Algemene subsidieverordening Zwolle

Gemeente Zwolle, bekendmaking wijziging Algemene Subsidieverordening Zwolle.

De Raad van de gemeente Zwolle heeft in de vergadering van 7 september 2020 een wijziging in de Algemene Subsidieverordening Zwolle vastgesteld. Het betreft een wijziging van hoofdstuk 28: Beschermd wonen en maatschappelijke opvang regio IJssel-Vecht.

Deze wijziging treedt met terugwerkende kracht op 7 september 2020 in werking.

Hoofdstuk 28: Beschermd wonen en maatschappelijke opvang regio IJssel- Vecht

Artikel 28.1 Begripsbepalingen

In deze subsidiedeelverordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • Aanbieder: rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid die jegens het college gehouden is een algemene voorziening of een maatwerkvoorziening te leveren op grond van de wet;

  • Accommodatie van een instelling: een woonvoorziening op naam van een instelling waar cliënten met een maatwerkvoorziening beschermd wonen of maatschappelijke opvang tijdelijk verblijven en die passend is bij de ondersteuningsbehoefte en de herstelgedachte voor cliënten.

  • Beschermd wonen: wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorend toezicht en begeleiding, gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen, bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving; In de regio IJssel-Vecht voorkomend in twee vormen, namelijk 1) beschermd wonen 24/7 (begeleiding en toezicht is 24/7 beschikbaar op de locatie en in staat direct die begeleiding te bieden aan cliënten die nodig is) en 2) begeleid wonen (begeleiding vindt op afgesproken tijden plaats (planbare zorg) en is 24 uur per dag (telefonisch) oproepbaar en waar nodig binnen 30 minuten ter plaatse om die begeleiding te bieden aan cliënten die nodig is Er is hier ook regelmatig contact met de cliënt om na te gaan hoe het gaat met de cliënt (signalerende functie).

  • Maatschappelijke opvang: onderdak en begeleiding voor personen die de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving;

  • Centrumgemeente: gemeente als bedoeld in artikel 1 onder f van het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid.

  • Regio IJssel-Vecht: Samenwerkingsverband van gemeenten bestaande uit de gemeenten Dalfsen, Hattem (alleen voor maatschappelijke opvang), Kampen, Ommen, Hardenberg, Staphorst, Steenwijkerland, Zwartewaterland en Zwolle.

  • Jaarplek beschermd wonen: structurele plek beschermd wonen die voor een volledig kalenderjaar gesubsidieerd wordt.

  • Nieuwe of extra jaarplek: jaarplek waarvoor subsidie wordt aangevraagd, maar die in het jaar voorafgaande aan het subsidiejaar niet gesubsidieerd werd. De jaarplek moet voldoen aan de criteria genoemd in het voor dat jaar geldende beoordelingskader voor nieuwe of extra jaarplekken.

  • Beoordelingskader beschermd wonen: kader vastgesteld door het college waarin beschreven wordt hoe de subsidieaanvragen voor extra/nieuwe jaarplekken beschermd wonen worden beoordeeld.

  • Incidentele cliëntgebonden subsidie: subsidie die aan een aanbieder wordt verleend indien de maatwerkvoorziening beschermd wonen in 2020 of eerder is gestart en waarvoor een incidentele cliëntgebonden subsidie is verleend. De subsidie kan worden verleend voor de maximale duur van de looptijd van de toekenningsbeschikking van de GGD aan de betreffende cliënt en zo lang er nog geen structureel gesubsidieerde jaarplek bij een aanbieder beschikbaar is.

  • Spoedplekken: plekken die nodig zijn om cliënten met een toekenningsbeschikking beschermd wonen, en een acute zorgvraag waar binnen de reguliere jaarplekken niet direct in voorzien kan worden; dit ter beoordeling en op verzoek van de Centrale Toegang

Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die hierboven niet nader zijn omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet, de verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Zwolle, de algemene subsidieverordening Zwolle en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 28.2 Subsidiedoel

  • 1.

    Het verstrekken van subsidie op basis van deze verordening heeft als doel te waarborgen dat cliënten beschermd wonen en maatschappelijke opvang hun ondersteuning in natura kunnen verzilveren.

