Nadere regels subsidies gemeente Groningen 2020

Het college van burgemeester en wethouders van Groningen;

 

Gezien het voorstel van 22-09-2020, agendapunt 3c;

 

Gelet op:

  • -

    artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Groningen 2019

BESLUIT:

 

vast te stellen de volgende Nadere regel tot wijziging van de Nadere regels subsidies gemeente Groningen

Artikel I Nadere regels

De Nadere regels subsidies gemeente Groningen komen als volgt te luiden:

 

A.

In Hoofdstuk 4 Welzijn, gezondheid en zorg zijn in artikel 4:20 uit paragraaf 4.5 ‘Algemeen sociaal-cultureel werk’ enkele begripsbepalingen toegevoegd, zodat genoemd artikel als volgt komt te luiden:

Artikel 4:20 Begripsbepalingen

In aanvulling op het begrippenkader zoals vastgelegd in de verordening en in paragraaf 4.1 wordt voor de toepassing van de paragrafen 4.5 Algemeen sociaal-cultureel werk tot en met 4.11 Vrijwilligerswerk verstaan onder:

  • a.

    accommodatie: een multifunctioneel centrum, een buurtcentrum, een buurtkamer, een dorpshuis, speeltuingebouw of een jongerencentrum zoals bedoeld in de accommodatienota ‘Sociaal-culturele accommodaties, geharmoniseerd’ vastgesteld op 9 september 2020;

  • b.

    accommodatiebestuur: het bestuur van een stichting of vereniging die verantwoordelijk is voor beheer en exploitatie van een accommodatie;

  • c.

    b.v.o. (bruto vloer oppervlak): de oppervlakte van een ruimte of van een groep van ruimten behorend tot een accommodatie, gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimten omhullen en waarbij geldt dat:

    • -

      indien een binnenruimte aan een andere binnenruimte grenst, wordt gemeten tot het hart van de desbetreffende scheidingsconstructie;

    • -

      indien een gebouw gebonden buitenruimte aan een binnenruimte grenst, het grondvlak van de scheidingsconstructie volledig wordt toegerekend aan de bruto-vloeroppervlakte van de binnenruimte;

    • -

      indien een binnenruimte grenst aan een schuin dak de bruto-vloeroppervlakte wordt bepaald op 1,5 m hoogte, gemeten tot en met de dakconstructie (dakpan).

  • d.

    personeelskosten beheer: totale bruto werkgeverslasten vermeerderd met de kosten van begeleiding, scholing, loopbaanontwikkeling en bevordering van doorgroeimogelijkheden terzake van beheerpersoneel dat in dienst is bij een door het college aangewezen centrale beheerpool. Eventuele specifieke (loonkosten-)subsidies komen op deze kosten in mindering;

  • e.

    zakelijke huisvestingslasten: onroerende zaakbelasting, gemeentelijke en provinciale heffingen en rechten en verzekeringspremies voor zover het eigenaarslasten betreft en voor zover samenhangend met de accommodatie;

  • f.

    marktconform tarief: het tarief dat accommodatiebesturen voor de commerciële verhuur van accommodatieruimten in rekening brengen;

  • g.

    gereduceerd tarief: maximaal 50% van het marktconforme tarief, waarbij het college aan de berekening van dit tarief nadere regels kan stellen;

  • h.

    Multifunctioneel centrum: een grote accommodatie, met een belangrijke functie voor een wijk/gebied, met ruime openingstijden. Het heeft een breed gevarieerd activiteitenaanbod voor een groot voorzieningengebied en werkt samen met (indien aanwezig) de buurtcentra en de buurtkamers in de wijk;

  • i.

    Buurtcentrum: een middelgrote accommodatie met een buurtfunctie met ruime openingstijden. Het heeft een breed gevarieerd activiteitenaanbod voor een buurt en werkt samen met (indien aanwezig) het Multifunctioneel centrum en de buurtkamers in de wijk;

  • j.

    Buurtkamer: een accommodatie met een buurtfunctie, vaak gericht op een specifieke groep bewoners. Hier vallen de buurt- en, speeltuinaccommodaties onder. Het werkt samen met (indien aanwezig) het Multifunctioneel centrum en de buurtcentra in de wijk. Openingstijden kunnen beperkt zijn;

  • k.

    Dorpshuis: een accommodatie in een dorp, met een unieke functie voor het dorp (vrijwel de enige voorziening). De accommodatie heeft een breed gevarieerd activiteitenaanbod voor een klein voorzieningengebied, met veelal beperkte openingstijden;

  • l.

