Eerste wijziging Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Beek 2019

De raad van de gemeente Beek;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 25-08-2020;

 

gelet op de artikelen 149, 149a, 151a, 151b, 151c, 151d, 154 en 154a van de Gemeentewet, de artikelen 3 en 4 van de Wet openbare manifestaties, de artikelen 4, 25a, 25b, 25c en 25d van de Drank- en Horecawet, artikel 5:13 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de artikelen 2:18, eerste lid, onder f en g, en vijfde lid, 2:21 en 3:148, tweede lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer, artikel 30c, tweede lid, van de Wet op de Kansspelen, artikel 3 van de Winkeltijdenwet, artikel 64, tweede lid, van de Wet veiligheidsregio’s en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

 

Besluit:

Artikel I:

De Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Beek 2019, vastgesteld bij raadsbesluit van 7 februari 2019 als volgt te wijzigen:

 

A

 

In artikel 1:1 wordt ‘- bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;’ vervangen door ‘- bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;’.

 

In artikel 1:1 wordt in de definitie van ‘voertuig’ de zinsnede ‘met uitzondering van kleine wagens zoals kruiwagens, kinderwagens en rolstoelen’ vervangen door ‘met uitzondering van kleine wagens, zoals kruiwagens en kinderwagens, en rolstoelen’.

 

B

 

In het opschrift van hoofdstuk 2 wordt na ‘Openbare orde’ ingevoegd ‘en veiligheid, volksgezondheid en milieu’.

 

C

 

In het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 1, wordt ‘Bestrijding’ vervangen door ‘Voorkomen of bestrijden’.

 

D

 

In artikel 2:1, derde lid, wordt ‘te bevinden’ vervangen door ‘zich te bevinden’ en wordt ‘het bevoegd bestuursorgaan’ vervangen door ‘het bevoegde bestuursorgaan’.

 

E

 

Er wordt een (nieuw) artikel 2:1a APV toegevoegd, dat luidt:

 

Artikel 2:1a Verbod op zichtbare uitingen van verboden organisaties

  • 1.

    Het is verboden op openbare plaatsen of in voor het publiek toegankelijke openstaande gebouwen en daarbij behorende erven zichtbaar goederen te dragen, bij zich te hebben of te vervoeren die uiterlijke kenmerken zijn van een organisatie die bij rechterlijke uitspraak of bestuurlijk besluit verboden is verklaard of is ontbonden vanwege een werkzaamheid of doel in strijd met de openbare orde.

  • 2.

    Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht.

 

F

 

Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 2, vervalt.

 

G

 

Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 3, vervalt.

 

H

 

In de artikel 2:6, vijfde lid, 2:9, vierde lid, 2:29, zevende lid, 5:2, vijfde lid, 5:6, vierde lid, 5:7, derde lid, 5:8, zesde lid wordt ‘Op de ontheffing’ vervangen door ‘Op de aanvraag om een ontheffing’.

 

I

 

In het opschrift van artikel 2:6 wordt ‘Beperking van verspreiden’ vervangen door ‘Verspreiden’.

 

J

 

Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 4, vervalt.

 

K

 

Artikel 2:9 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. Het opschrift van artikel 2:9 komt te luiden:

Artikel 2:9 Vertoningen op openbare plaatsen

 

2. In eerste lid wordt ‘en het milieu’ vervangen door ‘of het milieu’.

 

L

 

Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 5, komt te luiden:

Afdeling 2. Bruikbaarheid, uiterlijk aanzien en veilig gebruik van openbare plaatsen

 

M

 

In het opschrift van artikel 2:12 wordt de komma vervangen door ‘of’.

 

N

 

Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 6, vervalt.

 

O

 

Hoofdstuk 2, afdeling 7, wordt vernummerd tot hoofdstuk 2, afdeling 3.

 

P

 

In de artikelen 2:24, eerste lid, onder b, en 5:14, tweede lid, onder b, wordt ‘artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet’ vervangen door ‘artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet’.