     

Artikel 28.3 Subsidieaanvrager

  • 1.

    Subsidie kan worden aangevraagd door een aanbieder die beschermd wonen en/ of maatschappelijke opvang aanbiedt ten behoeve van cliënten met een geldige toekenningsbeschikking van de Centrale Toegang voor beschermd wonen en/of maatschappelijke opvang van een gemeente uit de regio IJssel-Vecht.

  • 2.

    De aanbieder voldoet aan de vereisten zoals opgenomen in de Wmo 2015.

  • 3.

    De aanbieder verleent zelf de maatwerkvoorzieningen; indien voor leden van een coöperatie een subsidieaanvraag wordt ingediend, worden de leden gezien als een aanbieder zoals genoemd in artikel 28.3 lid 1. De leden voldoen individueel aan de vereisten zoals opgenomen in de Wmo 2015

  • 4.

    Het College kan nadere regels stellen ten aanzien van de vereisten om voor subsidiëring maatschappelijke opvang en beschermd wonen in aanmerking te komen.

Artikel 28.4 Aanvraag tot subsidieverlening

  • 1.

    De aanbieder maakt bij de aanvraag tot subsidieverlening gebruik van een door het College vastgesteld aanvraagformulier voor beschermd wonen en/of maatschappelijke opvang en een ingevuld format ter onderbouwing van de aanvraag, alsmede de voorgeschreven bijlagen zoals omschreven in de nadere regels.

  • 2.

    Tenzij het College anders bepaalt, moeten aanvragen tot subsidieverlening voor beschermd wonen en/ of maatschappelijke opvang voor 1 september van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft, worden ingediend.

  • 3.

    Bij de indiening van de aanvraag tot subsidieverlening wordt een prognose ingediend van het te verwachten aantal benodigde jaarplekken voor een voorziening beschermd wonen en/of maatschappelijke opvang op 1 januari van het kalenderjaar waarvoor de subsidie wordt gevraagd en de daarbij te verwachten kosten.

  • 4.

    Voor beschermd wonen geldt dat er voor het kalenderjaar waarvoor de aanvraag wordt ingediend maximaal een aanvraag ingediend kan worden ter hoogte van het aantal structureel gesubsidieerde jaarplekken uit het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Bij de subsidieaanvraag voor 2021 wordt daarop het aantal cliënten in mindering gebracht dat vanaf 1 januari 2021 een indicatie heeft voor de Wet Langdurige Zorg. Bij de aanvraag voor structurele jaarplekken moet in de prognose rekening gehouden te worden met instroom van cliënten die in het komende subsidiejaar niet meer onder de Jeugdwet vallen en waarvoor aansluitend beschermd wonen bij de huidige aanbieder noodzakelijk is. Deze cliënten moeten beschikken over een toekenningsbeschikking voor beschermd wonen, aansluitend op het aflopen van de Jeugdwet toekenning.

  • 5.

    Aanvragen voor nieuwe of extra jaarplekken moeten voorzien zijn van een onderbouwing die voldoet aan de criteria die gesteld zijn in het voor dat subsidiejaar geldende beoordelingskader en worden beoordeeld volgens dat beoordelingskader en het bijbehorende subsidieplafond.

  • 6.

    Voor maatschappelijke opvang kan subsidie worden aangevraagd voor maximaal het aantal structurele jaarplekken waarvoor in het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd subsidie is verleend.

  • 7.

    Indien een aanbieder reeds een incidenteel cliëntgebonden subsidie beschermd wonen ontvangt in 2020 én de toekenningsbeschikking van de cliënt eindigt in 2021 of later, mag voortzetting van deze incidentele cliëntgebonden subsidie in 2021 worden aangevraagd voor de duur van de indicatie van de betreffende cliënt en zolang deze cliënt nog niet kan instromen op een structureel gesubsidieerde jaarplek.

Artikel 28.5 Opschorting beslissing op subsidieaanvraag

  • 1.

