Gemeente Rhenen - Beleid toezicht fietsparkeren Rhenen 2020

 

 

 

1. Inleiding

In deze beleidsnota wordt aangegeven hoe er wordt gehandhaafd op weesfietsen, fietswrakken en verkeerd gestalde (brom)fietsen en (brom)fietswrakken binnen de gemeente Rhenen.

 

Er wordt achtereenvolgens ingegaan op de achtergrond van dit beleid, de juridische kaders en de werkwijze die wordt gehanteerd bij handhaving op hinderlijk gestalde fietsen.

 

 

2. Achtergrond

In het stationsgebied kan het stallen van fietsen buiten de daarvoor bestemde stallingen leiden tot problemen en het ontstaan van (verkeers-)onveilige en hinderlijke situaties. De gemeente Rhenen wil het stallen van de fiets reguleren met als doel de veiligheid, de doorstroming en het uitzicht voor het rij- en voetgangersverkeer te verbeteren, de routes voor mindervaliden vrij van fietsen te houden en het aangezicht van de stationsgebieden te verbeteren.

 

Het gebied rondom station Rhenen is door het college van burgemeester en wethouders (verder: college) op grond van Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: APV) aangewezen als gebied waar het niet is toegestaan om fietsen buiten de fietsenrekken te stallen. Dit is dan ook het gebied waar zal worden gehandhaafd op verkeerd gestalde fietsen op grond van artikel 5:12 lid 1 APV.

 

Op weesfietsen en fietswrakken wordt in de hele gemeente gehandhaafd, nu deze categorieën zorgen voor verrommeling van de openbare ruimte. Daarnaast neemt de feitelijke capaciteit van beschikbare fietsstallingen af, wanneer deze in bezet gehouden worden door weesfietsen en fietswrakken. Dit leidt er ook toe dat inwoners elders in de openbare ruimte, op ongewenste plekken, fietsen gaan stallen.

 

 

3. Doelen

De handhaving op verkeerd gestalde fietsen heeft de volgende doelen:

  • 1.

    Het voorkomen van gevaarlijke situaties voor het rij- en voetgangersverkeer;

  • 2.

    Het verbeteren van de doorstroming voor alle gebruikers van het gebied;

  • 3.

    Het verminderen van overlast door fietsen die verkeerd gestald staan;

  • 4.

    Capaciteit van de beschikbare stallingen zo goed mogelijk benutten;

  • 5.

    Het behouden van algemene leefbaarheid in een zeer drukke omgeving;

  • 6.

    Verbetering van het aangezicht van de openbare ruimte en het stationsgebied.

 

4. Definities

In deze beleidsnota wordt onderscheid gemaakt tussen drie varianten van hinderlijk gestalde fietsen.

Fietswrakken

Een fietswrak is een fiets die in een dusdanige staat is dat deze niet meer is te repareren en/of te bereiden is. De wielen zijn bijvoorbeeld krom, de banden zijn lek of alleen het fietsframe staat nog in het rek.

 

Weesfietsen

Onder weesfietsen verstaan wij fietsen die in de openbare ruimte zijn achtergelaten, waarbij de eigenaar kennelijk de intentie had om afstand van de fiets te doen. Vaak staan deze fietsen voor een langere periode (weken, maar soms ook maanden) weg te roesten.

 

Verkeerd gestalde fietsen

Dit zijn fietsen die, in het door het college op grond van artikel 5:12 lid 1 APV aangewezen gebied, niet zijn geplaatst in de daarvoor bestemde fietsklemmen. Ook verstaan wij hieronder fietsen die tegen een boom, lantaarnpaal, struik of ergens anders in de openbare ruimte staan gestald op een plek die niet bedoeld zijn als stallingsplekken voor fietsen.

 

Fiets

Wanneer er in deze beleidsnota gesproken wordt over een fiets, dan wordt er een voertuig zoals genoemd in artikel 1 sub e van de Wegenverkeerswet 1994 bedoeld. Hieronder vallen onder andere ook: bromfietsen, elektrische fietsen, snorfietsen, scooters en pedelecs.

 

5. Juridische kaders

Het is van belang dat het verwijderen van wees-, wrak-, en hinderlijk gestalde (brom)fietsen op de juiste wijze plaatsvindt. De grondslagen en kaders hiervoor zijn vastgelegd in de APV en de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Op deze grondslagen en kaders zal hieronder nader worden ingegaan.

 

Algemene Plaatselijke Verordening

Artikel 5:5 lid 1 APV (Fietswrakken)

In dit artikel is het verbod op het stallen van fietswrakken vastgelegd. Dit artikel luidt als volgt:

“Het is verboden een voertuig dat voor recreatie of anderszins voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt:

a. langer dan gedurende drie achtereenvolgende dagen te plaatsen of te hebben op de openbare weg binnen de bebouwde kom; of

b. op een door het college aangewezen plaats te plaatsen of te hebben, waar dit naar zijn oordeel schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente.”

