.3 Eisen aan de aanvrager
Hoofdstuk 2 Subsidiabele functies Basisontmoetingsplekken en Inwonersondersteuning, vereisten en wijze van verdeling
Artikel 2.1 Subsidiabele activiteiten op een Basisontmoetingsplek
Artikel 2.1.1 Vereisten Basisontmoetingsplek in een stadsdeel
Artikel 2.2 Subsidiabele activiteiten Inwonersondersteuning
Artikel 2.2.1 Vereisten Inwonersondersteuning
Hoofdstuk 3 Aanvraag tot subsidieverlening
Hoofdstuk 4 Subsidiabele kosten
Artikel 4.1 Subsidiabele kosten
Hoofdstuk 5 Verplichtingen en voorwaarden
Deel I – Subsidieregeling Algemene voorzieningen Basisontmoetingsplekken en Inwonersondersteuning 2021 – 2024
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn,
overwegende dat het noodzakelijk is nadere regels vast te stellen voor het subsidiëren van de Algemene en overige voorzieningen Ontmoeting en Inwonersondersteuning binnen de kaders van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Jeugdwet, de nota ‘De kracht van Apeldoorners’, de nota ‘Jeugd, onze zorg’ maart 2014, de uitvoeringsnota ‘Zorg voor jeugd 2015-2016’, de notitie ‘Doorontwikkeling CJG’, het Visiedocument ‘Kwaliteit in tijden van transitie en transformatie’, juni 2016, de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Apeldoorn 2020, de Verordening Zorg voor Jeugd 2020, de ‘Nota Algemene voorzieningen: Kaders voor de formele en informele sociale infrastructuur van Apeldoorn en tevens voor de regio voor verblijf en opvang 2021-2024, Kadernota Gezondheid 2018-2020, de nota ‘Inclusief Alstublieft! en de Transformatienotitie ‘Samen de schouders eronder!’ 2019 en gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn;
besluit vast te stellen de Subsidieregeling Algemene voorzieningen Basisontmoetingsplekken en Inwonersondersteuning 2021-2024
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Begripsbepalingen en afkortingen
Voor subsidieverstrekking geldt naast het bepaalde in deze subsidieregeling onverkort het bepaalde in de artikelsgewijze- en beleidsmatige toelichting op de subsidieregeling Algemene voorzieningen Basisontmoetingsplekken en Inwonersondersteuning 2021- 2024, alsmede het bepaalde in de aanvraag en verantwoordingsformulieren.
Algemene voorzieningen: een aanbod van diensten of activiteiten dat, zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de inwoner, toegankelijk is en dat is gericht op maatschappelijke ondersteuning. Onder de begripsomschrijving ‘Algemene voorzieningen’ wordt tevens verstaan de ‘Overige voorzieningen’ zoals bedoeld in de Jeugdwet;
Onderaannemer: een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie die op grond van een bindende overeenkomst met de hoofdaannemer gehouden kan worden om in opdracht en namens en voor rekening en risico van de subsidieontvanger op grond van deze regeling subsidiabele activiteiten in een stadsdeel te verrichten;
Samen055: Samen055 is de toegang tot het sociaal domein (uitvoering Wmo, Jeugdwet, Participatiewet en Wet gemeentelijke schuldhulpverlening). De diensten Inwonersondersteuning (collectief en individueel), Wmo begeleiding, Jeugdhulp, Activering en Schuldhulpverlening worden in vier Samen055 locaties in de vier stadsdelen georganiseerd. Het doel van de netwerkorganisatie Samen055 is om ondersteuning op maat, in onderlinge samenhang en dichtbij de inwoners van Apeldoorn aan te bieden;
Artikel 1.2 Doelstelling en doelgroep subsidieregeling
De primaire doelgroep voor de algemene voorzieningen in het kader van deze subsidieregeling zijn inwoners van de gemeente Apeldoorn met een beperking en/of chronische en/of psychosociale problemen en die (potentieel) ondersteuning nodig hebben bij het participeren in de samenleving en/of bij het zelf en/of samenredzaam blijven of worden en voor wie een algemene voorziening (voldoende) passend is.
Artikel 1.3 Eisen aan de aanvrager
medewerkers en vrijwilligers inzetten die in het bezit zijn van een verklaring omtrent gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet Justitiële en strafvorderlijke gegevens. Voor vrijwilligers en ervaringsdeskundigen kan hier door de aanbieder, in overleg met de gemeente, een uitzondering op worden gemaakt.
Hoofdstuk 2 Subsidiabele functies Basisontmoetingsplekken en Inwonersondersteuning, vereisten en wijze van verdeling
Artikel 2.1.3 Wijze van verdeling per stadsdeel en voor de dorpen
Bij de toewijzing van de subsidieaanvragen per stadsdeel of voor de dorpen die voldoen aan de vereisten van deze regeling hanteert het college de volgende volgorde: Eerst worden per stadsdeel of voor de dorpen de subsidieaanvragen voor een Basisontmoetingsplek genoemd in artikel 2.1 lid 1 sub a toegekend, vervolgens sub b, c en d van het voornoemde artikel.
Indien er een gelijke totaalscore ontstaat, wordt van deze subsidieaanvragen de subsidieaanvraag met de meest behaalde punten op de criteria met de zwaarste wegingsfactor aangemerkt als de hoogste in rangorde. De aanvraag kan worden geweigerd wanneer er niet minstens een voldoende behaald wordt op een van de beoordelingscriteria met wegingsfactor 3.
Indien de rangorde in relatie tot het subsidieplafond uitwijst dat door toekenning van de subsidieaanvragen geen dekkende en evenwichtige spreiding van de basis ontmoetingsplekken per stadsdeel gerealiseerd kan worden, kan worden besloten de subsidieaanvragen niet of deels te honoreren tot er sprake is van een dekkende en evenwichtige spreiding van de betreffende functie. Bij het bereiken van een dekkende spreiding wordt in ieder geval een minimale afstand van 500 meter op basis van Google Maps tussen de (gecombineerde) Basisontmoetingsplekken Wmo in acht genomen.