    Indien de aanbieder of de accommodatie van een instelling, voor indiening van de aanvraag tot subsidieverlening, dan wel gedurende de behandeling van de aanvraag om subsidieverlening, onderwerp is van een onderzoek op grond van de Wet Bibob, een onderzoek uitgevoerd door of in opdracht van een gemeente of door de aangewezen toezichthouder Wmo, een onderzoek door een Inspectie-instelling, het Zorgkantoor, een zorgverzekeraar of een onderzoek door de politie of het Openbaar Ministerie, is het College bevoegd om de beslissing op een subsidieaanvraag op te schorten gedurende de periode van het onderzoek

  • 2.

    Het College kan op grond van de subsidieaanvraag besluiten dat een onderzoek van de toezichthouder Wmo noodzakelijk is voor de beoordeling van de subsidieaanvraag en het College is bevoegd om de beslissing op een subsidieaanvraag op te schorten gedurende de periode van het onderzoek.

  • 3.

    Indien n.a.v. lid 1 of 2 het College de aanbieder verzoekt een verbeterplan op te stellen en uit te voeren kan de beslissing op een subsidieaanvraag worden opgeschort tot het moment dat het verbeterplan is uitgevoerd en de genomen maatregelen als voldoende beoordeeld worden door het College.

Artikel 28.6 Aanvullende weigeringsgronden

  • 1.

    De subsidieaanvraag kan, naast de artikelen 4:25 en 4:35 van de Awb en artikel 1.21 van de ASV, geweigerd worden indien:

    • a.

      naar het oordeel van het College de continuïteit van de te subsidiëren activiteiten onvoldoende door de subsidieaanvrager kan worden gewaarborgd.

    • b.

      naar het oordeel van het College onvoldoende wordt aangetoond dat de ondersteuning voldoet aan de kwaliteitseisen, zoals nader omschreven in de bijlage Kwaliteitseisen maatwerkvoorzieningen Wmo, behorend bij de Verordening maatschappelijke ondersteuning.

    • c.

      de subsidieaanvrager een aanwijzing, maatregel of boete opgelegd heeft gekregen van een gemeente of van een van de instanties zoals genoemd in artikel 28.5 in de periode van drie jaar voorafgaand aan het jaar voorafgaand aan de aanvraag en/of de inzet van de ondersteuning;

    • d.

      de subsidieaanvrager in een periode van drie jaar voorafgaand aan de aanvraag en/of de inzet van de ondersteuning bij rechterlijke uitspraak onherroepelijk is veroordeeld.

    • e.

      de aanbieder zich niet heeft gehouden aan de gestelde eisen met betrekking tot aanvraag, tussenrapportage en verantwoording van de subsidie, in de drie jaar voorafgaand aan de aanvraag en /of aan de inzet van de ondersteuning.

    • f.

      subsidie voor leden van een coöperatie kan geheel of gedeeltelijk worden geweigerd indien één of meerdere leden niet voldoen aan de subsidie-eisen.

    • g.

      subsidieaanvrager naar het oordeel van het College zelf in de kosten van de voor subsidie in aanmerking komende voorzieningen kan voorzien.

Artikel 28.7 Subsidieplafond

  • 1.

    Jaarlijks stelt het College het subsidieplafond voor jaarplekken beschermd wonen en maatschappelijke opvang vast.

  • 2.

    Het subsidieplafond voor jaarplekken beschermd wonen wordt in 2021 verlaagd met de uitname uit het budget in verband met de Wet Langdurige Zorg.

  • 3.

    Indien het totaal van de subsidieaanvragen - zoals genoemd in artikel 28.4 lid 3 en 4 - het subsidieplafond overschrijdt, wordt bij de subsidieverlening voorrang verleend aan dat deel van de aanvragen voor jaarplekken waarvoor ook subsidie verleend is in het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • 4.

    Indien, na toepassing van artikel 28.7 lid 3 van deze verordening, het totaal van de subsidieaanvragen het subsidieplafond overschrijdt, wordt het beschikbare subsidiebudget evenredig onder de aanvragen voor reeds eerder gesubsidieerde jaarplekken verdeeld.

  • 5.

    Het College kan subsidieplafonds vaststellen voor extra en/of omzetting jaarplekken beschermd wonen en/of extra plekken t.b.v. specifieke doelgroepen. Aanvragen die zijn ingediend worden beoordeeld aan de hand van de criteria zoals opgenomen in het voor dat kalenderjaar geldende beoordelingskader en kunnen gehonoreerd worden tot het maximum van het desbetreffende subsidieplafond.