    Zakelijke huisvestingslasten: onroerende zaakbelasting, gemeentelijke en provinciale heffingen en rechten en verzekeringspremies voor zover het eigenaarslasten betreft en voor zover die samenhangen met de accommodatie. Lasten die niet samenhangen met het eigenaarschap van het gebouw, vallen onder exploitatielasten.

B.

In Hoofdstuk 4 Welzijn, gezondheid en zorg wordt paragraaf 4.6 Sociaal-culturele accommodaties gewijzigd en wat betreft de artikelen opnieuw vernummerd, zodat genoemde paragraaf als volgt komt te luiden:

Paragraaf 4.6 Sociaal-culturele accommodaties

Artikel 4:25 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Het college kan aan een accommodatiebestuur van een Multifunctioneel centrum, een buurtcentrum of een buurtkamer subsidie verlenen voor:

    • a.

      hypotheeklasten als de subsidieontvanger de accommodatie in eigendom heeft;

    • b.

      kale huur;

    • c.

      zakelijke huisvestingslasten, als de subsidieontvanger de accommodatie in eigendom heeft;

    • d.

      exploitatielasten.

  • 2.

    Het college kan aan een accommodatiebestuur van een dorpshuis subsidie verlenen voor:

    • a.

      het voortzetten van sociaal culturele activiteiten en andere noodzakelijke kosten, zoals in 2020;

    • b.

      zakelijke huisvestingslasten, als de subsidieontvanger de accommodatie in eigendom heeft.

  • 3.

    Het college kan aan het door hem aan te wijzen samenwerkingsorgaan voor speeltuinverenigingen ten behoeve van de aangesloten leden subsidie verlenen voor:

    • a.

      hypotheeklasten als de betreffende accommodatie in eigendom is bij een aangesloten lid;

    • b.

      kale huur;

    • c.

      zakelijke huisvestingslasten, als de subsidieontvanger de accommodatie in eigendom heeft;

    • d.

      exploitatielasten;

    • e.

      inrichting en onderhoud van speeltuinen en speeltoestellen;

    • f.

      exploitatiekosten van het samenwerkingsorgaan zelf.

  • 4.

    Het college kan aan een door hem aan te wijzen samenwerkingsorgaan voor sociaal culturele accommodaties subsidie verlenen voor:

    • a.

      belangenbehartiging van de aangesloten accommodaties;

    • b.

      het fungeren als aanspreekpunt voor de gemeente.

Artikel 4:26 Subsidie per activiteit

  • 1.

    In afwijking van artikel 14 van de Algemene subsidieverordening gemeente Groningen 2019 bedraagt de subsidie voor Multifunctionele centra, buurtcentra en buurtkamers:

    • a.

      voor de in artikel 4:25, eerste lid onder a tot en met c alsmede de in het derde lid onder a tot en met c genoemde kosten maximaal 100% daarvan, voor zover deze kosten noodzakelijk zijn en door het college zijn erkend;

    • b.

      voor de in artikel 4:25, eerste lid onder d evenals de in het derde lid onder d genoemde kosten voor exploitatielasten een vast bedrag van: € 42,14 per m2 b.v.o., alsmede een vast bedrag voor organisatiekosten;

    • c.

      voor de in artikel 4:25, derde lid onder e genoemde kosten voor inrichting en onderhoud van speeltuinen en speeltoestellen € 14,77 per m2 b.v.o.

  • 2.

    In afwijking van artikel 14 van de Algemene subsidieverordening gemeente Groningen 2019 bedraagt de subsidie voor dorpshuizen:

    • a.

      voor de in artikel 4:25, tweede lid onder a genoemde kosten maximaal 100% van het bedrag waar het dorpshuis in 2020 recht op had, voor zover dit bedrag noodzakelijk is en door het college is erkend, alsmede een vast bedrag voor organisatiekosten;

    • b.

      voor de in artikel 4:25, tweede lid onder b genoemde kosten maximaal 100% daarvan, voor zover deze kosten noodzakelijk zijn en door het college zijn erkend.

  • 3.

    In afwijking van artikel 14 van de Algemene subsidieverordening gemeente Groningen 2019 bedraagt de subsidie voor een samenwerkingsorgaan voor speeltuinverenigingen voor de in artikel 4:25, derde lid onder f genoemde activiteiten maximaal 100% van de noodzakelijke kosten.

  • 4.

    In afwijking van artikel 4:3 bedraagt de subsidie voor een samenwerkingsorgaan voor sociaal culturele accommodaties voor de in artikel 4:25, vierde lid genoemde activiteiten een bijdrage in de exploitatie tot maximaal het bedrag van het tekort op de begroting van het samenwerkingsorgaan.

  • 5.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid onder b van dit artikel kan het college in specifieke door hem aan te wijzen gevallen de subsidie op andere wijze berekenen.

  • 6.

