Gemeenteblad van Hoorn
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hoorn | Gemeenteblad 2020, 24958 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hoorn | Gemeenteblad 2020, 24958 | Overige besluiten van algemene strekking |
Mandaatbesluit Markermeerdijken Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2019 gemeente Hoorn
Gelezen het voorstel van Juridisch Administratief WH
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn houdende regels omtrent de verlening van mandaat en machtiging aan de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (Mandaatbesluit Markermeerdijken Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2019 gemeente Hoorn)
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn besluit:
Het mandaatbesluit Markermeerdijken Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2019 gemeente Hoorn vast te stellen.
Aldus vastgesteld, 24 december 2019
College van burgemeester en wethouders,
Artikel 2. Mandaat en machtiging
Artikel 3. Kaders uitoefening bevoegdheden
Toelichting behorend bij Mandaatbesluit Markermeerdijken
1.1.5 Instructie omgaan met mandaat, machtiging en volmacht
1.2 Artikelsgewijze toelichting
1.2.1 Artikel 1 Begripsbepalingen
1.2.2 Artikel 2 Mandaat en machtiging
1.2.3 Artikel 3 Kaders uitoefening bevoegdheden
1.2.4 Artikel 4 Informatieplicht
1.2.5 Artikel 5 Ondermandaat en ondermachtiging
Register behorend bij Mandaatbesluit Markermeerdijken
2. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
5. Bouwbesluit 2012/Bouwverordening
6. Wet basisadministratie adressen en gebouwen
Algemene instructie uitoefening mandaat, volmacht en machtiging Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn houdende de verlening van mandaat en machtiging aan de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (Mandaatbesluit Markermeerdijken Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2019 gemeente Hoorn)
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn;
Artikel 3. Kaders uitoefening bevoegdheden
Het college zorgt ervoor dat de directeur over alle benodigde informatie noodzakelijk voor de uitvoering van het in het eerste lid bepaalde kan beschikken. Het college treedt bij voorgenomen nieuw beleid of beleidswijzigingen in overleg met de directeur over uitvoeringsaspecten indien dat beleid raakt aan de taken en bevoegdheden die de OD NZKG uitvoert.
In voorkomende gevallen informeert de directeur, dan wel diens plaatsvervanger, het college tijdig over: het nemen van beslissingen van principieel juridische aard, beleidsmatig principiële aard, of politiek- of bestuurlijk-gevoelige aard. En tevens bij het nemen van beslissingen met een risico’s van financiële aard, zoals een mogelijk kostenverhaal op basis van onrechtmatige daad of anderszins.
Aldus vastgesteld, 24 december 2019
College van burgemeester en wethouders
Toelichting behorend e bij Mandaatbesluit Markermeerdijken
Onder mandaat wordt in de Algemene wet bestuursrecht verstaan: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen. Met andere woorden de functionaris, dit is de gemandateerde, krijgt de bevoegdheid om een besluit te nemen dat geldt als een besluit van het bestuursorgaan dat het mandaat heeft verleend (mandaatgever). Het door de gemandateerde genomen besluit geldt derhalve als een besluit van het bestuursorgaan en heeft dezelfde juridische consequenties als een door het bestuursorgaan zelf genomen besluit. Er worden evenwel geen publiekrechtelijke bevoegdheden van het bestuursorgaan overgedragen aan de directeur van de Omgevingsdienst NZKG. Het betreft hier een vorm van publiekrechtelijke vertegenwoordiging. Bij de omschrijving van het begrip mandaat wordt uitgegaan van de bevoegdheid tot het nemen van een besluit. Met andere woorden de uitoefening van gemandateerde bevoegdheden wordt zichtbaar in het nemen van besluiten (zie ondertekening). Mandaat wordt in dit besluit niet verleend aan een persoon, maar aan een functionaris, dus aan degene die een functie bekleedt. De mandaatgever kan de gemandateerde per geval of in het algemeen instructies geven ter zake van de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid. Daarnaast blijft de mandaatgever ook altijd zelf bevoegd om de gemandateerde bevoegdheid uit te oefenen.
Aan de directeur alsmede diens plaatsvervanger wordt ook machtiging verleend om handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn. Voorbeelden zijn procesvertegenwoordiging, het vaststellen van brieven zonder rechtsgevolg en het feitelijk toepassen van bestuursdwang. De bepalingen in voorliggend besluit inzake ondermandaat moeten analoog worden toegepast op ondermachtiging. Dit is in lijn met de systematiek van de Algemene wet bestuursrecht.
De effectiviteit en slagvaardigheid wordt vergroot wanneer het bestuursorgaan aan de directeur van de Omgevingsdienst NZKG alsmede diens plaatsvervanger de bevoegdheid toekent om namens hen de benodigde besluiten te nemen en handelingen te verrichten. Dit gebeurt op basis van het vertrouwen van de mandaatgever in de gemandateerde. Door vaststelling van het onderhavige mandaatbesluit wordt aan de directeur alsmede diens plaatsvervanger deze bevoegdheid toegekend. Hierbij wordt aangesloten op het landelijk beleid waarin beoogd is omgevingsdiensten in het leven te roepen als professionele uitvoeringsorganisaties die met een hoge mate van zelfstandigheid moeten kunnen werken.