Artikel 2.2.1 Vereisten Inwonersondersteuning
Inwonersondersteuning voldoet aan de volgende eisen:
Hoofdstuk 3 Aanvraag tot subsidieverlening
In afwijking van artikel 8 lid 1 van de Asv dient de aanvraag om subsidie voor 1 mei 2020 ingediend te zijn bij het college via het daarvoor ter beschikking gestelde digitale aanvraagformulier. Dit aanvraagformulier gaat vergezeld van een begroting met een overzicht van de geraamde kosten per activiteit voor het kalenderjaar 2021 en de overige vereiste bijlagen zoals vermeld op het aanvraagformulier.
Aanvragers die onvolledige subsidieaanvragen hebben ingediend voor 1 april 2020 kan een hersteltermijn tot maximaal de in lid 1 vermelde sluitingsdatum worden geboden. Aanvragers die onvolledige subsidieaanvragen na 1 april 2020 hebben ingediend, wordt geen hersteltermijn geboden. Dit kan leiden tot het niet in behandeling nemen van de aanvraag.
Hoofdstuk 8 Afwijkingsbevoegdheid en slotbepalingen
Artikel 8.1 Afwijkingsbevoegdheid
Het college kan in bijzondere gevallen, gelet op het belang van een toereikend aanbod voor de betrokken doelgroep, bepalingen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan gemotiveerd afwijken, voor zover toepassing naar het oordeel van het college, leidt tot onbillijke of onevenredige gevolgen.
Deel II – Artikelsgewijze en beleidsmatige toelichting
Algemeen beleidsmatig toetsingskader Algemene voorzieningen Basisontmoetingsplekken en Inwonersondersteuning
Deze Subsidieregeling gaat over de functies Basisontmoetingsplekken (inclusief recreatieve dagbesteding) en Inwonersondersteuning. Voor de functies Maatschappelijke opvang, Vrijwilligersondersteuning en Mantelzorgondersteuning, is de huidige subsidie verlengd op basis van de Subsidieregeling Algemene voorzieningen Wmo en Jeugd 2018. Voor de Arbeidsmatige Dagbesteding volgt een aanbesteding.
De nota Algemene voorzieningen ‘Kaders voor de formele en informele sociale basisinfrastructuur van Apeldoorn en tevens voor de regio voor verblijf en opvang’ 2021-2024 (verder: nota Algemene voorzieningen) vormt het beleidsmatig kader van de subsidieregeling. In deze nota staan vier thema’s centraal:
Vertaling van deze thema’s in de subsidieregeling
Deze vier thema’s hebben gevolgen voor de functies Basisontmoetingsplekken en Inwonersondersteuning. De belangrijkste wijzigingen zijn:
Door het werken met hoofdaannemers per Basisontmoetingsplek en voor Inwonersondersteuning per stadsdeel ontstaat er meer duidelijkheid over taken en rollen omdat één partij uiteindelijk verantwoordelijk is voor de in te zetten ondersteuning. Dit komt de ondersteuning aan inwoners ten goede. Daarnaast brengt het werken met hoofdaannemers minder administratieve lasten met zich mee dan het werken met penvoerders. In de subsidieregeling zijn de voorwaarden opgenomen waar een hoofdaannemer aan moet voldoen om in aanmerking te komen voor subsidie.
Basisontmoetingsplekken in de dorpen
Voor de Basisontmoetingsplekken in de stadsdelen gelden specifieke eisen om een basisniveau van ontmoetings- en dagbestedingsactiviteiten te kunnen garanderen. Uit ervaring van de afgelopen jaren is gebleken dat dit niet altijd aansluit op de behoefte van de dorpen waar van oudsher vaak al een hecht sociaal netwerk is. Hier willen we beter op aansluiten. Dit doen we door lichtere eisen voor de Basisontmoetingsplekken in de dorpen stellen. Deze eisen zijn in de regeling opgenomen.
Kennis en expertise samenbrengen op één locati e
Door de inwonersondersteuners, en waar dat passend is de Basisontmoetingsplekken, te huisvesten op een Samen055 locatie of op een locatie van een wijkcentrum verwachten we dat dit tot beter op elkaar afgestemde ondersteuning voor de inwoner leidt. Daarnaast wordt op deze wijze efficiënt omgegaan met gemeentelijk vastgoed. Subsidieaanvragen voor Basisontmoetingsplekken op een Samen055 locatie of een andere voorkeurslocatie, die aan de kwaliteitseisen voldoen, hebben voorrang bij subsidieverlening. Deze aanvragen worden het eerst toegekend, vervolgens komen de overige aanvragen aan de beurt, tot het subsidieplafond is bereikt.
In de nota Algemene voorzieningen is vastgesteld dat voor de algemene voorzieningen reële maximum tarieven worden bepaald op basis van de kostprijselementen uit de AMvB reële kostprijzen. Op basis hiervan zijn maximum tarieven opgenomen in de subsidieregeling. De komende drie jaar wordt onderzocht voor welke activiteiten de inzet van een HBO dan wel MBO professionals gewenst is. Van aanbieders wordt medewerking aan dit onderzoek verwacht.
Resultaten, monitoring en rapportages
Twee keer per jaar rapporteren organisaties per functie volgens een daarvoor opgesteld format over de gemaakte prestatieafspraken. In deze verantwoordingsrapportages worden op verschillende prestatievelden indicatoren gemeten. Daarbij wordt zowel kwantitatieve (tellen) als kwalitatieve (vertellen) informatie verzameld. Op basis van de informatie uit de verantwoordingsrapportages wordt (tussentijds) zowel tactisch als operationeel bijgestuurd. De verantwoordingsrapportages worden (jaarlijks) bijgesteld naar aanleiding van ervaringen.