    De in het eerste lid onder b en c en in het tweede lid van dit artikel genoemde bedragen zijn gebaseerd op het prijspeil 2020. Het college kan deze bedragen aanpassen aan de voor het subsidietijdvak geldende begrotingsrichtlijnen.

Artikel 4:27 Bijzondere bepalingen/verplichtingen

  • 1.

    De subsidieontvanger stemt met bewoners van wijk/gebied en daar gevestigde maatschappelijke organisaties af aan welke activiteiten behoefte is en stemt daar het activiteitenplan op af, rekening houdend met het tweede lid van dit artikel.

  • 2.

    De subsidieontvanger stelt in overleg met andere aanbieders van activiteiten een gezamenlijke activiteitenprogrammering op voor de wijk/gebied waarin de subsidieontvanger gebruik maakt van de accommodatie.

  • 3.

    In aanvulling op artikel 6 van de Algemene subsidieverordening gemeente Groningen, dient de aanvrager te vermelden:

    • a.

      in zijn activiteitenplan op welke wijze invulling wordt gegeven aan alle verplichtingen die krachtens deze verordening aan de subsidieverlening worden verbonden;

    • b.

      in zijn activiteitenplan in hoeverre het activiteitenaanbod aansluit op de behoeften van wijk/gebied en geeft een verklaring voor eventuele afwijkingen daartussen;

    • c.

      in zijn activiteitenplan hoe het activiteitenplan past in de in het tweede lid van dit artikel bedoelde activiteitenprogrammering;

    • d.

      in zijn activiteitenverslag hoe de invulling van de verplichtingen uiteindelijk vorm heeft gekregen en de afwijkingen te verklaren tussen de voorgenomen invulling (activiteitenplan) en de realisatie daarvan;

    • e.

      in zijn financiële en inhoudelijke verslag gegevens met betrekking tot groeperingen aan wie accommodatieruimte wordt verhuurd en de tarieven die daarbij in rekening worden gebracht.

  • 4.

    De subsidieontvanger is verantwoordelijk voor een goede balans tussen de sociaal-culturele activiteiten enerzijds en overige (eigen) activiteiten anderzijds, waarbij prioriteit gegeven wordt aan de sociaal-culturele activiteiten en bewonersactiviteiten. De subsidieontvanger is gehouden om in zijn activiteitenplan en activiteitenverslag aan te geven op welke wijze aan deze verantwoordelijkheid invulling wordt c.q. is gegeven.

  • 5.

    Het college kan terzake van het accommodatiegebruik aan openingstijden, ingebruikgeving, prioritering en de programmering van activiteiten in de subsidieverlening nadere voorschriften verbinden.

  • 6.

    Multifunctionele centra, buurtcentra en buurtkamers dienen accommodatieruimte inclusief beheer gratis ter beschikking te stellen aan doelgroepen en activiteiten die vallen onder de functies van het algemeen sociaal-cultureel werk zoals bedoeld in artikel 4:21;

  • 7.

    Het college kan bepalen dat exclusief beslag op een accommodatieruimte of een deel daarvan slechts geschiedt tegen een marktconform tarief.

  • 8.

    De subsidieontvanger aan wie subsidie wordt verleend op grond van artikel 4:25, derde lid is verplicht om de in de voorgaande leden van dit artikel bedoelde nadere verplichtingen op te leggen aan de bij het samenwerkingsverband aangesloten speeltuinverenigingen.

  • 9.

    De subsidieontvanger aan wie subsidie wordt verleend op grond van artikel 4:25, vierde lid dient:

    • a.

      bij de aanvraag aan te tonen dat de subsidie noodzakelijk is voor het uitvoeren van de taak van het samenwerkingsverband;

    • b.

      zijn leden regelmatig te consulteren teneinde te weten wat zij nodig hebben om goed te functioneren;

    • c.

      bij de verantwoording van de subsidie aan te tonen dat de subsidie noodzakelijk was voor het uitvoeren van de taak van het samenwerkingsverband.

Artikel 4:28 Subsidieplafond en verdelingsregels

  • 1.

    Voor de in artikel 4:25 genoemde activiteiten wordt jaarlijks een subsidieplafond ingesteld.

  • 2.

    Als het totaal van de subsidieaanvragen hoger is dan het subsidieplafond wordt dat als volgt verdeeld:

    • a.

      vervolgaanvragen hebben voorrang boven nieuwe aanvragen;

    • b.

      als na bovenstaande verdeelwijze nog een deel van het subsidiebudget resteert, dan wordt dat over de nieuwe aanvragen verdeeld op basis van de volgorde waarop deze bij het college zijn binnengekomen.

C.