In het mandaatbesluit is bepaald dat de directeur van de Omgevingsdienst NZKG alsmede diens plaatsvervanger bij de aan hem in mandaat en machtiging opgedragen bevoegdheden de algemene instructies en de instructies per geval van de gemeente Edam-Volendam in acht neemt.
De directeur van de Omgevingsdienst NZKG alsmede diens plaatsvervanger maakt geen gebruik van het mandaat indien hij een persoonlijk belang heeft bij het uitoefenen van de bevoegdheid.
1.1.5 Instructie omgaan met mandaat, machtiging en volmacht
Omdat er behoefte was om duidelijkheid te geven over de wijze waarop de Omgevingsdienst NZKG de mandaatgevers in staat stelt hun verantwoordelijkheid voor de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden waar te maken, is er een notitie opgesteld met uitgangspunten over het omgaan met het mandaat in relatie tot bestuurlijke besluitvorming. Deze algemene instructie is als bijlage III bij dit besluit toegevoegd.
1.2 Artikelsgewijze toelichting
1.2.1 Artikel 1 Begripsbepalingen
Artikel 1 van het mandaatbesluit bevat een omschrijving van de belangrijkste begrippen die in het mandaatbesluit worden gebruikt. Mandaatgevend orgaan is het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn.
1.2.2 Artikel 2 Mandaat en machtiging
Artikel 2, eerste lid, verwijst naar het register behorende bij het besluit mandaat en machtiging. Hierin staan de concrete bevoegdheden opgenomen. In het tweede lid is bepaald dat van het mandaat is uitgesloten, de bevoegdheid om op bezwaar te besluiten. Deze bevoegdheid blijft bij de opdrachtgever.
Het derde lid gaat over feitelijke handelingen ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden zoals genoemd in het eerste en tweede lid.
1.2.3 Artikel 3 Kaders uitoefening bevoegdheden
In artikel 3 zijn de kaders van de uitoefening van de bevoegdheden aangegeven. De Omgevingsdienst NZKG zal haar besluiten, voor zover relevant, motiveren met bestaand beleid. De opdrachtgever zal relevant beleid moeten bekendmaken aan de Omgevingsdienst NZKG. Als er sprake is van algemene en specifieke instructies zal de Omgevingsdienst NZKG deze toepassen. De Omgevingsdienst NZKG treedt, indien nodig, in overleg met de gemeente Hoorn als afgeweken wordt van het beleid en indien nodig wordt er aandacht aan geschonken in de kwartaalrapportages.
1.2.4 Artikel 4 Informatieplicht
De Omgevingsdienst NZKG informeert, gevraagd en ongevraagd, de opdrachtgever over de door haar uitgevoerde taken. Daarnaast worden de opdrachtgevers geïnformeerd in de kwartaalrapportages.
1.2.5 Artikel 5 Ondermandaat en ondermachtiging
Dit artikel geeft aan dat de directeur van de Omgevingsdienst NZKG bevoegdheden in ondermandaat en ondermachtiging kan opdragen aan ondergeschikten. Het is aan de directeur om dit te bepalen, en zo ja aan welke functionarissen. Tevens zijn de artikelen 2, 3 en 4 van toepassing voor ondermandaat en ondermachtiging en zal de directeur zorg dragen dat de door hem ondergemandateerden en ondergemachtigden over de benodigde informatie zoals genoemd in artikel 4 beschikken. Een besluit tot verlening van ondermandaat en ondermachtiging wordt bekend gemaakt in het publicatieblad van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied en treedt in werking op de dag na publicatie.
In dit artikel is aangegeven hoe de ondertekening luidt bij (onder)mandaat en (onder)machtiging.
1.2.7 Artikel 7 Slotbepalingen
In dit artikel is aangegeven dat het mandaatbesluit in werking treedt na bekendmaking conform het gestelde in de Algemene wet bestuursrecht. Tot slot wordt de naamsaanduiding van het besluit aangegeven.
Register behorend bij Mandaatbesluit Markermeerdijken
In dit register staan de bevoegdheden waarvoor mandaat is verleend door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn aan de directeur van de OD NKZG.
Het gaat daarbij om de VTH-taken voor het project Versterking Markermeerdijken zoals hieronder gespecificeerd.
De taken betreffen de volgende:
De OD NZKG voert namens de gemeente Hoorn alle in het navolgende register genoemde bevoegdheden uit als het gaat om:
De OD NZKG houdt tevens toezicht op de hiervoor genoemde activiteiten en kan in voorkomende gevallen handhavend optreden.