Toelichting Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Begripsbepalingen en afkortingen
De hoofdaannemer dient een deel van de subsidiabele activiteiten door één of meerdere onderaannemers te laten uitvoeren. Dit deel is bepaald op minimaal 15% van de begrote loonkosten. De reden dat deze minimumeis gesteld wordt is om, naast de kwaliteitseisen uit artikel 1.3 van de regeling, te waarborgen dat er voldoende verschillende vormen van expertise zijn, zodat er een aanbod beschikbaar is dat past bij de vraag van de inwoners. De afspraken tussen hoofdaannemer en onderaannemer worden juridisch vastgelegd in bijvoorbeeld een overeenkomst van onderaanneming. In deze overeenkomst dienen in ieder geval afspraken vastgelegd te worden over (tijdige) doorbetaling van subsidie van de hoofdaannemer aan de onderaannemer en de hoogte van het subsidiebedrag. De hoogte van het ontvangen uurloon door de hoofdaannemer dient volledig doorbetaald te worden aan de onderaannemer.
Artikel 1.2 Doelstelling en doelgroep subsidieregeling
Er is in Apeldoorn een groot scala aan voorzieningen waar inwoners gebruik van kunnen maken. Een deel van deze voorzieningen wordt gesubsidieerd door de gemeente. Deze algemene voorzieningen richten zich deels op alle inwoners, zoals bijvoorbeeld de publieke gezondheidszorg of sportvoorzieningen, en deels op inwoners die het (tijdelijk) niet redden op eigen kracht of die een hulpvraag hebben.
De Nota Algemene voorzieningen en de subsidieregeling richten zich op deze laatste groep inwoners. De activiteiten die op grond van de subsidieregeling worden gesubsidieerd zijn daarom primair gericht op de kwetsbare inwoners binnen de gemeente. Het doel van de regeling is dan ook om te voorkomen dat er problemen voor inwoners ontstaan dan wel verergeren. In de subsidieregeling is nadrukkelijk bepaald dat het preventief beleid, gericht op het voorkomen en vroegtijdig signaleren van (beginnende) problematiek bij kwetsbare inwoners, essentieel is. Anders dan de Welzijnswet richten de Wmo en de Jeugdwet zich op de eigen kracht van de burger. Dit betekent dat voor preventief beleid dit als uitgangspunt geldt. Van de subsidieaanvragers wordt verwacht dat zij hier bij de uitvoering van de activiteiten en dienstverlening invulling aan geven. Met deze subsidieregeling realiseren wij een aantal locaties waar inwoners elkaar kunnen ontmoeten. Primair voor mensen in kwetsbare positie, maar alle inwoners zijn welkom. Mocht er een burgerinitiatief zijn in een buurt waar een locatie voor nodig is, dan staat een ontmoetingsplek ook hier voor open. Op deze manier geven wij invulling aan de inclusieve samenleving.
Te denken valt bijvoorbeeld aan:
Artikel 1.3 Eisen aan de aanvrager
Beschikken over aantoonbare kennis en ervaring in het betreffende vakgebied/ de betreffende werksoort
Minimaal twee jaar kennis en ervaring in het betreffende vakgebied/de betreffende werksoort is vereist. Het college kan de aanvrager tijdens de procedure verzoeken deze kennis en ervaring aan te tonen en/of referenties te overleggen waaruit deze kennis en ervaring blijkt. De aanvrager dient deze gegevens binnen 3 werkdagen te overleggen.
Onder ervaring en kennis wordt in ieder geval verstaan dat de aanvrager er zorg voor draagt dat medewerkers specifieke kennis en ervaring hebben over:
Voor medewerkers van Basisontmoetingsplekken in de dorpen is deze eis niet van toepassing. Wel is het van belang dat alle doelgroepen welkom zijn en dat een goede doorverwijzing naar specialistische kennis geborgd is.
Zijn ingebed in de lokale en sociale infrastructuur
Met ingebed in de lokale en sociale infrastructuur wordt bedoeld dat aanvragers aannemelijk maken dat zij weten wat er aan hulpvragen onder inwoners in het betreffende stadsdeel en/ of de dorpen leeft. Het aanbod dient aan te sluiten en afgestemd te zijn met andere voorzieningen in de wijk (geen overlap of lacunes).
Waarborgen dat zorg- en ondersteuning wordt uitgevoerd door deskundige medewerkers die continu bijgeschoold worden op basis van relevante ontwikkelingen met betrekking tot de dienstverlening
Professionele ondersteuning dient in ieder geval geboden te worden door minimaal mbo geschoolde medewerkers. De komende jaren wordt nader onderzoek gedaan naar de optimale balans tussen mbo- en hbo-professionals waarmee kwalitatief voldoende goede en passende ondersteuning geboden wordt maar ook met oog voor de daaraan verbonden kosten.
Bij alle onderdelen van inwonersondersteuning wordt uitgegaan van professionals met een T-profiel. Daarmee wordt bedoeld dat een professional generalistisch én specialistisch werkt. Dus een professional met generalistische competenties, zoals het versterken van eigen kracht en regie en verbinding tussen formele en informele ondersteuning én met de meer vakspecifieke competenties, zoals bijvoorbeeld kennis van schuldsanering of een verstandelijke beperking.
Geen eigen bijdrage heffen, met uitzondering van een (toegankelijke) bijdrage voor consumptieve en recreatieve goederen en de inzet van vakdocenten bij recreatieve activiteiten op ontmoetingsplekken
Een aanbieder van de algemene voorzieningen kan kosten in rekening brengen voor het nuttigen van koffie/thee, andersoortige consumpties en het gebruik van materiaal.
Deze kosten mogen niet hoger zijn dan de redelijkerwijs vastgestelde kostprijs van het desbetreffende product. Daarnaast mag afname van deze producten niet verplicht worden gesteld aan de inwoner die van een desbetreffende algemene voorziening gebruik maakt. Indien vakdocenten worden ingezet dient dit kostendekkend te zijn middels een bijdrage van de deelnemers.