 

 

Artikel 5:12 lid 1 APV (Verkeerd gestalde fietsen)

Dit artikel biedt het juridisch kader voor de handhaving op verkeerd gestalde fietsen. In dit artikel staat het volgende:

“Het college kan op de weg gelegen plaatsen aanwijzen waar het in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, verboden is fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.”

Het college heeft in een apart aanwijsbesluit het station van Rhenen en de directe omgeving aanwezen als gebieden waar het verkeerd stallen van fietsen niet toegestaan is. Dit aanwijsbesluit is terug te vinden op www.overheid.nl.

 

Artikel 5:12 lid 2 APV (Weesfietsen)

In dit artikel is het verbod vastgelegd om op bepaalde plekken binnen de gemeente een fiets of bromfiets voor een langere periode te stallen. Dit artikel luidt als volgt:

“Het is verboden op door het college aangewezen plaatsen fietsen of bromfietsen langer dan een door het college vastgestelde periode onafgebroken te laten staan.”

 

Algemene wet bestuursrecht

 

Toepassing bestuursdwang

In artikel 5:21 e.v. Awb in samenhang met artikel 125 Gemeentewet is vastgelegd dat het college bevoegd is tot het toepassen van bestuursdwang.

 

Kostenverhaal

Het verwijderen van de fiets op kosten van de overtreder gebeurt op basis van art. 125 Gemeentewet in samenhang met de artikelen 5:21 e.v. Awb. Het college geeft de fiets pas af op het moment dat de verschuldigde kosten zijn voldaan. Dit is bepaald in artikel 5:29 lid 4 Awb.

 

Bewaartermijn

In artikel 5:30 Awb is vastgelegd dat de bewaartermijn van verwijderde fietsen maximaal 13 weken bedraagt. Na deze bewaartermijn mag het college overgaan tot vernietiging of verkoop van de fiets. Wanneer de fiets in een dusdanig slechte staat is dat een bewaartermijn van 13 weken niet in verhouding is tot de staan van de fiets, dan mag deze bewaartermijn worden verkort tot minimaal 2 weken. Hiervan zal in beginsel vaak sprake zijn wanneer het gaat om een fietswrak.

 

Rechtsbescherming

Het toepassen van bestuursdwang is een besluit in de zin van 1:3 lid 1 Awb. Hiertegen kan daarom bezwaar worden aangetekend. De bezwaartermijn begint te lopen op het moment dat de fiets door de eigenaar wordt afgehaald.

 

 

6. Uitvoering handhaving hinderlijk gestalde fietsen 6.1 Communicatie handhavingsacties

Voordat er daadwerkelijk gestart wordt met de handhaving op hinderlijk gestalde fietsen, zal hierover worden gecommuniceerd op onze sociale mediakanalen en in Het Gemeente Nieuws. Ook zullen ter plaatse aankondigingen worden opgeplakt dat binnenkort handhavend zal worden opgetreden tegen hinderlijk gestalde fietsen. Tot slot zullen, om eigenaren van verkeerd gestalde fietsen erop te attenderen dat zij in overtreding zijn, verkeerd gestalde fietsen eerst ter waarschuwing worden gelabeld.

Op deze manier willen wij onze inwoners op verschillende manieren alvast waarschuwen. Dit is juridisch gezien niet noodzakelijk, maar wij vinden het belangrijk dat onze inwoners hiervan bewust worden gemaakt.

 

6.2 Labelen fietsen

De handhaving begint met het labelen van de hinderlijk gestalde fietsen.

 

De toezichthouder beoordeelt ter plaatse of er sprake is van een weesfiets, fietswrak of verkeerd gestalde fiets. Als de plaatsing van desbetreffende fiets naar de mening van de toezichthouder een overtreding is, zal deze fiets worden gelabeld of, in het geval van verkeerd gestalde fietsen, door middel van het direct toepassen van bestuursdwang worden verwijderd.

 

Weesfietsen

Met name in het geval van weesfietsen is het van belang dat de toezichthouder duidelijk maakt dat het vermoeden bestaat dat een fiets is achtergelaten. De toezichthouder zal de desbetreffende fiets van een label voorzien waarop staat vermeld dat de rechtmatige eigenaar nog 28 dagen de tijd krijgt om de fiets te verwijderen. Hier zal ook een rapportage van worden opgesteld door de toezichthouder.

