De burgemeester van de gemeente Middelburg,
overwegende:
- dat ter uitvoering van de bepalingen van Verordening (EG) nr. 725/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de verbetering van de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten (PbEG L 129), hoofdstuk XI-2 van het SOLAS-Verdrag en de Internationale Code voor de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten (ISPS Code) nationale wetgeving is gecreëerd in de vorm van de Havenbeveiligingswet;
- dat aan de burgemeesters van gemeenten met zeehavens een medebewindstaken is opgelegd ten aanzien van onder meer het beoordelen van havenfaciliteiten, het goedkeuren van veiligheidsplannen van havenfaciliteiten en het instemmen met gelijkwaardige beveiligingsregelingen;
- dat het wenselijk is de uitvoering van de in de Havenbeveiligingswet neergelegde medebewindstaken te mandateren aan de daartoe aangewezen Havenveiligheidsfunctionaris (Port Security Officer);
- dat het wenselijk is de adviseurs Openbare Orde en Veiligheid van Middelburg aan te wijzen als Havenveiligheidsfunctionaris (Port Security Officer);
gelet op artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluit:
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder 'wet': de Havenbeveiligingswet.
Artikel 2
De adviseurs Openbare Orde en Veiligheid werkzaam bij de gemeente Middelburg worden aangewezen als Havenveiligheidsfunctionaris (Port Security Officer) als bedoeld in artikel 4c van de wet.
Artikel 3
Aan de Havenveiligheidsfunctionaris (Port Security Officer) wordt mandaat respectievelijk machtiging verleend om te beslissen respectievelijk handelingen te verrichten omtrent:
a. de uitvoering van de taken en bevoegdheden als bedoeld in artikel 4 van de wet;
b. de coördinatie van havenveiligheidsmaatregelen en maatregelen als bedoeld in artikel 4d van de wet;
c. het in acht nemen van algemene en bijzondere aanwijzingen bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de wet;
d. het verschaffen van inlichtingen als bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de wet;
e. het verlenen van een instemming als bedoeld in artikel 6 van de wet;
f. de afgifte van een havenbeveiligingscertificaat met een geldingsduur van ten hoogste vijf jaar als bedoeld in artikel 7, eerste en tweede lid, van de wet;
g. het doen van een schriftelijke mededeling als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet;
h. het uitvoeren van de taken, bedoeld in artikel 8 van de wet;
i. het intrekken van de instemming en het bijbehorende havenbeveiligingscertificaat als bedoeld in artikel 9 van de wet;
j. het verlenen van een ontheffing of een instemming met een gelijkwaardige beveiligingsregeling als bedoeld in artikel 10 van de wet;
k. het uitvoeren van de taken en bevoegdheden als bedoeld in artikel 11 a van de wet;
l. het uitvoeren van de taken en bevoegdheden als bedoeld in artikel 11 b van de wet;
m. de toepassing van bestuursdwang, bedoeld in artikel 125, derde lid, van de Gemeentewet voor zover nodig ter handhaving van de wet.
Artikel 4
Aan de beslissingen en handelingen als bedoeld in artikel 3 worden vooraf ter nadere besluitvorming aan de burgemeester voorgelegd indien:
a. het voornemen bestaat tot aanvulling of afwijking van het tot dan toe gevoerde beleid;
b. er, behoudens zaken met een routinematig karakter, rekening moet worden gehouden dat de burgemeester op zijn 1 haar verantwoordelijkheid voor het te nemen besluit zal worden aangesproken;
c. uit het te nemen besluit financiële gevolgen kunnen voortvloeien die leiden tot overschrijding van de budgettaire kaders: in dit geval is besluitvorming door het college noodzakelijk;
d. de burgemeester zulks kenbaar heeft gemaakt.
Artikel 5
De Havenveiligheidsfunctionaris is gehouden en gemachtigd de in artikel 3 bedoelde besluiten namens de burgemeester te ondertekenen.
Artikel 6
De Havenveiligheidsfunctionaris is bevoegd om van de aan hem gemandateerde taken en bevoegdheden, bedoeld in artikel 3, ondermandaat te verlenen aan de aan hem ondergeschikten.
Artikel 7
De Havenveiligheidsfunctionaris is bevoegd beleidsregels vast te stellen omtrent de aan hem gemandateerde taken en bevoegdheden, bedoeld in artikel 3, welke bevoegdheid niet kan worden ondergemandateerd.
Artikel 8
Van de genomen beslissingen en uitgevoerde handelingen als bedoeld in de artikelen 3, 5, 6 en 7 wordt per kwartaal een rapportage overlegd aan de burgemeester.
Artikel 9
Het Mandaatbesluit Havenbeveiligingswet van 1 oktober 2013 wordt ingetrokken.
Artikel 10
Dit besluit treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 5 april 2017.
Artikel 11
Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit Havenbeveiligingswet 2017.
Artikel 12
Dit besluit wordt op de gebruikelijke wijze gepubliceerd.