In het bezit zijn van een verklaring omtrent gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet Justitiële en strafvorderlijke gegevens van medewerkers en vrijwilligers Voor vrijwilligers en ervaringsdeskundigen kan hierop een uitzondering worden gemaakt
Aan vrijwilligers en ervaringsdeskundigen voor wie geen verklaring omtrent gedrag wordt afgegeven en die onder directe supervisie van een (pedagogisch) professional werken, vraagt de organisatie (aanbieder) inzage in de brief waarin de verklaring omtrent gedrag wordt geweigerd.
De aanbieder maakt dan, in overleg met de gemeente, een afweging of betrokkene al dan niet op verantwoorde wijze als vrijwilliger aan de slag kan. Indien betrokkene de brief niet wenst te overhandigen aan de aanbieder kan een zorgvuldige afweging niet worden gemaakt met als consequentie dat betrokkene geen vrijwilligerswerk mag doen.
Toelichting Hoofdstuk 2 Subsidiabele functies Basisontmoetingsplekken en Inwonersondersteuning, vereisten en wijze van verdeling
Artikel 2.1 Subsidiabele activiteiten op een Basisontmoetingsplek
In Apeldoorn kennen we een diversiteit aan Basisontmoetingsplekken verspreid over de vier stadsdelen en in de dorpen. Voor de Wmo kennen we in 2020 ruim 20 Basisontmoetingsplekken waar mensen elkaar kunnen treffen en terecht kunnen voor relatief eenvoudige ondersteuning. Een aantal van deze Basisontmoetingsplekken is naast volwassenen ook specifiek op jeugdigen gericht. De Basisontmoetingsplekken voor jeugd hebben in de stadsdelen naast de functie ontmoeten eveneens een functie in het opbouwen van relaties tussen jongeren en professionals. Hiermee wordt beoogd de leefbaarheid van het stadsdeel te bevorderen en overlast te voorkomen, verminderen of op te lossen.
De afgelopen jaren is hard gewerkt om de verschillende vormen van ondersteuning beter op elkaar af te stemmen zodat de inwoners zo goed mogelijk ondersteund worden en de benodigde ondersteuning zoveel mogelijk op één plek kunnen ontvangen. Hiervoor is fysieke nabijheid van de verschillende professionals essentieel. Dit voorkomt dat inwoners van het spreekwoordelijke kastje naar de muur worden gestuurd. Om deze reden worden de medewerkers van het CMO en het CJG’s vanaf medio 2020 op één locatie per stadsdeel gehuisvest (Samen055 locatie). Om er daadwerkelijk voor te zorgen dat ondersteuning vanuit de algemene voorzieningen plaatsvindt en maatwerk alleen ingezet wordt als het echt nodig is, is ervoor gekozen dat de inwonersondersteuners ook vanuit de Samen055 locaties gaan werken. Voor ontmoeting is die wens er ook, de gemeente onderzoekt momenteel of, en zo ja waar het mogelijk is om de Basisontmoetingsplekken ook op een Samen055 locatie of bij een wijkcentrum te huisvesten. Zoals in de nota ‘gemeentelijke panden, (Basis)ontmoetingsplekken en Samen055- locaties’ is beschreven, is voor een aantal locaties bekend dat zij geschikt zijn om vanaf 2021 als basisontmoetingsplek te fungeren. Dit zijn:
Voor de overige twee stadsdelen, Zuidwest (ZW) en Zuidoost (ZO) vergt dit nader onderzoek naar de geschiktheid van locaties, zo vindt er in Zuidoost onderzoek plaats naar de geschiktheid van de locatie ‘De Stolp’ van een Basisontmoetingsplek Wmo en Jeugd. In de subsidieregeling worden voor deze stadsdelen geen locaties aangewezen.
Daarnaast is in de nota Algemene voorzieningen opgenomen dat Jeugdontmoetingsplekken geïntegreerd worden met Basisontmoetingsplekken Wmo. Op basis van deze subsidieregeling kan daarom per stadsdeel aanspraak worden gemaakt op subsidie voor één gecombineerde Basisontmoetingsplek Jeugd en Wmo per stadsdeel.
Artikel 2.1.1 Vereisten Basisontmoetingsplek in een stadsdeel
Op basis van de aantoonbare behoefte die er in het stadsdeel aan ontmoetingsactiviteiten is, is er een maximum gesteld aan de personele inzet per Basisontmoetingsplek Wmo van maximaal 140 uur per week.
Om de kwaliteit van de basisinfrastructuur te garanderen worden Basisontmoetingsplekken ingericht die allen voorzien in een vastgesteld minimaal basisaanbod van activiteiten. Dit wordt hieronder toegelicht. In het aanvraag- en verantwoordingsformulier dat als bijlage in deze regeling is opgenomen is dit meer in detail beschreven. De bijlage maakt onderdeel uit van de regeling.
Collectieve activiteiten hebben tot doel de zelfredzaamheid van inwoners te bevorderen, deze activiteiten zijn gericht op de ontwikkeling van vaardigheden. Bijvoorbeeld het vergroten van de gezondheid, weerbaarheid en het ontwikkelen van vaardigheden.
Daarnaast wordt van iedere medewerker op een Basisontmoetingsplek verwacht dat zij relatief eenvoudige informatie- en (juridische) adviesvragen kunnen beantwoorden, een luisterend oor bieden en hulp bieden bij het invullen van een formulier. Deze ondersteuning wordt waar mogelijk in collectieve vorm geboden.
