Gemeente Den Helder - Verordening tot wijziging van de Afstemmingsverordening Participatiewet

De raad van de gemeente Den Helder;

gelezen het raadsvoorstel nummer RVO15.0126 van het college van burgemeester en wethouders van Den Helder van 10 november 2015;

gelezen het advies van de Cliëntenadviesraad WWB;

gelet op artikel 147, eerste en derde lid en artikel 108, tweede lid, Gemeentewet, artikel 8 eerste lid onder a, artikel 18 tweede lid, Participatiewet;

kennis genomen hebbende van de voorbereidende commissievergadering Maatschappelijke ontwikkeling op 7 december 2015;

besluit:

de Verordening tot wijziging van de Afstemmingsverordening Participatiewet vast te stellen.

Enig artikel

Aan artikel 9 eerste lid wordt onderdeel h toegevoegd dat komt te luiden als volgt:

• h. het niet op komen dagen bij de toets als bedoeld in artikel 18b tweede lid van de wet.

Deze wijzigingsverordening wordt gepubliceerd en treedt daarna op 1 januari 2016 in werking.

Aldus besloten in de raadsvergadering

van 14 december 2015.

voorzitter

Koen Schuiling

griffier

mr. drs. M. Huisman

TOELICHTING

Algemeen

De Wet Taaleis treedt op 1 januari 2016 in werking en introduceert artikel 18b in de Participatiewet. Dit artikel legt belanghebbende de verplichting op om de Nederlandse taal op minimaal het referentieniveau 1F te beheersen. Als belanghebbende hier niet aan voldoet, verlaagt het college de bijstand. Belanghebbende moet aan de hand van documenten aantonen dat hij voldoet aan de taaleis. Dit kan met bijvoorbeeld een inburgeringsdiploma of een schooldiploma. Kan belanghebbende dit niet, dan moet hij een toets afleggen. Het college acht het wenselijk dat om een maatregel te kunnen treffen indien belanghebbende niet verschijnt op de taaltoets. Als uit de toets blijkt dat hij voldoet aan de taaleis, dan gebeurt er niets met de bijstand. Volgt uit de toets dat belanghebbende de Nederlandse taal niet voldoende beheerst, dan krijgt hij één maand de tijd om te beginnen met het leren van de Nederlandse taal. Belanghebbende kan met deze inspanning een verlaging van de bijstand voorkomen. De taaleis is immers een zogenaamde inspanningsverplichting. Als hij zich binnen een maand na de negatieve uitslag van de toets niet bereid heeft verklaard vaardigheden in de Nederlandse taal te verwerven, dan wordt de bijstand verlaagd conform artikel 18b van de wet. De eerste 6 maanden wordt de bijstand verlaagd met 20%. De bijstand wordt de daaropvolgende 6 maanden met 40% verlaagd en daarna wordt de bijstand voor onbepaalde tijd met 100% verlaagd.

Enig artikel

Indien belanghebbende niet komt opdagen bij de toets dan wordt de bijstand verlaagd met 30% van de van toepassing zijnde norm.