 

Q

 

Artikel 2:25a wordt als volgt gewijzigd:

In het vierde lid, wordt ‘slecht levensgedrag’ vervangen door ‘in enig opzicht van slecht levensgedrag’.

 

R

 

Artikel 2:26a APV wordt vervangen door het volgende artikel en komt te luiden:

 

Artikel 2:26a Evenementen

  • 1.

    Het is verboden bij evenementen onnodig op te dringen, door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot wanordelijkheden of wanordelijkheden te veroorzaken.

  • 2.

    Het is verboden bij evenementen messen, knuppels, slagwapens of andere voorwerpen die als wapen kunnen worden gebruikt, op een zodanige wijze mee te voeren dat de openbare orde of veiligheid in gevaar komt of kan komen.

  • 3.

    Het is verboden bij een evenement zichtbaar goederen te dragen, bij zich te hebben of te vervoeren die uiterlijke kenmerken zijn van een organisatie die bij rechterlijke uitspraak of bestuurlijk besluit verboden is verklaard of is ontbonden vanwege een werkzaamheid of doel in strijd met de openbare orde.

  • 4.

    Het verbod van lid 3 geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht.

  • 5.

    Een ieder is verplicht bij evenementen alle aanwijzingen van ambtenaren van politie en brandweer in het belang van openbare orde of veiligheid terstond en stipt op te volgen.

 

S

 

Hoofdstuk 2, afdeling 8, wordt vernummerd tot hoofdstuk 2, afdeling 4.

 

T

 

In artikel 2:27, eerste lid, wordt na ‘café,’ ingevoegd ‘waterpijpcafé,’.

 

U

 

Artikel 2:28 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. Het derde lid komt te luiden:

 

In afwijking van het bepaalde in artikel 1:8 kan de burgemeester de vergunning slechts geheel of gedeeltelijk weigeren als naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat:

a. de woon- of leefsituatie in de omgeving van de openbare inrichting of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed; of

b. de exploitant of de leidinggevende in enig opzicht van slecht levensgedrag is.

 

2. Het zevende lid komt te luiden:

 

Op de aanvraag om een vergunning of een vrijstelling is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

 

V

 

Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 8A, komt te luiden:

Afdeling 5. Regulering paracommerciële rechtspersonen en overige aangelegenheden uit Drank- en Horecawet

 

W

 

Hoofdstuk 2, afdeling 9, wordt vernummerd tot hoofdstuk 2, afdeling 6.

 

X

 

Hoofdstuk 2, afdeling 10, wordt vernummerd tot hoofdstuk 2, afdeling 7.

 

Y

 

In de artikelen 2:39, vierde lid, 2:72, tweede lid, 5:13, vierde lid en 5:18, vierde lid, wordt ‘Op een vergunning’ vervangen door ‘Op een aanvraag om een vergunning’.

 

Z

 

Artikel 2:40a. lid 2 wordt vervangen door het volgende lid en komt te luiden:

 

2. De burgemeester kan voor maximaal twee speelautomatenhallen een vergunning verlenen: een vergunning voor een speelautomatenhal in het centrum van Beek en een vergunning voor een speelautomatenhal gelegen op het terrein van MAA.

 

AA

 

In artikel 2:57, eerste lid, onder b, wordt ‘de weg’ vervangen door ‘een openbare plaats’.

 

AB

 

Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 11, komt te luiden:

Afdeling 8. Maatregelen ter voorkoming van overlast, gevaar of schade

 

AC

 

Artikel 2:59 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. Het tweede lid komt te luiden:

 

2. De eigenaar of houder van de hond aan wie een aanlijngebod is opgelegd, is verplicht de hond kort aangelijnd te houden, met een lijn met een lengte, gemeten van hand tot halsband, van ten hoogste 1,50 meter.