De recreatieve dagbesteding biedt een deelnemer een structurele, activerende daginvulling, door deel te nemen aan recreatieve of maatschappelijke activiteiten. Het programma als geheel biedt de deelnemer structuur, sociale contacten en zingeving. Bij de activiteiten wordt begeleiding geboden aan een groep van gemiddeld 10 deelnemers, waarbij specialistische kennis is vereist. Er wordt methodisch gewerkt aan ontwikkeldoelen van de deelnemer. Vrijwilligers en mantelzorgers kunnen een deel van de zorg en begeleiding ondersteunen, evenals de deelnemer zelf als hij/zij in staat is om het programma mede vorm te geven. Er is een intensieve samenwerking met andere algemene voorzieningen en bewonersactiviteiten in de buurt. De organisatie stelt zich ontvankelijk op voor een breder publiek.
Een inwoner komt in aanmerking wanneer hij/zij niet (geheel) in staat is om zelfstandig of met behulp van de eigen leefomgeving vorm te geven aan de daginvulling, hij/zij niet (meer) kan werken of gebruik kan maken van regulier onderwijs vanwege beperkingen.
Ontmoetingsactiviteiten zijn gericht op samenzijn en vinden plaats in een open structuur. Dit betekent dat inwoners kunnen deelnemen aan de activiteiten wanneer zij willen en dat activiteiten, in tegenstelling tot de recreatieve dagbesteding, geen dagstructuur bieden.
Voorbeelden van ontmoetingsactiviteiten zijn kaartspelletjes, biljarten, brei- en naaigroepen, bingo, gamen en soos. Doorgaans worden deze activiteiten begeleid door vrijwilligers. Hierbij wordt in principe de norm gehanteerd dat 1 uur professionele inzet leidt tot 4 uur aan activiteiten. Ook kunnen er op de ontmoetingsplekken cursussen worden gegeven door docenten, zoals bloemschikken en schilderen. Deze cursussen worden kostendekkend aangeboden (met de bijdragen van de deelnemers).
Voor coördinatie activiteiten die verband houden met het uitvoeren van het hoofdaannemerschap en het coördineren van vrijwilligers die subsidiabele activiteiten uitvoeren kan subsidie verstrekt worden voor een vastgesteld aantal uren tegen een vastgesteld tarief. In de toelichting op artikel 4.1 lid 1 sub a is in schema opgenomen voor welk bedrag hiervoor subsidie kan worden verstrekt.
Op basis van de aantoonbare behoefte is er een maximum gesteld aan de personele inzet per basisontmoetingsplekken Jeugd. Deze verschilt per basisontmoetingsplek Jeugd.
Collectieve ondersteuning aan Jeugdigen
Jongerenwerkers leggen en onderhouden contact met jeugdigen door collectieve activiteiten te organiseren met en voor jeugdigen. De jongerenwerker richt zich op het ondersteunen van een gezonde ontwikkeling in een veilige omgeving, die jeugdigen in staat stelt om volwaardig deel te nemen aan het maatschappelijke leven. Daarnaast draagt de ondersteuning bij aan de sociale- en talentontwikkeling van jeugdigen. Op deze wijze worden risico’s gesignaleerd, wordt leefbaarheid bevorderd en overlast door jongeren voorkomen.
Ontmoetingsactiviteiten gericht op samenzijn van Jeugdigen
De inzet van jongerenwerkers voor ontmoetingsactiviteiten gericht op samenzijn bestaat uit het ondersteunen en faciliteren van vrijwilligers en buurtactiviteiten. Hierbij wordt de norm gehanteerd dat 1 uur jongerenwerk leidt tot 4 uur aan activiteiten.
Voor coördinatie activiteiten die verband houden met het uitvoeren van het hoofdaannemerschap en het coördineren van vrijwilligers die subsidiabele activiteiten uitvoeren kan subsidie verstrekt worden voor een vastgesteld aantal uren tegen een vastgesteld tarief. In de toelichting op artikel 4.1 lid 1 sub a is in schema opgenomen voor welk bedrag hiervoor subsidie kan worden verstrekt.
Artikel 2.1.2 Vereisten Basisontmoetingsplek in een dorp
De aanvrager dient te onderbouwen wat de aantoonbare behoefte van de inwoners aan activiteiten op een Basisontmoetingsplek is. Voor deze onderbouwing van de (gewijzigde) aantoonbare behoefte wordt ieder geval gebruik gemaakt van apeldoorn.incijfers.nl, de meest recente Jaarmonitor Sociaal Domein gemeente Apeldoorn en indien van toepassing de bezettingsgraad van de afgelopen drie jaar.
Artikel 2.1.3 Wijze van verdeling per stadsdeel en voor de dorpen
De aanvragen worden per stadsdeel en voor de dorpen gerangschikt. Onder de stadsdelen wordt hier verstaan:
In het schema staat met een kruisje aangeven voor welke Basisontmoetingsplekken subsidie aangevraagd kan worden. Als het om een aangewezen plek gaat, staat de locatie van de plek benoemd. De rangschikking wordt gedaan in de volgorde zoals in de onderste rij staat van het schema is weergegeven.
De aanvragen worden gerangschikt indien het totaal aantal aanvragen/aangevraagde bedrag per stadsdeel leidt tot een overschrijding van de beschikbare financiële middelen voor dat betreffende stadsdeel.
Rangschikking vindt plaats op basis van een aantal criteria:
De mate waarin in de aanvraag aannemelijk is gemaakt dat het aanbod van activiteiten aansluit op de behoeften van diverse doelgroepen op de verschillende leefgebieden
De subsidieaanvrager beschrijft hoe het aanbod aansluit op de behoeften van de inwoners in het stadsdeel of in de dorpen. Duidelijk naar voren moet komen dat op een gedegen wijze een onderzoek naar de behoeften heeft plaatsgevonden en dat de onderzoeksresultaten zijn vertaald in een passend aanbod voor de doelgroep(en).