In Hoofdstuk 4 Welzijn, gezondheid en zorg wordt paragraaf 4.7 Beheer sociaal-culturele accommodaties gewijzigd en wat betreft de artikelen opnieuw vernummerd, zodat genoemde paragraaf als volgt komt te luiden:

Paragraaf 4.7 Beheer sociaal-culturele accommodaties

Artikel 4:29 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Het college kan aan een door het college aan te wijzen organisatie die het beheer regelt voor Multifunctionele centra, buurtcentra en buurtkamers subsidie verlenen voor de salariëring, scholing en loopbaanontwikkeling van beheerpersoneel evenals voor de inzet van dat personeel ten behoeve van het beheer van accommodaties.

  • 2.

    Het college kan in afwijking van het vorige lid van dit artikel de subsidie ook verlenen aan andere subsidieontvangers als naar het oordeel van het college sprake is van bijzondere omstandigheden.

  • 3.

    Het college kan in specifieke door hem aan te wijzen gevallen subsidie verlenen voor andere kosten van accommodatiebeheer dan zoals beschreven in het e lid van dit artikel.

Artikel 4:30 Subsidie per activiteit

  • 1.

    De subsidie voor de in het vorige artikel genoemde activiteiten bedraagt maximaal 100% van de in de subsidietoekenning 2020 opgenomen kosten, voor zover deze kosten noodzakelijk zijn en door het college zijn erkend.

  • 2.

    In afwijking van het vorige lid van dit artikel kan het college in specifieke door hem aan te wijzen gevallen de subsidie voor kosten van beheer op andere wijze berekenen.

  • 3.

    Het college kan de subsidie aanpassen aan de voor het subsidietijdvak geldende begrotingsrichtlijnen.

Artikel 4:31 Bijzondere bepalingen/verplichtingen

  • 1.

    De subsidieontvanger aan wie op grond van het eerste lid van artikel 4:30 subsidie wordt verleend, stelt in overleg met de dorpshuizen een ondersteuningsplan op, waarin wordt beschreven hoe advies en indien noodzakelijk invalkrachten geleverd worden en/of incidenteel hulp geboden bij administratie en dergelijke.

  • 2.

    De subsidieontvanger aan wie op grond van het eerste lid van artikel 4:30 subsidie wordt verleend, is verplicht:

    • a.

      het beheerpersoneel waarvoor het college subsidie verleent voor beheertaken om niet aan accommodatiebesturen ter beschikking te stellen in relatie tot de openingstijden van de accommodatie en de vraag van de accommodatiebesturen zoals opgenomen in een door laatstgenoemden op te stellen beheervoorstel;

    • b.

      om voor het inroosteren van beheerpersoneel bij de accommodaties op overeenstemming gericht overleg te voeren met de accommodatiebesturen over het aantal in te zetten uren, de openingstijden van de accommodatie en de te leveren functieniveaus. Dit overleg moet hebben plaatsgehad vóórdat de subsidieontvanger een besluit heeft genomen over de bij accommodaties in te zetten beheeruren;

    • c.

      in het activiteitenplan en het activiteitenverslag aan te geven hoe invulling is gegeven aan de hierboven beschreven verplichtingen.

  • 3.

    Het in het tweede lid onder a. en b. bepaalde is niet van toepassing als de subsidie aan een accommodatiebestuur wordt verleend in plaats van aan een door het college aangewezen organisatie die het beheer regelt voor Multifunctionele centra, buurtcentra en buurtkamers.

  • 4.

    De subsidieontvanger aan wie op grond van artikel 4:30 subsidie wordt verleend streeft ernaar dat mensen met afstand tot de arbeidsmarkt deel uit maken van het personeelsbestand.

Artikel 4:32 Weigeringsgronden

  • 1.

    Het college kan een subsidieaanvraag voor personeelskosten beheer weigeren voor zover voor de kosten daarvan al door derden subsidie wordt verleend.

  • 2.

    Het college kan een subsidieaanvraag voor beheer weigeren indien die kosten al gedekt worden door subsidieverlening op grond van paragraaf 4.6 van deze nadere regels.

Artikel 4:33 Subsidieplafond en verdelingsregels

Als het totaal van de subsidieaanvragen hoger is dan het subsidieplafond wordt dat als volgt verdeeld:

  • a.

    vervolgaanvragen hebben voorrang boven nieuwe aanvragen;

  • b.

    als na bovenstaande verdeelwijze nog een deel van het subsidiebudget resteert, dan wordt dat over de nieuwe aanvragen verdeeld op basis van de volgorde waarop deze bij het college zijn binnengekomen.

Artikel II Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking

 

Aldus besloten in de collegevergadering van 22-09-2020

de burgemeester,

Koen Schuiling

de secretaris,

Christien Bronda

Naar boven