 

2. Het derde lid, aanhef, komt te luiden:

 

3. De eigenaar of houder van de hond aan wie een aanlijn- en muilkorfgebod is opgelegd, is naast de verplichting bedoeld in het tweede lid verplicht de hond voorzien te houden van een muilkorf die:

 

AD

 

In artikel 2:65 wordt ‘op of aan de weg of in een voor het publiek toegankelijk gebouw’ vervangen door ‘op een openbare plaats’.

 

AE

 

In het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 12, vervalt ‘Bepalingen ter’.

 

AF

 

In artikel 2:67, derde lid, wordt ‘Op de vrijstelling’ vervangen door ‘Op de aanvraag om een vrijstelling’.

 

AG

 

Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 13, komt te luiden:

Afdeling 10. Consumentenvuurwerk

 

AH

 

Hoofdstuk 2, afdeling 14, wordt vernummerd tot hoofdstuk 2, afdeling 11.

 

AI

 

Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 15, komt te luiden:

Afdeling 12. Bijzondere bevoegdheden van de burgemeester

 

AJ

 

In artikel 2:75 vervalt ‘van de Algemene plaatselijke verordening’.

 

AK

 

In artikel 2:80, eerste lid, vervalt de komma na ‘gebruikt’.

 

AL

 

Er wordt een nieuwe Afdeling 13 met de volgende artikelen toegevoegd:

 

Afdeling 13: Tegengaan onveilig niet leefbaar en malafide ondernemersklimaat

 

Paragraaf 1 Vergunningsplicht

 

Artikel 2:81

Begripsomschrijvingen

1.

In deze afdeling wordt verstaan onder:

 

a. exploitant: natuurlijke persoon of de bestuurder van een rechtspersoon of, indien van toepassing, de tot vertegenwoordiging van die rechtspersoon bevoegde natuurlijke persoon, voor wiens rekening en risico de bedrijfsmatige activiteiten worden uitgeoefend;

 

b. beheerder: de natuurlijke persoon die door de exploitant is aangesteld voor de feitelijke leiding over de bedrijfsmatige activiteiten;

 

c. bedrijf: de bedrijfsmatige activiteit die plaatsvindt in een voor het publiek toegankelijk gebouw, niet zijnde een inrichting zoals bedoeld in de artikelen 2:27 of 3:1 of een daarbij behorend perceel of enige andere ruimte, niet zijnde een woning die als zodanig in gebruik is.

 

Artikel 2:82

Exploitatie bedrijf

 

1. De burgemeester kan gebouwen, gebieden of bedrijfsmatige activiteiten aanwijzen waar(op) het verbod uit het tweede lid van toepassing is. Een gebouw of gebied wordt uitsluitend aangewezen als in of rondom dat gebouw dan wel in dat gebied naar het oordeel van de burgemeester de leefbaarheid of de openbare orde en veiligheid onder druk staat. Een aanwijzing van een gebouw of gebied kan zich tot één of meer bedrijfsmatige activiteiten beperken. Een bedrijfsmatige activiteit wordt uitsluitend voor de gehele gemeente aangewezen als naar het oordeel van de burgemeester de leefbaarheid of openbare orde en veiligheid door de bedrijfsmatige activiteit onder druk staat.

 

2. Het is verboden om zonder vergunning van de burgemeester een bedrijf uit te oefenen:

 

a. in een door de burgemeester op grond van het eerste lid aangewezen gebouw of gebied voor door de burgemeester benoemde bedrijfsmatige activiteiten; of

 

b. indien de uitoefening van het bedrijf een door de burgemeester op grond van het eerste lid aangewezen bedrijfsmatige activiteit betreft.

 

3. De aanvraag daartoe dient te geschieden door middel van een door de burgemeester vastgesteld formulier.

 

4. De vergunning wordt uitsluitend aan natuurlijke personen verleend. Zij is persoons- en pandgebonden en kan niet worden overgedragen. Indien het bedrijf geëxploiteerd wordt door een Vennootschap onder Firma of een Commanditaire Vennootschap, dan dienen alle (beherende) vennoten afzonderlijk als exploitant op de vergunning vermeld te worden.

