Uitwerkingsbesluit voor het gebruik van bodycams door buitengewoon opsporingsambtenaren van de gemeente ‘s-Hertogenbosch

Het college van burgemeester en wethouders van ’s-Hertogenbosch,

In de vergadering van 25 augustus 2020,

gezien het voorstel met reg.nr. 10207297

besluit vast te stellen

Het Uitwerkingsbesluit voor het gebruik van bodycams door buitengewoon opsporingsambtenaren van de gemeente ’s-Hertogenbosch

 

 

1 Inleiding

De buitengewoon opsporingsambtenaren (hierna boa’s) van de gemeente ’s-Hertogenbosch leveren in hun dagelijks werk een belangrijke bijdrage aan de leefbaarheid van de stad. Als een situatie daar aanleiding toe geeft gaan zij allereerst met inwoners en bezoekers van onze stad in gesprek. Pas als een situatie daar aanleiding toe geeft treden zij handhavend op. De boa’ s van de afdeling Stadstoezicht krijgen tijdens hun werk regelmatig te maken met incidenten. Vaak gaat het om verbaal geweld maar soms ook om fysiek geweld. Boa’ s werken op straat, veel van de taken die zij uitvoeren kunnen leiden tot spanning. Een van die taken is het optreden tegen overtredingen die met het handhaven van de openbare orde te maken hebben. Boa’ s worden gericht ingezet in gebieden waar overlast is van vernielingen, alcohol-of drugsgebruik op straat en overlast van jeugd. Ook dragen de boa’s bij aan de veiligheid van het uitgaanscentrum in ’s-Hertogenbosch, juist daar is de kans op een situatie die uit de hand loopt groot.

 

Het is van groot belang ervoor te zorgen dat de boa’ s zo veilig mogelijk hun werk kunnen doen. De bodycam is complementair aan de stijl van handhaven die de boa’s van ’s-Hertogenbosch hanteren, waarbij goed gastheerschap voorop staat, met als uitgangspunt wederzijds respect. De bodycam is een kleine camera, die een boa duidelijk zichtbaar op het lichaam draagt. De camera kan worden ingeschakeld als de boa het gevoel heeft dat een situatie uit de hand loopt. De bodycam zorgt er in veel gevallen voor dat een situatie weer rustig wordt, daarmee wordt voorkomen dat het van kwaad tot erger gaat. Dit positieve effect van de bodycam is in diverse onderzoeken aangetoond. Het college van burgemeester en wethouders vindt de veiligheid van de boa’ s van het grootste belang.

 

Daarom heeft het college besloten dat de bodycam onderdeel van de standaarduitrusting van het boa-uniform moet worden.

 

2 Juridisch kader

De boa’ s oefenen op basis van artikel 6:2 van de Algemene plaatselijke verordening ‘s-Hertogenbosch (verder te noemen APV) toezicht uit op de naleving van het bepaalde bij of krachtens die verordening. De uitoefening van dit toezicht is een publiekrechtelijke taak. De vaststelling van de APV is gebaseerd op artikel 149 van de Gemeentewet, die verordenende bevoegdheid van de gemeenteraad bepaalt.

 

3 Privacy

Met de bodycam wordt beeld en geluid vastgelegd. Volgens de Algemene Verordening Gegevensbescherming (hierna: AVG) is dat het verwerken van persoonsgegevens. Om persoonsgegevens te mogen verwerken moet aan de beginselen van de verwerking van persoonsgegevens uit de AVG worden voldaan. Hierbij moet worden aangetoond dat er een grondslag is om de gegevens te verwerken. Deze grondslag is het gerechtvaardigd belang uit artikel 6 lid 1 sub f van de AVG. Hierbij is het goed werkgeverschap, dat zich uit in het zorgdragen voor de veiligheid van de boa’ s, dat gerechtvaardigd belang. Om ervoor te zorgen dat aan alle beginselen uit de AVG worden voldaan zijn de volgende spelregels uitgewerkt.

 

3.1 Werkinstructie bodycam

Er wordt aan de boa’ s een werkinstructie uitgereikt voordat zij gaan werken met de bodycam, deze werkinstructie bevat in ieder geval de onderstaande punten:

 

De bodycam wordt duidelijk en herkenbaar gedragen.

De opnames vinden alleen plaats in de openbare ruimte en openbare gebouwen.

Wanneer de boa bij een escalerende situatie beslist om de bodycam in te schakelen, geeft hij (als dat mogelijk is) vooraf met duidelijke stem aan betrokkene aan dat de hij de bodycam aan gaat zetten.

Indien de situatie na aankondiging niet de-escaleert, wordt de bodycam aangezet.

Nadat de dreigende situatie voorbij is of geen sprake is van escalatie, zet de boa de bodycam uit.

De betrokkene krijgt, indien de situatie het toe laat, een flyer aangeboden met relevante informatie over de gegevensverwerking.