Onder passend aanbod voor diverse doelgroepen wordt in ieder geval verstaan aanbod voor:
De mate waarin sprake is van een aanbod dat gericht is op het ontwikkelen en vergroten van vaardigheden gericht op zelfredzaamheid
De subsidieaanvrager beschrijft hoe ondersteuning op de Basisontmoetingsplekken bijdraagt aan een verbetering van de zelfredzaamheid en participatie. Voor jeugdigen geldt dat de activiteiten die op de Basisontmoetingsplekken worden aangeboden een educatief karakter (bijvoorbeeld omgaan met groepsdruk) hebben of een hoger doel dienen, zoals het betrekken van jongeren en buurtbewoners in de organisatie van activiteiten om de binding met de wijk te vergroten. Er worden collectieve activiteiten geboden die jongeren stimuleren en uitdagen om grenzen te verleggen en vaardigheden te ontwikkelen, die nodig zijn om actief te kunnen participeren in de samenleving.
De mate waarin ingezet wordt op het verbinden van inwoners uit het stadsdeel
Om eenzaamheid onder inwoners tegen te gaan en te bevorderen dat mensen elkaar helpen is het belangrijk dat ingezet wordt op het verbinden van inwoners binnen het stadsdeel. De subsidieaanvrager beschrijft hoe hier invulling aan gegeven wordt.
De mate waarin er sprake is van een herkenbare, laagdrempelige en toegankelijke voorziening
Toegankelijkheid kan met verschillende aspecten te maken hebben, o.a. vindbaarheid, herkenbaarheid, prijsstelling, fysieke toegankelijkheid. De aangeboden activiteiten dienen voor verschillende inwoners toegankelijk en aantrekkelijk te zijn. Van belang is dat, naarmate de complexiteit van de ondersteuningsvraag van inwoners toeneemt, de inrichting van de dagbestedings- en ontmoetingsactiviteiten bijvoorbeeld kleinschaliger en/of in een prikkelarme omgeving plaatsvinden. De subsidieaanvrager beschrijft hoe hier invulling aan gegeven wordt.
De mate waarin aanbieders erin slagen om het aanbod bekend te maken en inwoners te stimuleren daadwerkelijk deel te nemen, blijkt onder andere uit de bezettingsgraad. Daarom worden ook deelnamecijfers uit voorgaande jaren in de beoordeling betrokken (indien van toepassing).
De mate waarin de aanvrager is ingebed in de lokale sociale infrastructuur
Met ingebed in de lokale en sociale infrastructuur wordt bedoeld dat aanvragers aannemelijk maken dat zij weten wat er aan hulpvragen onder inwoners in het betreffende stadsdeel en/ of de dorpen leeft. Het aanbod dient hier op aan te sluiten en afgestemd te zijn met andere voorzieningen in de wijk (geen overlap of lacunes). Bij de beoordeling wordt meegenomen in welke mate stopzetting van de activiteiten zou leiden tot vernietiging van maatschappelijk kapitaal. Het wegingscriterium ‘ingebed zijn in de lokale sociale infrastructuur’ is ook als kwaliteitseis gesteld onder artikel 1.3 lid 3 sub b van deze regeling. In de weging, waar de toelichting op dit artikel over gaat, worden de aanvragen ten opzichte van elkaar beoordeeld, welke aanvraag het beste aan het criterium voldoet.
Onder dekkende en evenwichtige spreiding per stadsdeel en in de dorpen wordt onder de functie Ontmoeting in ieder geval verstaan dat er diversiteit in aanbod is voor verschillende (groepen) inwoners. De aard van de ontmoetingsplekken is vaak zeer divers, waardoor verschillende (groepen) inwoners zich er prettig voelen, denk aan buurthuizen en woonzorgcentra. Gestreefd wordt naar een zo evenwichtig mogelijk aanbod. Bij het bereiken van een dekkende spreiding wordt een minimale afstand van 500 meter tussen de Basisontmoetingsplekken aangehouden op basis van Google Maps.
Artikel 2.2 Subsidiabele activiteiten Inwonersondersteuning
In aansluiting op de doorontwikkeling van Samen055 wordt Inwonersondersteuning vanaf 2021 volledig in de stadsdelen (inclusief de aangrenzende dorpen) belegd.
Voor een aantal taken waarvan het wenselijk is dat deze stedelijk georganiseerd blijven, wordt een begrotingssubsidie verstrekt. Deze vallen buiten de scope van de subsidieregeling. Onder een stadsdeel verstaan we een deel van het stedelijk gebied inclusief de aangrenzende dorpen. De aanpalende dorpen worden in deze indeling aan de stadsdelen toebedeeld. Concreet betekent dit het volgende:
Artikel 2.2.1 Vereisten Inwonersondersteuning
Inwonersondersteuning bestaat uit zes onderdelen. Hieronder staat beschreven wat verstaan wordt onder deze zes onderdelen. In het aanvraag- en verantwoordingsformulier dat als bijlage in deze regeling is opgenomen is dit meer in detail beschreven. De bijlage maakt onderdeel uit van de regeling.
Hieronder verstaan we alle contacten waarin informatie en advies wordt gegeven aan inwoners. Het is noodzakelijk dat de inwonersondersteuner de informatie neutraal, objectief, feitelijk en volledig levert. De contacten zijn in principe eenmalig, de inwonersondersteuner maakt de inschatting dat de inwoner weer zelfstandig verder kan en geen ander/verder beroep meer doet op inwonersondersteuning.
2. Onafhankelijke inwonersondersteuning
Hieronder wordt verstaan alle onafhankelijke en integrale ondersteuning die geboden wordt voor, tijdens en na het gesprek vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Jeugdwet, de Participatiewet en de Wet Langdurige Zorg (tot het moment waarop de indicatie is afgegeven). De inwonersondersteuner ondersteunt de inwoner en/ of zijn eventuele mantelzorger hierbij op een objectieve wijze zodat deze zijn behoeften, wensen en (on)mogelijkheden kent en kenbaar kan maken in contact met uitvoerders van bovenstaande wetten (gemeenten en zorgaanbieders).