 

5. De exploitant is verplicht elke verandering in de uitoefening van zijn bedrijf waardoor deze niet langer in overeenstemming is met de in de vergunning opgenomen gegevens zo spoedig mogelijk aan de burgemeester te melden.

 

6. Op de vergunning als bedoeld in het tweede lid is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

 

Artikel 2:83

Weigeringsgronden

 

Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8, wordt een vergunning als bedoeld in artikel 2:82 geweigerd indien:

 

a. ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

 

b. de leefbaarheid in het gebied door de wijze van exploitatie nadelig wordt beïnvloed of dreigt te worden beïnvloed;

 

c. de exploitant in enig opzicht van slecht levensgedrag is;

 

d. redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de feitelijke toestand niet met het in de aanvraag vermelde in overeenstemming zal zijn;

 

e. er aanwijzingen zijn dat in het bedrijf personen werkzaam zijn of zullen zijn in strijd met het bij of krachtens de Wet arbeid Vreemdelingen of de Vreemdelingenwet 2000 bepaalde;

 

f. de vestiging of de exploitatie in strijd is met een geldend bestemmingsplan;

 

g. de exploitant of een of meer beheerders van het bedrijf binnen drie jaar vóór de indiending van de vergunningaanvraag een bedrijf heeft geëxploiteerd of daar leiding aan heeft gegeven, dat wegens het aantasten van de openbare orde, de aantasting van het woon- en leefklimaat daaronder begrepen, gesloten is geweest dan wel waarvoor de vergunning om die reden is ingetrokken.

 

Artikel 2:84

Beheerder

 

1. De exploitant van een bedrijf kan beheerders aanstellen.

 

2. De exploitant verzoekt de burgemeester om de beheerder bij te schrijven op het aanhangsel bij de vergunning. Bij dit verzoek dient de exploitant het arbeidscontract met de beheerder te overleggen.

 

3. Een beheerder die in enig opzicht van slecht levensgedrag is, wordt geweigerd of verwijderd van het aanhangsel.

 

4. Het is verboden een bedrijf voor het publiek geopend te hebben indien in het bedrijf geen exploitant of beheerder feitelijk aanwezig is.

 

Artikel 2:85

Intrekking vergunning

 

Onverminderd het bepaalde in artikel 1:6 kan een vergunning als bedoeld in artikel 2:82 worden ingetrokken indien:

 

a. de exploitant in enig opzicht van slecht levensgedrag is;

 

b. de exploitant of beheerder betrokken is of ernstige nalatigheid kan worden verweten bij activiteiten of strafbare feiten in of vanuit het bedrijf dan wel toestaat of gedoogt dat strafbare feiten of activiteiten worden gepleegd waarmee de openbare orde nadelig wordt beïnvloed;

 

c. er strafbare feiten in het bedrijf hebben plaatsgevonden of plaatsvinden;

 

d. er aanwijzingen zijn dat in het bedrijf personen werkzaam zijn of zullen zijn in strijd met het bij of krachtens de Wet arbeid Vreemdelingen of de Vreemdelingenwet 2000 bepaalde;

 

e. de bedrijfsmatige activiteiten door de exploitant zijn beëindigd dan wel sprake is van een gewijzigde exploitatie;

 

f. redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de feitelijke toestand niet met het in de vergunning vermelde in overeenstemming is;

 

g. de vestiging of exploitatie in strijd is met een geldend bestemmingsplan;

 

h. zich in het betrokken bedrijf feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen, dat het van kracht blijven der vergunning gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid;

 

i. naar het oordeel van de burgemeester moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van het bedrijf en/of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig worden beïnvloed door het laten voortbestaan van de vergunning.

 

Artikel 2:86

Bevelen sluiting

 

1.

De burgemeester kan een bedrijf als bedoeld in artikel 2:82 gesloten verklaren indien:

 

a. de exploitant van het bedrijf handelt in strijd met het bepaalde in artikel 2:82, tweede lid;

 

b. de exploitant van het bedrijf handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften.