Wanneer de toezichthouder constateert dat een weesfiets na 28 dagen nog steeds op dezelfde plek staat, zal er een label met toepassing bestuursdwang aan de fiets worden bevestigd en worden verwijderd. Ook hier zal de toezichthouder een controlerapport van opstellen.

 

Fietswrak

In het geval van een fietswrak, zal er met een kortere begunstigingstermijn gewerkt worden.

Wanneer de toezichthouder constateert dat er sprake is van een fietswrak, zal deze gelabeld worden. Op dit label staat dat de fiets binnen drie dagen verwijderd moet worden. Ook staat erop vermeld dat, wanneer deze fiets hier over drie dagen nog staat, deze door het college zal worden verwijderd. De toezichthouder maakt van het labelen van de fiets een controlerapport.

 

Wanneer de toezichthouder constateert dat het fietswrak na drie dagen niet is weggehaald, dan zal de fiets gelabeld worden met een label waarop staat dat het college is overgegaan tot de toepassing van bestuursdwang. Ook hier maakt de toezichthouder een controlerapport van.

 

Verkeerd gestalde fietsen

Wanneer er naar het oordeel van de toezichthouder sprake is van een verkeerd gestalde fiets, krijgt deze fiets een label waarop staat vermeld dat het college is overgegaan tot de toepassing van spoedeisende bestuursdwang en wordt de fiets direct verwijderd. Hiervan wordt door de toezichthouder een rapportage opgemaakt. Van verkeerd gestalde fietsen kan alleen sprake zijn in het door het college op basis van artikel 5:12 eerste lid APV aangewezen gebied.

 

6.3 Bekendmaking toepassing bestuursdwang

Omdat het bij het verwijderen van fietsen over het algemeen niet bekend is wie de eigenaar van de fiets is, kan het besluit toepassen bestuursdwang niet worden overhandigd aan de eigenaar. De toezichthouder stelt daarom de overtreding vast, en geeft opdracht de fiets te verwijderen. Als de fiets met een slot is bevestigd, anders dan aan het fietsenrek, maar aan iets anders (bijvoorbeeld een lantaarnpaal), dan mag dat slot worden opengebroken. De beschikking wordt bekend gemaakt door middel van een label aan de fiets. Op dit label staat vermeld wat de overtreding is, wanneer deze overtreding geconstateerd is, wat de wettelijke grondslag is, waar de fiets kan worden opgehaald en hoe tegen deze beschikking bezwaar kan worden gemaakt.

 

6.4 Kostenverhaal

De toepassing van bestuursdwang vindt plaats op kosten van de overtreder. De desbetreffende eigenaar van de fiets mag het deze dan ook pas meenemen op het moment dat de kosten die zijn gemaakt voor de ten uitvoer legging van bestuursdwang, zijn voldaan. De kosten kunnen alleen per pin worden voldaan op het afvalbrengstation, waar de fietsen worden bewaard.

Het is niet mogelijk om een besluit uit te reiken, omdat de eigenaar van de verkeerd gestalde fiets niet bekend is.

 

6.5 Bewaartermijn fietsen

De fietsen die door middel van toepassing van (spoedeisende) bestuursdwang door het college zijn verwijderd, worden bewaard op het terrein van het afvalbrengstation Remmerden.

 

Het adres van het afvalbrengstation is als volgt:

Remmerden 38

3911 TZ Rhenen

 

Fietsen kunnen elke donderdag om 15:30 uur worden opgehaald. Hiervoor moet de eigenaar telefonisch contact opnemen met de toezichthouder.

 

Het label blijft aan de fiets zitten. Eigenaren kunnen, binnen de bewaartermijn, de fiets ophalen tegen betaling van de kosten van het toepassen van bestuursdwang. De hoogte van deze kosten wordt door het college vastgesteld. De eigenaar van de verwijderde fiets moeten kunnen aantonen dat hij daadwerkelijk de eigenaar is, bijvoorbeeld door een passend sleuteltje mee te nemen of kunnen aantonen door middel van een aankoop- of verzekeringsbewijs dat hij de eigenaar van de fiets is. Ook moet hij een geldig legitimatiebewijs kunnen tonen. De fiets zal pas worden meegegeven op het moment dat de eigenaar de verschuldigde kosten voor het toepassen van bestuursdwang heeft voldaan.

 

Verkeerd gestalde fietsen (op basis van het aanwijsbesluit) zullen 13 weken worden bewaard. Fietsen die door de toezichthouder zijn aangemerkt als weesfiets, worden maximaal 4 weken bewaard. Fietsen die als fietswrak zijn aangemerkt, zullen twee weken worden bewaard.

Fietsen die niet binnen de geldende termijn worden opgehaald, worden verkocht, afgevoerd en/of vernietigd.

Naar boven