Omdat inwonersondersteuning primair vanuit het belang van de inwoner ingevuld moet worden (Wmo 2015), geldt voor deze subsidiefunctie de eis dat de onafhankelijkheid van inwonersondersteuning ten opzichte van maatwerkvoorzieningen gewaarborgd dient te zijn. Indien een aanvrager tevens aanbieder is van maatwerkvoorzieningen geeft deze in de subsidieaanvraag aan hoe deze onafhankelijkheid ten opzichte van de maatwerkvoorzieningen wordt gewaarborgd, bijvoorbeeld door inwonersondersteuning in een aparte unit onder te brengen en/ of door het hanteren van een beroepscode.
Het bieden van lichte, kortdurende, individuele ondersteuning gericht op versterking van de eigen kracht en zelfredzaamheid. Een individueel traject heeft gemiddeld 10 contactmomenten over een periode van maximaal 6 maanden. Hulpvragers en hun netwerk worden ondersteund om zelf tot oplossingen te komen om na enkele contacten zelf weer verder te kunnen. Het gaat dan om concrete ondersteuning om zaken weer op de rit te krijgen en om een beroep op geïndiceerde zorg te voorkomen. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat inwoners langdurig begeleid worden door inwonersondersteuners.
Bij lid 1 onder b van artikel 2.2.1. staat aangeven dat inwonersondersteuning zoveel mogelijk in collectieve vorm moet worden aangeboden. Om deze reden is ervoor gekozen collectieve ondersteuning als apart onderdeel op te nemen. Onder collectieve ondersteuning wordt in ieder geval verstaan het geven van voorlichting en trainingen en het bieden van overige groepsbijeenkomsten. Collectieve ondersteuning vindt zoveel mogelijk plaats in samenwerking met de medewerkers van de basisontmoetingsplekken.
Onder waakvlamcontact wordt verstaan het huishouden voor langere tijd (minimaal 1 jaar) in beeld houden omdat er een groot risico is op terugval in problemen. Waakvlamcontact kan alleen ingezet worden als er geen sprake is van maatwerkondersteuning en het netwerk deze taak niet op zich kan nemen.
6. Leefbaarheid en samenredzaamheid
Inwoners geven in hun stadsdeel en dorp zelf vorm aan een vertrouwde, veilige, uitdagende en actieve sociale leefomgeving. De inwonersondersteuner draagt hieraan bij door initiatieven om buurten te versterken te faciliteren, samenredzaamheid te bevorderen en contacten tussen buurt- en lotgenoten te vergroten. Er wordt aangesloten bij de behoefte/ vraag van de inwoners en bij initiatieven die er al zijn. Ook kunnen signalen van inwoners of ketenpartners zoals politie, woningbouwcorporatie of wijkraad aanleiding zijn voor interventies.
Artikel 2.2.2 Wijze van verdeling Inwonersondersteuning
Indien het totaal aantal aanvragen/aangevraagde bedrag per stadsdeel leidt tot een overschrijding van de beschikbare financiële middelen voor dat betreffende stadsdeel worden de aanvragen beoordeeld op basis van een aantal criteria.
De mate waarin in de aanvraag aannemelijk is gemaakt dat het aanbod van activiteiten aansluit op de behoeften van diverse doelgroepen op verschillende leefgebieden
Beoordeeld wordt de mate waarin het aanbod aansluit op de behoeften van de inwoners. Duidelijk moet zijn dat op een gedegen wijze een onderzoek naar behoeften heeft plaatsgevonden en dat de onderzoeksresultaten zijn vertaald in een passend aanbod voor de verschillende doelgroep(en).
De mate waarin in de aanvraag aannemelijk is gemaakt dat de ondersteuning is gericht op het ontwikkelen van vaardigheden en het versterken van de zelfredzaamheid
Beoordeeld wordt hoe de aanvrager beoogd te bereiken dat inwonersondersteuning bijdraagt aan een verhoging van de zelfredzaamheid en participatie aan de hand van bijvoorbeeld de aanpak en/ of methodieken die ingezet wordt of gaat worden.
De mate waarin wordt ingezet op het versterken van het netwerk rondom de cliënt en de mate waarin ingezet wordt op informele ondersteuning
Beoordeeld wordt hoe de aanvrager beoogd te bereiken dat inwonersondersteuning bijdraagt aan het versterken van het eigen netwerk en op welke wijze informele ondersteuning (bijvoorbeeld vrijwilligers en ervaringsdeskundigen) een rol speelt bij de in te zetten ondersteuning.
De mate waarin de aanvrager is ingebed in de lokale en sociale infrastructuur
Met ingebed in de lokale en sociale infrastructuur wordt bedoeld dat aanvragers aannemelijk maken dat zij weten wat er aan hulpvragen onder inwoners in het betreffende stadsdeel en/ of de dorpen leeft. Het aanbod dient hier op aan te sluiten en afgestemd te zijn met andere voorzieningen in de wijk (geen overlap of lacunes). Dit criterium is ook als kwaliteitseis gesteld onder artikel 1.3 lid 3 sub b van deze regeling. In de weging bij dit artikel worden de aanvragen ten opzichte van elkaar beoordeeld, welke aanvraag het beste aan dit criterium voldoet.
Toelichting Hoofdstuk 3 Aanvraag tot subsidieverlening
Aanvragen dienen voor de uiterlijke sluitingsdatum, compleet en zonder voorbehoud te zijn ingediend, rechtsgeldig ondertekend door de daartoe namens de organisatie bevoegde persoon. Enkel bij onvolledige subsidieaanvragen die zijn ingediend voor 1 april 2020 wordt een hersteltermijn geboden. De hersteltermijn ziet alleen op het ontbreken van verplichte gegevens op het aanvraagformulier of het ontbreken van vereiste bijlagen bij de subsidieaanvraag. Deze stukken zijn vereist voor de inhoudelijke beoordeling van de aanvraag. De hersteltermijn ziet nadrukkelijk niet op gegevens die van invloed zijn op de inhoudelijke beoordeling van de subsidieaanvraag.