 

c. gehandeld wordt in strijd met het bepaalde in artikel 2:84, vierde lid.

 

Paragraaf 2 Sluiting van voor het publiek openstaande gebouwen

 

Artikel 2:87

Sluiting overlast gevende, voor het publiek openstaande gebouwen

 

De burgemeester kan, indien zulks naar zijn oordeel in het belang van de openbare orde of ter voorkoming of beperking van overlast of nadelige beïnvloeding van het woon- en leefklimaat is vereist, de gehele of gedeeltelijke sluiting bevelen van een voor het publiek openstaand gebouw – niet zijnde een inrichting als bedoeld in de artikelen 2:27 of 3:1 – of een bij dat gebouw behorend erf, een perceel of perceelsgedeelte of enige andere ruimte, niet zijnde een woning die als zodanig in gebruik is.

 

Artikel 2:88

Sluiting voor het publiek openstaande gebouwen in geval van misdrijf

 

De burgemeester kan, ter bescherming van de openbare orde, de gehele of gedeeltelijke sluiting bevelen van een voor het publiek openstaand gebouw of een bij dat gebouw behorend erf, een perceel of perceelsgedeelte of enige andere ruimte, niet zijnde een woning die als zodanig in gebruik is, indien daar door misdrijf verkregen zaken voorhanden, bewaard, of verborgen zijn dan wel zijn verworven of overgedragen.

 

AM

 

Het opschrift van hoofdstuk 4, afdeling 1, komt te luiden:

Afdeling 1. Voorkomen of beperken geluidhinder en hinder door verlichting

 

AN

 

In artikel 4:5b, vijfde lid, wordt ‘het Bouwbesluit’ vervangen door ‘het Bouwbesluit 2012’.

 

AO

 

In artikel 4:6, derde lid, wordt ‘het Bouwbesluit’ vervangen door ‘het Bouwbesluit 2012’.

 

AP

 

In het opschrift van artikel 4:13 wordt ‘enz.’ vervangen door ‘en dergelijke’.

 

AQ

 

In het opschrift van hoofdstuk 5 wordt ‘der’ vervangen door ‘van de’.

 

AR

 

In het opschrift van hoofdstuk 5, afdeling 1, wordt na ‘Parkeerexcessen’ ingevoegd ‘en stopverbod’.

 

AS

 

Artikel 5:10 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. In het opschrift wordt na ‘Parkeren’ ingevoegd ‘of laten stilstaan van voertuigen’.

 

2. In het eerste lid wordt na ‘te parkeren’ ingevoegd ‘of te laten stilstaan’.

 

AT

 

In de artikelen 5:17, tweede lid, en 5:22, tweede lid, onder a, wordt ‘artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet’ vervangen door‘ artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet’.

 

AU

 

In artikel 5:32, eerste lid, wordt na ‘met een motorvoertuig of een bromfiets’ ingevoegd ‘te crossen buiten wedstrijdverband’ en in het derde lid wordt ‘de Wet milieubeheer’ vervangen door ‘de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, het Besluit omgevingsrecht, de Zondagswet’.

 

AV

 

Het opschrift van hoofdstuk 5, afdeling 8, komt te luiden:

Afdeling 8. Vuurverbod

 

AW

 

Het opschrift van hoofdstuk 5, afdeling 9, komt te luiden:

Afdeling 9. Asverstrooiing

 

AX

 

In artikel 6:1, tweede lid, wordt ‘de artikelen 2:10, vijfde juncto eerste lid, 2:11, tweede lid en 4:11, tweede lid’ vervangen door ‘de artikelen 2:10 en 2:11 als sprake is van een omgevingsvergunningplichtige activiteit en artikel 4:11, tweede lid’.

 

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op met ingang van de dag na die waarop dit besluit is bekendgemaakt.

 

Beek, 17-09-2020

GEMEENTERAAD,

Guliël Erven

Raadsgriffier

Christine van Basten-Boddin

Voorzitter

Naar boven