Artikel 28.8 Beoordelingskader

  • 1.

    Het college kan een beoordelingskader voor het beoordelen van subsidieaanvragen voor nieuwe en/of extra jaarplekken beschermd wonen vaststellen in de vorm van nadere regels.

Artikel 28.9 Subsidiemethodiek

  • 1.

    De subsidie voor aanvragen van jaarplekken wordt bepaald door vermenigvuldiging van:

    • a.

      het aantal cliënten dat volgens de prognose van de aanbieder een voorziening beschermd wonen en/of maatschappelijke opvang wordt geboden op 1 januari van het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd, waarbij onderscheid kan worden gemaakt in aard en zwaarte van de te bieden voorziening met:

    • b.

      de, door het College, vastgestelde maximale subsidiabele kosten van de voorzieningen voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang waarbij onderscheid kan worden gemaakt in aard en zwaarte van de te bieden voorziening.

  • 2.

    De subsidie voor aanvragen voor de incidentele cliëntgebonden subsidie zoals bedoeld in artikel 28.4 lid 7 wordt bepaald door vermenigvuldiging van:

    • a.

      het aantal dagen in het subsidiejaar tot maximaal het einde van de duur van de toekenningsbeschikking van de cliënt op grond waarvan een voorziening beschermd wonen wordt geboden, met:

    • b.

      de, door het College, vastgestelde maximale subsidiabele kosten van de voorziening beschermd wonen waarbij onderscheid kan worden gemaakt in aard en zwaarte van de te bieden voorziening.

Artikel 28.10 Subsidievaststelling

  • 1.

    De subsidie wordt vastgesteld op basis van de werkelijke subsidiabele kosten met als maximum het verleend subsidiebedrag en alleen wanneer de activiteiten geleverd zijn en voldaan is aan de subsidievereisten.

  • 2.

    Bij een bezettingspercentage lager dan 97% kan het College de subsidie lager vaststellen. Uitgangspunt daarbij is dat de subsidie in die gevallen evenredig met het gerealiseerde bezettingspercentage lager wordt vastgesteld.

Artikel 28.11 Spoedplekken

  • 1.

    Mocht er gedurende het subsidiejaar een spoedplaatsing nodig zijn terwijl er geen jaarplek vrij is binnen de gesubsidieerde jaarplekken, kan er aanvullend een spoedplek gecreëerd worden bij een van de aanbieders met structurele jaarplekken. Een spoedplaatsing en een spoedplek kan alleen op verzoek en ter beoordeling van de Centrale Toegang. Deze aanvullende plek bestaat maximaal tot de einddatum van de beschikking van de betreffende cliënt én indien er een structureel gesubsidieerde jaarplek vrijkomt tot maximaal het moment van vrijkomen van die plek.

  • 2.

    De subsidie voor aanvragen van spoedplekken wordt bepaald door vermenigvuldiging van:

    • a.

      het aantal dagen in het subsidiejaar tot maximaal het einde van de duur van de toekenningsbeschikking van de cliënt op grond waarvan de spoedplek beschermd wonen wordt geboden, of tot het moment dat de cliënt kan instromen op een structurele jaarplek, met:

    • b.

      de, door het College, vastgestelde maximale subsidiabele kosten van de voorziening beschermd wonen waarbij onderscheid kan worden gemaakt in aard en zwaarte van de te bieden voorziening.

  • 3.

    Het College kan besluiten het subsidieplafond gedurende het subsidiejaar te verhogen met de kosten voor noodzakelijke spoedplekken die gedurende het jaar gerealiseerd moeten worden.

Artikel 28.11 Hardheidsclausule

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het College.

Artikel 28.12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als subsidieverordening beschermd wonen en maatschappelijke opvang.

Artikel 28.13 Ingangsdatum

Deze verordening gaat in met ingang van de datum van het raadsbesluit.

Op aanvragen tot subsidieverlening voor het komende subsidiejaar die zijn ingediend voor inwerkingtreding van deze (deel)verordening is deze (deel)verordening van toepassing.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van 7 september 2020

P. Snijders, voorzitter

A. ten Have, griffier

 

 

Naar boven