Toelichting Hoofdstuk 4 Subsidiabele kosten
Artikel 4.1 Subsidiabele kosten
Voor zowel de functies Basisontmoetingsplekken als Inwonersondersteuning gelden twee maximum tarieven; een Mbo en een Hbo-tarief. Daarbij wordt voor de Basisontmoetingsplekken een onderscheid in tarief gemaakt naar de verschillende CAO’s die van toepassing kunnen zijn op de subsidieaanvragers. Voor de functie Inwonersondersteuning wordt de CAO Sociaal Werk aangehouden.
In onderstaande tabellen staan de maximum tarieven per functie:
Tabel 1 maximum tarieven Basisontmoetingsplekken
Tabel 2 maximum tarieven Inwonersondersteuning
De tarieven die in bovenstaande tabellen staan zijn maximum tarieven. Het is aanvragers toegestaan om in de aanvraag lagere tarieven te hanteren mits zij daarmee aan hun CAO verplichtingen kunnen voldoen. Daarbij worden staffels gehanteerd van 5% daling, om te voorkomen dat er teveel verschillende, maar toch nauwelijks van elkaar afwijkende tarieven komen. De volgende tarieven kunnen in plaats van de maximumtarieven voor de aanvraag worden gebruikt.
Tabel 3 Lagere tarieven dan de maximum tarieven
Activiteiten op Basisontmoetingsplekken kunnen worden verzorgd door vakdocenten. Deze activiteiten moetenvolledig kostendekkend georganiseerd worden en vallen niet onder de bedoelde loonkosten.
Loonkosten voor coördinatie hoofdaannemerschap en coördinatie vrijwilligers
Zoals opgenomen in artikel 2.1.1. lid 1 sub d (Wmo- locatie) en lid 2 sub d (gecombineeerde Wmo/ Jeugd locatie) kan subsidie aangevraagd worden voor de loonkosten voor coördinatie activiteiten die verband houden met het uitvoeren van het hoofdaannemerschap en het coördineren van vrijwilligers die subsidiabele activiteiten uitvoeren. Subsidie hiervoor kan verstrekt worden voor een maximaal aantal uren tegen een maximaal tarief. In de tabellen hieronder staan het aantal uren en de bedragen opgenomen. Zoals opgenomen in lid c van dit artikel kan daarnaast subsidie worden aangevraagd voor materiaalkosten. Voor de volledigheid zijn de maximale bedragen voor materiaalkosten ook opgenomen in onderstaande tabellen.
Tabel 4 Basisontmoetingsplekken Wmo aanvullende bekostiging per locatie:
Tabel 5 Basisontmoetingsplekken Wmo en Jeugd aanvullende bekostiging per locatie:
Tabel 6 Inwonersondersteuning aanvullende bekostiging per stadsdeel:
Naast de objectieve normering kan het college, bij uitzondering, rekening houden met bestaande situaties en lopende afspraken. In de subsidieaanvraag verschaft de organisatie inzicht in de kenmerken van de specifieke situatie en de inhoud/duur van de lopende afspraken en doet een voorstel op welke wijze naar normering wordt toegegroeid.
Inwonersondersteuning en aangewezen locaties Basisontmoetingsplekken
Voor Inwonersondersteuning en de aangewezen gemeentelijke locaties Zilverschoon en Orca geldt dat de te verstrekken subsidie kostendekkend zal zijn. Omdat de huurbedragen per 1 januari 2021 bij het publiceren van de subsidieregeling nog niet bekend zijn, mogen aanbieders volstaan met het indienen van een aanvraag voor huur zonder hier een bedrag bij te noemen.
Naast de bekostiging voor loonkosten en huisvestingskosten is het mogelijk een maximaal bedrag voor materiaal- en activiteitenkosten aan te vragen voor zover deze een directe relatie hebben met de gesubsidieerde activiteit en de (primaire) doelstelling van de functie. Hierbij kan gedacht worden aan printkosten, kookgerei, PR materiaal, materiaal voor activiteiten etc. Dit is inclusief de waardering voor en onkostenvergoeding voor vrijwilligers.
Het bedrag aan subsidie dat hiervoor kan worden aangevraagd is opgenomen in de tabellen van sub a van dit artikel.
Toelichting Hoofdstuk 5 Verplichtingen en voorwaarden
De subsidieontvanger van een Basisontmoetingsplek streeft een efficiënt en multifunctioneel gebruik van de ruimte na. Wanneer de locatie en de agenda dit toe laat mogen ook niet-gesubsidieerde activiteiten plaats vinden op de Basisontmoetingsplek.
Daarbij geldt de volgende prioritering:
Wijkactiviteiten. Hierbij gaat het om activiteiten voor en/door wijkbewoners. Het gaat om activiteiten die worden georganiseerd door wijkbewoners zelf of kleinschalige, niet-professionele organisaties zonder winst oogmerk en met een klein budget. Ook door de gemeente zelf georganiseerde bijeenkomsten, waarvoor (wijk) bewoners uitgenodigd worden, vallen onder deze wijkactiviteiten.
Voor (commerciële) activiteiten die door grootschalige organisaties met winstoogmerk worden uitgevoerd of particulieren die geen buurt of wijk gebonden activiteit organiseren geldt bepaalt de subsidieontvanger zelf het tarief.
Minimaal 95% van de verhuur van het aantal beschikbare dagdelen moet worden ingevuld door eigen (gesubsidieerde) activiteiten, wijkactiviteiten of maatschappelijke activiteiten (activiteiten 1 en 2 zie bovenstaand), tenzij er sprake is van leegstand.
Deel III – Subsidieplafonds 2021-2024
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-26789.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.