Algemene instructie uitoefening mandaat, volmacht en machtiging Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied
Artikel 1 Bemoeienis van het bevoegd gezag
In voorkomende gevallen informeert de directeur de wethouder/gedeputeerde tijdig over het nemen van beslissingen van:
• principieel juridische aard;
• beleidsmatig principiële aard;
• politiek- of bestuurlijk-gevoelige aard;
Tevens stelt hij het bevoegd gezag in de gelegenheid hem aanwijzingen te geven. Zo nodig treedt de directeur met de wethouder/gedeputeerde in overleg. Hieraan voorafgaand stemt de directeur ambtelijk af. Het bevoegd gezag kan in deze gevallen in lijn met artikelen 10:6 en 10:7 van de Awb de aanvraag zelf afhandelen, of een bijzonder mandaat aan de directeur verlenen voor verdere behandeling van de zaak onder voorwaarde van naleving van de voor de afhandeling door de het bevoegd gezag gegeven instructies. Afhandeling van deze gevallen geschiedt bij voorkeur door de directeur, niet door het bevoegd gezag zelf.
Artikel 2 Verstrekken van inlichtingen
Gemandateerden , gevolmachtigden en gemachtigden verstrekken desgevraagd alle inlichtingen die betrekking hebben op de uitoefening van het bij het mandaatsbesluit verleende mandaat, volmacht en machtiging.
Artikel 3 Bekendmaking van besluiten
Het in een document vastleggen van een besluit of handeling, genomen respectievelijk verricht op grond van het mandaatsbesluit geschiedt op briefpapier van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied.
Wanneer de directeur vermoedt dat er zodanig tegenstellingen (dreigen) te ontstaan in het beleid van een of meer van de deelnemers, dat het functioneren van de dienst als gemeenschappelijke dienst daardoor zou kunnen worden bemoeilijkt, meldt hij dit aan het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling en aan het bestuur van de betreffende deelnemers.
Uitgangspunt is een verantwoord gebruik van het mandaat binnen de grenzen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (ODNZKG) maakt voortdurend afwegingen over een verantwoord gebruik van de gemandateerde bevoegdheden. De directeur ODNZKG dient immers de uitoefening van het mandaat te weigeren, indien hij van de mandaatgever instructies ontvangt die de grenzen van het mandaat te buiten gaan. Anderzijds is hij zich ervan bewust dat hij op grond van de Awb de uitvoering van het mandaat niet kan weigeren, indien hij met de opdrachtgever binnen de sfeer van het mandaat van mening verschilt over de toepassing van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid waarvoor mandaat is verleend. De zeggenschap over de in mandaat uitgeoefende bevoegdheden ligt immers bij het bevoegd gezag. Kern van de instructie is het benoemen van de situaties waarin de directeur het initiatief neemt om bij individuele besluiten het bevoegd gezag in de gelegenheid te stellen hem aanwijzingen te geven.
Dit artikel geeft duidelijkheid over de gevallen waarbij bemoeienis van het bevoegd gezag met individuele besluiten in beginsel aan de orde is. De ODNZKG is onder meer ingesteld om een level playing field voor bedrijven te realiseren. Dit vraagt een uniformering van optreden en zo weinig mogelijk bemoeienis van het bevoegd gezag met individuele besluiten. Dat is ook in het belang van een doortastend optreden bij overtredingen. De bemoeienis van het bevoegd gezag met individuele besluiten blijft daarom in beginsel beperkt tot kwesties van principieel juridische aard, beleidsmatig principiële aard, of politiek- of bestuurlijk- gevoelige aard. Een tweede element is het op tijd informeren van de mandaatgever. De professionaliteit, deskundigheid, integriteit en gezaghebbendheid van de ODNZKG kunnen alleen goed naar voren komen, als de
directeur in voorkomende gevallen de mandaatgever tijdig informeert. Zo vroeg mogelijk in het proces, dus niet pas op het moment dat het besluit op een aanvraag aanstaande is.
Volgens artikel 10:6 onder b van de Awb verschaft de gemandateerde de mandaatgever op diens verzoek inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheid. In deze instructie wordt duidelijk dat dit ook betrekking heeft op houders van een ondermandaat. Daarnaast wordt hiermee tot uitdrukking gebracht dat het bevoegd gezag in overeenstemming met de Awb ook de volledige zeggenschap houdt over zaken die op grond van artikel 1 niet door directeur bij het bevoegd gezag zijn aangemeld.
Dit is een bevestiging van de bestaande praktijk. Hiermee wordt ook in de communicatie met de burgers en bedrijven eenheid van optreden in het verzorgingsgebied bevorderd.
Dit artikel is gericht op het uitvoeringsbeleid. Harmonisering van uitvoeringsbeleid en uniformering van optreden in het verzorgingsgebied is gewenst. Het is een voorwaarde voor een level playing field en een doortastende handhaving. Ook moet worden voorkomen dat grote verschillen in uitvoeringsbeleid van de deelnemers het functioneren van de dienst bemoeilijken.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-24958.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.