 

3.2 Opslaan en beveiligen van beeld- en geluidsmateriaal

De bodycam neemt constant op maar overschrijft het beeld daarbij iedere 60 seconden. Pas als er op de opnameknop van de bodycam wordt gedrukt worden deze 60 seconden vastgelegd. Als een bodycam een opname heeft gemaakt kan deze niet zomaar gewist worden. De software op de bodycam zorgt ervoor dat beelden goed beveiligd opgeslagen worden. Als een boa een bodycam kwijtraakt kunnen de beelden niet worden bekeken. De beelden worden van een bodycam afgehaald door deze in een docking station te zetten. Beelden kunnen alleen door vier geautoriseerde personen worden bekeken, ze kunnen dan alleen direct worden gewist als het een opname is die per ongeluk is gemaakt. Dat kan alleen het bureauhoofd toezicht en handhaving openbare ruimte (hierna: THOR). Slechts een paar mensen hebben toegang tot de beelden. De boa die de beelden heeft gemaakt kan bij zijn eigen beelden. Het bureauhoofd THOR en de senior boa’ s en de functionaris gegevensbescherming hebben ook toegang tot de gegevens. Iedere keer dat iemand de beelden bekijkt wordt dat automatisch in een geautomatiseerd systeem vastgelegd. Beelden mogen alleen worden bekeken als daar een reden voor is. Deze reden moet in het systeem worden vastgelegd.

 

3.3 Bezwaar

Een boa mag als daar aanleiding toe is er zelf voor kiezen om de bodycam in te schakelen. Het is niet mogelijk om daar bezwaar tegen te maken.

 

3.4 Bewaartermijn

Beelden worden maximaal 28 dagen bewaard tenzij er een gegronde reden is om ze langer te bewaren. Deze gegronde reden kan een inzageverzoek door een betrokkene zijn of omdat er een klacht is ingediend tegen een boa en er opnamen zijn die met deze klacht te maken hebben. Beelden die zijn opgeslagen worden automatisch gewist na deze 28 dagen, hiervoor is geen extra handeling vereist.

 

3.5 Verdere verwerking

Het hoofddoel van de verwerking is het bevorderen van de veiligheid van de boa’ s. Camerabeelden worden alleen verder verwerkt in de volgende situaties:

 

Voor de individuele training van een boa, op nadrukkelijk verzoek van de boa zelf.

Om een klacht tegen een boa af te handelen.

Als er sprake is van een wettelijke verplichting om de beelden te delen.

 

Van dat laatste is in ieder geval sprake als beelden door het OM of de politie worden gevorderd op grond van artikel 126nd van het Wetboek van Strafvordering. De bewaartermijn blijft in dat geval bij de gemeente 28 dagen. OM en/of politie zijn in die gevallen zelf verantwoordelijk om de bewaartermijn te bewaken van de opgevraagde gegevens in hun verdere verwerking.

 

Tot slot kan een betrokkene een inzageverzoek doen, dat verzoek kan gericht worden aan:

 

Gemeente ’s-Hertogenbosch

t.a.v. Functionaris voor de Gegevensbescherming

Postbus 12345

5200 GZ ’s-Hertogenbosch

 

Het verzoek moet in ieder geval de volgende informatie bevatten:

 

Naam (of de naam van de organisatie), adres, telefoonnummer en/of emailadres;

De reden waarom de verzoeker de beelden wil inzien;

Datum, tijdstip en plaats waar de beelden zijn opgenomen.

 

De functionaris gegevensbescherming beoordeelt samen met het bureauhoofd THOR of er voldoende belang is om te voldoen aan een inzageverzoek. Als wordt besloten dat er geen recht op inzage is kan tegen dat besluit bezwaar en beroep aangetekend worden. Een inzageverzoek moet binnen 24 dagen na het filmen met de bodycam worden ingediend. Dit omdat de beelden na 28 dagen automatisch worden gewist. Als een verzoek om inzage wordt afgewezen worden de beelden gedurende de termijn die staat voor het bezwaar bewaard.

 

Iedere (verdere) verwerking van de vastgelegde gegevens wordt opgeslagen in een geautomatiseerd systeem. Daarbij wordt vermeld tot welk doel de gegevens (verder) zijn verwerkt en door wie dat is gedaan.

 

3.6 Informatie over het filmen met de bodycam

Als er beeld is vastgelegd wordt er, wanneer dat mogelijk is, aan de betrokkene een flyer uitgereikt waarin informatie over het verwerken van de persoonsgegevens met de bodycam staat. Deze flyer bevat in ieder geval de volgende informatie:

 

Dat er gefilmd is met een gerechtvaardigd belang op basis van artikel 6 lid 1 sub f van de AVG ;

Dat het goed werkgeverschap opgenomen in artikel 7:611 van het Burgerlijk Wetboek een gerechtvaardigd belang is;

Dat het verwerkingsdoeleinde de veiligheid van de boa’ s is;

Dat er naast dat doeleinde nog drie andere doeleinden zijn zoals onder punt 3.5 van dit besluit genoemd.

De contactgegevens van het bureauhoofd THOR (de vertegenwoordiger van de verwerkings-verantwoordelijke);

De onder punt 3.4 van dit besluit genoemde bewaartermijn;

Het onder punt 3.5 van dit besluit genoemde inzagerecht en hoe een betrokkene daar gebruik van kan maken;

Dat de betrokkene het recht heeft een klacht in te dienen bij de autoriteit persoonsgegevens en welke voorwaarden daaraan zitten.

Het college van burgemeester en wethouders,

De secretaris,

Drs. B. van der Ploeg

De burgemeester,

Drs. J.M.L.N. Mikkers

Naar boven